31 augustus 2011

Bedrijven zien import vaklui moeilijker worden



30 augustus 2011 - Bedrijven zien dat het in de nabije toekomst moeilijker wordt om vaklui vanuit het buitenland naar Nederland te halen. Dit is een gevolg van de verscherping van de regels door minister Gerd Leers van Immigratie en Asiel. 

Door de verscherping van de arbeidsregels voor kennismigranten kunnen bedrijven sinds juni niet zomaar meer vakspecialisten uit het buitenland naar Nederland halen. Dat komt omdat de salarissen van de vakspecialisten marktconform moeten zijn van Leers. Dat betekent dat bedrijven de kennismigranten niet langer meer kunnen betalen dan gebruikelijk.

Wil een bedrijf dit wel doen, dan wordt de kennismigrant niet eens toegelaten tot Nederland. Volgens Ton Schoenmaeckers van werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland geven meerdere bedrijven aan in onder meer ICT en metaalindustrie in de problemen te komen. Zij kampen met tekorten aan hoogopgeleid personeel en werven daardoor juist in het buitenland.


Bron:  http://www.managersonline.nl/vaknieuws/24158/bedrijven-zien-import-vaklui-moeilijker-worden.html




Ik ken iemand die met zijn recruitment bureau hier in Nederland aan de slag wil met werknemers die in Engeland wonen. En dat mag zonder werkvergunning. Dus bent u die tuinder die zo dringend op zoek is naar personeel kijkt u eens hier:  http://www.doncaster-recruitment.com/about.html. U moet dan echter wel onderdak kunnen verstrekken of daarbij kunnen helpen want deze mensen kunnen natuurlijk niet iedere dag op en neer met de boot.  Trouwens ze leveren daar niet alleen tuinbouwmedewerkers als uitzendkracht maar kunnen ook als headhunter voor technici of ander personeel voor u aan de slag.



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

UWV weigerde 673 aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen


UWV weigerde 673 aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen

Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de afgifte van tewerkstellingsvergunningen voor seizoenarbeid in de land- en tuinbouw in de periode tot aan 1 juli. Er blijken 850 vergunningen verleend en 673 afgewezen door het UVW. Bovendien werden er 313 aanvragen voor een tewerkstellingsvergunning ingetrokken. In de eerste helft van 2010 werden nog 2038 vergunningen verleend. In die periode werd slechts 1 aanvraag geweigerd, terwijl er 49 aanvragen werden ingetrokken.

Kamp blijft van mening dat het mogelijk is om vacatures in de land- en tuinbouw in beginsel zonder afgifte van tewerkstellingsvergunningen te vervullen. De minister meent dat sommige tuinders, met name in West-Brabant, liever Roemeense en Bulgaarse seizoenarbeiders inschakelen die al jaren bij het bedrijf werken. Met hen is een vertrouwensband opgebouwd en deze mensen behoeven niet ingewerkt te worden. Het aannemen van andere werknemers stuit daarom bij voorbaat op weerstand. Daar waar het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning voor Roemenen en Bulgaren het sluitstuk van de procedure zou moeten zijn, is dit zodoende in sommige gevallen het startpunt van de procedure geworden.

Uitzendbureaus nauwelijks ingeschakeld
Begin mei is er overleg geweest tussen het UWV, (Z)LTO en uitzendbureaus die grote aantallen werknemers zouden kunnen leveren. Het totaal aan te leveren uitzendkrachten zou op de korte termijn veel, zo niet alle vraag naar seizoenwerkers moet kunnen dekken. De uitzendbureaus moeten daarom vooraf benaderd zijn door werkgevers die een tewerkstellingsvergunning willen aanvragen. Ondanks het feit dat uitzendbureaus voldoende aanbod hebben, geven zij in een eerste terugkoppeling aan maar zeer beperkt benaderd te worden door tuinders. Slechts in een klein aantal gevallen is er door de werkgevers ingegaan op een offerte en gebruik gemaakt van het aanbod.

57 mensen aan de slag in West-Brabant
Door het UWV is vanuit de vestiging Etten-Leur in 2011 in projectvorm een werkwijze ontwikkeld met betrekking tot vacaturevervulling in de land- en tuinbouwsector die door het projectteam in het gehele district West Brabant wordt gehanteerd. Deze werkwijze behelst intensief contact tussen het UWV en werkgever en daarmee direct contact tussen mogelijke kandidaten en de werkgever. Daarnaast wordt de werkgever ook de mogelijkheid geboden om een stage van 2 dagen met kandidaten aan te gaan. In de periode tot 1 juli zijn in West Brabant 1753 verwijzingen door UWV gedaan naar vacatures in de land- en tuinbouw. Dat heeft er toe geleid dat 57 mensen bij tuinders aan de slag zijn gegaan.

Illegale arbeid
Kamp heeft medio juli de Arbeidsinspectie opdracht gegeven de controles op illegale arbeid te intensiveren. Op dit moment zijn 85 bedrijven in West-Brabant bezocht die geen tewerkstellingsvergunning hebben aangevraagd of waar deze geweigerd is. Tot nu toe is bij twee bedrijven illegale tewerkstelling geconstateerd. Uit de inspecties tot nu toe kwam het beeld naar voren dat werkgevers regelmatig Polen hebben ingezet.

bron: Ministerie van SZW, 22/08/11 

Bron: http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=129651




Ik ken iemand die met zijn recruitment bureau hier in Nederland aan de slag wil met werknemers die in Engeland wonen. En dat mag zonder werkvergunning. Dus bent u die tuinder die zo dringend op zoek is naar personeel kijkt u eens hier:  http://www.doncaster-recruitment.com/about.html. U moet dan echter wel onderdak kunnen verstrekken of daarbij kunnen helpen want deze mensen kunnen natuurlijk niet iedere dag op en neer met de boot.  Trouwens ze leveren daar niet alleen tuinbouwmedewerkers als uitzendkracht maar kunnen ook als headhunter voor technici of ander personeel voor u aan de slag.




Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Vrijgesproken Joego weer vast

De maandag in hoger beroep van een liquidatiepoging vrijgesproken Joegoslaaf Erol M. heeft geen moment van zijn vrijheid kunnen genieten. Toen hij vertrok uit het huis van bewaring in Dordrecht werd hij meteen opnieuw aangehouden, nu als ongewenst vreemdeling. Die status had M. juist gekregen omdat hij in eerste instantie wél schuldig was bevonden aan de schietpartij.

Advocaat Gabriël Meijers maakt zich boos over de kafkaëske situatie waarin zijn cliënt is beland. „Mijn cliënt wil niets liever dan weg uit Nederland, het land waaraan hij is uitgeleverd nadat hij in Zweden in de val is gelokt. Ik heb ook meteen aangeboden om zijn vliegticket te betalen, maar in plaats daarvan houdt de overheid hem nog een paar dagen in de cel.” Daarna zal hij begeleid door een ambtenaar alsnog naar het buitenland afreizen. „Pestgedrag”, oordeelt Meijers.

Het Openbaar Ministerie is in cassatie gegaan tegen de vrijspraak van M., maar het is maar zeer de vraag of deze ultieme vorm van hoger beroep wel iets uithaalt. De Hoge Raad kijkt namelijk alleen of het recht goed is toegepast, en dat lijkt hier wel het geval. „Het gerechtshof heeft de vrijheid om het bewijs te wegen en heeft dat te licht bevonden,” vertelt Meijers. Opmerkelijk is het feit dat de advocaat-generaal de cassatie reeds aankondigde toen deze het vonnis nog niet eens had gelezen.

De detentie van ongewenste vreemdelingen is een taak van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Een woordvoerder van dat ministerie liet gistermiddag weten dat ‘tot op heden niet duidelijk was dat M. vrijwillig wilde vertrekken’. „Bovendien moet iemand die ongewenst vreemdeling is, zelf een verzoek indienen om die status op te heffen.” Vandaag heeft M. een gesprek met de Dienst Terugkeer en Vertrek. Wanneer hij daar aangeeft dat hij vrijwillig wil vertrekken, dan mag hij dat – al dan niet onder begeleiding van de Koninklijke Marechaussee – meteen doen, aldus de zegsman van het ministerie.

bron: http://www.spitsnieuws.nl/archives/crime/2011/08/vrijgesproken-joego-weer-vast


Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Arbeidsinspectie kan boetes niet innen

31 augustus 2011 - De Arbeidsinspectie kan een flink deel van de boetes die ze uitschrijft, niet innen. Bij de boetes voor overtreding van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is 35% van de boetes niet inbaar en bij de Wet arbeid vreemdelingen gaat het om 22%. Ter vergelijking: bij de Arbeidsomstandighedenwet is maar 2% van de boetes niet te incasseren.
Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft in een brief aan de Tweede Kamer antwoord op Kamervragen over dit onderwerp. De vragen hadden betrekking op de  handhavingsactiviteiten van de Arbeidsinspectie en de achterblijvende inning van boetes bij overtredingen als onderbetaling en illegale arbeid.

Buitenlandse vorderingen lastig te innen

Enkele oorzaken van de oninbare boetes zijn faillissement, internationale vorderingen, schuldsanering, vertrokken met onbekend adres en onvoldoende voor beslag vatbare goederen. Waarschijnlijk zijn boetes voor overtreding van  de Wet minimumloon en de Wet arbeid vreemdelingen lastiger te innen omdat het vaak gaat om buitenlandse bedrijven en om bedrijven die maar kort bestaan.
Buitenlandse vorderingen zijn nu alleen nog via een minnelijke schikking (zonder tussenkomst van rechter) te innen. De Europese regelgeving moet veranderen om de ‘inbaarheid’ te vergroten.

Bron: http://www.rendement.nl/arbo/nieuws/id5396-arbeidsinspectie-kan-boetes-niet-innen.html

Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

30 augustus 2011

Nog geen gronden bezwaar terwijl vovo wordt behandeld en tegenwerkende IND - vovo toegewezen (uitspraak rechtbank)

LJN: BR6156, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 11/1921

Datum uitspraak: 16-08-2011
Datum publicatie: 29-08-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening
Inhoudsindicatie: Verzoek voorlopige voorziening maar geen gronden bezwaar Partijen hebben ter zitting erkend dat de gronden van het bezwaarschrift nog steeds ontbreken. Dit maakt het niet mogelijk op de gebruikelijke wijze te toetsen of de gevraagde voorziening moet worden getroffen. Verweerder heeft geweigerd gebruik te maken van de hem ter zitting geboden gelegenheid om, hangende het verzoek om voorlopige voorziening, aan verzoekster een termijn te stellen om, op straffe van niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar, binnen korte tijd de gronden van het bezwaar in te dienen. Een en ander brengt de voorzieningenrechter ertoe de gevraagde voorziening te treffen, in dier voege dat verweerder wordt verboden verzoekster uit te zetten gedurende één week na de verzending van deze uitspraak, tenzij binnen die week van verzoekster bij aangetekend schrijven de volledige gronden voor het bezwaar ontvangen zullen zijn. Indien dat het geval is, duurt de voorziening voort totdat de beslissing op het bezwaarschrift door verweerder overeenkomstig de wet zal zijn bekendgemaakt.


Uitspraak
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
nevenzittingsplaats Zwolle

Sector Bestuursrecht, Voorzieningenrechter
Registratienummer: Awb 11/1921


Uitspraak
in het geding tussen:


[verzoekster]
geboren op [geboortedatum]
van Azerbeidzjaanse nationaliteit,
IND dossiernummer [nummer], verzoekster,
gemachtigde mr. P.E.J.M. Bartels, advocaat te
Utrecht;

en

de minister voor Immigratie en Asiel,
(Immigratie- en Naturalisatiedienst),
te 's-Gravenhage,
vertegenwoordigd door mr. M. Dalhuizen,
ambtenaar ten departemente, verweerder.


1. Procesverloop

Op 12 maart 2010 heeft verzoekster een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking 'conform beschikking Minster' ingediend. Bij besluit van 13 januari 2011 heeft verweerder de aanvraag afgewezen.

Bij verzoek van 17 januari 2011 is verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat uitzetting achterwege wordt gelaten totdat in bezwaar is beslist. Het verzoek is voorzien van gronden bij brief van 25 januari 2011 aan de rechtbank. Bij brief van 25 januari 2011 aan verweerder is tegen het besluit bezwaar gemaakt, zonder dat daartoe gronden zijn ingediend.

Het verzoek is ter zitting van 5 augustus 2011 behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen.
Ter zitting is het onderzoek geschorst ten einde verweerder de gelegenheid te bieden verzoekster een korte termijn te stellen voor het indienen van de gronden van het bezwaar.
Bij brief van 11 augustus 2011 heeft verweerder meegedeeld van de geboden gelegenheid geen gebruik te zullen maken. Partijen hebben ter zitting voor dat geval aan de voorzieningenrechter toestemming gegeven uitspraak te doen op het verzoek zonder dat een nadere terechtzitting plaatsvindt.

Op 12 augustus 2011 heeft de voorzieningenrechter het onderzoek gesloten.


2. Overwegingen

2.1 De voorzieningenrechter stelt vast dat wordt voldaan aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 8:81, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechter dient te toetsen of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft en of bij afweging van de betrokken belangen uitzetting van verzoekster in afwachting van de beslissing op bezwaar moet worden verboden.

2.2 De rechter overweegt als volgt.

Partijen hebben ter zitting erkend dat de gronden van het bezwaarschrift nog steeds ontbreken. Dit maakt het niet mogelijk op de gebruikelijke wijze te toetsen of de gevraagde voorziening moet worden getroffen. Verweerder heeft geweigerd gebruik te maken van de hem ter zitting geboden gelegenheid om, hangende het verzoek om voorlopige voorziening, aan verzoekster een termijn te stellen om, op straffe van niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar, binnen korte tijd de gronden van het bezwaar in te dienen.

Een en ander brengt de voorzieningenrechter ertoe de gevraagde voorziening te treffen, in dier voege dat verweerder wordt verboden verzoekster uit te zetten gedurende één week na de verzending van deze uitspraak, tenzij binnen die week van verzoekster bij aangetekend schrijven de volledige gronden voor het bezwaar ontvangen zullen zijn. Indien dat het geval is, duurt de voorziening voort totdat de beslissing op het bezwaarschrift door verweerder overeenkomstig de wet zal zijn bekendgemaakt.

2.3 Het verzoek wordt, gelet op het vorenstaande, toegewezen. Er bestaat aanleiding voor veroordeling van verweerder in de kosten die verzoekster in verband met de behandeling van het verzoek redelijkerwijs heeft moeten maken. Die kosten worden begroot op € 874,- (voor het door gemachtigde van verzoekster indienen van het verzoekschrift en bijwonen van de zitting).


3. Beslissing

De voorzieningenrechter:

- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen toe;
- verbiedt verweerder verzoekster uit Nederland uit te zetten gedurende één week na de datum van verzending van deze uitspraak, tenzij binnen die week van verzoekster bij aangetekend schrijven de volledige gronden voor het bezwaar ontvangen zullen zijn, in welk geval de voorziening voortduurt totdat de beslissing op het bezwaarschrift door verweerder overeenkomstig de wet zal zijn bekendgemaakt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten ad € 874,--, te voldoen aan verzoekster;
- gelast dat verweerder het griffierecht ad € 152-- aan verzoekster vergoedt.


Deze uitspraak is gedaan door mr. P.H. Banda, rechter, en door hem en K.M.C. Zijlstra-van Middelkoop als griffier ondertekend. In het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2011.


Bron: rechtspraak.nl



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Vovo van minister door Raad van State toegewezen dus bewaring bij de grens moet voortduren tot op hoger beroep is beslist (uitspraak. VZ Raad van State)

LJN: BR5911,Voorzitter Raad van State , 201108537/3/V4

Datum uitspraak: 19-08-2011
Datum publicatie: 26-08-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening
Inhoudsindicatie: De beoordeling van de in hoger beroep tegen het oordeel van de rechtbank voorgedragen grieven, in het bijzonder het betoog van de minister dat de terugkeerrichtlijn in deze zaak niet van toepassing is, vergt nader onderzoek, waartoe deze procedure zich niet leent. Indien de maatregel wordt opgeheven heeft dat tot gevolg dat door de vreemdeling feitelijk toegang tot Nederland wordt verkregen, in welk geval in beginsel moet worden aangenomen dat het grensbewakingsbelang niet kan worden veiliggesteld. Voorts heeft de vreemdeling ter zitting van 16 augustus 2011 geen bijzondere feiten of omstandigheden aannemelijk gemaakt, die in de weg staan aan voortduring van de vrijheidsontnemende maatregel. Hoewel de voortduring van de maatregel voor de vreemdeling ingrijpend is, dient onder de gegeven omstandigheden, aan de belangen die worden gediend door die voortduring een groter gewicht te worden toegekend dan aan het belang van de vreemdeling bij onmiddellijke opheffing ervan.

Bron: rechtspraak.nl



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Antwoord op kamervragen over het gezin Quadiri (uitzetten gemengd gezin)


Vragen van de leden Spekman (PvdA) en Gesthuizen (SP) aan de minister voor Immigratie en Asiel over de uitzending van Uitgesproken VARA over de kinderen van lang verblijvende, uitgeprocedeerde asielzoekers uit Tadzjikistan/Afghanistan (ingezonden 20 juli 2011).

Antwoord van minister Leers (Immigratie en Asiel) (ontvangen 23 augustus 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 3312.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Uitgesproken VARA van 18 juli jl?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat de minderjarige asielkinderen Amina (9 jaar oud) en Dawud (11 jaar) hun gehele respectievelijk vrijwel gehele leven in Nederland verblijven?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Klopt het, zoals de uitzending laat zien, dat zij opgegroeid zijn in Nederland, in Nederland op school zitten en geworteld zijn in de gemeenschap van het dorpje Aalden?

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4

Klopt het dat bij u duizenden steunbetuigingen voor de kinderen zijn binnengekomen en dat talloze vriendjes, vriendinnetjes, klasgenoten en dorpsgenoten uit Aalden u dringend hebben verzocht om deze kinderen verblijf in Nederland te verlenen?

Antwoord 4

In de week van 18 juli 2011 zijn enkele honderden steunbetuigingen voor dit gezin binnengekomen.

Vraag 5

Klopt het dat deze asielfamilie weliswaar is uitgeprocedeerd, maar dat de terugkeer naar één van de landen van herkomst van de ouders, Afghanistan of Tadzjikistan, die buitengewoon ingewikkeld ligt, al jarenlang niet is gelukt?

Antwoord 5

Uitgangspunt is voor mij dat informatie over individuele zaken vertrouwelijk wordt behandeld. Dat betekent dat ik mij in beginsel ook niet wens uit te laten over individuele zaken. Alleen in de uitzonderlijke situatie dat betrokkenen zelf de publiciteit hebben gezocht, dan wel hebben aangegeven geen bezwaren te hebben tegen het feit dat aan hun situatie in de media aandacht wordt besteed, kan hiervan worden afgeweken teneinde te voorkomen dat in de samenleving een eenzijdig en daardoor onjuist beeld ontstaat over de specifieke situatie. Het algemeen belang dat onze samenleving zich een juist beeld kan vormen over de wijze waarop wij in Nederland omgaan met asielaanvragen rechtvaardigt dit. In de zaak Qadiri dreigt het beeld te ontstaan dat de betrokken familie door verwijtbaar onjuist en onzorgvuldig handelen van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) in een onmogelijke positie terecht is gekomen. Aangezien dit beeld geen recht doet aan de werkelijkheid, zie ik thans aanleiding dit beeld te nuanceren.
Vooralsnog heeft het gezin niet aan de vertrekplicht voldaan. Het gezin stelt zelf dat zij buiten hun schuld niet terug kunnen keren. De DT&V heeft echter vastgesteld dat het gezin nog een aantal stappen had kunnen zetten in het kader van het verkrijgen van de voor terugkeer benodigde identiteits- en reisdocumenten, maar dit niet heeft gedaan. Dit is begin 2010 ook per brief en mondeling aan het gezin uitgelegd. Door de rechtbank Amsterdam is op 31 augustus 2010 bevestigd dat het gezin niet voldoet aan de voorwaarden voor een vergunning op grond van het buitenschuldbeleid. Bij uitspraak van 8 december 2010 is de aangevallen uitspraak van de rechtbank Amsterdam bevestigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In rechte staat nu vast dat het gezin op dit moment niet voldoet aan de voorwaarden die gelden voor verlening van een vergunning op grond van het buitenschuldbeleid. Om deze reden is geen vergunning verleend op grond van dit beleid, en ga ik er vanuit dat er op dit moment wel degelijk mogelijkheden zijn voor het gezin om gezamenlijk naar één land terug te keren.

Vraag 6

Indien de vorige vier vragen bevestigend worden beantwoorden waarom wordt in het belang van de kinderen, onder dit soort uitzonderlijke situaties, dan geen verblijfsvergunning verstrekt?

Antwoord 6

Voor gezinnen met minderjarige kinderen geldt net als voor andere asielzoekers dat zij Nederland dienen te verlaten als hun asielverzoek is afgewezen en zij niet in aanmerking komen voor verblijf in Nederland. Indien zij niet bereid zijn alle stappen te zetten die nodig zijn om terug te kunnen keren, mag dat er niet toe leiden dat alsnog een vergunning wordt verstrekt. Dat zou immers het risico met zich meebrengen dat gezinnen die uitgeprocedeerd raken meer dan nu het geval is zullen proberen om toch illegaal in Nederland te blijven, zodat hun kinderen geworteld raken in Nederland. Daarmee zouden de problemen rondom langdurig in Nederland verblijvende kinderen zonder verblijfsvergunning eerder worden vergroot dan verkleind.

Vraag 7, 8, 9, 10, 11, 12

Deelt u de mening, dat het strijdig is met alle vormen van medemenselijkheid om deze gewortelde kinderen die thuis zijn in Nederland na 10 jaar nog terug te sturen naar een onbekend land?
Deelt u de mening, dat het voor de sociale en educatieve ontwikkeling van Amina en Dawud buitengewoon schadelijk is om in een cruciale, vormende fase van hun leven gedwongen hun school te onderbreken en hun hele sociale omgeving en thuisland achter te laten?
Deelt u de mening, dat het aan niemand in het dorp Aalden, aan niemand van de klasgenootjes van Amina en Dawud, aan niemand van alle, vele betrokkenen bij deze kinderen, uit te leggen is dat zij, die uit Nederland komen en hier thuis zijn, gedwongen uitgezet worden?
Deelt u de mening, dat Amina en Dawud als twee in Nederland opgegroeide, de Nederlandse taal sprekende, in Nederland opgeleide en volledig de Nederlandse identiteit eigen zijnde kinderen, van enorme positieve waarde voor onze samenleving kunnen zijn?
Deelt u de mening, dat het vreemdelingenbeleid, naast consequent uitgevoerde regels, ook oog moet hebben voor de belangen van kwetsbare kinderen, die er niets aan kunnen doen dat zij kind zijn van asielzoekers en voorwerp zijn van lange procedures en terugkeerperikelen, maar vooral en het meest, dringend gebaat zijn bij een einde aan de onzekerheid, een stabiele leefomgeving en het onbezorgd kunnen leven en leren in Nederland?
Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7, 8, 9, 10, 11, 12

Ik ben mij ervan bewust dat de situatie moeilijk is voor gezinnen met minderjarige kinderen, indien zij langdurig in Nederland verblijven en procederen in de hoop op een verblijfsvergunning, terwijl zij niet aan de voorwaarden voor deze vergunning voldoen. Tegelijkertijd ben ik van mening dat het tot de verantwoordelijkheid van de ouders behoort te bepalen of zij hun kinderen in een dergelijke lange situatie van onzekerheid willen houden. Daarnaast zie ik voor dit gezin op dit moment niet welke uitzonderlijke individuele omstandigheden nu zouden nopen tot het verlenen van een vergunning op grond van mijn discretionaire bevoegdheid. Vast is komen te staan dat de ouders tot nu toe onvoldoende hebben gewerkt aan hun vertrek uit Nederland. Dit heeft de verblijfsduur, ook van de kinderen, aanzienlijk verlengd. Op het moment dat er geen reëel perspectief meer is op verblijf in Nederland, geniet het voortvarend ter hand nemen van het vertrek de voorkeur, ook in het belang van de kinderen. Immers, alleen door het vertrek voortvarend ter hand te nemen kan verdere onzekerheid worden voorkomen, en kan de aandacht worden gericht op het creëren van nieuw perspectief in het land van herkomst. De Nederlandse overheid en de Internationale Organisatie voor Migratie bieden uitgebreide ondersteuning gericht op terugkeer naar het land van herkomst waar ook dit gezin gebruik van kan maken.
Het ministerie van BZK en de gemeente Coevorden hebben recentelijk overleg gepleegd over de situatie van dit gezin. Afgesproken is dat het gezin niet wordt overgeplaatst naar een gezinslocatie en in Aalden kan blijven zolang het gezin bereid is om samen met de DT&V de vervolgstappen te zetten die nodig zijn om als gezin terug te kunnen keren. Op basis hiervan kan ook worden vastgesteld of terugkeer inderdaad niet mogelijk is buiten de schuld van het gezin.


Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3367.html

Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Blue Card op zijn Slowaaks: zijn er verschillen?

Slovakia: Immigration Bulletin – Highly Skilled Foreigners May Now Apply for EU Blue Cards
New immigration legislation in effect since July 20, 2011


The Slovak law on border control and stay of foreigners has been amended in accordance with European Union standards. The new law came into force on July 20, 2011 with the basic objectives of improving migration management in compliance with European legislation.

To attract highly skilled workers from third countries, new provision of temporary residence is introduced in the form of the European Union blue card. A blue card applicant must have a written commitment from potential employer for a job position which matches applicants qualifications. Application must be supported by higher education certificates and / or documents proving minimum five years of professional experience. Blue cards in Slovakia are to be issued for the period of three years. Upon the issuance of the blue card, the employee is obliged to submit signed employment contract within set time-frame.

The Slovak labor office is still expecting to receive official list of professions which qualify for a blue card, however, they have started accepting blue card applications as of July 20.

Unlike previous legislation, the new law provides separate provisions for long-term resident status, including separation of status by character of stay as well as specification of foreigners who may not be granted long-term residence. New legislation also addresses provisions relating to deportation and detention of foreigners.

Move One continues to monitor how the changes impact foreigners entering Slovakia.


Bron: http://www.moveoneinc.com/blog/immigration/enslovakia-immigration-bulletin-highly-skilled-foreigners-apply-eu-blue-cards/

Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

VACATURE: beslis- en bezwaarmedewerkers IND

Eiffel zoekt per direct, voor 36 uur per week beslis- en bezwaarmedewerkers voor de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND). Standplaats Hoofddorp, Den Bosch, Zwolle of Rijswijk.

Heb jij ervaring met besliswerkzaamheden, houden van hoorzittingen, of het behandelen van bezwaren? Wil jij je vakkennis verder uitbreiden middels een uitdagend project bij de IND? Eiffel zoekt per direct collega's die een uitdaging niet uit de weg gaan!

je bent in staat om zelfstandig opdrachten uit te voeren én teamleden aan te sturen ;
je beoordeelt dossiers op volledigheid, en bereidt conceptbeslissingen voor op bezwaar;
je zit hoorzittingen voor en notuleert indien nodig;
bovendien schrijf je beslissingen op bezwaar, hetzij in samenspraak met de teamleider of Unitmanager, hetzij volledig zelfstandig.
afgeronde juridische opleiding op hbo- of universitair niveau;
Ervaring met bezwaarafhandeling binnen het vreemdelingenrecht of minimaal 1,5 jaar ervaring met bezwaarafhandeling op een ander rechtsgebied;
werkervaring bij IND is een pré;
kennis en ervaring met het algemeen bestuursrecht en vreemdelingenrecht;
analytisch sterke geest, in staat snel zaken te doorzien;
oplossingsgerichte en doortastende persoonlijkheid.
Een uitdagende opdracht met een passend salaris. Het project duurt een aantal maanden, dus we bieden je een contract aan voor bepaalde tijd. Het project geeft je de kans om ervaring op te doen binnen de rijksoverheid en de kans om je te laten zien bij Eiffel. Een ideale opstap voor je carrière.




Harjan Wiersma
m hwiersma@eiffel.nl
t 06-26564444




Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Recht voor iedereen

Op verzoek van advocate Emily de Both deze banner:


Petitie - Recht voor iedereen

GEEN BLOKKADES OM JE RECHT TE HALEN
In een rechtsstaat moet voor elke burger en organisatie de toegang tot het recht en de rechter beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld om je gelijk te kunnen halen wanneer een overheidsorgaan een besluit neemt dat nadelig is. Wanneer je gedupeerd bent door de slechte dienstverlening van een bedrijf. Of in familiezaken, zoals bij een echtscheiding. Dat recht hebben we allemaal, daar betalen we allemaal voor en daarvan moet iedereen gebruik kunnen maken. Dat is een van de meest basale uitgangspunten van onze rechtsstaat.

Dit kabinet wil dat de toegang tot de rechter voortaan wordt betaald door degenen die er gebruik van maken, tegen de kosten die daadwerkelijk worden gemaakt (kostendekkend). Daarmee wil het kabinet € 240 miljoen besparen. Als de plannen doorgaan worden de griffierechten – het ‘toegangskaartje’ voor de rechtzoekende om naar de rechter te kunnen – enorm verhoogd. Het verviervoudigen en voor sommige zaken zelfs vertienvoudigen van het griffierecht zorgt ervoor dat veel burgers hun recht niet meer kunnen halen omdat zij zich dat financieel niet meer kunnen permitteren. In die zaken is het recht geblokkeerd. Er geldt dan een ander recht, namelijk dat van de sterkste, danwel dat van de grootste beurs. Dat kan toch zeker niet de bedoeling zijn in de rechtsstaat Nederland!?

Onze samenleving wordt er niet plezieriger – en zeker niet veiliger – op als conflicten onopgelost blijven en rekeningen niet worden betaald. Mensen blijven zitten met het gevoel dat hen onrecht is aangedaan en zij niet – maar anderen met een grotere beurs wel – naar de rechter kunnen. Het recht is van én voor iedereen.

De petitie wordt onder meer ondersteund door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie en de Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders en kan tot en met dinsdag 13 september 2011 worden ondertekend. Voor vragen, opmerkingen of ideeën kunt u mailen naar rechtvooriedereen@advocatenorde.nl







Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Polen verleent amnestie aan illegale migranten

Poland has approved an amnesty law to legalise the status of some of the estimated 50-70,000 illegal migrants living in the country, of which Ukrainians make up the majority. "We want Poland to be an open, hospitable and friendly country," Polish President Bronislaw Komorowski said after signing the amnesty Friday.

Bron:  http://euobserver.com/1016/113437



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

What Diversity Can Do for Business

Glenn Llopis focuses on bringing the immigrant perspective to business leadership and workplace innovation. Founder of the Center for Hispanic Leadership and the Center for Innovation and Humanity, Glenn is a consultant and author of Earning Serendipity: 4 Skills for Creating and Sustaining Good Fortune in Your Work; Why Hispanic Leadership will Save America’s Corporations; and Why a Personal Employee Brand will Save Your Career and Your Workplace. Glenn speaks frequently on issues concerning the global workplace, helping employees find new purpose, innovation, and maintaining ethical leadership. The son of Cuban immigrants who were victims of Castro’s revolution, Glenn has worked as an executive in the consumer packaged goods industry and as an entrepreneur. Glenn makes frequent appearances on local and national TV, including CNN, Fox, ABC, NBC, and Univision. Family is Glenn's priority and he enjoys mentoring and giving back to the community.


The diversity model in most organizations is broken. But there is a new, compelling way forward: companies need to use diversity for growth. It’s time to take a business approach in order to get the most productivity, employee satisfaction and authenticity from the underutilized talent pool that hides within America’s corporations.

When I meet with corporate executives, the first thing I tell them is that I am a former C-level executive and not a diversity practitioner, but rather a business strategist interested in redefining the role of diversity to cultivate growth. They look at me as if to say, “why would you be wasting your time?” only to follow by saying, “thank you – we need a fresh business perspective to help our C-levels understand the powerful contributions that our diverse employees can deliver to driving business initiatives.” As the conversation continues, it is evident that there is frustration all around: the executives don’t think they’re getting much bang for the diversity buck, and the diversity leaders are having difficulty advancing the conversation internally with key business leaders.

So what should an organization do? In today’s marketplace, diversity must touch the roots of an organization’s business model – especially within growing segments that represent the rapidly changing cultural demographic shifts across America, and especially amongst Asians and Hispanics. Corporations must begin to align their recruitment and retention initiatives to support these growing market segments in order to match the changing demographics of their world. What are the key steps to take?

First of all, when a company announces a market expansion strategy that targets a particular community, it should stick to the plan. It has been shown that there is an increase in attrition when companies fail to support market expansion plans that target a certain diversity group. Why? Employees of color take their identity seriously and if their organization doesn’t, then they believe they can’t have a trustworthy affinity with their employer.

Secondly, support culturally-tailored professional development training programs for your diverse employees. Again, employees want to believe that your organization genuinely believes there is value by investing in their unique identity.

Third, support an Employee Resource Group (ERG) consortium model for your diverse employees across your industry vertical. In other words, get more of your diverse employees to engage with their ERGs within your organization by allowing them to share their voices with others within their own industry. This is a great approach to show that your organization is willing to invest in business growth by showcasing its unique characteristics and talents to cultivate new types of innovations with supply chain partners.

For too many years, people have talked about generating ERG – ROI. This attitude is misleading because if their ERGs are misrepresented, misunderstood and undefined, then the lack of ROI performance will not inspire others to participate. In today’s new workplace it’s about ERG business leadership. Diversity can no longer be viewed as a Human Resources function or support group but rather a business growth enabler that strategically utilizes the core principals of diversity. Until this happens, diversity will never get the budgets, time and required resources it needs to make an impact and influence on business outcomes within the organization.

