Eenpitters zijn een gevaar voor de advocatuur
De voorzitter van de Orde van
Advocaten, Jan Loorbach, maakt zich zorgen over de grote toename van het
aantal eenpitters in de advocatuur.
Dit zei Loorbach
vrijdag tegen BNR’s Paul van Liempt. Het aantal eenpitters in de advocatuur bedroeg
in 2012 2.286, het hoogste aantal ooit. Dit schreef Rabobank in haar rapport Rabobank Cijfers & Trends. Eenpitters maken nu
ruim 50 procent van de balie uit.
Sociale controle“Ik denk dat het gevaar van eenpitters is dat zij de sociale controle sterk missen. Als je alles in je eentje moet uitvinden, kan dat makkelijk leiden tot een te laat ontdekte achterblijvende kwaliteit”, aldus Loorbach.
DwangLoorbach legt bij BNR uit dat de Orde van Advocaten niet bevoegd is om het aantal eenpitters terug te brengen: “Wij zijn als orde weliswaar een publiekrechtelijke organisatie, maar niet een die via dwang mensen kan verbieden om in hun eentje advocatuur uit te oefenen.”
ToetsingOm de kwaliteit van de advocatuur te bewaken, kan de Orde van Advocaten volgens Loorbach wel regels opstellen over bijvoorbeeld intercollegiale toetsing en over de inrichting van de praktijk. “Dan worden eenpitters meer gecontroleerd dan nu het geval is.”
Loorbach noemt kwaliteitsbewaking van eenpitters met name een zaak van lokale dekens.
Sociale controle“Ik denk dat het gevaar van eenpitters is dat zij de sociale controle sterk missen. Als je alles in je eentje moet uitvinden, kan dat makkelijk leiden tot een te laat ontdekte achterblijvende kwaliteit”, aldus Loorbach.
DwangLoorbach legt bij BNR uit dat de Orde van Advocaten niet bevoegd is om het aantal eenpitters terug te brengen: “Wij zijn als orde weliswaar een publiekrechtelijke organisatie, maar niet een die via dwang mensen kan verbieden om in hun eentje advocatuur uit te oefenen.”
ToetsingOm de kwaliteit van de advocatuur te bewaken, kan de Orde van Advocaten volgens Loorbach wel regels opstellen over bijvoorbeeld intercollegiale toetsing en over de inrichting van de praktijk. “Dan worden eenpitters meer gecontroleerd dan nu het geval is.”
Loorbach noemt kwaliteitsbewaking van eenpitters met name een zaak van lokale dekens.
Bron: http://www.bnr.nl/programma/juridischezaken/891688-1212/eenpitters-zijn-een-gevaar-voor-de-advocatuur?goback=.gmp_1624427.anh_1624427_1356703594283_1.gmp_1624427.gde_1624427_member_199537254.gmp_1624427.gde_1624427_member_199534401
Om eerlijk te zijn denk ik niet dat kwaliteit door het samenwerken met andere collega's in een kantoor gegarandeerd wordt. Wel door het hebben van een goede patroon als iemand het nog aan het leren is. Als die een ECHTE begeleider is zal die de eerste maanden met een grote rode pen door de stukken gaan en met iemand naar zitting gaan. Wanneer iemand op een kantoor werkt waar iedereen zijn specialistische rechstgebied heeft kan het hebben van een collega om de hoek helpen met een vraag over hoe om te gaan met een vervelende client maar niet zozeer inhoudelijk. Ik heb ook aan den lijve ondervonden dat dan vaak de directeur van zo'n kantoor het helemaal niet op prijs stelt dat zijn medewerkers in plaats van ieder declarabele uren maken samen overleggen. Misschien dat juist een goedwillende eenpitter in het huidige internettijdperk gebruik maakt van collegiaal overleg over de mail, binnen Linkedingroepen en dergelijke. En zo is er in Rotterdam een werkgroep Vreemdelingenrecht met veel eenpitters die eens in de acht weken samenkomt voor werkoverleg/cursus/zaaksbespreking en waarvan de leden ook over de mail met een rondzingmail overleggen als ze tegen een probleem aanlopen. Ik persoonlijk denk dat het meer een kwestie is van de instelling van een advocaat dan met hoeveel mensen hij een pand deelt. Wil je echt kwaliteit leveren of alleen gauw veel geld verdienen?
Law blog
Tweet
Reacties