Beroep op het Turks Associatieverdrag in het kader van het omzetten van een Turks naar een Nederlands rijbewijs faalt (brief)

Mevrouw De Vries stuurde mij deze brief door:


geachte mevrouw De Vries

via de e-mail heeft u op 18 maart jl. gevraagd waarom uw man zijn Turkse rijbewijs niet kan omwisselen voor een Nederlands rijbewijs. U verwees daarbij naar het Associatieverdrag met Turkije.

In antwoord hierop bericht ik u als volgt. De Associatieraad heeft geen besluiten genomen met betrekking tot de inwisselbaarheid van EU en Turkse rijbewijzen. Door het Turkse rijbewijs niet inwisselbaar te achten tegen een Nederlands EU rijbewijs continueert Nederland de situatie van voor het aannemen van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije en werpt Nederland dientengevolge geen nieuwe belemmering op. Het Associatieverdrag biedt geen grond voor de inwisselbaarheid van een Turks rijbewijs tegen een EU rijbewijs in Nederland zonder dat de houder van het eerstgenoemde rijbewijs opnieuw de rijvaardigheid en geschiktheid aan moet tonen. De eis dat uw man, om in aanmerking te komen voor een Nederlands rijbewijs, zijn rijvaardigheid en geschiktheid moet aantonen en aan de overige voorwaarden moet voldoen ter verkrijging van een Nederlands rijbewijs, zijn derhalve terecht en niet in strijd met het Associatieverdrag.

Deze conclusie is gebaseerd op de volgende overwegingen:
Allereerst is bezien of de Associatieovereenkomst en de aanvullende protocollen een grond bevatten voor de gelijkstelling van het Turkse rijbewijs aan een rijbewijs van (één van) de lidstaten van de EU (waaronder Nederland) en het omwisselen van het Turkse rijbewijs tegen zo een rijbewijs.

In de Associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije komt de eventuele gelijkstelling van het Turkse rijbewijs aan een rijbewijs van (één van)de lidstaten van de EU of het omwisselen van het Turkse rijbewijs tegen zo een rijbewijs niet uitdrukkelijk aan de orde. Er is dus geen directe grond.

Vervolgens is bezien of de bepalingen over het vrij verkeer van werknemers in de Associatieovereenkomst een basis zouden kunnen bieden voor gelijkstelling van de rijbewijzen en het omwisselen ervan.

Hiervoor is vooral gekeken naar artikel 12 van de Associatieovereenkomst ("De overeenkomstsluitende partijen komen overeen zich te laten leiden door de artikelen [39 EG], [40 EG] en [41 EG], teneinde onderling geleidelijk het vrije verkeer van werknemers tot stand te brengen."). Het gaat dan voornamelijk om artikel 45 lid 1 en 3 sub b VWEU (oud artikel 39 lid 1 en 3 sub b EG).

Allereerst is het voor de toepasselijkheid van deze bepaling van belang dat betrokkene werknemer is in de zin van het verdrag. Indien hier aan is voldaan, zou een zeer ruime uitleg van lid 3 sub b van bovenstaand artikel kunnen betekenen dat de niet-inwisselbaarheid van de rijbewijzen als een belemmering wordt gezien. Bijvoorbeeld doordat betrokkene niet of minder naar zijn werk kan komen of zijn werk kan uitvoeren. Hierbij moet worden aangetekend dat artikel 39 lid 3 EG expliciet aangeeft dat er uit hoofde van o.a. de openbare veiligheid en volksgezondheid beperkingen zijn toegestaan van de onder sub b van dat lid genoemde vrijheid. Verkeersveiligheid kan dus een gerechtvaardigde grond voor een beperking van dit lid opleveren.

Op grond van jurisprudentie van het Europees Hof moeten deze bepalingen gezamenlijk zo worden geïnterpreteerd dat, zolang de Associatieraad geen specifieke besluiten heeft genomen op desbetreffend gebied, de regel geldt dat er geen nieuwe beperkende maatregelen mogen worden ingevoerd die het vrije verkeer van Turkse werknemers verder beperken dan de situatie van bij het sluiten van de associatieovereenkomst. De Associatieraad neemt zulke besluiten op grond van artikel 22 Associatieovereenkomst.

