Nota van Toelichting wijziging Vb 1/1/14 (deel 6)
Ingevolge het derde lid blijft ambtshalve toetsing achterwege bij de aanvraag humanitair-regulier, indien de ambtshalve toetsingsgronden al aan de orde zijn geweest bij een eerdere beoordeling van een toelatingsaanvraag. Indien de vreemdeling meent in aanmerking te komen voor verblijf, zal hij een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het gewenste verblijfsdoel moeten indienen.
Op het moment dat een verblijfsvergunning humanitair-regulier voor bepaalde tijd wordt ingetrokken, bijvoorbeeld omdat niet meer wordt voldaan aan de beperking waaronder de vergunning is verleend, wordt op grond van het vijfde lid ambtshalve beoordeeld of er omstandigheden zijn die nopen tot verlening van een humanitair-reguliere verblijfsvergunning. Hetzelfde geldt voor de situatie dat een verlengingsaanvraag humanitair-regulier (bepaalde tijd) wordt afgewezen. Als deze beoordeling achterwege zou blijven, dan zouden op deze gronden weer niet-wenselijke vervolgprocedures kunnen worden gestart.
Indien tegen de vreemdeling een zwaar inreisverbod is uitgevaardigd, zal niet worden doorgetoetst. Een vreemdeling tegen wie een zwaar inreisverbod is uitgevaardigd, kan immers geen rechtmatig verblijf hebben of verkrijgen, met uitzondering van het rechtmatig verblijf gedurende de behandeling van een asielaanvraag (artikel 66a, zevende lid, Vw2000). Hetzelfde geldt in geval van ongewenstverklaring van de vreemdeling.
Indien de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd wordt afgewezen, wordt er niet doorgetoetst. De aanvrager valt in dat geval immers terug op zijn nog geldige verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Intrekking van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd is alleen mogelijk wegens langdurig verblijf buiten de Europese Unie dan wel Nederland, wegens verkrijging op frauduleuze wijze of wegens een actuele en ernstige bedreiging voor de openbare orde of de nationale veiligheid (artikel 22 Vw2000). Om die reden wordt ook bij intrekking van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd niet doorgetoetst.
Artikel 3.6a
Tot aan het tijdstip van inwerkingtreding van het onderhavige besluit werd bij de afwijzing van een asielaanvraag al bezien of er sprake was van een buitenschuldsituatie (artikel 3.48, tweede lid, onder a), een situatie als bedoeld in artikel 3.48, eerste lid, onder a, b of c (slachtoffer of getuige mensenhandel), of medische redenen die aan vertrek in de weg staan (artikel 64 Vw2000). Thans kan ook nog ambtshalve worden beoordeeld of alle omstandigheden tezamen leiden tot een zodanige situatie dat het gezinsleven bescherming verdient conform artikel 8 EVRM, of dat een zodanige situatie ontstaat dat er een vergunning zou moeten worden verleend op grond van tijdelijke humanitaire gronden vanwege individuele omstandigheden (artikel 3.48, tweede lid, onder b).
De ambtshalve toetsing aan het buitenschuldbeleid in de asielprocedure is vervallen. De reden hiervoor is beschreven in het algemene deel van de toelichting.
Zowel door het grotere aantal beleidskaders waaraan getoetst wordt, als door het feit dat sommige aspecten bij meer beleidskaders meewegen in de beoordeling (bijvoorbeeld medische aspecten bij artikel 8 EVRM en humanitaire gronden vanwege individuele omstandigheden), bestond de kans dat de asielzoeker voor meer humanitair-reguliere beleidskaders in aanmerking kwam met mogelijk een onoverzichtelijke verblijfsrechtelijke situatie. Voorkomen moet worden dat vreemdelingen na inwilliging doorprocederen voor een andere (sterkere) verblijfstitel of dat de IND – als eenmaal is geconcludeerd dat de vreemdeling voor ambtshalve verlening op grond van bijvoorbeeld artikel 8 EVRM in aanmerking komt – gehouden is om te beoordelen of de vreemdeling nog voor een andere vergunning in aanmerking komt. Het is daarom belangrijk een vaste toetsvolgorde aan te brengen in de reguliere beleidskaders en bij inwilliging niet verder te toetsen en dat in regelgeving te verankeren. Het nieuwe artikel 3.6a strekt daartoe.
