21 oktober 2009

Uitspraak over de Studierichtlijn (uitspraak rechtbank)

LJN: BK0255,President Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Amsterdam , AWB 08/21028, 08/21029 Print uitspraak


Datum uitspraak: 15-10-2009
Datum publicatie: 21-10-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak
Inhoudsindicatie: Studierichtlijn / artikel 8 EVRM / in standlaten rechtsgevolgen
Verweerder heeft eisers aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van de verleende verblijfsvergunning onder de beperking “studie Biologie aan de Educatieve Hogeschool van Amsterdam te Amsterdam” niet verlengd, omdat eiser zijn maximale studieduur heeft bereikt. Eiser heeft zich op het standpunt gesteld dat het vereiste van de maximale studieduur niet aan hem mag worden tegengeworpen, alsmede dat hij in aanmerking komt voor verlenging op grond van artikel 8 van het EVRM. Onder verwijzing naar de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Amsterdam, van 16 april 2009, gepubliceerd onder nummer JV 2009/249, en de rechtsgronden ambtshalve aanvullend, is de rechtbank van oordeel dat verweerders beleid, zoals neergelegd in paragraaf B6/2.2 van de Vreemdelingencirculaire 2000, waarin de studieduur aan een maximum wordt gebonden strijdig is met de Studierichtlijn en daarom onverbindend moet worden geacht. Het gevolg is dat verweerder eiser ten onrechte, want in strijd met de Studierichtlijn, de voorwaarde van het bereikt hebben van de maximale studieduur heeft tegengeworpen. Daarnaast heeft verweerder in het bestreden besluit ten onrechte overwogen dat geen sprake is van inmenging. De motivering van verweerders standpunt dat geen sprake is van strijd met artikel 8 van het EVRM is derhalve niet deugdelijk.Om deze twee redenen heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard. De rechtbank ziet evenwel aanleiding de rechtsgevolgen in stand te laten om de volgende twee redenen. Verweerder heeft in redelijkheid kunnen menen dat eiser gelet op het bepaalde in artikel 12, tweede lid, sub b, van de Studierichtlijn niet in aanmerking komt voor verlenging van zijn verblijfsvergunning. Eiser heeft namelijk onvoldoende studievoortgang geboekt. Daarnaast heeft verweerder bij de beoordeling of eiser op grond van artikel 8 van het EVRM verlenging van de verblijfsvergunning dient te worden verleend wel de relevante belangen in kaart gebracht en deze afgewogen op een wijze die de toets in rechte kan doorstaan.


Bron: rechtspraak.nl


Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...