31 december 2011

Boek: Pioniers in het vreemdelingenrecht, Tien interviews

Het boek Pioniers in het Vreemdelingenrecht bevat tien interviews met advocaten die bekend zijn geworden door de bijzondere rol die zij hebben gespeeld in de ontwikkeling van het migratierecht. Een aantal van hen, zoals mr. Willem van Bennekom, mr Arie van Driel, en mr. Rob Hamerslag, hebben al in de jaren zeventig hun stempel gezet en lopen tegen het einde van hun carrière. Anderen, zoals mr. Flip Schüller, mr. Ejder Köse en mr. Ali Durmuş zijn nog in volle gang.

Wie als advocaat vreemdelingen bijstaat moet er rekening mee houden dat successen zwaar worden bevochten, en moet zich harden tegen teleurstellingen en tegenslagen. Volharding en een zekere bevlogenheid kunnen niet worden gemist. De interviews laten zien hoe elk van de ondervraagden met de spanning en de uitdaging is omgegaan en wat de cliënten voor hen hebben betekend.

De interviews zijn opgetekend door Marcel Reurs en Martijn Stronks. Het eerste exemplaar van de bundel is op 7 oktober 2011 aangeboden aan de Algemeen Deken van de Nederlandse Orde van Advocaten mr. Jan Loorbach tijdens een door FORUM georganiseerde conferentie over de Kwaliteit van de advocatuur in Vreemdelingenzaken.

Bron: http://www.forum.nl/Publicaties/CatalogListId/7/CatalogId/565


Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Fijne jaarwisseling en een gelukkig 2012




Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Implementatie Terugkeerrichtlijn in Nederlandse wet

Wet van 15 december 2011 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PbEU L 348/98)

Volledige tekst hier: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2011-663.html

Vreemdelingenbesluit:

Besluit van 22 december 2011, houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de implementatie van de Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PbEU, L 348)

Volledige tekst hier: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2011-664.html

Wijzingingen in Voorschrift Vreemdelingen in verband met de implementatie van de Terugkeerrichtlijn

Volledige tekst hier: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2011-24010.html


Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

29 december 2011

Boete 40.000 euro voor het in dienst hebben van illegalen. Wanneer wordt een boete gematigd? (Uitspraak Raad van State)

LJN: BU9483, Raad van State , 201105951/1/V6

Datum uitspraak: 28-12-2011
Datum publicatie: 28-12-2011
Soort procedure: Hoger beroep

"2.3.1. Het gaat bij het opleggen van een boete wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wav om de aanwending van een bevoegdheid van de minister. De minister moet bij de aanwending van deze bevoegdheid de hoogte van de boete afstemmen op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Daarbij moet rekening worden gehouden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd.

Ingevolge de verplichting hem opgelegd in artikel 19d, derde lid, van de Wav, heeft de minister, laatstelijk per 10 oktober 2008, beleidsregels vastgesteld waarin de boetebedragen voor de overtredingen zijn vastgesteld. Deze beleidsregels zijn door de Afdeling als zodanig niet onredelijk bevonden (zie onder meer de uitspraak van 23 juni 2010 in zaak nr. 200908558/1/V6). Ook bij de toepassing van deze beleidsregels en de daarin vastgestelde boetebedragen dient de minister in elk voorkomend geval te beoordelen of die toepassing strookt met de hiervoor bedoelde eisen die aan de aanwending van de bevoegdheid tot het opleggen van een boete moeten worden gesteld. Indien dat niet het geval is, dient de boete, in aanvulling op of in afwijking van het beleid, zodanig te worden vastgesteld dat het bedrag daarvan passend en geboden is.

De rechter toetst zonder terughoudendheid of het besluit van het bestuur met betrekking tot de boete voldoet aan deze eisen en dus leidt tot een evenredige sanctie.

2.3.2. In situaties waarin sprake is van het volledig ontbreken van verwijtbaarheid wordt van boeteoplegging afgezien. Hiertoe dient de werkgever aannemelijk te maken dat hij al hetgeen redelijkerwijs mogelijk was heeft gedaan om de overtreding te voorkomen.

Een verminderde mate van verwijtbaarheid kan aanleiding geven de opgelegde boete te matigen.

