Beantwoording kamervragen over het terugsturen van bootvluchtelingen
Antwoorden van de Staatssecretaris van Justitie en de Minister van
Justitie op de vragen van het lid Azough (GroenLinks), ingezonden
13 augustus 2009, over het terugsturen van bootvluchtelingen (kenmerk
2009Z14695).
1
Hebt u kennis kunnen nemen van het artikel “Waar zijn de
bootvluchtelingen?”? 1)
Antwoord 1
Ja.
2
Kunt u bevestigen dat enkele EU-landen met steun van het EUagentschap
Frontex patrouilleren in de territoriale wateren van landen in
het Middellandse Zeegebied en West-Afrika?
Antwoord 2
Ja.
3
Is het waar dat daarbij migranten worden aangehouden en
teruggestuurd of uitgezet zonder dat hen de mogelijkheid tot het doen
van een asielaanvraag is geboden? En worden zij gearresteerd in of
uitgezet naar landen waar de mensenrechtensituatie slecht is en de
bescherming van vluchtelingen niet wordt gegarandeerd?
4
Bent u van mening dat deze praktijk een inbreuk vormt op de
internationale bescherming van vluchtelingen, zoals in het geval van het
terugsturen van een boot met asielzoekers naar Libië? Zo ja, bent u
bereid waar mogelijk EU-landen op te roepen het asielrecht van deze
bootvluchtelingen te erkennen en hier naar te handelen?
Antwoord 3 en 4
Lidstaten die participeren in operaties die onder coördinatie van het agentschap
FRONTEX worden uitgevoerd, hebben de verantwoordelijkheid om te handelen
conform het Verdrag van Genève van 1951 betreffende de Status van
Vluchtelingen (het ‘Vluchtelingenverdrag’), inclusief het daaronder vallende
principe van non-refoulement, alsmede relevant Gemeenschapsrecht en overige
internationale verdragen. Nederland gaat er op grond van het
Gemeenschapsrecht en het interstatelijk vertrouwensbeginsel vanuit dat lidstaten
de internationale verplichtingen, waaronder non-refoulement, naleven.
Indien in de praktijk zich toch incidenten voordoen, dan dienen deze te worden
onderzocht. Dat heeft de Staatssecretaris ook aangegeven tijdens haar bezoek
aan de zuidelijke lidstaten afgelopen voorjaar.
Naast het voorgaande, zijn er verschillende instrumenten beschikbaar om ervoor
te zorgen dat lidstaten hun verplichtingen krachtens het Gemeenschapsrecht
naleven. Daarbij is een prominente rol weggelegd voor de Europese Commissie.
Zij kan lidstaten aanspreken op eventuele schendingen van het
Gemeenschapsrecht en zo nodig een inbreukprocedure starten voor het Hof van
Justitie.
Het is overigens van belang te benadrukken dat de stroom migranten die per boot
Europa tracht te bereiken gemengd van aard is. Onder deze groep bevinden zich
naast mensen die internationale bescherming behoeven overwegend economische
migranten. Deze laatste groep is niet als “bootvluchteling” te kwalificeren.
5
Gaat u zich inzetten om medewerking van het EU-agentschap Frontex
aan deze praktijken te staken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
FRONTEX is een coördinerend agentschap en functioneert dientengevolge als een
intermediair om de samenwerking tussen lidstaten bij het beheer van het
Europees grenstoezicht te stimuleren. De basis voor deze samenwerking is het
Gemeenschapsrecht. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de
gezamenlijke operaties door hun grenswachters en overige experts.
Nederland hecht er belang aan dat incidenten, indien deze zich voordoen, gemeld
worden aan betrokken actoren, waaronder FRONTEX, de EU-lidstaten en de
Europese Commissie. Nederland heeft in het kader van de evaluatie van het
agentschap in BENELUX-verband een voorstel voor een dergelijk mechanisme
voorgelegd aan de Raad van Bestuur van FRONTEX. De Raad van Bestuur heeft
dit voorstel positief ontvangen en in navolging hierop de Europese Commissie
verzocht een wijzigingsvoorstel voor de FRONTEX-verordening op te stellen met
het oog op het realiseren van een mechanisme voor incidentmeldingen.
6
Deelt u de mening dat de veiligheid en humanitaire situatie van de
bootvluchtelingen moet worden gewaarborgd en gemonitord? Zo ja, bent
u bereid om hierin waar mogelijk ondersteunend naar de desbetreffende
EU-landen op te treden?
Antwoord 6
Nederland draagt op verschillende manieren bij aan het waarborgen van een
humanitaire behandeling van migranten die op zee worden aangetroffen.
Nederland zet zich in voor het realiseren van richtlijnen voor FRONTEX-operaties
op zee, opdat de verantwoordelijkheden van lidstaten inzake interceptie, redding
en ontscheping van migranten, voor eenieder duidelijk zijn. Ten tweede heeft
Nederland zich ingezet voor de instelling van een onafhankelijk
onderzoeksmechanisme. Ten derde heeft Nederland ervoor gepleit om meer
financiële middelen binnen de begroting van FRONTEX vrij te maken voor
trainingen aan grenswachters op het gebied van asielrecht en mensenrechten. Dit
heeft geresulteerd in een aanzienlijke verhoging van het budget voor dergelijke
trainingen. Tot slot draagt Nederland bij aan capaciteitsopbouw, onder meer in
Malta. In dit land wordt in GDISC-verband een project uitgevoerd dat ziet op het
verlenen van praktische assistentie bij het verwerken van de asielaanvragen. Zo
wordt Malta onder meer door Nederlandse experts geassisteerd bij het verlenen
van medisch advies, leeftijdsbepaling, taalanalyse, terugkeer en
documentenonderzoek.
Bron: http://www.justitie.nl/images/2009Z14695%20het%20terugsturen%20van%20bootvluchtelingen_16768_tcm34-222361.pdf?cp=34&cs=580
Reacties