As an executive for two decades, I have always believed that business success (especially during times of uncertainty), requires three (3) things: 1) forward-thinking leadership; 2) a transparent, trustworthy and committed workplace culture that is focused on winning through teamwork; and 3) the ability to utilize the unique characteristics that are embedded in your talent pool to ward off your competitors:

to see and seize new opportunities (immigrant perspective)
to mitigate risk (circular vision)
to pioneer new marketplace possibilities (passion)
to cultivate continuous innovation (entrepreneurial spirit)
to promote a spirit of giving (generous purpose)
to be significant (cultural promise)
Today’s business climate requires this kind of open-spirited approach. America’s corporations must do a better job of living the principals of diversity by managing them with a business approach.

Bron: http://www.forbes.com/sites/glennllopis/2011/08/29/americas-most-wanted-what-diversity-can-do-for-business/

Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

25 augustus 2011

Antwoord op kamervragen in hoeverre de Wet inburgering buitenland strijdig is met het EU recht


Vragen van de leden Van Dam en Spekman (PvdA) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Immigratie en Asiel over de mogelijke strijdigheid van de Wet Inburgering Buitenland met het EU-recht (ingezonden 5 juli 2011).

Antwoord van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister voor Immigratie en Asiel (ontvangen 18 augustus 2011).

Vraag 1

Herinnert u zich de eerdere schriftelijke vragen over de mogelijke strijdigheid van de Wet Inburgering Buitenland (WIB) met de Richtlijn Gezinshereniging?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Welke aanvullende feiten en omstandigheden zijn in beroep opgekomen dan wel aangevoerd die u tot de conclusie hebben geleid dat sprake is van een zeer bijzonder geval?

Antwoord 2

In het antwoord op vraag 2 van de eerder gestelde Kamervragen (ingezonden op 30 mei jl.) is uitgelegd waarom er in de betreffende zaak uiteindelijk een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) is verleend. Ik kan in de beantwoording van schriftelijke vragen niet ingaan op de individuele omstandigheden in individuele zaken.

Vraag 3

Wat zijn in het algemeen de omstandigheden die van belang zijn bij het bepalen of sprake is van een zeer bijzonder/schrijnend geval, waardoor iemand kan worden vrijgesteld van het inburgeringsexamen in het buitenland?

Antwoord 3

Het behalen van het basisexamen inburgering in het buitenland zal niet worden vereist in situaties waarin een combinatie van zeer bijzondere individuele omstandigheden ertoe leidt dat de vreemdeling blijvend niet in staat is om het basisexamen inburgering met goed gevolg af te leggen. Voor een nadere uitleg hoe met de hardheidsclausule wordt omgegaan verwijs ik u naar de openbare IND-werkinstructie 2011/7, die te vinden is op de website van de IND.

Vraag 4

Wat zijn de inhoudelijke en juridische argumenten waarop u het standpunt baseert dat de WIB niet strijdig is met de Richtlijn Gezinshereniging? Hoe beoordeelt u in dat kader het advies van de Europese Commissie van 4 mei jl. in de zaak van Mohammad Imran aan het Hof van Justitie dat «Artikel 7(2) van de richtlijn moet worden uitgelegd in die zin dat het niet toelaat dat een lidstaat een gezinslid (...) van een rechtmatig in die lidstaat wonende burger van een derde land, de toegang en verblijf weigert uitsluitend op de grond dat dit gezinslid niet het in de wetgeving van die lidstaat voorgeschreven inburgeringsexamen heeft behaald»?2

Antwoord 4

Het advies betreft het standpunt van de Europese Commissie in de procedure bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Uit de wetsgeschiedenis blijkt echter dat het de uitdrukkelijke bedoeling van de Uniewetgever is geweest dat lidstaten de mogelijkheid behouden om voorwaarden met betrekking tot integratie te stellen voordat gezinshereniging wordt toegestaan. De Nederlandse regering stelt zich dan ook op het standpunt dat de Wib niet strijdig is met de Gezinsherenigingsrichtlijn. Het Hof heeft overigens inmiddels besloten tot afdoening van de zaak zonder inhoudelijke beslissing. Dit besluit heeft geen consequenties voor het beleid.

Vraag 5

Hoe vaak is sinds de inwerkingtreding van de WIB een uitzondering gemaakt op het vereiste dat het basisexamen inburgering in het buitenland moet zijn behaald? Wanneer vonden die uitzonderingen plaats en wat waren daarvoor de redenen?

Antwoord 5

Uitzonderingen op het Wib-vereiste van voor 1 april jl. kunnen niet door het registratiesysteem van de IND worden gegenereerd, aangezien hierop niet specifiek werd geregistreerd. De geïnventariseerde zaken stammen uit 2008 (1), uit 2009 (4) en uit 2010 (1). Ik sluit niet uit dat er in meer zaken een uitzondering is gemaakt. Overeenkomstig het algemeen beleid kan niet publiekelijk op de omstandigheden van de afzonderlijke gevallen worden ingegaan.

Vraag 6

Hoe verhoudt uw antwoord, dat er in een beperkt aantal zaken een uitzondering op het genoemde vereiste is gemaakt, zich met de constatering in het recente advies van de Nationale Ombudsman, dat in vijf jaar geen enkel geval is aangemerkt als schrijnend en daarom in aanmerking is gekomen voor een uitzondering?3

Antwoord 6

Tijdens het onderzoek van de Nationale ombudsman is door de IND aangegeven dat er in ieder geval sprake is van minstens één zaak waarin een uitzondering is gemaakt, hetgeen ook in het rapport van de Nationale ombudsman wordt genoemd en dat niet uitgesloten kan worden dat er meer zaken zijn waarin uitzonderingen zijn gemaakt. Na de totstandkoming van het rapport van de Nationale ombudsman, heeft de IND meer uitzonderingen kunnen achterhalen, als genoemd in het antwoord op vraag 5.
Sinds de invoering van de hardheidsclausule per 1 april 2011 worden uitzonderingen wel apart geregistreerd.



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Iraakse vrouwen kunnen terug naar Irak (uitspraak rechtbank)

LJN: BR5501, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Zutphen , AWB 10/28086

Datum uitspraak: 24-08-2011
Datum publicatie: 24-08-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Irak, intrekking verblijfsvergunning, categoriaal beschermingsbeleid, valse documenten, geen positieve overtuigingskracht asielrelaas, artikel 3 EVRM, artikel 15 aanhef en onder c Definitierichtlijn, verwestering, positie vrouwen Verblijfsvergunning ingetrokken wegens beëindiging categoriaal beschermingsbeleid. Verweerder heeft gebruikmaking van een vals document en het ontbreken van reisdocumenten kunnen toerekenen aan de vreemdeling. Geen positieve overtuigingskracht asielrelaas. In Nederland aannemen van een westerse levensstijl leidt niet tot de conclusie dat terugkeer naar Irak zal leiden tot een in artikel 3 van het EVRM verboden behandeling. Geen situatie als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn. Verweerder heeft vrouwen in Irak niet als kwetsbare minderheidsgroep hoeven aanmerken (Uitspraken familieleden BR5498, BR5500, BR5502, BR5503).

------

2.12 Eiseres heeft een beroep gedaan op artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) en op artikel 15, aanhef en onder c, van de richtlijn 2004/83/EG van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchtelingen of als personen die anderszins internationale bescherming behoeven en de inhoud van de verleende bescherming (hierna: de Definitierichtlijn).

2.13 Volgens het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: het EHRM) van 30 oktober 1991 in zaak nr. 13163/87, Vilvarajah tegen het Verenigd Koninkrijk (RV 1991, 19) dient, wil aannemelijk zijn dat de desbetreffende vreemdeling bij uitzetting een reëel risico loopt op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling, sprake te zijn van specifieke individuele kenmerken ("special distinguishing features"), waaruit een verhoogd risico voor een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM valt af te leiden. De enkele mogelijkheid ("mere possibility") van schending is onvoldoende.
Volgens rechtsoverweging 116 van het arrest van het EHRM van 17 juli 2008 in zaak nr. 25904/07, NA. tegen het Verenigd Koninkrijk (LJN: BF0248), zijn evenbedoelde specifieke individuele kenmerken evenwel niet vereist, indien de desbetreffende vreemdeling aannemelijk maakt dat hij deel uitmaakt van een groep die systematisch wordt blootgesteld aan een praktijk van onmenselijke behandelingen, zoals aan de orde was in het arrest van het EHRM van 11 januari 2007 in zaak nr. 1948/04, Salah Sheekh tegen Nederland (LJN: AZ5971).
Uit het arrest van 17 juli 2008 volgt verder dat, indien de desbetreffende vreemdeling geen deel uitmaakt van een specifieke groep, als vorenbedoeld, specifieke individuele kenmerken evenmin zijn vereist, indien hij aannemelijk maakt dat sprake is van een zeer uitzonderlijke situatie ("most extreme case") van algemeen geweld in zijn land van herkomst. In dat geval kan de enkele omstandigheid dat hij bij terugkeer wordt blootgesteld aan dat geweld voldoende zijn om een schending van artikel 3 van het EVRM aan te nemen.

2.14 De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat gedwongen terugkeer naar Irak zal leiden tot een in artikel 3 van het EVRM verboden behandeling. Eiseres heeft niet aangetoond dat er concrete redenen zijn, gelegen in haar persoonlijke feiten en omstandigheden, die een dergelijke conclusie rechtvaardigen, nu verweerder zich in het bestreden besluit in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het asielrelaas van eiseres ongeloofwaardig is.

Voorts heeft verweerder zich naar het oordeel van de rechtbank terecht op het standpunt gesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor het speciale beleid met betrekking tot minderheidsgroepen dan wel risicogroepen. Verweerder heeft terecht overwogen dat door eiseres niet aannemelijk is gemaakt dat er ten aanzien van haar of haar dochters daadwerkelijk concrete redenen zijn, gelegen in hun persoonlijke feiten en omstandigheden, die de conclusie rechtvaardigen dat voor hen bij terugkeer naar Irak een reëel risico bestaat op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM en dat zij daarom in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel.

De enkele omstandigheid dat eiseres en haar kinderen in Nederland een westerse levensstijl hebben aangenomen vormt geen grond voor het oordeel dat hun terugkeer naar Irak in strijd is met artikel 3 van het EVRM. Eiseres heeft stukken overgelegd die zien op de algehele situatie van vrouwen in Irak. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het algemeen ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken inzake Irak van januari 2010 niet dat vrouwen in Irak dienen te worden aangemerkt als groep die systematisch wordt blootgesteld aan een praktijk van onmenselijke behandelingen. De rechtbank overweegt dat verweerder in zijn beleid vrouwen niet als kwetsbare minderheidsgroep heeft hoeven aanmerken.
Eiseres heeft ook geen specifieke onderscheidende kenmerken aangevoerd waarmee zij aannemelijk heeft gemaakt dat juist zij en haar dochters een reëel risico lopen op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling. De rechtbank verwijst in deze naar de uitspraak van de Afdeling van 17 januari 2011 (zaak nr. 200909910/1, LJN: BP1931), daarbij in aanmerking nemend dat eiseres en haar dochters niet zijn aan te merken als alleenstaande vrouwen omdat zij in gezinsverband terug kunnen keren naar hun land van herkomst.

Bron: rechtspraak.nl



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...