Met een algemeen beroep op de opvangssituatie in een ander EU-land lijken de vreemdelingen weinig te bereiken. Wat wel tot gegrond verklaringen leidt zijn persoonlijke omstandigheden van de asielzoekers.
Uit de punten 86, 88 en 93 van het arrest
Ibrahim volgt dat de bijzondere kwetsbaarheid van individuele
statushouders ertoe kan leiden dat zij bij terugkeer naar de lidstaat
waar zij een asielvergunning hebben gekregen, buiten hun eigen wil en
keuzes om, zullen terechtkomen in een toestand van zeer verregaande
materiële deprivatie als bedoeld in de punten 89 tot en met 91 van dat
arrest. De medische situatie van statushouders kan hen - en degenen die
noodgedwongen met de zorg voor hen zijn belast - bijzonder kwetsbaar
maken. Hun lichamelijke of psychische problemen kunnen een negatieve
invloed hebben op de mate waarin zij zich zelfstandig staande kunnen
houden in de maatschappij en hun rechten kunnen effectueren. Omgekeerd
kan een toestand van verregaande materiële deprivatie als bedoeld in het
arrest Ibrahim negatieve gevolgen hebben voor hun lichamelijke of
geestelijke gezondheid (punt 90 van dat arrest).
Verder volgt uit het arrest Ibrahim en de jurisprudentie van de
Afdeling dat als sprake is van een bijzondere kwetsbaarheid, verweerder
nader moet motiveren waarom de vreemdelingen bij terugkeer naar
bijvoorbeeld Griekenland niet, door hun bijzondere kwetsbaarheid, buiten hun eigen
wil en keuzes om, zullen terechtkomen in een toestand van zeer
verregaande materiële deprivatie, die voldoet aan de in de punten 89 tot
en met 91 van het arrest Ibrahim genoemde criteria. Verweerder heeft
daarbij beoordelingsruimte. Het is vervolgens aan de rechtbank om dat
standpunt te toetsen.
Bij geslaagde beroepen ging het bijvoorbeeld om alleenstaande ouders met erg kleine kinderen/kind of om gezinnen waar ernstige medische problemen speelden. Dat kunnen ook mentale zijn als erge PTSS of depressies.
Zie hieronder een aantal uitspraken. Ik heb de ongegronde waarin beroepen op de landelijke opvang of op niet-onderbouwde stellingen werd gedaan weggelaten.
ECLI:NL:RBDHA:2020:9115
- Instantie Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak 18-09-2020
- Datum publicatie 21-09-2020
- Zaaknummer NL20.14330 en NL20.14332
4.4
Verweerder heeft bij de beoordeling van de bijzondere
kwetsbaarheid ten onrechte betrokken of eisers ook toegang hebben in
Griekenland tot de medische zorg, of de zorg gelijkwaardig is aan de
zorg in Nederland en of zij bij problemen hierover kunnen klagen. Al die
omstandigheden zijn niet van belang bij de beoordeling van de
bijzondere kwetsbaarheid.
4.5
De rechtbank is verder van oordeel dat eisers terecht betogen
dat zij bijzonder kwetsbaar zijn. Het gaat hier om een gezin met drie
jonge kinderen. Uit de medische stukken die zijn overgelegd blijkt
verder dat sprake is van een medische problematiek bij eiseres en hun
oudste zoon [kind 1] . Zo is in het compleet patiëntendossier vermeld
dat eiseres suïcidale gedachten heeft in verband met terugkeer naar
Griekenland, dat zij is doorverwezen naar de GGD en dat zij een groot
aantal medicijnen (waaronder anti-depressiva) slikt, die haar man voor
haar moet beheren. Ook is een brief overgelegd van de GGD Beilen, van 29
oktober 2019. Hierin staat vermeld dat eiseres lijdt aan een matig tot
ernstige recidiverende depressieve stoornis, en een PTSS stoornis naar
aanleiding van traumatische gebeurtenissen in Syrië. Ter zitting is
gebleken dat zij nog steeds wordt begeleid door de GGD, maar dat haar
situatie is verslechterd nu therapie vanwege de corona crisis is
gewijzigd.
Ten aanzien van [kind 1] is een verklaring van 11 februari
2020 overgelegd van zijn behandelaar bij ACCARE. Hierin is vermeld dat
hij lijdt aan PTTS. Volgens zijn behandelaar zal [kind 1] bij terugkeer
naar Griekenland opnieuw traumatiseren en zullen de positieve effecten
van de geboden behandeling teniet worden gedaan. De behandelaar maakt
ook melding van traumatische gebeurtenissen in Griekenland. Eisers
stellen dat [kind 1] klachten al ernstig zijn toegenomen sinds de
bestreden besluiten. Hij barricadeert zijn kamer, durft niet te slapen
zonder zijn zus, en is twee nachten van huis weggelopen.