2.3.3. De minister betoogt terecht dat [wederpartij] bij de door haar verrichte controle voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden van de vreemdelingen had moeten constateren dat op hun identiteitsdocumenten is vermeld dat een tewerkstellingsvergunning is vereist en dat zij daarnaar had moeten handelen. Dat, naar gesteld, de leidinggevenden van [wederpartij] de Nederlandse taal niet beheersten, dient voor risico van [wederpartij] te blijven. De minister betoogt voorts terecht dat de rechtbank in de omstandigheden dat [wederpartij] voor de Chinese vreemdelingen een arbeidscontract heeft opgesteld, sociale premies heeft afgedragen, hun een marktconform salaris heeft betaald en hen tijdig heeft aangemeld bij de Belastingdienst, ten onrechte aanleiding heeft gezien de boete te matigen. Dat [wederpartij] daarmee heeft voldaan aan verplichtingen die op grond van andere wetten op haar rusten, laat immers onverlet dat zij niet heeft voldaan aan de voor haar als werkgever uit de Wav voortvloeiende verplichtingen. De omstandigheid dat [wederpartij] thans voor één van de Chinese vreemdelingen wel beschikt over een tewerkstellingsvergunning, leidt evenmin tot het oordeel dat de boete dient te worden gematigd, nu die omstandigheid er niet aan afdoet dat eerst op het moment van de verlening van een tewerkstellingsvergunning kan worden geconcludeerd dat de tewerkstelling van de desbetreffende vreemdeling in overeenstemming met de Wav is. De rechtbank heeft in de omstandigheid dat [wederpartij] heeft getracht de vreemdeling van Srilankaanse nationaliteit uit een sociaal isolement te halen door hem zo nu en dan een aantal klusjes te laten verrichten, ten onrechte aanleiding gezien de boete te matigen. Niet is immers gebleken dat het verrichten van arbeid daartoe noodzakelijk was. Het betoog slaagt.

2.4. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, overweegt de Afdeling ten aanzien van het beroep van [wederpartij] tegen het besluit van 20 oktober 2009, voor zover daarop na het vorenstaande nog moet worden beslist, als volgt.

2.5. [wederpartij] heeft in beroep aangevoerd dat de hoogte van de boete vergelijkbaar is met de winst die zij heeft behaald in 2008 en dat zij verwacht hinder te ondervinden van de recessie. Gelet hierop is zij door de boete onevenredig getroffen en dient deze te worden gematigd, aldus [wederpartij]

2.5.1. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 29 oktober 2008 in zaak nr. 200802872/1), bestaat geen reden tot matiging van de opgelegde boete over te gaan indien de beboete werkgever niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij door de opgelegde boete onevenredig wordt getroffen. Het beroep op de financiële situatie kan niet tot matiging leiden, reeds omdat [wederpartij] heeft nagelaten om controleerbare gegevens en bescheiden over te leggen ter staving van het in 2.5. weergegeven betoog. Het betoog faalt."

Hele uitspraak op www.rechtspraak.nl


Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Nog zicht op uitzetting naar Irak (uitspraak rechtbank)

LJN: BU9503, Rechtbank 's-Gravenhage, AWB 11 / 39655
Datum uitspraak: 22-12-2011

Inhoudsindicatie:
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden gezegd dat zicht op verwijdering naar Irak ontbreekt of dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt om tot verwijdering over te gaan. Zoals deze rechtbank, nevenzittingsplaats Roermond in een uitspraak van 25 november 2011 (LJN: BU6385) heeft geoordeeld, mag verweerder enige tijd worden gegund om een afspraak te maken met de Iraakse autoriteiten en zich te beraden over de mogelijke consequenties en vervolgstappen naar aanleiding van de recente verandering in het standpunt van de Iraakse autoriteiten. Inmiddels is er een gesprek geweest met de Iraakse ambassade en wordt thans getracht een vervolgafspraak te maken. Thans valt niet te zeggen dat dit niet zal leiden tot een hernieuwde terugkeermogelijkheid. De rechtbank acht verder van belang dat op eiser een verplichting rust Nederland te verlaten. Aan deze verplichting heeft eiser geen gehoor gegeven. De inbewaringstelling strekt er toe te bewerkstelligen dat eiser Nederland alsnog zal verlaten. Dat dit door middel van verwijdering zal geschieden, laat onverlet dat van eiser mag worden verwacht dat hij daaraan actieve en volledige medewerking verleent om die verwijdering mogelijk te maken

Bron: rechtspraak.nl

Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Weigering tot toegang is geen terugkeerbesluit (uitspraak Raad van State)

LJN: BU9586, Raad van State , 201101820/1/V3

Datum uitspraak: 09-12-2011
Datum publicatie: 29-12-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep

