20 december 2015

Voor de rechter: Het meisje die geen Kinderpardon kreeg omdat haar ouders dat aanvroegen in plaats van een terugkeerverzoek indienden.

De Casus:

Er was eens een meisje dat haar hele leven in Nederland woonde en die ook volgens de IND aan alle voorwaarden voor het Kinderpardon voldeed maar toch werd afgewezen omdat haar ouders daartoe een aanvraag hadden ingediend terwijl ze hadden moeten weten dat ze er niet aan voldeed(?) en niet tegelijkertijd op het moment dat die regeling inging nog even voor de aanvraag DTenV hadden gebeld over terugkeer. Dit terwijl een ouder ernstig ziek was en DTenV had aangegeven contact op te nemen.

Instantie:
EHRM

De Juridische Argumenten:

Omdat het Kinderpardon Nederlands beleid is en niets te maken heeft met het EVRM kunnen alleen argumenten slagen waar sprake is van een schending van een verdragsartikel.

In dit geval zijn de volgende argumenten naar voren gebracht:
Kan van mensen worden verwacht dat zij hun eigen belangen dusdanig schaden dat zij om uitzetting vragen terwijl die is opgeschort in de aanloop van een Pardonregeling? Kan zo'n feit als enige argument worden gebruikt bij de afweging in het kader van artikel 8 EVRM?

Immers uit vaste rechtspraak van het EHRM volgt dat bij de belangenafweging in het kader van het door artikel 8 van het EVRM beschermde recht op eerbiediging van het familie- en privéleven een “fair balance” moet worden gevonden tussen het belang van de vreemdeling enerzijds en het Nederlands algemeen belang dat is gediend bij het voeren van een restrictief toelatingsbeleid anderzijds. Daarbij moeten alle voor die belangenafweging van betekenis zijnde feiten en omstandigheden kenbaar worden betrokken. Hier gaat het om kinderen behorend tot een groep waarvan de meerderheid in het parlement van mening  was dat het uitzetten naar een land waar zij niet waren opgegroeid tot grote schrijnendheid zou leiden. Uit de toelichting in WBV 2013/1 (Kinderpardon) blijkt dat het niet de bedoeling was van het Kabinet om kinderen de dupe te laten worden van het niet meewerken aan vertrek door de ouders of het stapelen van procedures. In het geval van verzoekers hebben de ouders niet lopen stapelen of vertrek lopen frustreren. Zij waren al in contact met DTenV en hebben slechts nagelaten daar een aantal maanden achteraan te bellen. Blijkbaar wilde het parlement in dit soort gevallen de belangen van de staat ondergeschikt maken aan de belangen van de kinderen op een veilige plek. De IND voert dit echter anders uit.  Verzoeksters menen dat hier artikel 8 foutief wordt toegepast door Nederland. ZIj verwijzen in deze naar de uitspraken van uw Hof inzake Nunez tegen Noorwegen (o.a. r.o. 84 en mede de concurring opinion van rechter Jebens waarin hij aangeeft dat het IVRK steeds belangrijker wordt bij de uitleg van het EVRM). En naar de uitspraak in inzake Butt r.o. 86 .
Bij meerdere gezinnen leidde de berichten uit het Parlement en de opschorting van de uitzetting van kinderen die mogelijk onder de Pardonregeling zouden komen te vallen tot gerechtvaardigd vertrouwen.  Zie bijvoorbeeld het jaarverslag van de Commissie Commissie Integraal Toezicht Terugkeer over 2013:
Daarbij komt nog dat de ouders waren te verstaan gegeven door DTenV dat er een afspraak met ze zou worden gemaakt  en die volgde nooit .  Uit vaste jurisprudentie van uw Hof blijkt dat in het geval van kwestbare groepen zoals kinderen en mensen met een geestesziekte van de overheid meer actief handelen kan worden verwacht. Als ondanks de opschorting van uitzettingen DTenV van mening was dat verzoeksters ouders -juridische leken - toch weer tot handelen zouden moeten overgaan had DTenV daartoe initiatief moeten nemen.

Door mensen tegen te werpen dat zij zich niet opgaven voor uitzetting terwijl er een Pardonregeling aan zat te komen en het zelfs niet voor juristen duidelijk was waar precies de scheidslijnen zouden komen wordt in feite dit gezien  hun recht op een  daadwerkelijk rechtsmiddel als bedoelt in artikel 13 van het EVRM ontnomen.

De rechtbank heeft ten onrechte alle informatie terzijde gelegd waaruit bleek dat het gezin volgens DTenV wel altijd had meegewerkt aan vertrek. Hierdoor is tevens sprake van een schending van artikel 13 EVRM.

Er speelt ook nog een gevaar voor een schending van artikel 3 EVRM maar die gegevens zijn te prive om hier neer te zetten.

Wilt u overleg met de behandelende advocaat neem dan even contact met mij op. Misschien een idee voor Rob van Lint (IND) en Klaas Dijkhoff (staatssecretaris) of mensen die in de Tweede Kamer zitten. Want dit is echt wat je noemt een schrijnend geval en Mauro kreeg voor minder een verblijfsvergunning.



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...