4.6
De psychische problematiek bij eiseres en [kind 1] , in
combinatie met het zijn van een gezin met drie jonge kinderen, maakt al
dat sprake is van bijzondere kwetsbaarheid van het hele gezin. Dat de
vader geen medische klachten heeft, doet daar niet aan af. De enkele
stelling van verweerder dat de medische klachten onvoldoende ernstig
zijn, acht de rechtbank onvoldoende voor een ander oordeel, omdat
verweerder de medische situatie van eiseres en [kind 1] niet heeft laten
beoordelen door een medisch deskundige.
Toestand van zeer verregaande materiële deprivatie in het geval van eisers?
4.7
Voor zover verweerder het subsidiaire standpunt heeft ingenomen
dat eisers bij terugkeer naar Griekenland niet, door hun bijzondere
kwetsbaarheid, buiten hun eigen wil en keuzes om, zullen terechtkomen in
een toestand van zeer verregaande materiële deprivatie, overweegt de
rechtbank het volgende.
4.8
Verweerder stelt, naar de rechtbank begrijpt, dat eisers in
staat moeten worden geacht om hun rechten in Griekenland te effectueren.
Daarbij heeft verweerder gesteld dat niet gebleken is dat zij hun
rechten als statushouders daadwerkelijk geëffectueerd hebben toen zij in
Griekenland waren. Deze stelling mist een nadere motivering. Eisers
stellen namelijk terecht dat zij verklaard hebben tijdens de gehoren dat
zij na statusverlening wel geprobeerd hebben hun rechten te
effectueren, en dat zij grote moeilijkheden hebben ondervonden bij het
vinden van een huis, het krijgen van toegang tot (kwalitatief goede)
medische zorg, scholing en arbeid, onder meer door het ontbreken van een
AMKA-nummer (Burgerservicenummer). Zij hebben ook verklaard dat zij de
hulp hebben gezocht van het UNHCR en het Ministerie. Waarom uit de
verklaringen van eisers niet blijkt dat zij hebben geprobeerd hun
rechten te effectueren, is niet duidelijk gemaakt door verweerder.
Daarbij overweegt de rechtbank dat de verklaringen van eisers over hun
problemen in Griekenland en het niet kunnen vinden van hulp,
overeenkomen met de algemene informatie die eisers hebben ingebracht.
4.9
Eisers hebben namelijk recente algemene informatie ingebracht
waaruit blijkt dat het voor statushouders zeer moeilijk is om toegang
te krijgen tot huisvesting, werk en zorg en ook dat zij op zichzelf zijn
aangewezen om hun rechten te effectueren. Zo is in het AIDA-rapport van
23 juni 20205 en het bericht van EPHA van 31 maart 20206 vermeld dat men een AMKA-nummer nodig heeft om toegang tot de
gezondheidszorg en de arbeidsmarkt te krijgen. Echter, per juli 2019
hebben niet-Grieken hier geen recht meer op. Hier is geen alternatief
voor gekomen, waardoor statushouders geen enkele toegang tot de
gezondheidszorg hebben, ook niet tot psychiatrische ziekenhuizen (met
uitzondering van noodsituaties). Er is ter vervanging van AMKA het
PAAYPA-nummer geïntroduceerd, welke eveneens toegang geeft tot de
gezondheidszorg, maar dit was eind 2019 nog steeds niet van kracht
gegaan. Niet is gebleken dat dit inmiddels anders is.
Voorts blijkt uit het AIDA-rapport dat er geen
opvangmogelijkheden zijn voor statushouders. Er zijn ook geen
(financiële) voorzieningen voor hen om in hun levensonderhoud te
voorzien. Volgens de ervaring van de Greek Refugee Council blijven de
statushouders die geen financiële middelen hebben om een appartement te
huren dakloos. In sommige gevallen verblijven ze in verlaten huizen of
overvolle appartementen.
4.10
Gezien de onder 4.6 en 4.7 4.8 en 4.9
beschreven omstandigheden zullen eisers bij terugkeer in Griekenland
volledig op zichzelf zijn aangewezen om huisvesting te vinden. Zij
zullen moeite hebben een inkomen te verwerven en kunnen slechts beperkt
of moeizaam toegang tot medische en psychische zorg krijgen. De
bijzondere kwetsbaarheid van [kind 1] en eiseres, en de zorg voor de
twee andere jonge kinderen, zal het voor eiser extra moeilijk maken om
te zorgen dat het gezin zich staande kan houden en zelfstandig rechten
kan effectueren. Verweerders motivering voor het standpunt dat bij
terugkeer naar Griekenland niet, door hun bijzondere kwetsbaarheid,
buiten hun eigen wil en keuzes om, zullen terechtkomen in een toestand
van zeer verregaande materiële deprivatie, is niet deugdelijk.
4.11
Verweerders argumenten op dit punt dat Griekenland dezelfde
medische voorzieningen heeft als Nederland, eisers in het verleden
toegang hadden tot deze zorg, zij bij ontevredenheid daarover hebben
kunnen klagen en dat niet is gebleken dat de (hogere) autoriteiten in
Griekenland eisers niet kunnen of willen helpen, zijn niet steekhoudend
in dit geval.