Inhoudsindicatie: De rechtbank heeft overwogen dat de Terugkeerrichtlijn van toepassing is op de maatregel van vrijheidsontneming als in dit geval aan de orde. Het betoog van de minister in zijn verweerschrift dat de Terugkeerrichtlijn niet van toepassing is, omdat artikel 2, tweede lid, aanhef en onder a, van deze richtlijn vanwege de daarin aan de lidstaten geboden keuzemogelijkheid niet onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig is, treft, gelet op hetgeen de Afdeling daaromtrent heeft overwogen in haar uitspraak van 8 november 2011 in zaak nr. 201101573/1/V3 (www.raadvanstate.nl), geen doel. Zoals de Afdeling heeft overwogen in de uitspraak van 21 maart 2011 in zaak nr. 201100555/1/V3 (www.raadvanstate.nl) volgt uit artikel 15 en de systematiek van de Terugkeerrichtlijn rechtstreeks dat een maatregel van bewaring, opgelegd aan een onderdaan van een derde land die illegaal in Nederland verblijft, behoudens de in artikel 6 van de Terugkeerrichtlijn benoemde uitzonderingsgevallen, uitsluitend mag worden opgelegd indien voorafgaand aan dan wel gelijktijdig met die maatregel een terugkeerbesluit is genomen. Er bestaat geen grond voor het oordeel dat deze voorwaarde niet zou gelden voor het nemen van een vrijheidsontnemende maatregel na weigering van de toegang tot Nederland als thans aan de orde, nu deze maatregel evenals de maatregel van bewaring een vrijheidsbenemend karakter heeft en tot terugkeer van de vreemdeling strekt. Ten onrechte heeft de rechtbank overwogen dat het besluit tot toegangsweigering impliceert dat een terugkeerprocedure is begonnen, omdat daarin de aanzegging tot het feitelijk en onmiddellijk verlaten van het grondgebied ligt besloten. De Afdeling neemt daarbij in aanmerking dat toegang en terugkeer te onderscheiden begrippen zijn. Met het oog op de rechtszekerheid is van belang dat ook in het geval van een weigering van de toegang tot Nederland aan de vreemdeling diens rechtspositie, waaronder met name de verplichting om het grondgebied van de lidstaat te verlaten, uitdrukkelijk kenbaar wordt gemaakt. Ingevolge artikel 6, eerste lid, van de Terugkeerrichtlijn is een terugkeerbesluit het daartoe aangewezen middel. Een besluit tot weigering van de toegang tot Nederland kan niet worden aangemerkt als tevens bevattend een terugkeerbesluit, nu met name de bedoelde verplichting tot terugkeer daarin niet is opgenomen en het besluit bovendien geen enkele verwijzing bevat naar de in artikel 5, eerste lid, van de Vw 2000 opgenomen vertrekplicht.

Bron: rechtspraak.nl


Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Geen zicht op uitzetting naar Oezbekistan (uitspraak)

LJN: BU9598, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats 's-Hertogenbosch , AWB 11/39786

Datum uitspraak: 21-12-2011
Datum publicatie: 29-12-2011

Vindplaats(en): Rechtspraak.nl


"De rechter heeft daartoe het volgende overwogen.

Eiser heeft aangevoerd dat er geen vooruitzicht op verwijdering naar Oezbekistan bestaat en heeft daartoe verwezen naar een brief van DT&V aan mr. Senczuk van 20 juni 2011. In die brief is medegedeeld, voor zover thans van belang, dat in de periode van 1 januari 2008 tot en met 16 juni 2011 circa 20 laissez-passeraanvragen zijn ingediend bij de diplomatieke vertegenwoordiging van Oezbekistan. In de genoemde periode heeft de DT&V in circa 15 zaken een antwoord ontvangen op het ingediende verzoeken om een laissez passer, waarvan één laissez-passertoezegging. Eiser heeft aldus afdoende onderbouwd dat er ernstig getwijfeld moet worden aan het vooruitzicht op verwijdering naar Oezbekistan.

Verweerder heeft geen recent cijfermateriaal of andere informatie overgelegd op basis waarvan deze ernstige twijfels kunnen worden weggenomen. De gemachtigde van verweerder heeft zich ter zitting gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Tegen deze achtergrond is de rechtbank van oordeel dat van een redelijk vooruitzicht op verwijdering naar Oezbekistan geen sprake is.

De rechtbank is van oordeel dat maatregel van bewaring met ingang van de datum van het beroepschrift, 9 december 2011, onrechtmatig is. "

bron: rechtspraak.nl

Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Getuigen internationaal strafhof mogen in Nederland asiel aanvragen

