Posts tonen met het label ne bis in idem. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ne bis in idem. Alle posts tonen

19 december 2016

Cursus bestuurs- en migratierecht: De Afdeling bestuursrechtspraak gaat om!

Een nieuwe koers bij beleidsregels en herhaalde aanvragen - 7 februari 2016


De Afdeling bestuursrechtspraak is om! Zij heeft het ne bis in idem-beoordelingskader voor rechters in herhaalde aanvragen afgeschaft. Daarnaast heeft zij geoordeeld dat bij de beoordeling van de evenredigheid van de toepassing van een beleidsregel voortaan ook omstandigheden moeten worden betrokken die al in die beleidsregel zijn verdisconteerd. Belangrijke ontwikkelingen voor iedereen die werkzaam is op het gebied van het bestuursrecht. In deze cursus worden deze ontwikkelingen besproken vanuit het perspectief van het algemeen bestuursrecht en het migratierecht. Daarbij komt aan de orde hoe beide rechtsgebieden elkaar hebben beïnvloed. Beoefenaars van het algemene bestuursrecht zullen de wijzingen in de jurisprudentie beter begrijpen als ze de migratierechtelijke achtergrond beter kennen. Migratierecht juristen zullen de wijzigingen beter begrijpen als ze de algemeen bestuursrechtelijke aspecten beter kennen. Leerdoel:
De cursist raakt op de hoogte van de achtergrond en strekking van de recente jurisprudentie op het gebied van herhaalde aanvragen en beleidsregels. Bovendien leert de cursist wat de gevolgen zijn van deze jurisprudentie voor zowel de praktijk van het algemeen bestuursrecht en als die van het migratierecht.

Programma13.30 - 14.00 uur: Ontvangst met koffie en thee
14.00 - 14.45 uur: Herhaalde aanvragen: algemeen bestuursrecht
14.45 - 15.30 uur: Herhaalde aanvragen: migratierecht
15.30 - 15.45 uur: Pauze
15.45 - 16.30 uur: Beleidsregels: algemeen bestuursrecht
16.30 - 17.15 uur: Beleidsregels: migratierecht
17.15 uur: Einde cursus   
CursusleidingMr. dr. Marcelle Reneman, universitair docent sectie migratierecht van de afdeling Staats- en Bestuursrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam
DocentenMr. dr. Richard Neerhof, universitair hoofddocent Staats- en bestuursrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam
Prof. mr. Frank van Ommeren, hoogleraar Staats- en bestuursrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam
Mr. dr. Marcelle Reneman, voornoemd  
Prof. mr. Thomas Spijkerboer, hoogleraar Migratierecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam
Datumdinsdag 7 februari 2017
LocatieHoofdgebouw VU, De Boelelaan 1105 in Amsterdam (op de Zuidas).
Zaal: Agora 2.
DoelgroepAdvocaten, notarissen, bedrijfsjuristen, juristen werkzaam bij de overheid, leden van de rechterlijke macht en andere academische juristen. Zowel de algemene bestuursrecht praktijk als de migratierecht praktijk
De cursus is ook toegankelijk voor andere academici, die door opleiding of werkervaring deze cursus op juridisch academisch niveau kunnen volgen. Zij dienen eerst contact op te nemen met de VU Law Academy.
NiveauVerdieping (redelijke basiskennis vereist)
Prijs€ 305,- inclusief cursusmateriaal en consumpties (de Vroegboekkorting van € 40,- geldt niet voor deze cursus).
PuntenNOvA 3 PO, RvR
NoVa-3 verkleind
InschrijvenU kunt zich direct aanmelden via het online inschrijfformulier.
Banner PO abonnementen



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.


Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

18 september 2016

Hoge Raad: geen overtreding bis-in-idem-verbod bij strafvervolging voor mensensmokkel na oplegging van een bestuurlijke boete voor tewerkstellen vreemdelingen


Een bestuurlijke boete voor het tewerkstellen van vreemdelingen zonder vergunning en de daarop volgende strafvervolging wegens mensensmokkel levert in dit geval geen dubbele vervolging wegens hetzelfde feit op volgens het arrest van 9 februari 2016 van de Hoge Raad. De Hoge Raad herhaalt hiermee zijn arrest uit 2011 en volgt de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens niet.

