21 september 2020

Het Europese arrest Ibrahim in Dublinzaken en statushouders in een ander EU land leidt tot gegronde beroepen in Nederland (Jurisprudentieoverzicht)

 Met een algemeen beroep op de opvangssituatie in een ander EU-land lijken de vreemdelingen weinig te bereiken. Wat wel tot gegrond verklaringen leidt zijn persoonlijke omstandigheden van de asielzoekers.

Uit de punten 86, 88 en 93 van het arrest Ibrahim volgt dat de bijzondere kwetsbaarheid van individuele statushouders ertoe kan leiden dat zij bij terugkeer naar de lidstaat waar zij een asielvergunning hebben gekregen, buiten hun eigen wil en keuzes om, zullen terechtkomen in een toestand van zeer verregaande materiële deprivatie als bedoeld in de punten 89 tot en met 91 van dat arrest. De medische situatie van statushouders kan hen - en degenen die noodgedwongen met de zorg voor hen zijn belast - bijzonder kwetsbaar maken. Hun lichamelijke of psychische problemen kunnen een negatieve invloed hebben op de mate waarin zij zich zelfstandig staande kunnen houden in de maatschappij en hun rechten kunnen effectueren. Omgekeerd kan een toestand van verregaande materiële deprivatie als bedoeld in het arrest Ibrahim negatieve gevolgen hebben voor hun lichamelijke of geestelijke gezondheid (punt 90 van dat arrest).

Verder volgt uit het arrest Ibrahim en de jurisprudentie van de Afdeling dat als sprake is van een bijzondere kwetsbaarheid, verweerder nader moet motiveren waarom de vreemdelingen bij terugkeer naar bijvoorbeeld Griekenland niet, door hun bijzondere kwetsbaarheid, buiten hun eigen wil en keuzes om, zullen terechtkomen in een toestand van zeer verregaande materiële deprivatie, die voldoet aan de in de punten 89 tot en met 91 van het arrest Ibrahim genoemde criteria. Verweerder heeft daarbij beoordelingsruimte. Het is vervolgens aan de rechtbank om dat standpunt te toetsen.

 Bij geslaagde beroepen ging het bijvoorbeeld om alleenstaande ouders met erg kleine kinderen/kind of om gezinnen waar ernstige medische problemen speelden. Dat kunnen ook mentale zijn als erge PTSS of depressies.

Zie hieronder een aantal uitspraken. Ik heb de ongegronde waarin beroepen op de landelijke opvang of op niet-onderbouwde stellingen werd gedaan weggelaten.

ECLI:NL:RBDHA:2020:9115

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 18-09-2020
Datum publicatie 21-09-2020
Zaaknummer NL20.14330 en NL20.14332

 

4.4

Verweerder heeft bij de beoordeling van de bijzondere kwetsbaarheid ten onrechte betrokken of eisers ook toegang hebben in Griekenland tot de medische zorg, of de zorg gelijkwaardig is aan de zorg in Nederland en of zij bij problemen hierover kunnen klagen. Al die omstandigheden zijn niet van belang bij de beoordeling van de bijzondere kwetsbaarheid.

4.5

De rechtbank is verder van oordeel dat eisers terecht betogen dat zij bijzonder kwetsbaar zijn. Het gaat hier om een gezin met drie jonge kinderen. Uit de medische stukken die zijn overgelegd blijkt verder dat sprake is van een medische problematiek bij eiseres en hun oudste zoon [kind 1] . Zo is in het compleet patiëntendossier vermeld dat eiseres suïcidale gedachten heeft in verband met terugkeer naar Griekenland, dat zij is doorverwezen naar de GGD en dat zij een groot aantal medicijnen (waaronder anti-depressiva) slikt, die haar man voor haar moet beheren. Ook is een brief overgelegd van de GGD Beilen, van 29 oktober 2019. Hierin staat vermeld dat eiseres lijdt aan een matig tot ernstige recidiverende depressieve stoornis, en een PTSS stoornis naar aanleiding van traumatische gebeurtenissen in Syrië. Ter zitting is gebleken dat zij nog steeds wordt begeleid door de GGD, maar dat haar situatie is verslechterd nu therapie vanwege de corona crisis is gewijzigd.

Ten aanzien van [kind 1] is een verklaring van 11 februari 2020 overgelegd van zijn behandelaar bij ACCARE. Hierin is vermeld dat hij lijdt aan PTTS. Volgens zijn behandelaar zal [kind 1] bij terugkeer naar Griekenland opnieuw traumatiseren en zullen de positieve effecten van de geboden behandeling teniet worden gedaan. De behandelaar maakt ook melding van traumatische gebeurtenissen in Griekenland. Eisers stellen dat [kind 1] klachten al ernstig zijn toegenomen sinds de bestreden besluiten. Hij barricadeert zijn kamer, durft niet te slapen zonder zijn zus, en is twee nachten van huis weggelopen.