Eisers hebben terecht aangevoerd dat, zoals hiervoor ook is
vermeld, uit de algemene informatie blijkt dat de toegang voor
statushouders tot de zorg zeer moeilijk is vanwege het ontbreken van een
AMKA-nummer. Of de zorg in Griekenland vergelijkbaar is met die in
Nederland, is in dat licht geen steekhoudend argument. Verweerder heeft
ook onvoldoende rekenschap gegeven van de verklaring van eisers dat zij
de toegang tot de zorg in Griekenland zelf hebben betaald met geld dat
eiser van zijn vader heeft gekregen. Dat geld is, zoals toegelicht ter
zitting, op.
Verder mag verweerder in het algemeen van statushouders
verwachten dat zij bij voorkomende problemen klagen bij de autoriteiten.
Bij een bijzonder kwetsbaar gezin ligt het echter op de weg van
verweerder om te motiveren waarom zij niet in een situatie van
deprivatie zullen terechtkomen. Naar het oordeel van de rechtbank dient
verweerder daarbij niet alleen de juridische maar ook feitelijke
situatie te onderzoeken en na te gaan in hoeverre succesvol geklaagd kan
worden, en of dit bijzonder kwetsbare gezin daartoe in staat zal zijn.
Daarbij dient verweerder de algemene informatie te betrekken, maar ook
de verklaringen van eisers zelf over hun eerdere ervaringen en pogingen
daartoe. Hiervan heeft verweerder onvoldoende rekenschap gegeven.
5. De aanvragen zijn ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
De beroepen zijn gegrond en de rechtbank vernietigt de bestreden
besluiten. De rechtbank ziet geen aanleiding de rechtsgevolgen van de
bestreden besluiten in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien.
Ook ziet de rechtbank geen aanleiding om een bestuurlijke lus toe te
passen, omdat dat naar het zich laat aanzien geen doelmatige en
efficiënte afdoeningswijze zou inhouden. Verweerder zal daarom nieuwe
besluiten moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank
stelt hiervoor een termijn van acht weken.
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:9115
Zie ook:
ECLI:NL:RBDHA:2020:2854
- Instantie Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak 31-03-2020
- Datum publicatie 03-04-2020
- Zaaknummer NL20.4937
- Statushouder Griekenland, Arrest Ibrahim, bijzonder kwetsbaar, alleenstaande ouder
- http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:2854
-
ECLI:NL:RBDHA:2020:8696
- Instantie Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak 03-09-2020
- Datum publicatie 07-09-2020
- Zaaknummer NL20.14330 en NL20.14332
- Asiel, Griekse statushouders. Sterkere band met Nederland? Bijzondere kwetsbaarheid? Arrest Ibrahim, verregaande materiële deprivatie? Gegrond
- http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:8696
-
-
ECLI:NL:RBDHA:2019:7116
- Instantie Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak 15-07-2019
- Datum publicatie 17-07-2019
- Zaaknummer NL19.13371
- tatushouders Griekenland, 3.106a Vb, Ibrahim c.s., geen verslechterde situatie in Griekenland ten opzichte van Afdelingsuitspraak van 30 mei 2018
- http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2019:7116
-
-
ECLI:NL:RBDHA:2019:9596
- Instantie Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak 20-08-2019
- Datum publicatie 13-09-2019
- Zaaknummer NL19.17113
- Statushouders Griekenland –
Alleenstaande ouder met minderjarig(e) kind(eren) – Bijzonder kwetsbaar –
Materiële deprivatie – Arrest Ibrahim
- Art. 30a, eerste lid, aanhef en onder a, Vw
-
- Eiseres
is aan alleenstaande moeder met twee minderjarige kinderen. Omdat
eiseres en haar kinderen internationale bescherming hebben gekregen in
Griekenland, heeft verweerder hun asielaanvraag niet-ontvankelijk
verklaard. Verweerder stelt dat de hoogste rechter in dit soort zaken
heeft bepaald dat ten aanzien van statushouders in Griekenland in het
algemeen nog steeds van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan
worden uitgegaan. Daarin heeft verweerder gelijk. Verweerder stelt
echter ook dat het feit dat het in deze zaak gaat om een alleenstaande
moeder met twee minderjarige kinderen, niet genoeg is voor de conclusie
dat sprake is van bijzondere kwetsbaarheid in de zin van het arrest Ibrahim,
in welk geval het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet opgaat.
Hierin geeft de rechtbank verweerder geen gelijk. De rechtbank is van
oordeel dat verweerder zich in het geval van eisers ten onrechte op het
standpunt heeft gesteld dat geen sprake is van bijzondere kwetsbaarheid.
De rechtbank weegt daarbij met name mee dat sprake is van een
alleenstaande ouder met zeer jonge kinderen, die zich nog in de
basisschoolleeftijd bevinden. Verweerder moet nader motiveren waarom
eisers bij terugkeer naar Griekenland niet, buiten hun eigen wil en
keuzes om, zullen terechtkomen in een toestand van zeer verregaande
materiële deprivatie. Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt het
bestreden besluit. Verweerder moet met inachtneming van deze uitspraak
een nieuw besluit nemen. Verweerder moet verder de proceskosten van
eiseres betalen.
- http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2019:9596
-
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond.