- Instantie Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum uitspraak 10-05-2012
- Datum publicatie 18-12-2013
- Zaaknummer 12/8146
- Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
- Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening
- Vindplaatsen: Rechtspraak.nl
2.3.1Verzoeker betoog
dat hij door zijn huwelijk met een Nederlandse vrouw die in België heeft
verbleven en met wie hij in Nederland woont, van rechtswege
gemeenschapsonderdaan is geworden, dat hij dat afdoende heeft aangetoond
en dat daarom ten onrechte op de aangebrachte sticker is vermeld
“arbeid niet vrij toegestaan”. Hij stelt belang te hebben bij toewijzing
van de voorlopige voorziening, omdat hij - naar eigen zeggen - ‘morgen
al aan het werk kan’ en dan ook een ziektekostenverzekering af kan
sluiten.
2.3.2Niet
is in geding dat de status ‘gemeenschapsonderdaan’ van rechtswege wordt
verkregen, en dat die status het recht om betaalde arbeid te verrichten
meebrengt. Dat neemt niet weg dat lidstaten, zoals blijkt uit artikel
10, eerste lid van de Richtlijn, geïmplementeerd in artikel 8.13, vijfde
lid van het Vb 2000, binnen zes maanden het verblijfsrecht van een
familielid van een burger van de Unie dat niet de nationaliteit van een
lidstaat bezit, vast moeten stellen.
Daaruit
volgt dat lidstaten desgewenst, naar aanleiding van een door een
vreemdeling gestelde claim dat hij gemeenschapsonderdaan is, de
gelegenheid hebben de gegrondheid van die claim te onderzoeken en de
vreemdeling de rechten, verbonden aan het zijn van
gemeenschapsonderdaan, hangende dat onderzoek kunnen ontzeggen. In dat
verband wijst de rechter op het gebruik in artikel 35 van de Richtlijn
van de woorden “ontzeggen”
Dat
sluit niet uit de mogelijkheid dat naar aanleiding van dat onderzoek
zal blijken dat een vreemdeling gedurende dat onderzoek de status van
gemeenschapsonderdaan had, en dus gerechtigd was arbeid te verrichten.
2.3.3Ter
zitting heeft verweerder verklaard dat in vergelijkbare gevallen
regelmatig onderzoek wordt gedaan naar de vraag of sprake is van een
schijnhuwelijk. Volgens verweerder zijn in dit geval in het bijzonder
vragen gerezen met betrekking tot de duur van het verblijf van de
echtgenote van verzoeker in België. Verweerder acht het van belang nader
onderzoek te kunnen doen, en te voorkomen dat verzoeker hangende dat
onderzoek arbeid zal verrichten waartoe hij mogelijk niet gerechtigd zal
blijken te zijn.
2.3.4Tegenover
het belang van de Nederlandse Staat om de gegrondheid van een gestelde
claim naar behoren te kunnen onderzoeken en te voorkomen dat gedurende
die periode van onderzoek arbeid wordt verricht door een vreemdeling die
daar mogelijk niet toe gerechtigd was, staat in dit geval het belang
van verzoeker met arbeid inkomen te kunnen verwerven en een
ziektekostenverzekering af te kunnen sluiten. Bij afweging van die
belangen, mede in aanmerking genomen de betrekkelijk korte periode
waarbinnen de Staat het verblijfsrecht van verzoeker vast moet stellen,
laat de rechter het belang van de Nederlandse Staat prevaleren.
Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
Hier staat de uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBSGR:2012:30438
In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
2 opmerkingen:
Dat rechter Bouwman onvoldoende kaas heeft gegeten van het EU recht is mij al jaren duidelijk. Laat ik het houden op de werkdruk bij de rechterlijke macht bij deze grote-stappen-snel-klaar uitspraak.
Maar die IND procesvertegenwoordiger zuigt ook maar iets uit de duim: al jaren geleden bleek uit door de IND zelf geëntameerd onderzoek dat met gebruikers van de België-route doorgaans nooit wat aan de hand was.
En om dan vervolgens in 2014 te spreken van een mogelijk schijnhuwelijk van iemand die al in 2008 is getrouwd en voor de komst naar NL in België al zeker anderhalf jaar heeft samengewoond met zijn echtgenote geeft voor mij blijk dat het betrokken aan de nodige realiteitszin ontbreekt.
Dat zo'n rechter de IND niet doorziet boezemt ook weinig vertrouwen in. Ook hij zou als belastingbetaler niet bij moeten zijn met de schadeclaim die betrokkene t.z.t. tegen de Staat kan indienen. Dat voorkomen lijkt mij in ieders (= het algemeen) belang, zeker in deze crisistijd.
Je kunt het in zo'n uitspraak ook omdraaien: wie lijdt er eigenlijk schade met een juiste arbeidsmarktaantekening, is dat de Staat?
Overigens hangt de ziektekostenverzekering niet af van de arbeidsmarktaantekening. Maar in eerste instantie van de beslissing van de Sociale Verzekeringsbank over het al dan niet verzekerd zijn voor de AWBZ. Zo'n procedure lijkt mij niet gevoerd (ik ben er ook nog geen uitspraken over tegengekomen).
Ton Bakker;
Belgen staan al meteen klaar met Toets ophet Schijnhuwelijk, geheid dat deze mensen het in Belgie dus al gehad hebben, en nu doet NL het nog een keer? Gebrek aan argumenten van IND , en dus maar ff wat zoeken??
Een reactie posten