4.6

De psychische problematiek bij eiseres en [kind 1] , in combinatie met het zijn van een gezin met drie jonge kinderen, maakt al dat sprake is van bijzondere kwetsbaarheid van het hele gezin. Dat de vader geen medische klachten heeft, doet daar niet aan af. De enkele stelling van verweerder dat de medische klachten onvoldoende ernstig zijn, acht de rechtbank onvoldoende voor een ander oordeel, omdat verweerder de medische situatie van eiseres en [kind 1] niet heeft laten beoordelen door een medisch deskundige.

Toestand van zeer verregaande materiële deprivatie in het geval van eisers?

4.7

Voor zover verweerder het subsidiaire standpunt heeft ingenomen dat eisers bij terugkeer naar Griekenland niet, door hun bijzondere kwetsbaarheid, buiten hun eigen wil en keuzes om, zullen terechtkomen in een toestand van zeer verregaande materiële deprivatie, overweegt de rechtbank het volgende.

4.8

Verweerder stelt, naar de rechtbank begrijpt, dat eisers in staat moeten worden geacht om hun rechten in Griekenland te effectueren. Daarbij heeft verweerder gesteld dat niet gebleken is dat zij hun rechten als statushouders daadwerkelijk geëffectueerd hebben toen zij in Griekenland waren. Deze stelling mist een nadere motivering. Eisers stellen namelijk terecht dat zij verklaard hebben tijdens de gehoren dat zij na statusverlening wel geprobeerd hebben hun rechten te effectueren, en dat zij grote moeilijkheden hebben ondervonden bij het vinden van een huis, het krijgen van toegang tot (kwalitatief goede) medische zorg, scholing en arbeid, onder meer door het ontbreken van een AMKA-nummer (Burgerservicenummer). Zij hebben ook verklaard dat zij de hulp hebben gezocht van het UNHCR en het Ministerie. Waarom uit de verklaringen van eisers niet blijkt dat zij hebben geprobeerd hun rechten te effectueren, is niet duidelijk gemaakt door verweerder. Daarbij overweegt de rechtbank dat de verklaringen van eisers over hun problemen in Griekenland en het niet kunnen vinden van hulp, overeenkomen met de algemene informatie die eisers hebben ingebracht.

4.9

Eisers hebben namelijk recente algemene informatie ingebracht waaruit blijkt dat het voor statushouders zeer moeilijk is om toegang te krijgen tot huisvesting, werk en zorg en ook dat zij op zichzelf zijn aangewezen om hun rechten te effectueren. Zo is in het AIDA-rapport van 23 juni 20205 en het bericht van EPHA van 31 maart 20206 vermeld dat men een AMKA-nummer nodig heeft om toegang tot de gezondheidszorg en de arbeidsmarkt te krijgen. Echter, per juli 2019 hebben niet-Grieken hier geen recht meer op. Hier is geen alternatief voor gekomen, waardoor statushouders geen enkele toegang tot de gezondheidszorg hebben, ook niet tot psychiatrische ziekenhuizen (met uitzondering van noodsituaties). Er is ter vervanging van AMKA het PAAYPA-nummer geïntroduceerd, welke eveneens toegang geeft tot de gezondheidszorg, maar dit was eind 2019 nog steeds niet van kracht gegaan. Niet is gebleken dat dit inmiddels anders is.

Voorts blijkt uit het AIDA-rapport dat er geen opvangmogelijkheden zijn voor statushouders. Er zijn ook geen (financiële) voorzieningen voor hen om in hun levensonderhoud te voorzien. Volgens de ervaring van de Greek Refugee Council blijven de statushouders die geen financiële middelen hebben om een appartement te huren dakloos. In sommige gevallen verblijven ze in verlaten huizen of overvolle appartementen.

4.10

Gezien de onder 4.6 en 4.7 4.8 en 4.9 beschreven omstandigheden zullen eisers bij terugkeer in Griekenland volledig op zichzelf zijn aangewezen om huisvesting te vinden. Zij zullen moeite hebben een inkomen te verwerven en kunnen slechts beperkt of moeizaam toegang tot medische en psychische zorg krijgen. De bijzondere kwetsbaarheid van [kind 1] en eiseres, en de zorg voor de twee andere jonge kinderen, zal het voor eiser extra moeilijk maken om te zorgen dat het gezin zich staande kan houden en zelfstandig rechten kan effectueren. Verweerders motivering voor het standpunt dat bij terugkeer naar Griekenland niet, door hun bijzondere kwetsbaarheid, buiten hun eigen wil en keuzes om, zullen terechtkomen in een toestand van zeer verregaande materiële deprivatie, is niet deugdelijk.

4.11

Verweerders argumenten op dit punt dat Griekenland dezelfde medische voorzieningen heeft als Nederland, eisers in het verleden toegang hadden tot deze zorg, zij bij ontevredenheid daarover hebben kunnen klagen en dat niet is gebleken dat de (hogere) autoriteiten in Griekenland eisers niet kunnen of willen helpen, zijn niet steekhoudend in dit geval.

