LJN: BZ9209, Rechtbank 's-Gravenhage , AWB 12/38364
Datum uitspraak: 03-04-2013
Datum publicatie: 02-05-2013
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: Eiseres is een vervoerder die de zorg draagt om de vreemdelingen onmiddelijk te vervoeren naar een plaats buiten Nederland waar hun toegang gewaarborgd is. Eiseres heeft een removal order en een aanwijzing tot onmiddelijke uitzetting ontvangen. Verweerder heeft de in verband met de uitzetting van de vreemdelingen gemaakte verblijfskosten op eiseres verhaald. Een vervoerder is aansprakelijk voor de kosten van het verblijf en de de terugbrenging van een vreemdeling. Niet gebleken is dat onmiddelijke uitzetting onmogelijk was. De vertraging gemoeid met de uitzetting dient voor rekening en risico voor eiseres te blijven.
Vindplaats(en): Rechtspraak.nl
5 De rechtbank overweegt als volgt. Op de voet van de onder 3. hiervoor aangehaalde regelgeving is de vervoerder (eiseres) gehouden - op aanwijzing van een ambtenaar belast met grensbewaking - ervoor te zorgen dat de vreemdelingen (1 en 2) onmiddellijk terug worden vervoerd naar een plaats buiten Nederland waar hun toegang gewaarborgd is. Zowel uit de tekst van artikel 3 van Richtlijn 2001/51/EG, als van artikel 65, tweede lid, van de Vw 2000 blijkt dat de vervoerder aansprakelijk is voor de kosten van het verblijf en de terugbrenging van een vreemdeling . Een en ander volgt eveneens uit het beleid, neergelegd in hoofdstuk A2/7.1.5 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc 2000). Naar het oordeel van de rechtbank betreft het hier een risicoaansprakelijkheid, waarbij de verwijtbaarheid van de vervoerder geen rol speelt. Indien sprake is van verwijtbaar en/of nalatig handelen van de verwijderende lidstaat en er dus feitelijk sprake is van eigen schuld, is dit anders.
6 Gesteld noch gebleken is dat onmiddellijke terugbrenging van vreemdeling 1 naar Caïro door toedoen van verweerder niet mogelijk was.
Dat eiseres mee wil werken aan een verzoek van vreemdeling 1 om niet naar Caïro, maar naar Soedan te reizen, doet aan haar verplichting tot onmiddellijke uitzetting niet af. De daarmee gemoeide vertraging dient dan ook voor rekening en risico van eiseres te blijven. De discussie over de verkrijging van het valse paspoort (dat overigens niet nodig was voor verwijdering naar Caïro) behoeft reeds daarom geen verdere behandeling.
Eiseres heeft ten aanzien van de uitzetting van vreemdeling 1 nog aangevoerd dat zij bij verweerder om escorts heeft gevraagd, maar dat is door verweerder gemotiveerd betwist. Uit het formulier M120 over de voortgang van de uitzetting (productie 10 bij het verweerschrift) blijkt enkel dat eiseres de mogelijkheid heeft geopperd eigen escorts in te zetten (25 augustus) en dat op 13 september is besloten tot de inzet van Egyptische escorts. De rechtbank is ten aanzien van vreemdeling 1 van oordeel dat de verblijfskosten voorafgaand aan de uitzetting door verweerder in rekening konden worden gebracht.
7 Ten aanzien van vreemdeling 2 verschillen partijen van inzicht over de vraag wat precies de inhoud van de aanwijzing (van een ambtenaar belast met grensbewaking) tot uitzetting is geweest.
Eiseres stelt zich op het standpunt dat zij op 20 juli 2010 de aanwijzing heeft gekregen vreemdeling 2 op 27 juli 2010 uit te zetten. Zij baseert zich op een zogeheten ‘guiding letter’ van de Dutch Immigration gericht aan “Immigration or other proper authority” in Caïro, waarin staat vermeld dat vreemdeling 2 verblijf in Nederland is geweigerd en dat hij met vlucht [vluchtnummer 1] op 27 juli 2010 zal worden uitgezet (productie 33 bij de gronden van het beroep).
Ter zitting is door verweerder gesteld dat de Kmar eiseres op 20 juli 2010 tweemaal een fax heeft gestuurd met de aanwijzing om vreemdeling 2 onmiddellijk terug te vervoeren naar Caïro. De eerste fax betrof de daadwerkelijke aanwijzing van de Kmar aan eiseres om een vlucht te boeken. In reactie daarop heeft eiseres de vlucht van 27 juli 2010 voorgesteld. Hierop is de tweede fax verstuurd met daarin de vermelding dat vreemdeling 2 op 27 juli 2010 om 15:40 met vlucht [vluchtnummer 1] zal vertrekken van luchthaven Schiphol te Amsterdam. Hoewel de eerste fax van verweerder en de daarop gevolgde reactie van eiseres door verweerder niet konden worden geproduceerd, overweegt de rechtbank dat door eiseres niet is betwist dat zij degene is die de vlucht boekt voor de uit te zetten vreemdeling en niet de Kmar. De rechtbank ziet dan ook geen grond om te twijfelen aan de door verweerder weergegeven gang van zaken. De rechtbank houdt het er daarom op dat eiseres op 20 juli 2010 de aanwijzing tot onmiddellijke uitzetting heeft ontvangen. Omdat niet is gebleken dat onmiddellijke uitzetting onmogelijk was, maar eiseres heeft bepaald de uitzetting eerst te effectueren op 27 juli 2010, is de rechtbank ten aanzien van vreemdeling 2 eveneens van oordeel dat de verblijfskosten voorafgaand aan de uitzetting (van 20 tot 27 juli) door verweerder in rekening konden worden gebracht.
8 Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder op goede gronden de verblijfskosten voorafgaand aan de uitzetting van de vreemdelingen 1 en 2 bij eiseres in rekening heeft gebracht. Het beroep is daarom ongegrond.
--------------------------
Law blog
Tweet
In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten