De
Staat en het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers) hoeven het
appartement van een Iraaks gezin, dat verblijft in een voormalig
asielzoekerscentrum in Katwijk, niet verder aan te passen voor hun
minderjarige gehandicapte dochter. Het gezin had hierom gevraagd in een
kort geding.
De rechtbank Den Haag is van oordeel dat er in dit geval geen sprake is
van een humanitaire noodsituatie, omdat de Staat zich al genoeg heeft
ingespannen om de woonsituatie aan te passen.
Het gezin wil een grotere douche, wasruimte en wc
voor hun gehandicapte dochter. Ook zou de Staat de ruimte waarin zij
moeten verblijven geheel rolstoeltoegankelijk moeten maken of het gezin
een ander rolstoeltoegankelijk appartement moeten toewijzen. De
rechtbank ging hier niet in mee.
In afwachting van hun vertrek uit Nederland naar
het land van herkomst verblijft het gezin in een voormalig
asielzoekerscentrum dat als gezinslocatie wordt gebruikt voor de opvang
van minderjarige kinderen van uitgeprocedeerde asielzoekers.
Vandaag op rechtspraak.nl
3.5. In deze
procedure is aan de orde of de Staat gehouden is om, vanwege de
beperkingen van [eiseres], het door [eiseres] c.s. bewoonde appartement
in de Gezinslocatie te Katwijk geheel rolstoeltoegankelijk te maken dan
wel aan hen een ander, wel rolstoeltoegankelijk appartement in de
Gezinslocatie ter beschikking te stellen. Maatgevend voor het oordeel
daaromtrent is hetgeen naar voren komt uit het arrest van 21 september
2012 van de Hoge Raad (LJN: BW5328, NJ 2013, 22). In die uitspraak heeft
de Hoge Raad het cassatieberoep tegen de arresten van 27 juli 2010
(LJN: BN2164, JV 2010, 328) en van 11 januari 2011 (LJN: BO9924,
JV 2011, 91) van het gerechtshof te ’s-Gravenhage verworpen. In die
arresten is – zakelijk weergegeven – het volgende beslist. Meerderjarige
uitgeprocedeerde asielzoekers hebben in beginsel geen aanspraak op
voortgezet verblijf en medische, sociale of andere hulp dan wel
diensten. Op de Staat rust enkel de rechtsplicht om, waar valt te
voorzien dat uitgeprocedeerde asielzoekers die niet voldoen aan hun
plicht om Nederland te verlaten niet de middelen (zullen) hebben om voor
de bij hen verblijvende minderjarige kinderen te zorgen, voor die
kinderen in adequate opvang en verzorging te voorzien, waarbij hun recht
op familie- en gezinsleven met hun ouder(s) zoveel mogelijk wordt
geëerbiedigd. De Staat is niet gehouden om de minderjarigen een opvang-
en verzorgingsniveau te bieden dat gelijk is aan het niveau dat zij
hangende de asielprocedure(s) ontvingen dan wel dat uitstijgt boven het
niveau dat nodig is ter voorkoming van een humanitaire noodsituatie.
Daarnaast moet het opvang- en verzorgingsniveau, met het oog op de
belangen van de Staat, worden afgestemd op de aard van het verblijf.
3.6.
Zoals de voorzieningenrechter van deze rechtbank eerder heeft
vastgesteld in het vonnis van 7 november 2012 (LJN: BY2400, JV 2013, 59)
zijn de verblijfsomstandigheden waaronder uitgeprocedeerde asielzoekers
verblijven in de Gezinslocatie te Katwijk toereikend, dat wil zeggen
als zodanig onvoldoende voor de stelling dat in de Gezinslocatie in zijn
algemeenheid sprake is van een humanitaire noodsituatie. [eiseres] c.s.
hebben in deze procedure onvoldoende aangedragen om met betrekking tot
de Gezinslocatie te Katwijk op dit punt een andersluidend oordeel te
rechtvaardigen.
3.7.
Met betrekking tot de vraag of de Staat gelet op specifieke
omstandigheden van het geval gehouden is om jegens [eiseres] c.s. te
handelen zoals gevorderd wordt, tegen de achtergrond van hetgeen onder
r.o. 3.5. inzake het vermijden van humanitaire noodsituaties is
opgenomen, als volgt overwogen. De Staat onderkent dat [eiseres] kampt
met beperkingen en dat daardoor bij haar sprake is van bijzondere
behoeftes, maar stelt zich op het standpunt dat aan deze bijzondere
behoeftes evenwel voldoende tegemoet gekomen wordt met - als
kernonderdelen - het bieden van onderdak in de Gezinslocatie te Katwijk
en het verstrekken van medische voorzieningen. Daar komt bij dat
[eiseres] c.s. als gezin van zeven personen mede vanwege de beperkingen
van [eiseres] verblijven in kamers voor in totaal negen personen. Ten
aanzien van de omstandigheid dat de badkamer en het toilet in de huidige
huisvesting niet rolstoeltoegankelijk zijn heeft de Staat gesteld dat
deze ruimtes desalniettemin, zij het met enige inspanning, door
[eiseres] kunnen worden gebruikt. Deze aspecten van het verblijf in de
Gezinslocatie zijn als zodanig niet door [eiseres] c.s. bestreden.
3.8.
Vanwege de beperkingen van [eiseres] behoeft de huidige huisvesting,
die is gelegen op de eerste verdieping in de Gezinslocatie en alleen via
een trap kan worden bereikt, (ook) naar het oordeel van de Staat
verbetering. Teneinde meer tegemoet te komen aan de bijzondere behoeftes
van [eiseres] heeft het COA mede naar aanleiding van overleg met de
ouders daarom twee naast elkaar gelegen vierpersoonskamers op de begane
grond van gebouw 185 in de Gezinslocatie voor [eiseres] c.s.
vrijgemaakt. In één van beide kamers is door een aannemer de
doucheruimte vergroot. De drempels binnen deze kamers zijn verwijderd en
in de voor gezamenlijk gebruik bedoelde ruimtes van de Gezinslocatie,
in het bijzonder de gangen, zijn geen drempels aanwezig. Ten tijde van
de mondelinge behandeling van deze zaak was deze nieuwe woonruimte
gereed om door [eiseres] c.s. in gebruik te worden genomen, aldus de
Staat.
3.9.
Ter zitting zijn de door de Staat gestelde inspanningen om de
woonsituatie van [eiseres] te verbeteren en het resultaat daarvan op
zich niet betwist. Zonder nadere toelichting kunnen [eiseres] c.s. dan
ook niet worden gevolgd in hun stellingen dat vanwege het bijzondere
karakter van hun leefsituatie sprake is van een humanitaire noodsituatie
en dat de Staat miskent dat de specifieke behoeftes van [eiseres] nopen
tot het verstrekken van voorzieningen die aan haar behoeftes tegemoet
komen. De in dat kader gestelde schendingen van de genoemde
internationale verdragen behoeven daarom geen bespreking.
3.10.De
Staat heeft ter zitting gemotiveerd betwist dat vorenbedoelde
inspanningen zijn ingezet onder invloed van (de dreiging van) het
onderhavige kort geding. Daartoe heeft zij verwezen naar een tweetal als
productie overgelegde brieven waaruit naar voren komt dat er medio
oktober en november 2012 al sprake was van communicatie tussen partijen
teneinde de woonsituatie van [eiseres] (c.s.) te verbeteren. Daaraan
ontleent de voorzieningenrechter de veronderstelling dat, anders dan
[eiseres] c.s. kennelijk aannemen, de Staat ook bij toekomstige
ontwikkelingen aangaande de woonsituatie van [eiseres] zal bezien of er
aanspraak op voorzieningen of anderszins aanleiding tot handelen
bestaat, zoals door de Staat ter zitting naar voren gebracht. Er bestaat
daarom geen aanleiding om daar in deze procedure op vooruit te lopen.
Op Twitter klaagt Sander Terphuis voormalig asielzoeker en illegaal uit Iran en nu Nederlands staatsburger met een naamswijziging dat je zo toch niet met gehandicapten omgaat.
": Pijnlijke kant van het . Moeten we echt zo omgaan met dit gehandicapte meisje? "
Met een retweet van een Fischer advocaat.
Maar het ziet toch naar uit dat alhoewel deze mensen als uitgeprocedeerden die zich nu vastklampen aan een procedure tegen een afgewezen beroep op het Kinderpardon geen recht hebben op voorzieningen er toch voor hen een voor invaliden toegankelijke kamers en aangepaste badkamer is gemaakt.
Het is natuurlijk erg dat dat meisje zo gehandicapt is en het is heel knap wat Fischer CS als juristen juridisch technisch voor elkaar kunnen boksen. Maar nou even ter vergelijking: op het moment worden er voor Nederlanders en mensen met een verblijfsvergunning aardig op de voorzieningen bezuinigd en kan je als oudere geen rollator of bril meer van je belastingen aftrekken en moet je dus de hele boel zelf betalen van soms een schamele AOW. Voor volgend jaar gaat waarschijnlijk de tegemoetkoming bijzondere ziektekosten voor gehandicapten en langdurig zieken zoals ikzelf op de schop. Om nog niet te praten over de volledige eigen bijdrage die ik ieder jaar mag aftikken bij de ziektekostenverzekering omdat ik een behandeling toch echt nodig heb en allerlei medicijnen die niet meer vergoed worden aan andere mensen maar die ze wel moeten slikken. Ik vind het dan ook wel een morele kwestie of je dan voor uitgeprocedeerden allerlei dingen kan gaan vragen op basis van "gratis" terwijl een rechtmatige ingezetene het zelf maar moet uitzoeken. En het geld komt in Nederland ook niet uit de lucht vallen. Zeker als er wel voorzieningen zijn getroffen maar die blijkbaar niet genoeg naar wens zijn. Om nog maar niet te spreken van de gerechtelijke kosten. Het klinkt zo als "Rupsje Nooit Genoeg". Uit de uitspraak blijkt niet waarom ze het niet goed genoeg vinden. Omdat het betekent dat ze dan niet in hun eigen appartement kunnen blijven? Het gezin van zeven personen in twee aparte locaties in het gebouw moet slapen? Of was deze procedure al aan het lopen toen die voorzieningen werden getroffen en moet er een zitting komen wil de advocaat ook nog enigszins aanspraak kan maken op een vergoeding voor zijn moeite?
Ik word vooral moe van dit soort tweets.
In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak.
Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.