Raad van State over gezinshereniging met Nederlandse kinderen (uitspraak)

LJN: BL9912, Raad van State , 200809182/1/V2


Datum uitspraak: 30-03-2010
Datum publicatie: 02-04-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Mvv-vereiste / gezinshereniging / verblijf bij kinderen met Nederlandse nationaliteit / terugkeer naar Suriname betekent ernstige achteruitgang / geen strijd met artikel 8 EVRM
De vreemdeling heeft in september 2004 de keuze gemaakt om de kinderen zonder haar naar Nederland te laten vertrekken, zonder dat op dat moment duidelijk was dat en, zo ja, op welk moment, zij zich bij hen zou kunnen voegen. De problemen die de kinderen in Nederland ondervinden omdat zij niet met de vreemdeling in gezinsverband samenleven, zijn het gevolg van de keuze van de vreemdeling. De gevolgen van bedoelde keuze waren voor haar op het moment van het maken van die keuze redelijkerwijs te voorzien. Weliswaar speelt het belang van de kinderen, die ten tijde van het besluit tien, twaalf, veertien en zestien jaar waren, om met hun moeder in gezinsverband samen te leven een belangrijke rol in de belangenafweging als hiervoor onder 2.3.3. bedoeld, maar aan dit belang komt in dit geval waar de eerste toelating van de vreemdeling tot Nederland aan de orde is - geen doorslaggevende betekenis toe. Zoals hiervoor onder 2.3.2. is overwogen, behelst artikel 8 van het EVRM geen algemene verplichting voor een staat om de keuze voor een domicilie van leden van een gezin te eerbiedigen. Aan dit uitgangspunt wordt afbreuk gedaan als in het kader van de "fair balance" als vorenbedoeld, doorslaggevend gewicht zou moeten worden toegekend aan de belangen van kinderen van een vreemdeling die ervoor kiest hen naar Nederland te laten vertrekken zonder dat deze op dat moment pogingen onderneemt of uitzicht heeft zich bij hen te voegen. Dat, naar de vreemdeling stelt, niet onaannemelijk is dat een terugkeer van de kinderen naar Suriname een ernstige achteruitgang betekent in hun opleiding en sociale contacten, dat zij met hun oma en tante een sterke band hebben opgebouwd en dat hierop door een terugkeer naar Suriname een inbreuk zal worden gemaakt, miskent dat van de kinderen, gelet op het hiervoor onder 2.3.5. overwogene, niet wordt gevergd dat zij in Suriname gaan wonen en voorts dat de minister, blijkens hetgeen hiervoor onder 2.3.1. is overwogen, heeft erkend dat de kinderen te allen tijde aanspraak op toelating, verblijf, opvoeding, verzorging en scholing in Nederland hebben. Voor zover de vreemdeling of haar kinderen er echter voor kiezen om gezamenlijk in Suriname te gaan wonen, is die keuze, zoals dit ook het geval was toen zij de kinderen in september 2004 zonder haar naar Nederland liet vertrekken, een keuze waarvan de eventuele gevolgen voor rekening van de vreemdeling en de kinderen zijn. De Afdeling voegt aan het vorenoverwogene nog toe dat uit de stukken blijkt dat de vreemdeling vanaf september 2004 jaarlijks door de minister in de gelegenheid is gesteld om gedurende telkens drie maanden het gezinsleven met de kinderen in Nederland uit te oefenen. De minister heeft ter zitting te kennen gegeven dat de wijze waarop dit thans gebeurt bij gelijkblijvende feiten en omstandigheden in de toekomst ook zal worden toegestaan. Het door de vreemdeling aangevoerde geeft voorts geen blijk van feiten en omstandigheden die eraan in de weg staan dat de kinderen ook jaarlijks gedurende korte tijd het gezinsleven in Suriname met de vreemdeling uitoefenen en buiten vorenbedoelde perioden op andere wijze contact plaatsvindt tussen de vreemdeling en de kinderen. Gelet op het vorenstaande heeft de rechtbank, gezien alle in deze zaak van belang zijnde feiten en omstandigheden, terecht, zij het op andere gronden, overwogen dat geen grond bestaat voor het oordeel dat door de minister geen "fair balance" is gevonden tussen het belang van de vreemdeling en de kinderen enerzijds en het Nederlands algemeen belang anderzijds.


Bron:rechtspraak.nl

Reacties

Populaire posts van deze blog

𝗪𝗼𝗲𝗻𝘀𝗱𝗮𝗴 𝟭𝟳 𝗷𝗮𝗻𝘂𝗮𝗿𝗶 𝘂𝗶𝘁𝘀𝗽𝗿𝗮𝗮𝗸 𝗼𝘃𝗲𝗿 𝘁𝗶𝗷𝗱𝗲𝗹𝗶𝗷𝗸𝗲 𝗯𝗲𝘀𝗰𝗵𝗲𝗿𝗺𝗶𝗻𝗴 𝘃𝗮𝗻 ‘𝗱𝗲𝗿𝗱𝗲𝗹𝗮𝗻𝗱𝗲𝗿𝘀’

Stichting LOS schreef boek "Post Deportation Risk" over de mensenrechten situatie na terugkeer

VACATURE: Programma manager bij Forum voor Programma Immigratie & Burgerschap (Migratierecht)

Immigratiedienst: Minder vaak voordeel van twijfel voor asielzoeker

Wat als je vergeten bent je verblijfsvergunning te verlengen?

Vraag: Kan ik mijn oude moeder naar Nederland halen?

UItspraak: Artikel 8 EVRM bij volwassen gezinsleden (moeder bij dochter)

VACATURE: Operationeel Manager Juridische Zaken IND Den Haag

Interview met Aad van Elswijk, advocaat vreemdelingenrecht te Rotterdam

Voorwaarden verlaagd salariscriterium na zoekjaar hoogopgeleiden verruimd - kennismigranten salaris