Asielzoeker kan na beroerte niets meer herinneren. Hoe moet IND dan beslissen? (uitspraak)
Zoals de rechtbank al aangeeft niet een zaak die veel zal voorkomen maar wel een interessante kwestie bepleit door een advocaat die ik ooit in een andere zaak indrukwekkend goed vond.
LJN: BX3532, Rechtbank Middelburg , AWB 11/37288
Datum uitspraak: 05-07-2012
Datum publicatie: 03-08-2012
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: afwijzing asielaanvraag zonder de vreemdeling te horen; medische rapportage; advies BMA
Vindplaats(en): Rechtspraak.nl
7. Uit de stukken is het volgende af te leiden. Op de datum van de asielaanvraag, 28 september 2009, verklaart de arts J.R. Poelman op verzoek van verweerder dat eiser niet kan worden gehoord over zijn asielmotieven. De toelichting luidt:
“Dementia na herseninfarct 4 jaar geleden. Niet geschikt voor nader gehoor en ook niet voor eerste gehoor. Eerst onderzoek door psychiater nodig. Consult neuroloog nodig. Antwoorden hebben geen waarde.”
Uit de daarna volgende correspondentie blijkt dat verweerder herhaaldelijk vraagt om nadere informatie van eiser over diens gezondheidstoestand. Op 10 december 2010 worden verklaringen toegezonden van neurologen en een radioloog, waarin onder meer staat dat sprake is van geheugenstoornissen na een hersenberoerte 3 à 4 jaar geleden en een medische ingreep (coiling) op 15 maart 2010 door een neurochirurg wegens een aneurysma. Vervolgens adviseert het BMA op 20 maart 2011 over de vraag of verwijdering van eiser schending van artikel 3 van het EVRM tot gevolg heeft. Op 27 juli 2011 wordt melding gemaakt van een afspraak van eiser op 20 juli 2011 met een psychiater en wordt nadere (medische) informatie in het vooruitzicht gesteld. Op 5 september 2011 wordt meegedeeld dat eiser is opgenomen in een instelling ter observatie en nader onderzoek gedurende een periode van twee maanden en wordt verweerder verzocht de besluitvorming aan te houden in afwachting van de onderzoeksresultaten. Nadat verweerder op 15 september 2011 een voornemen tot afwijzing van de asielaanvraag van eiser heeft uitgebracht, wordt bij zienswijze van 13 oktober 2011 een verklaring van GGZ [instellingsnaam] te [plaatsnaam] overgelegd dat eiser sinds 18 augustus 2011 is opgenomen voor behandeling op de afdeling [afdelingsnaam]. Met verwijzing naar deze verklaring wordt in de zienswijze verzocht om de besluitvorming aan te houden omdat wellicht binnenkort beter inzicht zal ontstaan in de aard van de klachten en op de wijze waarop die interfereren met de mogelijkheid om al dan niet (coherent en consistent) zijn relaas te doen.
8. Uit de hiervoor aangehaalde verklaring van Poelman moet worden afgeleid dat eiser op dat moment niet gehoord kon worden, maar dat nader onderzoek door een psychiater en een neuroloog moet plaatsvinden. Verweerder heeft naderhand weliswaar steeds getracht nadere medische informatie van eiser te verkrijgen, maar heeft niet zelf (meer) advies gevraagd over de vraag of eiser (alsnog) kon worden gehoord. In het voornemen staat daarover dat zal worden overgegaan tot besluitvorming nu er reeds twee jaar zijn verstreken sinds de asielaanvraag van eiser. De rechtbank is van oordeel, gelet op de op dat moment bij verweerder bekende informatie dat eiser voor enkele maanden ter observatie was opgenomen en het vervolgens bij zienswijze overgelegde stuk ter bevestiging daarvan, dat geen besluit had mogen worden genomen zonder de nadere informatie over de behandeling bij GGZ instelling [instellingsnaam], afdeling [afdelingsnaam], af te wachten. Verweerder kon er in dit licht niet zonder meer van uitgaan dat eiser in het geheel niet meer gehoord kon worden. Zulks geldt te meer nu ook in de werkinstructie het uitgangspunt is dat de situatie dat de asielzoeker in het geheel niet zal kunnen worden gehoord, slechts in uitzonderlijke gevallen zal voorkomen en dat daarin uitvoerige instructies worden gegeven over het voeren van een nader gehoor met een asielzoeker met medische/psychische problemen.
9. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit is onvoldoende zorgvuldig voorbereid en genomen en daarom in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht.
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
Tweet
LJN: BX3532, Rechtbank Middelburg , AWB 11/37288
Datum uitspraak: 05-07-2012
Datum publicatie: 03-08-2012
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: afwijzing asielaanvraag zonder de vreemdeling te horen; medische rapportage; advies BMA
Vindplaats(en): Rechtspraak.nl
7. Uit de stukken is het volgende af te leiden. Op de datum van de asielaanvraag, 28 september 2009, verklaart de arts J.R. Poelman op verzoek van verweerder dat eiser niet kan worden gehoord over zijn asielmotieven. De toelichting luidt:
“Dementia na herseninfarct 4 jaar geleden. Niet geschikt voor nader gehoor en ook niet voor eerste gehoor. Eerst onderzoek door psychiater nodig. Consult neuroloog nodig. Antwoorden hebben geen waarde.”
Uit de daarna volgende correspondentie blijkt dat verweerder herhaaldelijk vraagt om nadere informatie van eiser over diens gezondheidstoestand. Op 10 december 2010 worden verklaringen toegezonden van neurologen en een radioloog, waarin onder meer staat dat sprake is van geheugenstoornissen na een hersenberoerte 3 à 4 jaar geleden en een medische ingreep (coiling) op 15 maart 2010 door een neurochirurg wegens een aneurysma. Vervolgens adviseert het BMA op 20 maart 2011 over de vraag of verwijdering van eiser schending van artikel 3 van het EVRM tot gevolg heeft. Op 27 juli 2011 wordt melding gemaakt van een afspraak van eiser op 20 juli 2011 met een psychiater en wordt nadere (medische) informatie in het vooruitzicht gesteld. Op 5 september 2011 wordt meegedeeld dat eiser is opgenomen in een instelling ter observatie en nader onderzoek gedurende een periode van twee maanden en wordt verweerder verzocht de besluitvorming aan te houden in afwachting van de onderzoeksresultaten. Nadat verweerder op 15 september 2011 een voornemen tot afwijzing van de asielaanvraag van eiser heeft uitgebracht, wordt bij zienswijze van 13 oktober 2011 een verklaring van GGZ [instellingsnaam] te [plaatsnaam] overgelegd dat eiser sinds 18 augustus 2011 is opgenomen voor behandeling op de afdeling [afdelingsnaam]. Met verwijzing naar deze verklaring wordt in de zienswijze verzocht om de besluitvorming aan te houden omdat wellicht binnenkort beter inzicht zal ontstaan in de aard van de klachten en op de wijze waarop die interfereren met de mogelijkheid om al dan niet (coherent en consistent) zijn relaas te doen.
8. Uit de hiervoor aangehaalde verklaring van Poelman moet worden afgeleid dat eiser op dat moment niet gehoord kon worden, maar dat nader onderzoek door een psychiater en een neuroloog moet plaatsvinden. Verweerder heeft naderhand weliswaar steeds getracht nadere medische informatie van eiser te verkrijgen, maar heeft niet zelf (meer) advies gevraagd over de vraag of eiser (alsnog) kon worden gehoord. In het voornemen staat daarover dat zal worden overgegaan tot besluitvorming nu er reeds twee jaar zijn verstreken sinds de asielaanvraag van eiser. De rechtbank is van oordeel, gelet op de op dat moment bij verweerder bekende informatie dat eiser voor enkele maanden ter observatie was opgenomen en het vervolgens bij zienswijze overgelegde stuk ter bevestiging daarvan, dat geen besluit had mogen worden genomen zonder de nadere informatie over de behandeling bij GGZ instelling [instellingsnaam], afdeling [afdelingsnaam], af te wachten. Verweerder kon er in dit licht niet zonder meer van uitgaan dat eiser in het geheel niet meer gehoord kon worden. Zulks geldt te meer nu ook in de werkinstructie het uitgangspunt is dat de situatie dat de asielzoeker in het geheel niet zal kunnen worden gehoord, slechts in uitzonderlijke gevallen zal voorkomen en dat daarin uitvoerige instructies worden gegeven over het voeren van een nader gehoor met een asielzoeker met medische/psychische problemen.
9. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit is onvoldoende zorgvuldig voorbereid en genomen en daarom in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht.
Law blog
Tweet
Reacties