Amsterdam  , 28-12-2011 

De Amsterdamse rechtbank heeft vandaag bepaald dat het verzoek om bescherming van drie Congolese getuigen bij het Internationale Strafhof (ISH) via de Nederlandse asielprocedure moet worden afgehandeld.
De getuigen zaten gevangen in de Democratische Republiek Congo (DRC). Ze zijn naar Nederland gebracht om te getuigen in een strafzaak bij het ISH in Den Haag en zitten nu gedetineerd in Scheveningen. De Congolezen vrezen dat zij bij terugkeer naar de DRC gevaar lopen. Het ISH heeft Nederland daarom gevraagd om het risico bij terugkeer te onderzoeken.
De minister voor Immigratie en Asiel wil dit wel onderzoeken voor het ISH, maar niet in de vorm van een asielprocedure op grond van de Nederlandse Vreemdelingenwet. Volgens de minister kunnen de Congolezen, die hier zijn in opdracht en onder verantwoordelijkheid van het ISH, geen beroep doen op die wet.
De rechtbank heeft nu geoordeeld dat de wetgeving van gastland Nederland alleen voor een klein deel buiten toepassing is verklaard, om zo het ISH goed te laten functioneren. Daarbij is niets geregeld over de Nederlandse Vreemdelingenwet en de mogelijkheid voor betrokkenen bij het ISH om in Nederland asiel te vragen. Dat de Congolezen onder verantwoordelijkheid van het ISH vallen, verandert daar niets aan. De minister zal de aanvragen van de drie getuigen dus met toepassing van de Nederlandse asielprocedure moeten beoordelen.
Tegen de uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld.

Bron: rechtbank Amsterdam
Uitspraken: BU9492



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

VACATURE: GZ-PSycholoog op detentiecentrum voor illegalen

Functie-omschrijving
Je coördineert specialistische zorg in interdisciplinair verband en zit het Psycho Medisch Overleg (PMO) voor.

Als GZ-psycholoog voer je de ingeslotenenzorg uit, waaronder de psychodiagnostiek, indicatiestelling, crisisinterventie en kortdurende begeleiding.

Je indiceert voor en geeft uitvoering aan overplaatsingen naar hoger zorgniveau binnen detentie. Je adviseert directie en leidinggevenden over het zorgbeleid en detentieklimaat. Je informeert en adviseert het personeel over de begeleiding en bejegening van ingeslotenen. Je functioneert in multidisciplinaire samenwerking en neemt deel aan interne en externe overlegvormen.

Functie-eisen
• Je hebt een BIG-registratie als GZ-psycholoog.
• Je hebt bij voorkeur ervaring in de forensisch of psychiatrische zorg en hebt affiniteit met psychopathologie, transculturele psychiatrie en het werken in een gesloten instelling.
• Verder beschik je over een flexibele werkhouding. Je bent stressbestendig en kunt omgaan met het bijzondere karakter van de vreemdelingenbewaring.

Meer info: http://www.werkenbijdeoverheid.nl/vacatures/detail/gz-psycholoog/index.cfm?vacature_id=YSAHVQWT&adm_pin=01481&startrow=1



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

VACATURE: Adviseur internationaal migratiebeleid

Functie-omschrijving
Je organiseert onder andere (inter)departementaal overleg en neemt hieraan deel. Je onderhoudt contacten met medewerkers bij internationale organisaties en buitenlandse overheden.
Als adviseur internationaal migratiebeleid opereer je zelfstandig, in goed overleg met de verschillende DMB-dossierhouders en betrokken partners binnen en buiten BZK. Je bereidt hoogambtelijke en politieke bijeenkomsten voor, inclusief buitenlandse werkbezoeken. Je adviseert daarbij op inhoud en tactiek. Je adviseert bij het stellen van prioriteiten bij de internationale inzet van de directie.

Functie-eisen
Je hebt ruime beleidservaring in een politieke omgeving en bij voorkeur een gedegen kennis van het EU-recht, de werking van EU-instellingen en internationale organisaties.
Je hebt ervaring met multilaterale onderhandelingen.
Je bent een goede netwerker, hebt overtuigingskracht en bent organisatiesensitief.
Je bent alert en handelt zaken snel af.
Je bent flexibel, stressbestendig en hebt uitstekende communicatieve kwaliteiten. Ook heb je een goede beheersing van het Engels en Frans.
Werkervaring in het buitenland is een voordeel.
We verwachten dat je zelfstandig de directie extern kunt vertegenwoordigen.
Je hebt een proactieve houding, handelt innovatief en kunt goed plannen en organiseren.
Je hebt overtuigingskracht en een goed analyserend vermogen.

Bron en meer info: http://www.werkenbijdeoverheid.nl/vacatures/detail/adviseur-internationaal-migratiebeleid/index.cfm?vacature_id=73WDDG0P&adm_pin=01060&vp=0

Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

26 december 2011

Met ingang van 1 januari 2012 nieuwe normbedragen “middelenvereiste”

De normbedragen waaraan moet worden voldaan bij aanvragen voor gezinsmigratie en andere procedures, gaan per 1 januari 2012 omhoog.

De bedragen zijn gebaseerd op de normbedragen die de Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid ieder jaar op 1 januari en 1 juli vaststelt in het kader van de Wet Minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml).

In deze tabel vindt u de oude (t/m 31 december) en de nieuwe bruto normbedragen.


Bron: http://www.ind.nl/nieuws/2011/met-ingang-van-1-januari-2012-nieuwe-normbedragen-middelenvereiste.aspx?cp=110&cs=46613






Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Vanaf 1 januari 2012 nieuwe looncriteria kennismigranten en hoogopgeleiden

Vanaf 1 januari 2012 worden de looncriteria herzien:



Kennismigranten vanaf 30 jaar € 51.239,-

Kennismigranten jonger dan 30 jaar € 37.575,-

In Nederland afgestudeerden en Regeling Hoogopgeleiden € 26.931,-


Als de mvv-aanvraag is ingediend vóór 1 januari 2012, gelden de looncriteria van 2011 ook nog bij de aanvraag voor de verblijfsvergunning die na 1 januari 2012 wordt ingediend.


Een werknemer die in Nederland als kennismigrant wil komen werken moet een bepaald bruto-jaarinkomen verdienen. Dit bruto-jaarinkomen wordt het looncriterium genoemd. Een werknemer die wetenschappelijk onderzoek komt doen of arts in opleiding tot specialist is, hoeft niet aan dit looncriterium te voldoen. Hij moet voldoen aan de Wet minimumloon. Deze normen kunt u vinden op www.ind.nl.

Het looncriterium voor kennismigranten wordt jaarlijks met ingang van 1 januari door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid herzien op basis van het meest recente indexcijfer van de CAO-lonen, gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.


Bron: http://www.ind.nl/



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

25 december 2011

Als iemand aantoonbaar aan terugkeer werkt kan het overschrijden van de vertrektermijn alleen bewaring niet rechtvaardigen

LJN: BU8618, Raad van State , 201112045/1/V3
Datum uitspraak: 12-12-2011
Datum publicatie: 20-12-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Het zich niet houden aan de vertrektermijn geeft, zeker in combinatie met de andere omstandigheden, in beginsel grond om aan te nemen dat de vreemdeling de voorbereiding van de terugkeer of de verwijderingsprocedure ontwijkt of belemmert, maar dit kan in bijzondere omstandigheden anders zijn. Ter staving van zijn terugkeerpogingen heeft de vreemdeling in beroep een kopie van een rapport van zijn begeleider bij het Experiment Perspectief (hierna: het Experiment) overgelegd. Hierin is, behalve dat de vreemdeling heeft deelgenomen aan dit Experiment, vermeld dat hij driemaal – waaronder eenmaal met een medewerker van het Experiment - naar de Guinese ambassade in Brussel is gereisd om een vervangend reisdocument te bemachtigen. Voorts heeft de vreemdeling een brief van de regievoerder van de Dienst Terugkeer en Vertrek (hierna: de DT&V) van 9 juni 2011 aan de rechtbank overgelegd. Deze brief bevat een reactie van de DT&V op zijn verzoek om bemiddeling bij het verkrijgen van een vervangend reisdocument bij de diplomatieke vertegenwoordiging van zijn land van herkomst. In het verslag van het vertrekgesprek, gehouden op 22 juli 2011, is vermeld dat de vreemdeling heeft verklaard dat hij een opdracht heeft uitgezet bij het Rode Kruis om in contact te kunnen komen met in Guinee achtergebleven familie ten einde zijn identiteit aan te tonen en dat samen met de vreemdeling een laissez passer-aanvraag voor Guinee is ingevuld. Blijkens het proces-verbaal van gehoor van 22 oktober 2011 heeft de vreemdeling, voordat hij in bewaring werd gesteld, verklaard dat hij wil meewerken aan een identiteitsonderzoek, wil teruggaan naar Guinee, reeds drie keer heeft geprobeerd om vervangende reisdocumenten bij de ambassade te bemachtigen en een met de Immigratie- en Naturalisatiedienst ingediende aanvraag nog loopt. Gelet op de inspanningen van de vreemdeling als hiervoor beschreven om zijn terugkeer naar Guinee te realiseren, bestond ten tijde van het besluit tot oplegging van de maatregel geen grond om aan te nemen dat de vreemdeling de voorbereiding van de terugkeer of de verwijderingsprocedure ontwijkt of belemmert. Het zich niet houden aan de vertrektermijn is daartoe in dit geval niet voldoende.

www.rechtspraak.nl


De reden waarom ik deze uitspraak had geplaatst is om mensen die stellen niet terug te kunnen een handvat te geven om bewaring te voorkomen. Doe zelf pogingen, schakel DT&V in, documenteer alles en als men u ooit in bewaring wil stellen wijs op deze uitspraak.

Wat vervolgens naar aanleiding van Peters betoog de vraag oproept waarom verweerder deze zaak op zitting heeft laten komen. En die vraag stellen is inderdaad geen "bashing". Wat eigenlijk dat nog aparter is is dat de rechtbank de bewaring rechtmatig oordeelde en het beroep ongegrond verklaarde terwiijl het toch zo simpel lijkt in de uitspraak van de Afdeling. Immers, dit is een uitspraak in Hoger Beroep.Nou zijn die uitspraken alleen maar gericht op de grieven in hoger beroep. Helaas is de onderliggende uitspraak niet gepubliceerd (ook niet op de site van de ABRRvS) waardoor tot op heden de voorgeschiedenis duister is.

Ik kan dus maar gissen. Uit de uitspraak in hoger beroep blijkt dat eiser in bewaring was gesteld op de volgende gronden.

(a) niet beschikt over een identiteitspapier als bedoeld in artikel 4.21 van het Vreemdelingenbesluit 2000,
(b) zich niet heeft gehouden aan zijn vertrektermijn,
(c) geen vaste woon-/verblijfplaats heeft,
(d) eerder niet rechtmatig in Nederland heeft verbleven, en
(e) geen middelen van bestaan heeft

Voor de in werking treding van (een deel van) de Terugkeerrichtlijn waren al deze gronden voldoende om iemand in bewaring te mogen stellen. Echter sindsdien is er veel aan het veranderen.

Zoals de Afdeling schrijft:
"2.1.2. De Afdeling heeft in de uitspraak van 21 maart 2011 in zaak nr. 201100555/1/V3 (www.raadvanstate.nl), samengevat weergegeven en voor zover thans van belang, overwogen dat artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000) – voor zover nodig – richtlijnconform kan worden uitgelegd in die zin dat, zolang niet aan artikel 3, zevende lid, van richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven is voldaan, een maatregel van bewaring alleen mag worden opgelegd indien de betrokken vreemdeling de voorbereiding van de terugkeer of de verwijderingsprocedure ontwijkt of belemmert.
Bij de beoordeling of de vreemdeling de voorbereiding van de terugkeer of de verwijderingsprocedure ontwijkt of belemmert, dient te worden uitgegaan van de omstandigheden die in het besluit tot oplegging van de bewaring zijn vermeld. Bij deze beoordeling moet rekening worden gehouden met de toelichting die de minister, ter zitting van de rechtbank dan wel anderszins, over deze omstandigheden heeft gegeven en in samenhang daarmee met hetgeen hieromtrent uit het bewaringsdossier van de vreemdeling valt af te leiden.

2.1.3. De bewaringsgrond dat de vreemdeling eerder niet rechtmatig in Nederland heeft verbleven doelt kennelijk op de in de toelichting bij de maatregel vermelde omstandigheid dat de vreemdeling in 2005 is uitgeprocedeerd en sindsdien niet rechtmatig in Nederland heeft verbleven. Daarmee ziet deze grond op dezelfde omstandigheid als de grond dat de vreemdeling zich niet aan zijn vertrektermijn heeft gehouden, zodat hij zelfstandige betekenis mist.
Het zich niet houden aan de vertrektermijn geeft, zeker in combinatie met de andere omstandigheden, in beginsel grond om aan te nemen dat de vreemdeling de voorbereiding van de terugkeer of de verwijderingsprocedure ontwijkt of belemmert, maar dit kan in bijzondere omstandigheden anders zijn. "

Het enige wat er dus overblijft is de vraag of deze meneer zijn terugkeer aan het belemmeren was en gezien als zijn pogingen bleef dat niet overeind.

Ik denk persoonlijk dat het hier gaat om een onderdeel van het vreemdelingenrecht wat erg in ontwikkeling is. Het feit dat verweerder dan verliest wil niet direct zeggen dat hij ook onfatsoenlijk heeft gehandeld.



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Raad van State gaat alle bewaringszaken (Terugkeerrichtlijn of niet van toepasssing) gelijk behandelen (uitspraak ABRRvS)

LJN: BU8617, Raad van State, 201106984/1/V3
Datum uitspraak: 15-12-2011
Datum publicatie: 20-12-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie:
De voor het verstrijken van de omzettingstermijn van de richtlijn tot stand gekomen jurisprudentie van de Afdeling over de maatstaven waaraan en de wijze waarop de rechter een maatregel van bewaring moet toetsen, zou er, bij ongewijzigde voortzetting, toe leiden dat de rechterlijke toets in bewaringszaken waarop de richtlijn niet van toepassing is, een andere zou worden dan die in bewaringszaken waarop de richtlijn wel van toepassing is. Dit is zowel uit een oogpunt van rechtsgelijkheid als uit een oogpunt van eenvoud en overzichtelijkheid van het recht ongewenst. Daarom zal de Afdeling in de toekomst de uit de richtlijn voortvloeiende vereisten waaraan de bewaring moet voldoen wat betreft de toetsing van de gronden en van de vraag of met een lichter middel dan bewaring kan worden volstaan, naar analogie toepassen in gevallen waarop de richtlijn niet ziet, behoudens voor zover het bij of krachtens de Vw 2000 bepaalde zich daartegen verzet. Dit geldt echter niet voor het vereiste dat een terugkeerbesluit is genomen, nu de analoge toepassing ziet op gevallen waarin terugkeer niet of nog niet aan de orde is. Om de praktijk de gelegenheid te geven zich op dit gewijzigde toetsingskader voor te bereiden, zal de Afdeling dit eerst toepassen in zaken waarop de richtlijn niet van toepassing is en de maatregel van bewaring krachtens artikel 59, eerste lid, van de Vw 2000 is opgelegd op of na 1 februari 2012.


Bron: rechtspraak.nl

Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

20 december 2011

VACATURE: Onderzoeksassistent project ‘Zorgbehoefte Oudere Migranten’

Onderzoeksassistent project ‘Zorgbehoefte Oudere Migranten’


Specificaties - (uitleg)
FunctietypesOnderzoek, Ontwikkeling, Innovatie
Wetenschappelijke disciplineGezondheid
Uren24.0 uren per week
Salaris€ 2339 - € 3136
Werk-/denkniveauUniversitair
VacaturenummerMR0321
Vertalingen
Solliciteer binnen 13 dagen op deze vacature

Functiebeschrijving

De afdeling Sociale Geneeskunde van het AMC doet onderzoek naar de aansluiting van zorgbehoefte en zorgaanbod onder oudere migranten. Via zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek zal bij Surinaamse, Turkse, Marokkaanse en autochtone Nederlandse ouderen worden nagegaan (1) wat hun zorgbehoefte is; (2) in hoeverre deze ouderen gebruik maken van het huidige zorgaanbod; en (3) hoe het komt dat de ene oudere wel en de andere oudere geen gebruik maakt van het zorgaanbod. Ook zullen er interviews gehouden worden met zorgaanbieders, beleidsmakers en financiers.
De werkzaamheden bestaan uit: 

- Het plannen en coördineren van interviewafspraken 
- Helpen bij het werven van interviewers eigen taal
- Helpen bij het organiseren van de training voor de interviewers
- Het uittypen van interviews
- Eventueel: het houden van interviews met ouderen
- Helpen bij de voorbereiding van de kwantitatieve interviews
- Het coördineren van de vertaling van de vragenlijsten
- Helpen bij het ontwikkelen van een invoerdatabase
- Eventueel: het invoeren van de ingevulde vragenlijsten in een database
- Het notuleren en uitwerken van de notulen voor diverse bijeenkomsten
- Administratieve taken (bellen, versturen mails, plannen van overige afspraken, archiveren)

Functie-eisen

U hebt een relevante studie afgerond (zoals psychologie, verpleegkunde, gezondheidswetenschappen) en hebt aantoonbare werkervaring met wetenschappelijk onderzoek. U werkt zelfstandig en nauwkeurig. U beschikt over goede organisatorische en sociale vaardigheden, bent flexibel en bent betrokken bij de doelgroep. Interviewervaring strekt tot de aanbeveling, net als het spreken van meerdere talen.

Arbeidsvoorwaarden

Wij bieden een gevarieerde functie voor 2 à 3 dagen per week (0.4-0.6 fte). U wordt aangesteld bij AMC Medical Research BV voor een periode van een half jaar. Bij gebleken geschiktheid kan de aanstelling met een jaar worden verlengd. Afhankelijk van opleiding en ervaring bedraagt het salaris €2339 tot €3136 bruto per maand bij een voltijds dienstverband (schaal 8 CAO UMC’s). De AMR BV kent een vakantiegelduitkering van 8% en een eindejaarsuitkering van 8.3% van het bruto jaarsalaris.
De sollicitatiegesprekken staan gepland op 9 en 11 januari (1e ronde) en op maandag 16 januari (2e ronde). De startdatum is, in goed onderling overleg, zo snel mogelijk.
Dienstverband: Tijdelijk, 6 maanden, eventueel verlenging voor 1 jaar

Additionele informatie

Verdere informatie wordt graag verstrekt door drs. Doenja Rosenmöller (d.l.rosenmoller@amc.uva.nl,            020-56 67 440      ), of dr. Petra Jellema (p.jellema@amc.uva.nl,             020-56 67 646      ).
Meer informatie over de werkgever Academisch Medisch Centrum (AMC) op AcademicTransfer. Verkorte link naar deze vacature: www.academictransfer.com/12350



