05 juli 2016

Nieuw vreemdelingenbeleid gepubliceerd: WBV 2016/7


TOELICHTING

Algemeen

Dit WBV bevat uiteenlopende onderwerpen die hierna artikelsgewijs zijn toegelicht.

Artikelsgewijs

A

In casu betreft het naar een foutieve verwijzing. Het 3e lid gaat over verlenging boven de 180 dagen en niet over de maximale verlenging tot 180 dagen in het geval van bijzondere omstandigheden van toepassing zijn. Verwijzing naar art 3.3. lid 1, onder c Vb is juist.

B

Er doet zich divergerende jurisprudentie voor met betrekking tot de toepassing van de verlengde ophouding op grond van artikel 50, vierde lid, Vw. Zulks is te wijten aan het ontbreken van een nader beleidskader. Middels deze wijziging wordt het toepassen van de verlengde ophouding op grond van artikel 50, vierde lid, Vw nader geregeld.

C

De wijziging van paragraaf B1/4.8 betreft een correctie. In deze paragraaf was een te strikte uitwerking van artikel 16, eerste lid, aanhef en onder i, Vw en artikel 3.77, zevende lid, Vb opgenomen. Dit leidde in een aantal gevallen tot een onwenselijke uitvoeringspraktijk.
In de brief van 16 mei 2012 van de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal (vergaderjaar 2011-2012, 31 549, F) staat dat per geval beoordeeld moet worden of aanleiding bestaat om artikel 16, eerste lid, aanhef en onder i, Vw toe te passen, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel zoals neergelegd in artikel 3:4 Awb. Er vindt dus altijd een individuele toets plaats.
In dit WBV is het vorenstaande expliciet gemaakt. Tevens wordt inzichtelijk gemaakt welke omstandigheden de IND in ieder geval zal betrekken bij de vraag of de aanvraag op grond van artikel 16, eerste lid, aanhef en onder i, Vw en artikel 3.77, zevende lid, Vb zal worden afgewezen.
Het is in beginsel aan de vreemdeling of referent om zelf eventuele bijzondere feiten en omstandigheden aan te voeren en te onderbouwen die van belang zijn voor de beoordeling.
Indien er op zichzelf gezien aanleiding bestaat de afwijzingsgrond tegen te werpen, wordt ook bezien of de afwijzing van de aanvraag geen strijd oplevert met artikel 8 EVRM.

D, E, F, G, H, I, J, K, N, V, W, X, Y, Z, AA, AB, AC, AH, AI en AK

Bij Besluit van 17 februari 2016 tot ‘wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de uitbreiding van het zoekjaar voor vreemdelingen die zijn afgestudeerd of wetenschappelijk onderzoek hebben verricht en in verband met enkele andere wijzigingen en het herstel van enkele technische omissies en van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen in verband met voornoemd zoekjaar’ (stb. 2016, 86) is artikel 3.58 Vb aangepast. Hierdoor waren de verwijzingen in de Vc niet meer correct. Met deze aanpassingen zijn de verwijzingen in de Vc weer in lijn gebracht met het nieuwe artikel 3.58 Vb.

L

Met deze aanpassing wordt tegemoetgekomen aan signalen vanuit het onderwijsveld dat veel postdoctorale opleidingen lopen van begin september tot eind juni. Hierdoor zouden vreemdelingen die een postdoctorale studie hebben afgerond niet in aanmerking komen voor een zoekjaar op grond van artikel 3.42, eerste lid, onder c, Vb omdat deze voorschrijft dat de studie minimaal 12 maanden moet hebben geduurd. Dat is echter niet het beoogde doel geweest van deze regel. Vandaar dat in deze paragraaf een beleidsregel is opgenomen dat ook bij een studie van 10 maanden (feitelijk een academisch jaar) de vreemdeling in aanmerking kan komen voor een zoekjaar op grond van artikel 3.42, eerste lid, onder c, Vb.

M en Q

In deze paragraaf is opgenomen dat kennismigranten een zoekperiode kunnen krijgen van drie maanden om een nieuwe baan als kennismigrant te vinden. De zoekperiode wordt enkel verleend als de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning nog niet verstreken is en de kennismigrant werkloos is geworden. Voorheen was het zo dat een zoekperiode alleen verleend werd als de kennismigrant niet-verwijtbaar werkloos werd. Uitvoering hiervan gaf in de praktijk problemen, bij bijvoorbeeld het verlopen van de arbeidsovereenkomst. De huidige aanpassing brengt de tekst in overeenstemming met de tekst zoals opgenomen onder de gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid, waarmee tevens de uitvoeringsproblemen opgelost worden.

O

De verwijzing naar de bijlage 10 van het VV is komen te vervallen omdat bijlage 10 niet meer bestaat. Met deze aanpassing wordt nu verwezen naar artikel 3.23 VV waarin wordt aangegeven welke buitenlandse onderwijsinstellingen vallen onder artikel 3.42, eerste lid, onderdeel e, Vb.

P

In de Vc is de mogelijkheid van buitenlandse concernoverplaatsingen bij de Europese blauwe kaart opgenomen. De richtlijn Europese blauwe kaart (2009/50/EG) is echter niet van toepassing op buitenlandse concerns. Volgens artikel 5, eerste lid, sub a, van deze richtlijn moet er een arbeidsovereenkomst zijn in de lidstaat van verblijf. In artikel 3.30b Vb is in lijn daarmee bepaald dat de vreemdeling voor de Europese blauwe kaart moet beschikken over een arbeidsovereenkomst met een werkgever in Nederland. Deze omissie wordt nu hersteld. Met de huidige aanpassing in de Vc wordt deze in lijn gebracht met de Richtlijn en het Vb.

R, S, T en U

De oude paragrafen B7/3.7.1, B7/3.7.2 en B7/3.7.3 inzake het pleegkinderenbeleid zijn herschreven. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd, maar een verduidelijking van het beleid.
In de huidige paragraaf B7/3.7.1 is de uitwerking van de criteria ‘onaanvaardbare toekomst’ en‘medische verklaring’, die worden genoemd in artikel 3.28 Vb, opgenomen.
Behalve aan de criteria van artikel 3.28 Vb moet de vreemdeling ook voldoen aan een aantal aanvullende voorwaarden om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning op grond van het pleegkinderenbeleid. Deze worden genoemd en, voor zover nodig, nader uitgewerkt in paragraaf B7/3.7.2.
De oude paragraaf B7/3.7.3 over de medische verklaring is hiermee komen te vervallen. Paragraaf B7/3.7.4 is daarom vernummerd tot paragraaf B7/3.7.3. In deze paragraaf is bovendien een kleine tekstuele verbetering doorgevoerd.

AD en AG

In paragraaf B9/8.1 wordt de voorwaarde voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 3.51, eerste lid, aanhef en onder a, sub 1,Vb dat gedurende vijf jaren geen grond voor intrekking is geweest verduidelijkt.
De IND werpt alleen dan een verblijfsgat niet tegen aan de vreemdeling, als aan de in B9/8.1 opgenomen drie cumulatieve voorwaarden wordt voldaan. De thans bestaande onduidelijkheid in de uitvoeringspraktijk of een verblijfsgat altijd moet tegengeworpen is hiermee opgelost.
Verder is het beleid met betrekking tot vergunningverlening op grond van artikel 3.51, tweede lid, aanhef en onder a en b, Vb verduidelijkt. De bijzondere voorwaarden na verblijf bij een houder van een blauwe kaart stonden abusievelijk in paragraaf B9/8.1, die gaat over algemene verblijfsvoorwaarden. De bijzondere voorwaarden na verblijf bij een houder van een blauwe kaart zijn thans opgenomen in een aparte paragraaf (B9/8.7). De inhoud van het beleid is ongewijzigd gebleven. De algemene verblijfsvoorwaarden voor een verblijfsvergunning op grond van niet-tijdelijk humanitaire gronden op grond van artikel 3.51, tweede lid, aanhef en onder a en b, Vb zijn opgenomen in paragraaf B9/8.1.

AE

In paragraaf B9/8.2, tweede alinea, staat in de zinsnede ‘en is voldaan aan de voorwaarden voor het verlenen van de geldigheidsduur van de oorspronkelijke verblijfsvergunning’ abusievelijk ‘verlenen’ in plaats van ‘verlengen’. Dit is thans verbeterd. Het gaat hier om een verschrijving. In artikel 3.51, achtste lid, aanhef en onder b, Vb staat immers ook ‘verlengen’.

AF

In paragraaf B9/8.6 Vc is een tekstuele wijziging aangebracht.

AJ

De huidige beleidsregels onder het kopje ‘ten laste komen van’ vormen een uitwerking van het arrest Reyes (16 januari 2014, C-423/12). Nadere bestudering van dit arrest heeft echter uitgewezen dat de beleidsregels onredelijk kunnen uitwerken voor vreemdelingen als bedoeld in artikel 8.7, tweede lid, aanhef en onder c en d, Vb. Ook indien niet aan de in de beleidsregels gestelde voorwaarden wordt voldaan, moet de mogelijkheid worden opengehouden dat deze vreemdelingen desondanks reëel en noodzakelijk materieel worden ondersteund door de burger van de Unie. Door de toevoeging van de woorden ‘in ieder geval’ wordt uitdrukking gegeven aan deze mogelijkheid.
De huidige beleidsregels blijven echter onverkort gelden voor vreemdelingen als bedoeld in artikel 8.7, derde lid, Vb (de zogenoemde ‘andere familieleden’). Hiermee wordt gebruik gemaakt van de ruime beoordelingsmarge die volgens het HvJEU in het arrest Rahman (5 september 2012, C-83/11) op dit punt aan de lidstaten toekomt.

AK

Bij brief van 8 januari 2016 (Kamerstukken II 2015/16, 30 573, nr. 134) heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie wijzigingen in de toelatingsregeling vermogende vreemdelingen (ook wel buitenlandse investeerders) aangekondigd. Het gaat om de volgende aanpassingen:
  • 1. de geldigheidsduur van de eerste verblijfsvergunning wordt verlengd van één naar drie jaar;
  • 2. de accountantsverklaring vervalt;
  • 3. vereenvoudiging van het puntensysteem; en
  • 4. investering in onroerend goed voor bewoning wordt uitgesloten;
In hoofdstuk B11 zijn deze wijzigingen doorgevoerd.

AL

Naar aanleiding van de motie van de leden Gesthuizen en Sjoerdsma (Tweede Kamer 2015–2016, 19637, nr. 2143) wordt het onderdeel C1/2.8.1 Vc De procedure bij voorzienbare inwilliging aangepast. De motie is ingegeven doordat bij de procedure die gevolgd wordt bij een voorzienbare inwilliging, van overheidswege geen gefinancierde rechtsbijstand wordt geboden. Het ontbreken van deze rechtshulp zou in de praktijk kunnen leiden tot een situatie waarin fouten, onvolkomenheden of misverstanden in het verslag van een gehoor niet tijdig worden opgemerkt.
Derhalve is hiertoe een beleidsregel in deze paragraaf opgenomen. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat uit de motie niet voortvloeit dat verklaringen die worden afgelegd tijdens het gehoor in het geheel niet bruikbaar zijn in het kader van vervolgprocedures.

AM

Gebleken is dat het beleid nuancering behoeft voor wat betreft het vlucht- en vestigingsalternatief. Gelet op de landeninformatie over Sierra Leone kan niet zonder meer worden gesteld dat in alle gevallen een vlucht- of vestigingsalternatief aanwezig is. Uit landeninformatie blijkt dat dit op basis van de individuele feiten en omstandigheden moet worden bezien of dit het geval is.

AN en AO

De vreemdeling die geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland, maar wel in het bezit is van een door een andere lidstaat afgegeven geldige verblijfsvergunning of andere toestemming tot verblijf, wordt ingevolge artikel 62a, eerste lid, aanhef en onder b Vw jo artikel 62a, derde lid, Vw opgedragen zich onmiddellijk naar het grondgebied van de betrokken lidstaat te begeven. Bij uitspraak van 17 december 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:4009) heeft de Raad van State geoordeeld dat tegen een dergelijk bevel een besluit is als bedoeld in artikel 1:3 Awb, en dat hiertegen een rechtsmiddel ingesteld moet kunnen worden. Teneinde invulling te geven aan deze uitspraak zijn de nieuwe modellen M106a en M106b vervaardigd.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de directeur-generaal Vreemdelingenzaken, K.H.D.M. Dijkhoff

 Alle wijzigingen in de echte tekst kunt u hier doornemen: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-33962.pdf



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...