„Iraanse christen gesteund door Raad van State”
30-11-2012 23:18
| Redactie politiek
Voordewind. Foto ANP
DEN HAAG – Bij het terugsturen van asielzoekers mag de overheid
niet het argument gebruiken dat zij in het land van herkomst best veilig
zijn mits zij hun geloof maar niet al te openlijk belijden, vindt de
Raad van State. De Stichting Gave is „blij met dit signaal.”
De uitspraak die de Raad van State vrijdag in deze kwestie
deed, ziet Marco Vos van de Stichting Gave als een vingerwijzing naar
ambtenaren die dit punt nog niet goed tussen de oren hebben. Vos: „In
september heeft het Hof van Justitie van de EU zich ook al in deze geest
uitgelaten. Ook dat sprak uit dat je van mensen, in zijn algemeenheid
gesproken, niet mag vragen dat zij hun geloof verborgen houden, om met
die redenering asielzoekers, bijvoorbeeld Iraanse christenen, terug te
sturen naar hun eigen land. Zo van: als je nu maar niet laat merken dat
je christen bent, ben je daar best veilig.”
Ook ChristenUnie-Kamerlid Voordewind is blij met de uitspraak van de Raad van State. „Dit punt heeft heel vaak gespeeld in Kamerdebatten over het asielbeleid. Ik heb zelf ook wel bijeenkomsten georganiseerd met Iraanse asielzoekers. Ook daarin kwam deze kwestie steeds ter sprake. Wat de Raad van State nu zegt, is een ondersteuning van wat mijn fractie altijd bepleit heeft.”
Op de keper beschouwd deed de Raad gisteren overigens uitspraak in twee verschillende zaken. Eén inzake een christelijke Iraanse asielzoeker die in beroep was gegaan tegen een rechterlijke uitspraak dat hij best terug kan naar zijn land mits hij zijn geloof niet openlijk belijdt. De Raad geeft de asielzoeker gelijk.
In de tweede zaak ging juist het kabinet in beroep tegen een rechterlijke uitspraak, omdat de betreffende rechter niet zou hebben meegewogen dat een asielzoeker in het land van herkomst geen gevaar loopt zolang hij zijn geloof bedekt houdt. In die zaak geeft de Raad van State het kabinet, in casu staatssecretaris Teeven, ongelijk.
Dat er van twee kanten bij de Raad van State beroep wordt aangetekend, laat zien dat rechters verschillend omgaan met het argument dat iemand in zijn land veilig is mits hij zijn geloof niet belijdt.
Volgens een woordvoerder van de Raad van State liggen er bij de Raad nog zo’n honderd gelijksoortige zaken die op behandeling wachten. Het ligt in de lijn der verwachting, aldus de woordvoerder, dat die door de Raad in dezelfde geest beoordeeld zullen worden als de twee zaken van gisteren.
Of een land van herkomst voor een asielzoeker veilig is, hangt overigens van meer factoren af dan alleen van de vraag of hij van plan is zijn geloof openlijk te belijden. Het punt van de veiligheid houdt ook verband met de vraag wélke gevaren een terugkerende asielzoeker in het land van herkomst dan precies bedreigen. Voordewind: „Het is dus aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) om de uitspraak van de Raad van State te wegen in de totale context van de situatie van een asielzoeker.”
Vos ziet in de uitspraak van de Raad van State een duidelijk signaal naar de IND. „Volgens mij zegt de Raad eigenlijk tegen de IND: Trek beroepszaken die zich concentreren op dit punt, of van een asielzoeker gevraagd mag worden in het land van herkomst zijn geloof niet openlijk te belijden, liever in. Haal die alsjeblieft uit de ambtelijke en gerechtelijke molen. Want dat kost allemaal veel tijd en houdt mensen onnodig lang in onzekerheid.”
Ook ChristenUnie-Kamerlid Voordewind is blij met de uitspraak van de Raad van State. „Dit punt heeft heel vaak gespeeld in Kamerdebatten over het asielbeleid. Ik heb zelf ook wel bijeenkomsten georganiseerd met Iraanse asielzoekers. Ook daarin kwam deze kwestie steeds ter sprake. Wat de Raad van State nu zegt, is een ondersteuning van wat mijn fractie altijd bepleit heeft.”
Op de keper beschouwd deed de Raad gisteren overigens uitspraak in twee verschillende zaken. Eén inzake een christelijke Iraanse asielzoeker die in beroep was gegaan tegen een rechterlijke uitspraak dat hij best terug kan naar zijn land mits hij zijn geloof niet openlijk belijdt. De Raad geeft de asielzoeker gelijk.
In de tweede zaak ging juist het kabinet in beroep tegen een rechterlijke uitspraak, omdat de betreffende rechter niet zou hebben meegewogen dat een asielzoeker in het land van herkomst geen gevaar loopt zolang hij zijn geloof bedekt houdt. In die zaak geeft de Raad van State het kabinet, in casu staatssecretaris Teeven, ongelijk.
Dat er van twee kanten bij de Raad van State beroep wordt aangetekend, laat zien dat rechters verschillend omgaan met het argument dat iemand in zijn land veilig is mits hij zijn geloof niet belijdt.
Volgens een woordvoerder van de Raad van State liggen er bij de Raad nog zo’n honderd gelijksoortige zaken die op behandeling wachten. Het ligt in de lijn der verwachting, aldus de woordvoerder, dat die door de Raad in dezelfde geest beoordeeld zullen worden als de twee zaken van gisteren.
Of een land van herkomst voor een asielzoeker veilig is, hangt overigens van meer factoren af dan alleen van de vraag of hij van plan is zijn geloof openlijk te belijden. Het punt van de veiligheid houdt ook verband met de vraag wélke gevaren een terugkerende asielzoeker in het land van herkomst dan precies bedreigen. Voordewind: „Het is dus aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) om de uitspraak van de Raad van State te wegen in de totale context van de situatie van een asielzoeker.”
Vos ziet in de uitspraak van de Raad van State een duidelijk signaal naar de IND. „Volgens mij zegt de Raad eigenlijk tegen de IND: Trek beroepszaken die zich concentreren op dit punt, of van een asielzoeker gevraagd mag worden in het land van herkomst zijn geloof niet openlijk te belijden, liever in. Haal die alsjeblieft uit de ambtelijke en gerechtelijke molen. Want dat kost allemaal veel tijd en houdt mensen onnodig lang in onzekerheid.”
Bron: http://www.refdag.nl/nieuws/binnenland/iraanse_christen_gesteund_door_raad_van_state_1_695860
Law blog
Tweet
Reacties