Na discussies over terugsturem Tamils na Sri Lanka in Engeland nu ook een Nederlandse zaak (uitspraak rechtbank)
LJN: BY6971, Rechtbank Middelburg , Awb 11/16209
Datum uitspraak: 06-12-2012
Datum publicatie: 20-12-2012
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Tamil, 3 EVRM
Vindplaats(en): Rechtspraak.nl
(....)
5. Eiser heeft ter onderbouwing van de navolgende gronden de volgende stukken overgelegd:
- Out of het Silence: New Evidence of Ongoing Torture in Sri Lanka 2009-2011, Freedom from Torture,
- Locked Away: Sri Lanka’s Security Detainees, Amnesty International, March 2012,
- Sri Lanka’s North II: Rebuilding under the Military, International Crisis Group, 16 March 2012,
- Treatment of Failed Asylum Seekers, Tamils Against Genocide, May 2012.
Eiser heeft vervolgens de volgende uitspraken en stukken overgelegd die betrekking hebben op asielprocedures van Tamils uit Sri Lanka :
- een verzoek van 16 augustus 2012, gericht aan deze rechtbank, nevenlocatie Rotterdam, om heropening van onderzoek van een naar Sri Lanka teruggekeerde asielzoeker, een verklaring van M.B.M. Mahir, Attorney-at-Law betreffende de detentie bij aankomst in Sri Lanka van een met name genoemde persoon,
- een proces-verbaal van 20 augustus 2012 van deze rechtbank, nevenlocatie Arnhem betreffende deze persoon,
- een uitspraak van 10 juli 2012 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, nevenlocatie Haarlem,
- een uitspraak van 22 juni 2012 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, nevenlocatie Arnhem,
- een uitspraak van 19 juni 2012 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, nevenlocatie Zwolle,
- een uitspraak van 6 juni 2012 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, nevenlocatie Zwolle,
- Statement of facts and questions van 15 maart 2012 van het Europese hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaak N. en anderen tegen het Verenigd Koninkrijk (nr. 16458).
Eiser heeft voorts geciteerd uit de volgende overgelegde persberichten:
- van 24 februari 2012, Human Rights Watch (HRW), Sri Lanka, Tamils gemarteld na terugkeer uit VK,
- van 13 maart 2012, Amnesty, Sri Lanka, illegale detentie houdt aan,
- 16 maart 2012: ICG, Sri Lanka, Opbouw Noordelijke Provincie, discriminatie en spanningen Tamils,
- 28 april 2012, TamilNet, Sri Lanka, Gedeporteerde Tamil vanuit UK gedood en arrestaties gedeporteerde Tamils,
- Mei 2012, Tamils against Genocide, behandeling teruggekeerde asielzoekers,
- 23 mei 2012, UK Parliament, Sri Lanka, motie over deportatie Tamils,
- 29 mei 2012, HRW, Sri Lanka, opnieuw marteling terugkeerders, UK moet deportaties stoppen,
- 31 mei 2012, The Independent, Sri Lanka, Deportatie vindt geen doorgang mogelijk marteling bij terugkeer,
- 31 mei 2012, The Independent, Sri Lanka, dreigende deportatie Tamils,
- 1 juni 2012, The Independent, Sri Lanka, Rechter houdt deportatie Tamil tegen,
- 7 juli 2011, Freedom from torture, Sri Lanka, Marteling LTTE verdachten gaat door.
Eiser heeft voorts nog het volgende overgelegd:
- een brief van 7 augustus 2012 van HRW (met bijlagen) gericht aan minister Leers,
- Kamervragen van Groen Links aan de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel van 28 augustus 2012 naar aanleiding van het bericht dat naar Sri Lanka uitgezette Tamils zijn gedetineerd en gemarteld.
6. Eiser stelt dat het risico op schending van artikel 3 van het EVRM dient te worden beoordeeld aan de hand van een lijst van risicofactoren zoals genoemd in de uitspraak van het EHRM van 17 juli 2008, NA tegen het Verenigd Koninkrijk, LJN: BF0248. Ten onrechte heeft verweerder deze factoren niet kenbaar in de beoordeling betrokken. Verder miskent verweerder dat Tamils uit het Noorden die zich in Colombo vestigen in de verhoogde aandacht staan van de autoriteiten. Hij wijst daarbij op een rapport van de Schweizerische FlüchtlingsHilfe van 1 december 2010 en het ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van juni 2010: Tamils worden bij terugkeer op het vliegveld tijdens de ondervragingen blootgesteld aan behandelingen die strijdig zijn met artikel 3 van het EVRM.
Eiser heeft zich voorts nog beroepen diverse rapporten zoals het rapport “Out of the Silence: new evidence of ongoing torture in Sri Lanka 2009-2011” van de Britse organisatie Freedom from Torture.