Achtergrond

De minister van SZW heeft aan een marktkoopman in 2012 twee bestuurlijke boetes van € 4.000 opgelegd, omdat hij twee vreemdelingen werkzaamheden had laten verrichten zonder de vereiste tewerkstellingsvergunningen. Het gaat daarbij om twee overtredingen van artikel 2 Wet arbeid vreemdelingen (“Wav“). Bij de bestuurlijke boetes bleef het niet: de marktkoopman is vervolgens gedagvaard voor de politierechter. De marktkoopman wordt ervan verdacht dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel (artikel 197a lid 2 Wetboek van Strafrecht (“Sr“)) en het doen verrichten van arbeid door illegale vreemdelingen (artikel 197b Sr). De Hoge Raad staat voor de vraag of het gerechtshof het OM terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in de vervolging van de marktkoopman, omdat volgens het gerechtshof sprake is van vervolging voor dezelfde feiten (artikel 68 Sr).

Geen dubbele bestraffing

De Hoge Raad komt tot de conclusie dat geen sprake is van hetzelfde feit en dat het gerechtshof het OM daarom ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Daarbij wijst de Hoge Raad om te beginnen op het verschil in rechtsgoederen ter bescherming waarvan artikel 197a Sr (mensensmokkel) en artikel 197b Sr (arbeid doen verrichten door illegalen) enerzijds en artikel 2 Wav anderzijds dienen. Daarnaast wijst hij op het grote verschil in de maximale gevangenisstraf wegens overtreding van de artikelen 197a en 197b Sr respectievelijk de bestuurlijke boete wegens schending van artikel 2 Wav. Gelet daarop is in dit geval volgens de Hoge Raad geen sprake van hetzelfde feit in de zin van artikel 68 Sr. Daarmee heeft de Hoge Raad zijn standaardarrest van 1 februari 2011 over ne-bis-in-idem herhaald, ondanks de kritiek die vanuit de wetenschap op dat arrest is geuit.

Het Handvest en ne-bis-in-idem

Het ne-bis-in-idem-beginsel vloeit ook rechtstreeks voort uit artikel 50 Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (“Handvest“), maar dat artikel is slechts van toepassing wanneer een lidstaat optreedt binnen het toepassingsgebied van het Unierecht. Omdat artikel 2 Wav uit het Unierecht voortvloeit, is daarvan in dit geval sprake. De toelichting bij artikel 50 verwijst voor wat betreft de interpretatie van het artikel naar de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (“Hof“) met betrekking tot artikel 4 Zevende Protocol bij het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. Hoewel Nederland dit protocol niet heeft geratificeerd, is het onder omstandigheden via het Handvest in zekere zin dus van toepassing in de Nederlandse rechtsorde.
Uit het arrest Zolothukin van het Straatsburgse Hof volgt dat het ne-bis-in-idem-beginsel zo moet worden uitgelegd dat “vervolging c.q. bestraffing van een tweede overtreding verboden is, voor zover die overtreding voortvloeit uit dezelfde feiten of wezenlijk dezelfde feiten” (EHRM 10 februari 2009, AB 2009/309 m.nt. Barkhuysen & Van Emmerik). Als startpunt noemt het Hof de feiten die ten grondslag zijn gelegd aan de eerdere (onherroepelijke) sanctiebeslissing en de beschuldigingen in de tweede procedure.

Kanttekeningen bij het arrest van de Hoge Raad

Wij vermoeden dat de uitkomst van het arrest anders was geweest als de Hoge Raad de door het Straatsburgse Hof ontwikkelde jurisprudentie omtrent het ne-bis-in-idem-beginsel had gevolgd. De door de Hoge Raad aangelegde maatstaf in de onderhavige zaak lijkt namelijk niet overeen te komen met de maatstaf die volgt uit het arrest Zolothukin. Volgens de Hoge Raad gaat het zowel om de juridische aard van de feiten als de gedraging van de verdachte. Hoewel volgens het Hof de feiten bepalend zijn, heeft de Hoge Raad de beoordeling of de strafrechtelijke overtreding voortvloeit uit dezelfde feiten niet uitgevoerd. Daartoe hadden de feiten in het boeterapport, op basis waarvan de minister de boete heeft opgelegd, moeten worden bekeken alsmede de feiten die in de tenlastelegging zijn beschreven. Indien de Hoge Raad deze beoordeling had uitgevoerd, was hij mogelijk tot een andere conclusie gekomen.


 Hier gevonden: http://www.stibbeblog.nl/all-blog-posts/public-law/hoge-raad-geen-overtreding-bis-in-idem-verbod-bij-strafvervolging-voor-mensensmokkel-na-oplegging-van-een-bestuurlijke-boete-voor-tewerkstellen-vreemdelingen/

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.


Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

23 juni 2016

Verblijfsblog: Meer rechterlijke controle op besluiten herhaalde asielaanvraag

 De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een uitspraak van 22 juni 2016 bepaald dat rechters de afwijzing van tweede of volgende asielaanvragen uitgebreider moeten toetsen. Het zogenoemde ‘ne bis in idem’ beoordelingskader wordt losgelaten. Wat betekent dit precies en waarom heeft de Afdeling hiertoe besloten?


Waarom wordt dit beoordelingskader losgelaten?
De Afdeling oordeelt dat een verandering van het beoordelingskader nodig is vanwege de implementatie van de herziene Procedurerichtlijn. De wetgever heeft ervoor gekozen om de beslissystematiek van deze richtlijn in de Vreemdelingenwet 2000 over te nemen. Dit betekent dat de IND opvolgende asielaanvragen op verschillende manieren kan afdoen. De IND kan er voor kiezen de aanvraag niet-ontvankelijk te verklaren (en dus niet inhoudelijk te beoordelen), maar ook om deze als ongegrond (artikel 31 Vreemdelingenwet) of kennelijk ongegrond (artikel 30b Vreemdelingenwet) af te wijzen. Deze verschillende wijzen van afdoening worden afdoeningsmodaliteiten genoemd. De keuze van de afdoeningsmodaliteit ongegrond of kennelijk ongegrond heeft bijvoorbeeld gevolgen voor de schorsende werking van het beroep tegen de afwijzende beslissing en de lengte van beroeps- en vertrektermijnen (zie ook ons blog Herziene Procedurerichtlijn: verblijf tijdens asielprocedure).
De rechter moet volgens de Afdeling kunnen toetsen of de IND niet ten onrechte gebruik heeft gemaakt van de specifieke afdoeningsmodaliteit. Daarnaast ziet de Afdeling in recente uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) aanleiding om het ne bis in idem-beoordelingskader te verlaten. In deze uitspraken oordeelde het EHRM dat sprake was van een schending van artikel 3 EVRM omdat de autoriteiten opvolgende asielaanvragen van de klagers onvoldoende inhoudelijk hadden beoordeeld. In beide zaken zagen de autoriteiten en rechters af van een inhoudelijke beoordeling van het risico bij terugkeer omdat de asielzoeker de nieuwe feiten of documenten eerder naar voren hadden moeten brengen.
Het is opvallend dat de Afdeling niet verwijst naar artikel 83a Vreemdelingenwet waarmee artikel 46 lid 3 van de herziene Procedurerichtlijn is geïmplementeerd. Deze bepaling vereist, ook in het beroep tegen opvolgende asielaanvragen een ‘een volledig en ex nunc onderzoek van zowel de feitelijke als juridische gronden’. Volgens de Afdeling betekent dit dat ‘dat geen enkel aspect of bestanddeel van een besluit aan rechterlijke toetsing mag zijn onttrokken’. De beperkte rechterlijke toets van inhoudelijke beslissingen van de IND over een opvolgende aanvraag was ook hiermee mogelijk in strijd.
Hoe moet de rechter nu toetsen?
De rechter moet nu in ieder beroep tegen de beslissing over een opvolgende asielaanvraag de beroepsgronden beoordelen. De rechter beperkt zich dus niet meer ambtshalve tot de vraag of sprake is van nieuwe elementen of bevindingen. Als de IND een opvolgende asielaanvraag niet-ontvankelijk heeft verklaard vanwege het ontbreken van nieuwe elementen of bevindingen, dan zal de rechter toetsen of de IND terecht tot die conclusie is gekomen (als de asielzoeker daar in beroep over klaagt).
Daarnaast mag de rechter toetsen of de IND niet ten onrechte gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om de opvolgende asielaanvraag vanwege het ontbreken van nieuwe elementen of bevindingen niet-ontvankelijk te verklaren. De woorden ‘niet ten onrechte’ betekenen dat de IND beslisruimte heeft en dat de rechter in zijn toetsing enige afstand moet houden. De IND moet bij de beslissing om een opvolgende asielaanvraag niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond te verklaren een afweging maken tussen het belang van de vreemdeling (tot inhoudelijke beoordeling van zijn opvolgende aanvraag) en het belang van rechtszekerheid (dat besluiten op een zeker moment definitief worden). Ook die afweging mag de rechter dus, zij het enigszins terughoudend, toetsen.
Dit betekent dat de rechter voortaan altijd de asielbeslissing kan toetsen op basis van de door de asielzoeker aangevoerde beroepsgronden. De rechter wordt niet langer beperkt door het ne bis in idem-beginsel.


