Maggie De Block haalt 100 vluchtelingen naar België
Kwetsbare groepen en slachtoffers van geweld krijgen hier nieuwe kansen
Maggie De Block zal in 2013 niet alleen asielzoekers
uitwijzen, de staatssecretaris voor Asiel en Migratie haalt volgend
jaar ook honderd vluchtelingen uit Afrikaanse kampen naar ons land.
‘Mensen die écht hulp nodig hebben', zegt De Block. Zoals de familie
Tesfaldet uit Eritrea. ‘We hadden de keuze: vluchten of sterven.'
Vluchtelingen actief naar België halen, het kan
vreemd klinken. Maar Maggie De Block doet dat niet zonder reden,
verzekert ze. ‘Dit zijn mensen die onze hulp echt verdienen, die
bescherming nodig hebben. Kwetsbare groepen zoals vrouwen met kinderen
die in eigen land hun leven riskeren, of overlevenden van geweld en
foltering. Die mensen opvangen is mijn basisopdracht.'
Dus haalt de staatssecretaris in het komende jaar honderd van die vluchtelingen naar ons land. Bedoeling is om hen weg te halen uit de uitzichtloze situatie in de vluchtelingenkampen waar ze nu verblijven en hen een onderkomen te geven in België. Eerder kwamen al enkele gezinnen op die manier in ons land terecht.
Zonder Nederlands geen job
De familie Tesfaldet uit Eritrea bewijst dat de aanpak levens kan redden. Habtay (44) en zijn vrouw Natsenet (33) kwamen goed een jaar geleden aan in België. Via de liefdadigheidsorganisatie Caritas vonden ze onderdak in Dilbeek.
‘In België hoeven we niet bang te zijn. Hier kunnen we gerust slapen', zegt Habtay in meer dan behoorlijk Nederlands. Vier keer per week gaat hij naar de Nederlandse les. Zijn vrouw gaat twee keer per week. ‘Want: zonder Nederlands geen job. Ik heb me wel al ingeschreven bij de VDAB. Ik wil graag werken als chauffeur, net zoals in mijn geboorteland.'
In Eritrea werkte de man voor een Britse ngo. Tot de wagen die hij bestuurde onder vuur werd genomen door islamistische terroristen. ‘Ze omsingelden ons. Van vier kanten werden we onder vuur genomen met machinegeweren. Twee van mijn collega's stierven bij die aanval. Ik werd geraakt door vier kogels.'
Dus besloten Habtay en Natsenet om te vluchten. Te voet. ‘Het was dat of sterven. Door de woestijn trokken we richting Soedan. Dagenlang. Zonder eten of drinken. Zes mensen van onze groep stierven van de dorst.' Maar het koppel haalde het en kwam uiteindelijk met een aftandse terreinwagen in Libië terecht.
Maar ook daar liepen ze gevaar. De Eritreeërs zijn devote christenen en waren niet welkom in het islamitische land. Dus zond de VN de twee naar België. Caritas zorgde voor een onderkomen en het OCMW geeft steun totdat Habtay de job vindt die hij zo graag wil.
‘We zijn zo dankbaar dat we in België zijn', zegt hij. ‘Hier wordt niet geschoten, hier vlieg je de gevangenis niet in als je zegt wat je denkt. Hopelijk is dat op een dag ook het geval in Eritrea. We bidden er elke week voor in de kerk in Brussel. Inch'Allah , als God het wil.'
Op zoek naar onderdak
Die ‘hervestiging', zoals dat heet, kadert in een programma van het vluchtelingencommissariaat van de Verenigde Naties. Ons land zegde toe om honderd van die vluchtelingen op te vangen en is nu via de OCMW's op zoek naar huisvesting voor hen. Eerder al kwamen Afrikaanse vluchtelingen via zo'n hervestigingsprogramma in ons land terecht. Maar voor het eerst gebeurt dat in 2013 op een gestructureerde manier.
Dus haalt de staatssecretaris in het komende jaar honderd van die vluchtelingen naar ons land. Bedoeling is om hen weg te halen uit de uitzichtloze situatie in de vluchtelingenkampen waar ze nu verblijven en hen een onderkomen te geven in België. Eerder kwamen al enkele gezinnen op die manier in ons land terecht.
Zonder Nederlands geen job
De familie Tesfaldet uit Eritrea bewijst dat de aanpak levens kan redden. Habtay (44) en zijn vrouw Natsenet (33) kwamen goed een jaar geleden aan in België. Via de liefdadigheidsorganisatie Caritas vonden ze onderdak in Dilbeek.
‘In België hoeven we niet bang te zijn. Hier kunnen we gerust slapen', zegt Habtay in meer dan behoorlijk Nederlands. Vier keer per week gaat hij naar de Nederlandse les. Zijn vrouw gaat twee keer per week. ‘Want: zonder Nederlands geen job. Ik heb me wel al ingeschreven bij de VDAB. Ik wil graag werken als chauffeur, net zoals in mijn geboorteland.'
In Eritrea werkte de man voor een Britse ngo. Tot de wagen die hij bestuurde onder vuur werd genomen door islamistische terroristen. ‘Ze omsingelden ons. Van vier kanten werden we onder vuur genomen met machinegeweren. Twee van mijn collega's stierven bij die aanval. Ik werd geraakt door vier kogels.'
Dus besloten Habtay en Natsenet om te vluchten. Te voet. ‘Het was dat of sterven. Door de woestijn trokken we richting Soedan. Dagenlang. Zonder eten of drinken. Zes mensen van onze groep stierven van de dorst.' Maar het koppel haalde het en kwam uiteindelijk met een aftandse terreinwagen in Libië terecht.
Maar ook daar liepen ze gevaar. De Eritreeërs zijn devote christenen en waren niet welkom in het islamitische land. Dus zond de VN de twee naar België. Caritas zorgde voor een onderkomen en het OCMW geeft steun totdat Habtay de job vindt die hij zo graag wil.
‘We zijn zo dankbaar dat we in België zijn', zegt hij. ‘Hier wordt niet geschoten, hier vlieg je de gevangenis niet in als je zegt wat je denkt. Hopelijk is dat op een dag ook het geval in Eritrea. We bidden er elke week voor in de kerk in Brussel. Inch'Allah , als God het wil.'
Op zoek naar onderdak
Die ‘hervestiging', zoals dat heet, kadert in een programma van het vluchtelingencommissariaat van de Verenigde Naties. Ons land zegde toe om honderd van die vluchtelingen op te vangen en is nu via de OCMW's op zoek naar huisvesting voor hen. Eerder al kwamen Afrikaanse vluchtelingen via zo'n hervestigingsprogramma in ons land terecht. Maar voor het eerst gebeurt dat in 2013 op een gestructureerde manier.
Bron: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20121221_00411462
Law blog
Tweet
Reacties