Voorts is het van belang om ten aanzien van de ambtshalve toets in het kader van artikel 3.6a vast te leggen dat deze enkel plaatsvindt als de aanvraag voor verlening van een verblijfsvergunning asiel op inhoudelijke gronden is afgewezen (er hoeft dus bijvoorbeeld niet doorgetoetst te worden in geval van een afwijzing op grond van de Dublinverordening). Dit is geregeld in het tweede lid.
In eerste instantie wordt in het kader van artikel 3.6a getoetst aan artikel 8 EVRM, omdat dit de sterkste verblijfstitel kan opleveren. Vervolgens wordt bezien of de vreemdeling in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op tijdelijke humanitaire gronden als slachtoffer-aangever, slachtoffer of getuige-aangever van mensenhandel.
De tijdelijke humanitaire grond vanwege individuele omstandigheden staat onderaan de lijst van gronden waarop de verblijfsvergunning ambtshalve kan worden verleend. Immers, toepassing van deze grond die specifiek is voorbehouden aan de minister, kan pas aan de orde zijn als vaststaat dat er binnen het beleid geen passende oplossing kan worden getroffen voor de betreffende persoon.
Artikel 64 Vw2000 komt pas aan het eind aan de orde omdat er geen sprake is van een verblijfsvergunning, maar enkel van uitstel van vertrek. Dit is dan ook niet geregeld in artikel 3.6a, maar in artikel 6.1e. Verder kan artikel 64 Vw2000 enkel aan de orde zijn als van de vreemdeling wordt verlangd dat hij uit Nederland vertrekt.
Om te voorkomen dat een vreemdeling die al langere tijd illegaal in Nederland verblijft door het indienen van een asielaanvraag in aanmerking komt voor een humanitair-reguliere vergunning zonder dat hij aan de reguliere toelatingsvoorwaarden (met name het leges- en paspoortvereiste) hoeft te voldoen, zullen de humanitair-reguliere beleidskaders, artikel 8 EVRM en discretionair alleen worden meegetoetst als de asielzoeker zijn asielaanvraag binnen zes maanden na eerste inreis in Nederland heeft ingediend (derde lid). Indien het gaat om een vreemdeling die, nadat hij eerder in Nederland heeft verbleven, aantoonbaar is teruggekeerd naar zijn land van herkomst, zal de eerste aanvraag nadat hij (wederom) Nederland is ingereisd, eveneens als eerste asielaanvraag na inreis worden aangemerkt.
Inwilliging op een van de gronden van artikel 29 Vw2000 leidt tot een asielvergunning. Inwilliging op een van de humanitair-reguliere gronden leidt tot een reguliere verblijfsvergunning, met uitzondering van artikel 64 Vw2000 (uitstel van vertrek om gezondheidsredenen).
Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat in het kader van de behandeling van een eerste asielaanvraag de vreemdeling niet zoals bij een humanitair-reguliere aanvraag zelf de benodigde medische gegevens hoeft over te leggen (zie artikel 3.102b).
Op het moment dat een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd wordt ingetrokken, bijvoorbeeld omdat de situatie in het land van herkomst is gewijzigd, wordt op grond van het vijfde lid ambtshalve beoordeeld of er omstandigheden zijn die nopen tot verlening van een humanitair-reguliere verblijfsvergunning. Hetzelfde geldt voor de situatie dat een verlengingsaanvraag asiel (bepaalde tijd) wordt afgewezen. Als deze beoordeling achterwege zou blijven, dan zouden op deze gronden weer niet-wenselijke vervolgprocedures kunnen worden gestart.
Indien tegen de vreemdeling een zwaar inreisverbod is uitgevaardigd, zal niet worden doorgetoetst. Een vreemdeling tegen wie een zwaar inreisverbod is uitgevaardigd, kan immers geen rechtmatig verblijf hebben of verkrijgen, met uitzondering van het rechtmatig verblijf gedurende de behandeling van een asielaanvraag (artikel 66a, zevende lid, Vw2000). Hetzelfde geldt in geval van ongewenstverklaring van de vreemdeling.
Evenals dat het geval is bij de verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd, wordt er niet doorgetoetst indien de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd wordt afgewezen of indien een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd wordt ingetrokken.
In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
Reacties