 Lees hier het hele artikel: https://verblijfblog.nl/2016/06/22/meer-rechterlijke-controle-op-besluiten-herhaalde-asielaanvraag/

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

17 december 2015

Uitspraak: Nieuwe asielaanvraag met nieuw bewijs van eerder al aangevoerde feiten. Bahadder

ECLI:NL:RBDHA:2015:14489



Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 08-12-2015
Datum publicatie 15-12-2015
Zaaknummer AWB 15/3096
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken 
Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie Asiel Afghanistan, Bahaddar, echt bevonden kranten
 
 .1
Uit het ne bis in idem beginsel vloeit voort dat, indien na een eerder afwijzend besluit een materieel vergelijkbaar besluit wordt genomen, op voorhand moet worden aangenomen dat laatstgenoemd besluit door de bestuursrechter niet mag worden getoetst als ware het een eerste afwijzing. Slechts indien door de vreemdeling in de bestuurlijke fase nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden (nova) worden aangevoerd, kunnen dat besluit, de motivering ervan en de wijze waarop het tot stand is gekomen door de bestuursrechter worden getoetst. Dat geldt ook indien uit hetgeen de vreemdeling heeft aangevoerd kan worden afgeleid dat zich een voor hem relevante wijziging van het recht voordoet. Dit is slechts anders, indien zich bijzondere, op de individuele zaak betrekking hebbende feiten en omstandigheden als bedoeld in overweging 45 van het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 19 februari 1998 (arrest Bahaddar, JV 1998/45) voordoen.
3.2De rechtbank beoordeelt ambtshalve of aan de aanvraag nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden ten grondslag zijn gelegd. Daaronder moeten worden begrepen feiten en omstandigheden die zijn voorgevallen na het nemen van het eerdere besluit of die niet voor het nemen van dat besluit konden worden aangevoerd en bewijsstukken van reeds eerder aangevoerde feiten of omstandigheden die niet voor het nemen van het eerdere besluit konden worden overgelegd. Dergelijke nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden rechtvaardigen echter geen nieuwe rechterlijke beoordeling, indien op voorhand is uitgesloten dat hetgeen alsnog is aangevoerd of overgelegd kan afdoen aan het eerdere besluit.
 (.....)