Ook heeft eiser zich beroepen op WBV 2012/10 en heeft vervolgens nog diverse documenten overgelegd. Volgens eiser blijkt nu eerst dat terugkerende Tamil asielzoekers worden blootgesteld aan marteling op de luchthaven in Colombo. Niet is er louter sprake van een verslechtering van de behandeling maar er zijn concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid van het meest recente ambtsbericht van juli 2011 met betrekking tot de problemen die zij ondervinden bij terugkeer.
Eiser verwijst -onder andere- naar een bericht van The Independent van 1 juni 2012 en een persbericht van Human Rights Watch van 29 mei 2012. Uit een uitspraak van de Britse High Court of Justice van 31 mei 2012 blijkt dat dit persbericht de aanleiding is geweest om een uitzetting van Tamils op te schorten.
Ook heeft eiser ter onderbouwing van de situatie waarin terugkerende Tamils komen te verkeren een aantal uitspraken overgelegd.
In het licht van het voorgaande is volgens eiser verblijf op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 aangewezen. Tot slot heeft eiser gesteld dat er concrete twijfels bestaan over de juistheid en volledigheid van het BMA-advies van 24 januari 2011 en verwijst daartoe naar de brief van 18 mei 2011 van zijn behandelaars en de mail van 28 augustus 2012 als reactie op het actuele BMA-rapport van 27 maart 2012. Schending van artikel 3 van het EVRM dreigt nu hij niet in zijn voormalige woonplaats een medische behandeling kan ondergaan. De hoofdstad Colombo is in dit kader geen binnenlands vestigingsalternatief voor eiser.
7. Verweerder heeft zich naar aanleiding van de door eiser in beroep overgelegde stukken (bij fax van 12 september 2012 in het kader van artikel 83 van de Vw 2000) -samengevat- op het volgende standpunt gesteld. In het licht van het beroep op artikel 3 van het EVRM is in het bestreden besluit bezien of er sprake is van risicofactoren die aanleiding vormen om een schending van artikel 3 van het EVRM aan te nemen. De overgelegde informatie doet geen afbreuk hieraan, omdat het relaas van eiser ongeloofwaardig is bevonden en de banden met de LTTE niet aannemelijk zijn geworden. De rapporten waarin wel sprake is van banden met de LTTE kunnen om die reden buiten beschouwing blijven. De berichten over de behandeling van andere Sri Lankanen kunnen om dezelfde reden evenmin tot een ander oordeel leiden.
De stukken die zijn overgelegd zijn geen concrete aanknopingspunten voor twijfel aan het ambtsbericht van juli 2011 en aan WBV 2012/10. Niet elke Tamil loopt bij terugkeer risico op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM. Bepalend zijn de risicofactoren zoals genoemd in WBV 2012/10. Hiervan is echter in dit geval geen sprake, aldus verweerder.
De rechtbank overweegt als volgt.
(.....)
13. Met betrekking tot het gestelde risico op schending van artikel 3 van het EVRM oordeelt de rechtbank als volgt. Niet in geschil is dat eiser een jonge Tamil is, dat hij afkomstig is uit LTTE gebied (het laatste bolwerk), littekens heeft, niet over documenten beschikt en een afgewezen asielzoeker is. De vraag dient te worden beantwoord of het ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van juli 2011 over de terugkeer van Tamils naar Sri Lanka in het licht van al hetgeen door eiser is aangedragen nog wel actueel is en of de situatie niet wezenlijk veranderd is. Niet valt uit te sluiten dat personen met dezelfde kenmerken als eiser bij terugkeer op de luchthaven van Colombo een behandeling wacht die strijdig is met artikel 3 van het EVRM. Ook de recente Nederlandse zaken en uitspraken die eiser heeft overgelegd roepen vragen op over het risico dat Tamils zoals eiser lopen bij terugkeer naar Sri Lanka. Verweerder kan naar het oordeel van de rechtbank hieromtrent niet volstaan met een opmerking ter zitting dat onduidelijk is wat er in die zaken speelde. De beoordeling of er sprake is van een reëel risico dient immers met grote nauwgezetheid (rigorous scrutiny) plaats te vinden. Hiervan is in dit geval onvoldoende gebleken.
14. De rechtbank is van oordeel dat met hetgeen eiser heeft overgelegd voldoende aannemelijk is geworden dat de situatie van terugkerende afgewezen Tamil asielzoekers in 2012 wezenlijk is verslechterd ten opzichte van de in het ambtsbericht van juli 2011 beschreven periode. Gelet op het voorgaande is het beroep gegrond en moet het bestreden besluit worden vernietigd wegens strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verweerder dient een nieuw besluit te nemen.