Eisers hebben terecht aangevoerd dat, zoals hiervoor ook is vermeld, uit de algemene informatie blijkt dat de toegang voor statushouders tot de zorg zeer moeilijk is vanwege het ontbreken van een AMKA-nummer. Of de zorg in Griekenland vergelijkbaar is met die in Nederland, is in dat licht geen steekhoudend argument. Verweerder heeft ook onvoldoende rekenschap gegeven van de verklaring van eisers dat zij de toegang tot de zorg in Griekenland zelf hebben betaald met geld dat eiser van zijn vader heeft gekregen. Dat geld is, zoals toegelicht ter zitting, op.

Verder mag verweerder in het algemeen van statushouders verwachten dat zij bij voorkomende problemen klagen bij de autoriteiten. Bij een bijzonder kwetsbaar gezin ligt het echter op de weg van verweerder om te motiveren waarom zij niet in een situatie van deprivatie zullen terechtkomen. Naar het oordeel van de rechtbank dient verweerder daarbij niet alleen de juridische maar ook feitelijke situatie te onderzoeken en na te gaan in hoeverre succesvol geklaagd kan worden, en of dit bijzonder kwetsbare gezin daartoe in staat zal zijn. Daarbij dient verweerder de algemene informatie te betrekken, maar ook de verklaringen van eisers zelf over hun eerdere ervaringen en pogingen daartoe. Hiervan heeft verweerder onvoldoende rekenschap gegeven.

Conclusie

5. De aanvragen zijn ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. De beroepen zijn gegrond en de rechtbank vernietigt de bestreden besluiten. De rechtbank ziet geen aanleiding de rechtsgevolgen van de bestreden besluiten in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding om een bestuurlijke lus toe te passen, omdat dat naar het zich laat aanzien geen doelmatige en efficiënte afdoeningswijze zou inhouden. Verweerder zal daarom nieuwe besluiten moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van acht weken.

 http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:9115

 Zie ook:

ECLI:NL:RBDHA:2020:2854

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 31-03-2020
Datum publicatie 03-04-2020
Zaaknummer NL20.4937 
Statushouder Griekenland, Arrest Ibrahim, bijzonder kwetsbaar, alleenstaande ouder
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:2854 

ECLI:NL:RBDHA:2020:8696

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 03-09-2020
Datum publicatie 07-09-2020
Zaaknummer NL20.14330 en NL20.14332 
Asiel, Griekse statushouders. Sterkere band met Nederland? Bijzondere kwetsbaarheid? Arrest Ibrahim, verregaande materiële deprivatie? Gegrond
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:8696 
 
 

ECLI:NL:RBDHA:2019:7116

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 15-07-2019
Datum publicatie 17-07-2019
Zaaknummer NL19.13371
 tatushouders Griekenland, 3.106a Vb, Ibrahim c.s., geen verslechterde situatie in Griekenland ten opzichte van Afdelingsuitspraak van 30 mei 2018
 http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2019:7116
 
 

ECLI:NL:RBDHA:2019:9596

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 20-08-2019
Datum publicatie 13-09-2019
Zaaknummer  NL19.17113
Statushouders Griekenland – Alleenstaande ouder met minderjarig(e) kind(eren) – Bijzonder kwetsbaar – Materiële deprivatie – Arrest Ibrahim 
Art. 30a, eerste lid, aanhef en onder a, Vw 
 
Eiseres is aan alleenstaande moeder met twee minderjarige kinderen. Omdat eiseres en haar kinderen internationale bescherming hebben gekregen in Griekenland, heeft verweerder hun asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard. Verweerder stelt dat de hoogste rechter in dit soort zaken heeft bepaald dat ten aanzien van statushouders in Griekenland in het algemeen nog steeds van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. Daarin heeft verweerder gelijk. Verweerder stelt echter ook dat het feit dat het in deze zaak gaat om een alleenstaande moeder met twee minderjarige kinderen, niet genoeg is voor de conclusie dat sprake is van bijzondere kwetsbaarheid in de zin van het arrest Ibrahim, in welk geval het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet opgaat. Hierin geeft de rechtbank verweerder geen gelijk. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich in het geval van eisers ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat geen sprake is van bijzondere kwetsbaarheid. De rechtbank weegt daarbij met name mee dat sprake is van een alleenstaande ouder met zeer jonge kinderen, die zich nog in de basisschoolleeftijd bevinden. Verweerder moet nader motiveren waarom eisers bij terugkeer naar Griekenland niet, buiten hun eigen wil en keuzes om, zullen terechtkomen in een toestand van zeer verregaande materiële deprivatie. Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit. Verweerder moet met inachtneming van deze uitspraak een nieuw besluit nemen. Verweerder moet verder de proceskosten van eiseres betalen.
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2019:9596 

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. 

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...