16 oktober 2009

Beantwoording kamervragen over het terugsturen van bootvluchtelingen


Antwoorden van de Staatssecretaris van Justitie en de Minister van

Justitie op de vragen van het lid Azough (GroenLinks), ingezonden

13 augustus 2009, over het terugsturen van bootvluchtelingen (kenmerk

2009Z14695).

1

Hebt u kennis kunnen nemen van het artikel “Waar zijn de

bootvluchtelingen?”? 1)

Antwoord 1

Ja.

2

Kunt u bevestigen dat enkele EU-landen met steun van het EUagentschap

Frontex patrouilleren in de territoriale wateren van landen in

het Middellandse Zeegebied en West-Afrika?

Antwoord 2

Ja.

3

Is het waar dat daarbij migranten worden aangehouden en

teruggestuurd of uitgezet zonder dat hen de mogelijkheid tot het doen

van een asielaanvraag is geboden? En worden zij gearresteerd in of

uitgezet naar landen waar de mensenrechtensituatie slecht is en de

bescherming van vluchtelingen niet wordt gegarandeerd?

4

Bent u van mening dat deze praktijk een inbreuk vormt op de

internationale bescherming van vluchtelingen, zoals in het geval van het

terugsturen van een boot met asielzoekers naar Libië? Zo ja, bent u

bereid waar mogelijk EU-landen op te roepen het asielrecht van deze

bootvluchtelingen te erkennen en hier naar te handelen?

Antwoord 3 en 4

Lidstaten die participeren in operaties die onder coördinatie van het agentschap

FRONTEX worden uitgevoerd, hebben de verantwoordelijkheid om te handelen

conform het Verdrag van Genève van 1951 betreffende de Status van

Vluchtelingen (het ‘Vluchtelingenverdrag’), inclusief het daaronder vallende

principe van non-refoulement, alsmede relevant Gemeenschapsrecht en overige

internationale verdragen. Nederland gaat er op grond van het

Gemeenschapsrecht en het interstatelijk vertrouwensbeginsel vanuit dat lidstaten

de internationale verplichtingen, waaronder non-refoulement, naleven.

Indien in de praktijk zich toch incidenten voordoen, dan dienen deze te worden

onderzocht. Dat heeft de Staatssecretaris ook aangegeven tijdens haar bezoek

aan de zuidelijke lidstaten afgelopen voorjaar.

Naast het voorgaande, zijn er verschillende instrumenten beschikbaar om ervoor

te zorgen dat lidstaten hun verplichtingen krachtens het Gemeenschapsrecht

naleven. Daarbij is een prominente rol weggelegd voor de Europese Commissie.

Zij kan lidstaten aanspreken op eventuele schendingen van het

Gemeenschapsrecht en zo nodig een inbreukprocedure starten voor het Hof van

Justitie.

Het is overigens van belang te benadrukken dat de stroom migranten die per boot

Europa tracht te bereiken gemengd van aard is. Onder deze groep bevinden zich

naast mensen die internationale bescherming behoeven overwegend economische

migranten. Deze laatste groep is niet als “bootvluchteling” te kwalificeren.

5

Gaat u zich inzetten om medewerking van het EU-agentschap Frontex

aan deze praktijken te staken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

FRONTEX is een coördinerend agentschap en functioneert dientengevolge als een

intermediair om de samenwerking tussen lidstaten bij het beheer van het

Europees grenstoezicht te stimuleren. De basis voor deze samenwerking is het

Gemeenschapsrecht. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de

gezamenlijke operaties door hun grenswachters en overige experts.

Nederland hecht er belang aan dat incidenten, indien deze zich voordoen, gemeld

worden aan betrokken actoren, waaronder FRONTEX, de EU-lidstaten en de

Europese Commissie. Nederland heeft in het kader van de evaluatie van het

agentschap in BENELUX-verband een voorstel voor een dergelijk mechanisme

voorgelegd aan de Raad van Bestuur van FRONTEX. De Raad van Bestuur heeft

dit voorstel positief ontvangen en in navolging hierop de Europese Commissie

verzocht een wijzigingsvoorstel voor de FRONTEX-verordening op te stellen met

het oog op het realiseren van een mechanisme voor incidentmeldingen.

6

Deelt u de mening dat de veiligheid en humanitaire situatie van de

bootvluchtelingen moet worden gewaarborgd en gemonitord? Zo ja, bent

u bereid om hierin waar mogelijk ondersteunend naar de desbetreffende

EU-landen op te treden?

Antwoord 6

Nederland draagt op verschillende manieren bij aan het waarborgen van een

humanitaire behandeling van migranten die op zee worden aangetroffen.

Nederland zet zich in voor het realiseren van richtlijnen voor FRONTEX-operaties

op zee, opdat de verantwoordelijkheden van lidstaten inzake interceptie, redding

en ontscheping van migranten, voor eenieder duidelijk zijn. Ten tweede heeft

Nederland zich ingezet voor de instelling van een onafhankelijk

onderzoeksmechanisme. Ten derde heeft Nederland ervoor gepleit om meer

financiële middelen binnen de begroting van FRONTEX vrij te maken voor

trainingen aan grenswachters op het gebied van asielrecht en mensenrechten. Dit

heeft geresulteerd in een aanzienlijke verhoging van het budget voor dergelijke

trainingen. Tot slot draagt Nederland bij aan capaciteitsopbouw, onder meer in

Malta. In dit land wordt in GDISC-verband een project uitgevoerd dat ziet op het

verlenen van praktische assistentie bij het verwerken van de asielaanvragen. Zo

wordt Malta onder meer door Nederlandse experts geassisteerd bij het verlenen

van medisch advies, leeftijdsbepaling, taalanalyse, terugkeer en

documentenonderzoek.


Bron: http://www.justitie.nl/images/2009Z14695%20het%20terugsturen%20van%20bootvluchtelingen_16768_tcm34-222361.pdf?cp=34&cs=580

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...