Bron: www.rechtspraak.nl/ljn.asp?ljn=BY6971
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
Tweet
Datum uitspraak: 06-12-2012
Datum publicatie: 20-12-2012
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Tamil, 3 EVRM
Vindplaats(en): Rechtspraak.nl
(....)
5. Eiser heeft ter onderbouwing van de navolgende gronden de volgende stukken overgelegd:
- Out of het Silence: New Evidence of Ongoing Torture in Sri Lanka 2009-2011, Freedom from Torture,
- Locked Away: Sri Lanka’s Security Detainees, Amnesty International, March 2012,
- Sri Lanka’s North II: Rebuilding under the Military, International Crisis Group, 16 March 2012,
- Treatment of Failed Asylum Seekers, Tamils Against Genocide, May 2012.
Eiser heeft vervolgens de volgende uitspraken en stukken overgelegd die betrekking hebben op asielprocedures van Tamils uit Sri Lanka :
- een verzoek van 16 augustus 2012, gericht aan deze rechtbank, nevenlocatie Rotterdam, om heropening van onderzoek van een naar Sri Lanka teruggekeerde asielzoeker, een verklaring van M.B.M. Mahir, Attorney-at-Law betreffende de detentie bij aankomst in Sri Lanka van een met name genoemde persoon,
- een proces-verbaal van 20 augustus 2012 van deze rechtbank, nevenlocatie Arnhem betreffende deze persoon,
- een uitspraak van 10 juli 2012 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, nevenlocatie Haarlem,
- een uitspraak van 22 juni 2012 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, nevenlocatie Arnhem,
- een uitspraak van 19 juni 2012 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, nevenlocatie Zwolle,
- een uitspraak van 6 juni 2012 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, nevenlocatie Zwolle,
- Statement of facts and questions van 15 maart 2012 van het Europese hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaak N. en anderen tegen het Verenigd Koninkrijk (nr. 16458).
Eiser heeft voorts geciteerd uit de volgende overgelegde persberichten:
- van 24 februari 2012, Human Rights Watch (HRW), Sri Lanka, Tamils gemarteld na terugkeer uit VK,
- van 13 maart 2012, Amnesty, Sri Lanka, illegale detentie houdt aan,
- 16 maart 2012: ICG, Sri Lanka, Opbouw Noordelijke Provincie, discriminatie en spanningen Tamils,
- 28 april 2012, TamilNet, Sri Lanka, Gedeporteerde Tamil vanuit UK gedood en arrestaties gedeporteerde Tamils,
- Mei 2012, Tamils against Genocide, behandeling teruggekeerde asielzoekers,
- 23 mei 2012, UK Parliament, Sri Lanka, motie over deportatie Tamils,
- 29 mei 2012, HRW, Sri Lanka, opnieuw marteling terugkeerders, UK moet deportaties stoppen,
- 31 mei 2012, The Independent, Sri Lanka, Deportatie vindt geen doorgang mogelijk marteling bij terugkeer,
- 31 mei 2012, The Independent, Sri Lanka, dreigende deportatie Tamils,
- 1 juni 2012, The Independent, Sri Lanka, Rechter houdt deportatie Tamil tegen,
- 7 juli 2011, Freedom from torture, Sri Lanka, Marteling LTTE verdachten gaat door.
Eiser heeft voorts nog het volgende overgelegd:
- een brief van 7 augustus 2012 van HRW (met bijlagen) gericht aan minister Leers,
- Kamervragen van Groen Links aan de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel van 28 augustus 2012 naar aanleiding van het bericht dat naar Sri Lanka uitgezette Tamils zijn gedetineerd en gemarteld.
6. Eiser stelt dat het risico op schending van artikel 3 van het EVRM dient te worden beoordeeld aan de hand van een lijst van risicofactoren zoals genoemd in de uitspraak van het EHRM van 17 juli 2008, NA tegen het Verenigd Koninkrijk, LJN: BF0248. Ten onrechte heeft verweerder deze factoren niet kenbaar in de beoordeling betrokken. Verder miskent verweerder dat Tamils uit het Noorden die zich in Colombo vestigen in de verhoogde aandacht staan van de autoriteiten. Hij wijst daarbij op een rapport van de Schweizerische FlüchtlingsHilfe van 1 december 2010 en het ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van juni 2010: Tamils worden bij terugkeer op het vliegveld tijdens de ondervragingen blootgesteld aan behandelingen die strijdig zijn met artikel 3 van het EVRM.
Eiser heeft zich voorts nog beroepen diverse rapporten zoals het rapport “Out of the Silence: new evidence of ongoing torture in Sri Lanka 2009-2011” van de Britse organisatie Freedom from Torture.
Ook heeft eiser zich beroepen op WBV 2012/10 en heeft vervolgens nog diverse documenten overgelegd. Volgens eiser blijkt nu eerst dat terugkerende Tamil asielzoekers worden blootgesteld aan marteling op de luchthaven in Colombo. Niet is er louter sprake van een verslechtering van de behandeling maar er zijn concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid van het meest recente ambtsbericht van juli 2011 met betrekking tot de problemen die zij ondervinden bij terugkeer.
Eiser verwijst -onder andere- naar een bericht van The Independent van 1 juni 2012 en een persbericht van Human Rights Watch van 29 mei 2012. Uit een uitspraak van de Britse High Court of Justice van 31 mei 2012 blijkt dat dit persbericht de aanleiding is geweest om een uitzetting van Tamils op te schorten.
Ook heeft eiser ter onderbouwing van de situatie waarin terugkerende Tamils komen te verkeren een aantal uitspraken overgelegd.
In het licht van het voorgaande is volgens eiser verblijf op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 aangewezen. Tot slot heeft eiser gesteld dat er concrete twijfels bestaan over de juistheid en volledigheid van het BMA-advies van 24 januari 2011 en verwijst daartoe naar de brief van 18 mei 2011 van zijn behandelaars en de mail van 28 augustus 2012 als reactie op het actuele BMA-rapport van 27 maart 2012. Schending van artikel 3 van het EVRM dreigt nu hij niet in zijn voormalige woonplaats een medische behandeling kan ondergaan. De hoofdstad Colombo is in dit kader geen binnenlands vestigingsalternatief voor eiser.
7. Verweerder heeft zich naar aanleiding van de door eiser in beroep overgelegde stukken (bij fax van 12 september 2012 in het kader van artikel 83 van de Vw 2000) -samengevat- op het volgende standpunt gesteld. In het licht van het beroep op artikel 3 van het EVRM is in het bestreden besluit bezien of er sprake is van risicofactoren die aanleiding vormen om een schending van artikel 3 van het EVRM aan te nemen. De overgelegde informatie doet geen afbreuk hieraan, omdat het relaas van eiser ongeloofwaardig is bevonden en de banden met de LTTE niet aannemelijk zijn geworden. De rapporten waarin wel sprake is van banden met de LTTE kunnen om die reden buiten beschouwing blijven. De berichten over de behandeling van andere Sri Lankanen kunnen om dezelfde reden evenmin tot een ander oordeel leiden.
De stukken die zijn overgelegd zijn geen concrete aanknopingspunten voor twijfel aan het ambtsbericht van juli 2011 en aan WBV 2012/10. Niet elke Tamil loopt bij terugkeer risico op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM. Bepalend zijn de risicofactoren zoals genoemd in WBV 2012/10. Hiervan is echter in dit geval geen sprake, aldus verweerder.
De rechtbank overweegt als volgt.
(.....)
13. Met betrekking tot het gestelde risico op schending van artikel 3 van het EVRM oordeelt de rechtbank als volgt. Niet in geschil is dat eiser een jonge Tamil is, dat hij afkomstig is uit LTTE gebied (het laatste bolwerk), littekens heeft, niet over documenten beschikt en een afgewezen asielzoeker is. De vraag dient te worden beantwoord of het ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van juli 2011 over de terugkeer van Tamils naar Sri Lanka in het licht van al hetgeen door eiser is aangedragen nog wel actueel is en of de situatie niet wezenlijk veranderd is. Niet valt uit te sluiten dat personen met dezelfde kenmerken als eiser bij terugkeer op de luchthaven van Colombo een behandeling wacht die strijdig is met artikel 3 van het EVRM. Ook de recente Nederlandse zaken en uitspraken die eiser heeft overgelegd roepen vragen op over het risico dat Tamils zoals eiser lopen bij terugkeer naar Sri Lanka. Verweerder kan naar het oordeel van de rechtbank hieromtrent niet volstaan met een opmerking ter zitting dat onduidelijk is wat er in die zaken speelde. De beoordeling of er sprake is van een reëel risico dient immers met grote nauwgezetheid (rigorous scrutiny) plaats te vinden. Hiervan is in dit geval onvoldoende gebleken.
14. De rechtbank is van oordeel dat met hetgeen eiser heeft overgelegd voldoende aannemelijk is geworden dat de situatie van terugkerende afgewezen Tamil asielzoekers in 2012 wezenlijk is verslechterd ten opzichte van de in het ambtsbericht van juli 2011 beschreven periode. Gelet op het voorgaande is het beroep gegrond en moet het bestreden besluit worden vernietigd wegens strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verweerder dient een nieuw besluit te nemen.
Bron: www.rechtspraak.nl/ljn.asp?ljn=BY6971
Law blog
Tweet
Reacties