Een bestuurlijke boete voor het
tewerkstellen van vreemdelingen zonder vergunning en de daarop volgende
strafvervolging wegens mensensmokkel levert in dit geval geen dubbele vervolging
wegens hetzelfde feit op volgens het arrest van 9 februari 2016 van de
Hoge Raad. De Hoge Raad herhaalt hiermee zijn arrest uit 2011 en volgt
de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens niet.
Achtergrond
De minister van SZW heeft aan een
marktkoopman in 2012 twee bestuurlijke boetes van € 4.000 opgelegd,
omdat hij twee vreemdelingen werkzaamheden had laten verrichten zonder
de vereiste tewerkstellingsvergunningen. Het gaat daarbij om twee
overtredingen van artikel 2 Wet arbeid vreemdelingen (“Wav“).
Bij de bestuurlijke boetes bleef het niet: de marktkoopman is
vervolgens gedagvaard voor de politierechter. De marktkoopman wordt
ervan verdacht dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel (artikel 197a lid 2 Wetboek van Strafrecht (“Sr“)) en het doen verrichten van arbeid door illegale vreemdelingen (artikel 197b Sr).
De Hoge Raad staat voor de vraag of het gerechtshof het OM terecht
niet-ontvankelijk heeft verklaard in de vervolging van de marktkoopman,
omdat volgens het gerechtshof sprake is van vervolging voor dezelfde
feiten (artikel 68 Sr).
Geen dubbele bestraffing
De Hoge Raad komt tot de conclusie dat
geen sprake is van hetzelfde feit en dat het gerechtshof het OM daarom
ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Daarbij wijst de Hoge
Raad om te beginnen op het verschil in rechtsgoederen ter bescherming
waarvan artikel 197a Sr (mensensmokkel) en artikel 197b Sr (arbeid doen
verrichten door illegalen) enerzijds en artikel 2 Wav anderzijds dienen.
Daarnaast wijst hij op het grote verschil in de maximale
gevangenisstraf wegens overtreding van de artikelen 197a en 197b Sr
respectievelijk de bestuurlijke boete wegens schending van artikel 2
Wav. Gelet daarop is in dit geval volgens de Hoge Raad geen sprake van
hetzelfde feit in de zin van artikel 68 Sr. Daarmee heeft de Hoge Raad
zijn standaardarrest van 1 februari 2011 over ne-bis-in-idem herhaald, ondanks de kritiek die vanuit de wetenschap op dat arrest is geuit.
Het Handvest en ne-bis-in-idem
Het ne-bis-in-idem-beginsel vloeit ook rechtstreeks voort uit artikel 50 Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (“Handvest“),
maar dat artikel is slechts van toepassing wanneer een lidstaat
optreedt binnen het toepassingsgebied van het Unierecht. Omdat artikel 2
Wav uit het Unierecht voortvloeit, is daarvan in dit geval sprake. De
toelichting bij artikel 50 verwijst voor wat betreft de interpretatie
van het artikel naar de jurisprudentie van het Europees Hof voor de
Rechten van de Mens (“Hof“) met betrekking tot artikel 4 Zevende Protocol bij het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden.
Hoewel Nederland dit protocol niet heeft geratificeerd, is het onder
omstandigheden via het Handvest in zekere zin dus van toepassing in de
Nederlandse rechtsorde.
Uit het arrest Zolothukin van het Straatsburgse Hof volgt dat het ne-bis-in-idem-beginsel zo moet worden uitgelegd dat “vervolging
c.q. bestraffing van een tweede overtreding verboden is, voor zover die
overtreding voortvloeit uit dezelfde feiten of wezenlijk dezelfde
feiten” (EHRM 10 februari 2009, AB 2009/309 m.nt.
Barkhuysen & Van Emmerik). Als startpunt noemt het Hof de feiten die
ten grondslag zijn gelegd aan de eerdere (onherroepelijke)
sanctiebeslissing en de beschuldigingen in de tweede procedure.
Kanttekeningen bij het arrest van de Hoge Raad
Wij vermoeden dat de uitkomst van het
arrest anders was geweest als de Hoge Raad de door het Straatsburgse Hof
ontwikkelde jurisprudentie omtrent het ne-bis-in-idem-beginsel
had gevolgd. De door de Hoge Raad aangelegde maatstaf in de onderhavige
zaak lijkt namelijk niet overeen te komen met de maatstaf die volgt uit
het arrest Zolothukin. Volgens de Hoge Raad gaat het zowel om de
juridische aard van de feiten als de gedraging van de verdachte. Hoewel
volgens het Hof de feiten bepalend zijn, heeft de Hoge Raad de
beoordeling of de strafrechtelijke overtreding voortvloeit uit dezelfde
feiten niet uitgevoerd. Daartoe hadden de feiten in het boeterapport, op
basis waarvan de minister de boete heeft opgelegd, moeten worden
bekeken alsmede de feiten die in de tenlastelegging zijn beschreven.
Indien de Hoge Raad deze beoordeling had uitgevoerd, was hij mogelijk
tot een andere conclusie gekomen.
Het bericht ‘Hoge
Raad: geen overtreding bis-in-idem-verbod bij strafvervolging voor
mensensmokkel na oplegging van een bestuurlijke boete voor tewerkstellen
vreemdelingen’ is een bericht van Stibbeblog.nl
Hier gevonden: http://www.stibbeblog.nl/all-blog-posts/public-law/hoge-raad-geen-overtreding-bis-in-idem-verbod-bij-strafvervolging-voor-mensensmokkel-na-oplegging-van-een-bestuurlijke-boete-voor-tewerkstellen-vreemdelingen/
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email
Geen opmerkingen:
Een reactie posten