7.1Eiser stelt zich op het standpunt dat hij niet eerder in het bezit was van de taskera en de twee krantenartikelen en daarover ook niet eerder heeft kunnen beschikken. Eiser was niet direct van het bestaan van de krantenartikelen op de hoogte. De krantenartikelen zijn niet in Nederland gepubliceerd en eiser had met niemand, ook niet met zijn familie, contact die hem erop had kunnen wijzen dat de artikelen in Afghanistan waren verschenen. Eiser heeft eerder vergeefse inspanningen verricht om de documenten te bemachtigen. Zijn kansen stonden en vielen met het leggen van contact met zijn vriend, die eerder niet in staat of bereid was gegevens te gaan zoeken. Deze factor had eiser niet in de hand, zodat hem niet kan worden verweten dat zijn vriend pas later wel bereid was in actie te komen. Ten onrechte wordt de volledige bewijslast van feiten en omstandigheden bij eiser gelegd. Zijn taskera heeft eiser, vanwege de acute vluchtsituatie, destijds niet kunnen meenemen. Omdat hij met niemand in Afghanistan contact had, en later afhankelijk was van de medewerking van een vriend, heeft eiser de taskera niet eerder kunnen overleggen.
7.2De rechtbank is ten aanzien van de in rechtsoverweging 5.1 genoemde documenten van oordeel dat geen sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden die een nieuwe rechterlijke beoordeling rechtvaardigen. Eiser heeft met het in beroep gestelde noch met hetgeen hij desgevraagd ter zitting heeft verklaard niet aannemelijk kunnen maken dat hij de taskera en de krantenartikelen niet eerder had kunnen overleggen, nu zij dateren van voor de eerste asielaanvraag van 14 februari 2013.
8. De rechtbank dient vervolgens te beoordelen of sprake is van dusdanig bijzondere, op de individuele zaak betrekking hebbende omstandigheden als bedoeld in het arrest Bahaddar.
9.1Eiser heeft het volgende aangevoerd. Er is sprake van bijzondere feiten en omstandigheden in bovenbedoelde zin, omdat de redactionele krantenartikelen dienen ter onderbouwing zijn asielrelaas en echt zijn bevonden. Niets wijst op de betrokkenheid van eiser bij het publiceren van het nieuws rond de dood van [persoon 1] en de veroordeling tot de doodstraf van eiser. De veronderstelling van verweerder is daarom ongefundeerd. De KMar heeft beide kranten in hun geheel in handen gehad, niet slechts beide artikelen. Het is niet waarschijnlijk of aannemelijk dat eiser twee complete kranten zou hebben gepubliceerd. Verder wijst eiser erop dat hij in het nader gehoor de feitelijke gang van zaken heeft beschreven. In de krantenartikelen zijn evenwel de beschouwingen van familie, jirga en overheid opgenomen, door wie hij wordt beschuldigd een seksuele relatie te hebben gehad met [persoon 1] dan wel haar te hebben ontvoerd. Het is de opvatting van haar familie, de jirga en de overheid dat eiser een misdrijf heeft gepleegd. Uit de krantenartikelen blijkt dat het risico dat eiser loopt nog veel groter is geworden nu het oordeel van de jirga bekend is. Tegen deze dreiging is geen bescherming van de Afghaanse autoriteiten te verwachten, omdat de dreiging ook van hen uitgaat, althans door hen gedekt wordt. Ter onderbouwing verwijst eiser naar paragraaf 2.3.8 ‘Buitengerechtelijke executies en moorden’ van het algemeen ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van 17 september 2014 ter zake van Afghanistan.
9.2Verweerder stelt zich op het standpunt dat geen sprake is van bijzondere feiten en omstandigheden in bovenbedoelde zin. Hoewel de namen in de artikelen overeenkomen met de naam van eiser, wil dit nog niet zeggen dat het daadwerkelijk om eiser gaat. Bovendien heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat het artikel op initiatief van de krant is geschreven en derhalve ook uit objectieve bron afkomstig is. Bovendien strookt de inhoud van de artikelen niet met de verklaringen van eiser in de vorige procedure. Eiser heeft in de eerste procedure geenszins verklaard dat er sprake was van seksueel contract tussen hem en [persoon 1] en dat hij er van wordt verdacht [persoon 1] te hebben ontvoerd. De weigering van [persoon 1] uitgehuwelijkt te worden en het verzoek om met eiser te trouwen zijn, volgens de verklaringen van eiser tijdens het nader gehoor, aanleiding geweest voor de problemen met de familie van [persoon 1] .
9.3De rechtbank stelt vast dat eiser twee complete kranten heeft overgelegd van verschillende data, die door de KMar echt zijn bevonden. De rechtbank stelt voorts vast dat in de krantenartikelen de naam van eiser is vermeld, terwijl verweerder niet twijfelt aan de door eiser gestelde identiteit en nationaliteit. De rechtbank volgt verweerder niet in zijn standpunt dat de inhoud van de krantenartikelen niet overeenkomt met het relaas van eiser. In het nader gehoor heeft eiser immers verklaard dat hij ervan wordt beschuldigd seksueel contact te hebben gehad met [persoon 1] , maar dat dit onjuist is. Daarmee is een afdoende verklaring gegeven. De krantenartikelen corresponderen ook overigens met het relaas van eiser. Uit het artikel genoemd in rechtsoverweging 5.1 onder b) volgt immers dat de familie van [persoon 1] eiser wil bestraffen met de dood en in het artikel genoemd in rechtsoverweging 5.1 onder c) wordt melding gemaakt van het conflict dat eiser in zijn asielrelaas naar voren heeft gebracht. In het licht van het voorgaande had het op de weg van verweerder gelegen om zijn standpunt te onderbouwen dat eiser de hand heeft gehad in de inhoud van de krantenartikelen.
10. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van bijzondere, op de individuele zaak betrekking hebbende omstandigheden die zodanig zwaarwegend zijn dat, om schending van artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) te voorkomen, de noodzaak bestaat om het uit het ne bis in idem-beginsel volgende toetsingskader terzijde te schuiven. In dit licht is het aan verweerder om nader te motiveren waarom eiser geen reëel risico zou lopen op een behandeling welke in strijd is met artikel 3 van het EVRM.
 De hele uitspraak staat hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2015:14489



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

31 augustus 2015

Kamerstukken over Ethiopië en asiel





Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...