Weigering tot toegang is geen terugkeerbesluit (uitspraak Raad van State)
LJN: BU9586, Raad van State , 201101820/1/V3
Datum uitspraak: 09-12-2011
Datum publicatie: 29-12-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: De rechtbank heeft overwogen dat de Terugkeerrichtlijn van toepassing is op de maatregel van vrijheidsontneming als in dit geval aan de orde. Het betoog van de minister in zijn verweerschrift dat de Terugkeerrichtlijn niet van toepassing is, omdat artikel 2, tweede lid, aanhef en onder a, van deze richtlijn vanwege de daarin aan de lidstaten geboden keuzemogelijkheid niet onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig is, treft, gelet op hetgeen de Afdeling daaromtrent heeft overwogen in haar uitspraak van 8 november 2011 in zaak nr. 201101573/1/V3 (www.raadvanstate.nl), geen doel. Zoals de Afdeling heeft overwogen in de uitspraak van 21 maart 2011 in zaak nr. 201100555/1/V3 (www.raadvanstate.nl) volgt uit artikel 15 en de systematiek van de Terugkeerrichtlijn rechtstreeks dat een maatregel van bewaring, opgelegd aan een onderdaan van een derde land die illegaal in Nederland verblijft, behoudens de in artikel 6 van de Terugkeerrichtlijn benoemde uitzonderingsgevallen, uitsluitend mag worden opgelegd indien voorafgaand aan dan wel gelijktijdig met die maatregel een terugkeerbesluit is genomen. Er bestaat geen grond voor het oordeel dat deze voorwaarde niet zou gelden voor het nemen van een vrijheidsontnemende maatregel na weigering van de toegang tot Nederland als thans aan de orde, nu deze maatregel evenals de maatregel van bewaring een vrijheidsbenemend karakter heeft en tot terugkeer van de vreemdeling strekt. Ten onrechte heeft de rechtbank overwogen dat het besluit tot toegangsweigering impliceert dat een terugkeerprocedure is begonnen, omdat daarin de aanzegging tot het feitelijk en onmiddellijk verlaten van het grondgebied ligt besloten. De Afdeling neemt daarbij in aanmerking dat toegang en terugkeer te onderscheiden begrippen zijn. Met het oog op de rechtszekerheid is van belang dat ook in het geval van een weigering van de toegang tot Nederland aan de vreemdeling diens rechtspositie, waaronder met name de verplichting om het grondgebied van de lidstaat te verlaten, uitdrukkelijk kenbaar wordt gemaakt. Ingevolge artikel 6, eerste lid, van de Terugkeerrichtlijn is een terugkeerbesluit het daartoe aangewezen middel. Een besluit tot weigering van de toegang tot Nederland kan niet worden aangemerkt als tevens bevattend een terugkeerbesluit, nu met name de bedoelde verplichting tot terugkeer daarin niet is opgenomen en het besluit bovendien geen enkele verwijzing bevat naar de in artikel 5, eerste lid, van de Vw 2000 opgenomen vertrekplicht.
Bron: rechtspraak.nl
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
Datum uitspraak: 09-12-2011
Datum publicatie: 29-12-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: De rechtbank heeft overwogen dat de Terugkeerrichtlijn van toepassing is op de maatregel van vrijheidsontneming als in dit geval aan de orde. Het betoog van de minister in zijn verweerschrift dat de Terugkeerrichtlijn niet van toepassing is, omdat artikel 2, tweede lid, aanhef en onder a, van deze richtlijn vanwege de daarin aan de lidstaten geboden keuzemogelijkheid niet onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig is, treft, gelet op hetgeen de Afdeling daaromtrent heeft overwogen in haar uitspraak van 8 november 2011 in zaak nr. 201101573/1/V3 (www.raadvanstate.nl), geen doel. Zoals de Afdeling heeft overwogen in de uitspraak van 21 maart 2011 in zaak nr. 201100555/1/V3 (www.raadvanstate.nl) volgt uit artikel 15 en de systematiek van de Terugkeerrichtlijn rechtstreeks dat een maatregel van bewaring, opgelegd aan een onderdaan van een derde land die illegaal in Nederland verblijft, behoudens de in artikel 6 van de Terugkeerrichtlijn benoemde uitzonderingsgevallen, uitsluitend mag worden opgelegd indien voorafgaand aan dan wel gelijktijdig met die maatregel een terugkeerbesluit is genomen. Er bestaat geen grond voor het oordeel dat deze voorwaarde niet zou gelden voor het nemen van een vrijheidsontnemende maatregel na weigering van de toegang tot Nederland als thans aan de orde, nu deze maatregel evenals de maatregel van bewaring een vrijheidsbenemend karakter heeft en tot terugkeer van de vreemdeling strekt. Ten onrechte heeft de rechtbank overwogen dat het besluit tot toegangsweigering impliceert dat een terugkeerprocedure is begonnen, omdat daarin de aanzegging tot het feitelijk en onmiddellijk verlaten van het grondgebied ligt besloten. De Afdeling neemt daarbij in aanmerking dat toegang en terugkeer te onderscheiden begrippen zijn. Met het oog op de rechtszekerheid is van belang dat ook in het geval van een weigering van de toegang tot Nederland aan de vreemdeling diens rechtspositie, waaronder met name de verplichting om het grondgebied van de lidstaat te verlaten, uitdrukkelijk kenbaar wordt gemaakt. Ingevolge artikel 6, eerste lid, van de Terugkeerrichtlijn is een terugkeerbesluit het daartoe aangewezen middel. Een besluit tot weigering van de toegang tot Nederland kan niet worden aangemerkt als tevens bevattend een terugkeerbesluit, nu met name de bedoelde verplichting tot terugkeer daarin niet is opgenomen en het besluit bovendien geen enkele verwijzing bevat naar de in artikel 5, eerste lid, van de Vw 2000 opgenomen vertrekplicht.
Bron: rechtspraak.nl
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
Reacties