11 april 2015

mr Scheers: Kapperszaak hoeft opgelegde Wav-boete niet te betalen

 Twee van de in deze kapsalon werkzame personen hadden daar als zelfstandige een werkplek gehuurd, terwijl zij op dat moment niet in Nederland mochten werken. Hiervoor werd de kapsalon verschillende keren als werkgever beboet.
De laatst opgelegde boete van €72.000 is nu door de Raad van State vernietigd, nadat door Erik Scheers met succes is betoogd dat de kapsalon niet als werkgever van deze twee kappers kan worden aangemerkt.
Lees hier de uitspraak.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Erik Scheers.
scheers@everaert.nl


Hier gevonden: http://www.everaert.nl/nl/nieuws/20-nieuws-werkgevers-nl/421-kapperszaak-hoeft-opgelegde-wav-boete-niet-te-betalen


Uitspraak 201405971/1/V6

Datum van uitspraak: woensdag 8 april 2015
Tegen: de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Proceduresoort: Hoger beroep
Rechtsgebied: Vreemdelingenkamer - Wet arbeid vreemdelingen
201405971/1/V6.
Datum uitspraak: 8 april 2015

3.1. Blijkens de geschiedenis van de totstandkoming van de artikelen 1 en 2 van de Wav (Kamerstukken II 1993/94, 23 574, nr. 3, blz. 13) is diegene die een vreemdeling feitelijk arbeid laat verrichten vergunningplichtig werkgever en is deze werkgever te allen tijde verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op het al dan niet aanwezig zijn van de benodigde tewerkstellingsvergunning. Of sprake is van een arbeidsovereenkomst of gezagsverhouding is daarbij niet relevant. Het feit dat in opdracht of ten dienste van een werkgever arbeid wordt verricht is voor het feitelijk werkgeverschap reeds voldoende (Kamerstukken II 1993/94 23 574, nr. 5, blz. 2).
3.2. Bij beantwoording van de vraag of zich in een concreet geval een overtreding heeft voorgedaan, geldt, gelet op de waarborgen die voortvloeien uit artikel 6, tweede lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, als uitgangspunt dat op het bestuursorgaan de bewijslast rust van een overtreding. In geval van twijfel dient aan de betrokkene het voordeel van de twijfel te worden gegund (vergelijk overweging 4.8.3 van het arrest van de Hoge Raad van 15 april 2011 in zaak nr. 09/03075, ECLI:NL:HR:2011:BN6324).
3.3. Niet in geschil is dat beide vreemdelingen met een eigen onderneming staan ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Evenmin is in geschil dat [appellante] huurovereenkomsten met de vreemdelingen heeft overgelegd, waarin staat dat de vreemdelingen ieder een eigen kapperstafel in de onderneming van [appellante] huren voor een vast bedrag per maand. Uit de bij het boeterapport gevoegde administratieve bescheiden van [appellante] blijkt dat zij maandelijks een bedrag aan de vreemdelingen factureert. Vervolgens maken de vreemdelingen dat bedrag aan haar over of voldoen zij het contant. Uit het boeterapport blijkt dat de vreemdelingen hebben verklaard dat zij hun eigen materialen hebben aangeschaft en deze gebruiken om hun klanten te knippen, dat zij zelf hun klanten werven, dat zij de prijs bepalen die zij aan hun klanten berekenen, dat één van de vreemdelingen een eigen pinautomaat heeft, dat beide vreemdelingen een vaste kapperstafel huren, dat zij zelf hun werktijden bepalen en een sleutel van de kapsalon van [appellante] hebben.
3.4. De minister heeft zich op het standpunt gesteld dat [appellante] werkgever van de vreemdelingen is in de zin van de Wav, omdat de vreemdelingen de werkzaamheden hebben verricht in de kapsalon van [appellante] en omdat zij van de vreemdelingen maandelijks een geldbedrag ontving.
Dit standpunt van de minister wordt niet gevolgd. De minister heeft niet inzichtelijk gemaakt hoe de huurovereenkomsten van de kapperstafels en de maandelijkse betaling van de huur door de vreemdelingen aan [appellante], maakt dat de vreemdelingen hun kapperswerkzaamheden ten dienste van [appellante] hebben verricht. Dat [appellante] uit de verhuur van twee kapperstafels in haar onderneming inkomsten heeft ontvangen en dat andere medewerkers van [appellante] klanten doorstuurden naar de vreemdelingen als het druk was, betekent op zichzelf niet dat de door de vreemdelingen verrichte werkzaamheden in opdracht of ten dienste van [appellante] zijn verricht. De feiten en omstandigheden, zoals in het boeterapport en hiervoor onder 3.3 weergegeven, wijzen erop dat in dit geval de werkzaamheden van de vreemdelingen slechts ten dienste van hun eigen ondernemingen zijn verricht. Dat [appellante] de vreemdelingen een proeftijd heeft laten doorlopen, is, gelet op de hiervoor bedoelde feiten en omstandigheden en nu uit eerstvermelde omstandigheid op zich niet volgt dat de vreemdelingen hun werkzaamheden niet uitsluitend voor hun eigen ondernemingen hebben verricht, onvoldoende om het standpunt van de minister te kunnen dragen. Gelet op het vorenstaande heeft de minister niet aangetoond dat [appellante] werkgever van de vreemdelingen is in de zin van de Wav.

hier gevonden: https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=83342&summary_only=&q=


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...