Hierbij zijn twee vragen relevant. Ten eerste dient te worden nagegaan of de Associatieraad tot op heden een dergelijk besluit heeft genomen met betrekking tot de inwisselbaarheid van een rijbewijs van (één van) de lidstaten van de EU en Turkse rijbewijzen. Ten tweede dient te worden bezien hoe de situatie was voor het aannemen van de Associatieovereenkomst en of het niet gelijkstellen en omwisselen van de rijbewijzen als nieuwe beperkende maatregel dient te worden gezien.

In antwoord op de eerste vraag wordt geconcludeerd dat de Associatieraad tot op heden geen besluit als bedoeld in art. 22 Associatieovereenkomst heeft genomen met betrekking tot de gelijkstelling of inwisselbaarheid van Turkse rijbewijzen en rijbewijzen van (één van) lidstaten van de EU.

In antwoord op de tweede vraag wordt gesteld dat Turkse rijbewijzen ook voor het sluiten van het Associatieverdrag niet inwisselbaar zijn geweest tegen een Nederlands rijbewijs onder minder strikte voorwaarden dan de huidige voorwaarden.

Uit het voorgaande volgt dat de Associatieovereenkomst geen grond biedt voor gelijkstelling van Turkse rijbewijzen aan rijbewijzen van (één van) lidstaten van de EU en inwisselbaarheid van de eerste tegen de laatste in Nederland. Door het Turkse rijbewijs niet inwisselbaar te achten tegen een Nederlands EU rijbewijs continueert Nederland de situatie van voor het aannemen van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije en werpt Nederland dientengevolge geen nieuwe belemmering op en moet worden geconcludeerd dat het associatieverdrag geen grond biedt voor de inwisselbaarheid van een Turks rijbewijs tegen een EU rijbewijs in Nederland zonder dat de houder van het eerstgenoemde rijbewijs opnieuw de rijvaardigheid en geschiktheid aan moet tonen.

De eis dat uw man, om in aanmerking te komen voor een Nederlands rijbewijs, zijn rijvaardigheid en geschiktheid moet aantonen en aan de overige voorwaarden moet voldoen ter verkrijging van een Nederlands rijbewijs, zijn derhalve terecht en niet in strijd met het Associatieverdrag.


Hoogachtend,

> Ingrid Schuller
> Managementassistente sector AWW/ABJZ
> Hoofddirectie Juridische Zaken

Reacties

Populaire posts van deze blog

VACATURE: Beslisme­de­werker Buitenlandse Zaken VISA - CSO

VACATURE: Medewerker aanmeldgehoren

𝗪𝗼𝗲𝗻𝘀𝗱𝗮𝗴 𝟭𝟳 𝗷𝗮𝗻𝘂𝗮𝗿𝗶 𝘂𝗶𝘁𝘀𝗽𝗿𝗮𝗮𝗸 𝗼𝘃𝗲𝗿 𝘁𝗶𝗷𝗱𝗲𝗹𝗶𝗷𝗸𝗲 𝗯𝗲𝘀𝗰𝗵𝗲𝗿𝗺𝗶𝗻𝗴 𝘃𝗮𝗻 ‘𝗱𝗲𝗿𝗱𝗲𝗹𝗮𝗻𝗱𝗲𝗿𝘀’

Stichting LOS schreef boek "Post Deportation Risk" over de mensenrechten situatie na terugkeer

VACATURE: Programma manager bij Forum voor Programma Immigratie & Burgerschap (Migratierecht)

Oude (groot)ouder naar Nederland willen halen kan soms

Documentaire "verloren jongens" over asielzoekende kinderen die door Europa zwerven

Immigratiedienst: Minder vaak voordeel van twijfel voor asielzoeker

Met je buitenlandse partner naar Nederland: 20 tips (artikel van Gart Adang op zijn verzoek geplaatst)

Salarisvereisten en de verblijfsvergunning op basis van de ICT-richtlijn