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Artikel 8 en art 3 IVRK (uitspraak)

LJN: BU8368,Voorzieningenrechter Rechtbank Groningen , Awb 11/5402, Awb 11/5404, Awb 11/5406 en Awb 11/5408

Datum uitspraak: 14-10-2011
Datum publicatie: 16-12-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening

--------------------------------


2.18. Met betrekking tot de door verweerder in de bestreden besluiten getrokken conclusie dat uitzetting van verzoekers geen schending oplevert van het in artikel 8 EVRM neergelegde recht op privéleven is de voorzieningrechter van oordeel dat deze conclusie een deugdelijk motivering ontbeert.
Gelet op de door verzoekers aangedragen specifieke omstandigheden is de enkele verwijzing door verweerder naar het niet reeds zeer langdurig in Nederland verblijven onvoldoende om te kunnen stellen dat bij uitzetting van verzoekers geen sprake is van schending van artikel 8 EVRM. Gelet op de leeftijd van verzoekers is het voor hen onmogelijk om aan het vereiste van 30 jaar verblijf hier te lande te voldoen. Een dergelijke aanpak zou het beroep van minderjarigen en jong volwassenen op privéleven als bedoeld in artikel 8 EVRM illusoir maken.
In de door verweerder in het verweerschrift gegeven motivering - als hiervoor opgenomen onder 2.5. - en hetgeen namens verweerder ter zitting is aangevoerd - als hiervoor opgenomen onder 2.8. - ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen, nu uit de bestreden besluiten niet blijkt dat verweerder in zijn belangenafweging in het kader van het door verzoekers gestelde recht op privéleven de in het verweerschrift en ter zitting genoemde omstandigheden (onder meer de verblijfsrechtelijke positie van verzoekers) heeft betrokken.
De voorzieningenrechter concludeert dat verweerder dus onvoldoende deugdelijk heeft gemotiveerd waarom verzoekers niet in aanmerking komen voor vrijstelling van het mvv-vereiste op grond van artikel 3.71, tweede lid, aanhef en onder l, Vb 2000.

2.19. Gelet op de aard van hetgeen is opgenomen in de door verzoekers genoemde artikelen van het IVRK ziet de voorzieningenrechter vervolgens aanleiding in te gaan op de door verzoekers aangevoerde gronden betreffende (de toepasbaarheid van) dit verdrag.
Eerst overweegt de voorzieningenrechter dat verzoeker 1, verzoeker 2 en verzoeker 3 meerderjarig zijn en daardoor niet vallen onder de reikwijdte van het betreffende verdrag.
Voorts is de voorzieningenrechter van oordeel dat verzoeksters beroep op artikelen 3 IVRK niet kan slagen. Uit vaste jurisprudentie van de AbRS (zie onder meer de uitspraak van 27 november 2008, zaaknummer 200802463/1, LJN: BG6945 en de uitspraak van 16 juni 2011, zaaknummer 201010430/1, LJN: BQ9503) volgt dat artikel 3 IVRK niet tot meer strekt dan dat bij alle maatregelen betreffende kinderen de belangen van het desbetreffende kind dienen te worden betrokken. Wat betreft het gewicht dat aan het belang van een kind in een concreet geval moet worden toegekend, bevat het eerste lid van artikel 3 IVRK, gelet op de formulering ervan, geen norm die zonder nadere uitwerking in nationale wet- en regelgeving door de rechter direct toepasbaar is.
Nu verweerder in het bestreden besluit inzake verzoekster is ingegaan op de situatie verzoekster bestaat geen grond voor het oordeel dat verweerder zich onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de belangen van verzoekster.
Verzoeksters beroep op de artikelen 6 en 8 IVRK kan evenmin slagen reeds omdat deze artikelen naar hun inhoud niet een ieder verbinden en zich derhalve niet voor rechtstreekse toepassing door de rechter lenen.

2.20. Uit hetgeen hiervoor onder 2.18. is overwogen volgt dat verweerder bij het nemen van een besluit op de bezwaarschriften van 15 februari 2011 nader zal moeten ingaan op de vraag of uitzetting van verzoekers schending oplevert van het in artikel 8 EVRM neergelegde recht op privéleven. Gelet hierop is niet uitgesloten dat de bezwaarschriften van verzoekers kans van slagen hebben. Verzoekers hebben aldus voldoende aangetoond dat hun belangen, afgezet tegen die van de Staat, zodanig zwaar wegen dat hangende de bezwaarprocedure de verzochte voorlopige voorziening moet worden getroffen. De verzoeken worden daarom toegewezen.

www.rechtspraak.nl



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...