Wijziging medische procedure
De NOvA betwist de stelling in de nota van toelichting dat een vreemdeling, door simpel te stellen dat er sprake is van medische redenen die aan vertrek in de weg staan, een garantie heeft op een aantal maanden feitelijke niet-uitzetbaarheid. Voorts zou er ten onrechte een zwaardere bewijslast zijn om alle relevante gegevens over te leggen, waarbij ook de kwaliteit van de BMA-adviezen zou afnemen in die zin dat er meer sprake zou zijn van standaardadvisering.
Dezerzijds wordt onderkend dat de bewijslast naar de vreemdeling wordt geschoven, zoals ook wordt genoemd in de brief van 22 mei 2012 aan de Tweede Kamer. Tegelijkertijd wordt de doorlooptijd van de medische aanvraagprocedures met ten minste zes weken verkort, wat ook in het belang van de vreemdeling is. Door het eerder beschikbaar komen van medische dossiers kan de inhoudelijke toetsing immers eerder plaatsvinden. Waar het de verantwoordelijkheid wordt van de vreemdeling om de benodigde informatie tijdig en volledig aan te leveren, is het de taak van de overheid om te zorgen voor een optimale informatievoorziening over hoe te handelen. De Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel heeft op 26 oktober 2012 (Kamerstukken II 2012/13, 30 846, nr. 18) de Tweede Kamer geïnformeerd welke stappen ondernomen worden om de informatievoorziening te optimaliseren.
Overigens wordt opgemerkt dat deze wijziging niet afdoet aan de kwaliteit van de BMA-adviezen; deze blijven voldoen aan de geldende kwaliteitseisen. De medisch adviseur van het BMA oefent zijn taken uit met inachtneming van de toepasselijke wettelijke kaders, waaronder de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG), de Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst en de Wet bescherming persoonsgegevens. De beoefenaren van de bij de Wet BIG geregelde beroepen staan onder toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Daarnaast kunnen klachten bij het tuchtcollege worden ingediend. Naast de wettelijke vereisten is, ter bevordering en bewaking van de kwaliteit van het werk van de medisch adviseurs van het BMA, alsmede hun onafhankelijkheid, een protocol opgesteld (te raadplegen via: www.ind.nl ). Er zijn in dit protocol zorgvuldigheidsmaatstaven neergelegd, welke de medische adviseurs van het BMA bij hun functioneren voortdurend in acht moeten nemen. Over de kwaliteit van de adviezen legt BMA jaarlijks door middel van een jaarverslag – dat ook aan de Inspectie wordt verzonden – verantwoording af. Deze jaarverslagen zijn openbaar.
Bij VWN bestaat onder meer de zorg dat de zogenaamde Spekmanroute onvoldoende werkt. Ook zou het opvragen van medische informatie te zwaar kunnen zijn voor een niet-Nederlands sprekende zieke. In dit kader wordt aangegeven dat dezerzijds een intensievere inzet wordt gepleegd om de Spekmanroute te verbeteren, zoals verwoord in eerdergenoemde brief van 26 oktober 2012.
Werklast
De Raad voor de rechtspraak en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gaan in hun reacties vooral in op de mogelijke gevolgen van het gewijzigde Vb2000 voor de werklast en de doorlooptijden van aanhangige procedures. De Raad verwacht, ondanks dat dit niet het doel is van het pakket maatregelen, dat een steeds groter percentage – en daarmee zwaardere zaken – in de AA-procedure zal worden behandeld. Daarnaast is de verwachting dat steeds meer procedures bij de rechtbank een spoedkarakter zullen krijgen, waardoor een verdringingseffect zal optreden in die zin dat dit ten koste zal gaan van de behandeling van normale zaken.
Het Programma Stroomlijning Toelatingsprocedures beoogt niet om meer zaken in de AA-procedure af te gaan doen. De stijging van het percentage van in de AA-procedure behandelde zaken hangt samen met de aard en omvang van de instroom, maar staat los van het programma. Een hoger percentage van in de AA-procedure behandelde zaken heeft bovendien niet als consequentie dat de aanvragen ook inhoudelijk zwaarder worden. Immers, vanaf de start van het Programma invoering verbeterde asielprocedure (PIVA) is de afspraak dat alle asielaanvragen in de AA-procedure worden behandeld, tenzij er onderzoek noodzakelijk is dat meer tijd in beslag neemt dan de bekende acht (tot maximaal veertien) dagen. Wel kan door het meetoetsen van alle beschermingsgronden bij de eerste asielaanvraag en de eerste humanitair-reguliere aanvraag de zwaarte van de zaken wijzigen. Dit kan een hogere werklast voor de rechtbanken meebrengen. Het klopt ook dat door de wijzigingen ten aanzien van de Dublinprocedure meer Dublinzaken in de AA-procedure worden behandeld, hetgeen de afspraak van behandeling van beroep binnen 28 dagen onder druk kan zetten. Overigens wordt deze maatregel op dit moment al ingevoerd, omdat deze los staat van aanpassing van wet- en regelgeving, zodat dit effect al zichtbaar en merkbaar zou moeten zijn.
Voor de Afdeling blijft het de vraag of het aantal zaken en daarmee ook het aantal zaken in beroep zal dalen.
Gelet op de huidige instroom zal het effect hoe dan ook beperkt zijn.
Ook vraagt de Afdeling zich af of de beperking van de toetsing aan artikel 8 EVRM en aan humanitaire gronden vanwege individuele omstandigheden alleen indien de eerste asielaanvraag binnen zes maanden na binnenkomst is ingediend, de beoogde beperking van het aantal vervolgaanvragen zal opleveren. Ook na zes maanden kunnen zich situaties voordoen die nopen tot vergunningverlening of kunnen er nova zijn.
Het klopt dat deze situaties zich ook na zes maanden kunnen voordoen, en gelet op de aard van deze twee onderwerpen misschien zelfs vaker ná zes maanden dan daarvoor. Dan zal de vreemdeling (net als voorheen) een aanvraag indienen met een beroep op artikel 8 EVRM of humanitaire gronden vanwege individuele omstandigheden. Omdat in de gevallen dat een aanvraag maximaal zes maanden na de eerste inreis wordt ingediend, ook aan artikel 8 EVRM en humanitaire gronden vanwege individuele omstandigheden wordt meegetoetst bij de eerste asielaanvraag, moet er bij een eventuele vervolgaanvraag sprake zijn van nieuwe feiten of omstandigheden, waardoor de kans dat onnodige vervolgaanvragen worden ingediend, wordt verkleind. Voor het overige wordt verwezen naar paragraaf 3, waarin uitgebreider op de gevolgen voor de werklast wordt ingegaan.
De Afdeling onderschrijft de in het consultatieverzoek verwoorde verwachting dat de zaakzwaarte enigszins zal toenemen omdat de ambtshalve toetsing meer beslispunten per zaak zal opleveren.
In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten