Eenpitters in crisistijd (Advocaat)
Ook
onder eenpitters en advocaten van kleine kantoren zijn de gevolgen van
de crisis goed merkbaar. Tegen welke obstakels lopen zij aan en hoe
houden ze het hoofd boven water?
‘We waren als de dood dat de telefoon niet zou gaan, maar mensen hebben ons snel gevonden,’ vertelt Maltien Debi. Samen met collega Astrid Sie startte ze drie jaar geleden een eigen kantoor, LEEF Advocaten in Utrecht. Ze hebben plezier in het ondernemerschap, maar het is ook hard werken. ‘We merken dat het economisch slechter gaat,’ zegt Sie. ‘Steeds meer mensen komen in aanmerking voor een toevoeging, waardoor ik uren werk waar niets tegenover staat. Maar we pakken bijna alles aan wat er voor handen is.’
Parkeermeter
Die mentaliteit houdt ook Erik Joosten (Oorsprong Advocaten in Utrecht) erop na. ‘Het is veel uren maken om omzet te halen. En het inkomen van veel kleine kantoren staat onder druk door de verhoging van de eigen bijdrage. Cliënten kunnen dat soms niet opbrengen waardoor wij weleens genoodzaakt zijn het bedrag kwijt te schelden.’ Dat een groeiend aantal cliënten de eigen bijdrage niet kan betalen, ziet ook eenpitter Evalien van Veenendaal. ‘Dat gaat langzamerhand om 50 procent van mijn cliënten. Ik heb een florerende incassopraktijk,’ zegt ze met een knipoog. Volgens Van Veenendaal, die een algemene praktijk voert in Rozenburg, zet dat ongewenst de verhoudingen met cliënten onder druk. ‘Van collega’s om mij heen hoor ik dat zij zich gekscherend “een parkeermeter” noemen. Pas als er geld wordt ingestopt gaan ze aan de slag. Zover wil ik niet gaan. Sommige zaken zijn spoedeisend en vereisen meteen actie.’
Efficiëntieslag
Het aanvragen van een toevoeging gaat voor kleine kantoren vaak gepaard met veel administratieve rompslomp. ‘De papieren massa die moet worden ingevuld om een toevoeging aan te vragen, daar ben ik veel tijd aan kwijt,’ aldus advocaat Joosten. Hij pleit voor High Trust, een relatief nieuw administratiesysteem van de Raad voor de rechtspraak. ‘Het zou enorm schelen als het straks allemaal digitaal kan.’
Ook Sylvia Hoek-Nieuwenburg, eenpitter in het Brabantse Made, is aan het kijken hoe zij efficiënter kan werken. ‘Momenteel kijk ik welke kostenbesparingen ik kan doorvoeren en dat zit soms in de kleine dingen. Zoals mijn frankeerapparaat: dat is duur, terwijl ik het amper gebruik omdat bijna alles per mail gaat. Dus dat heb ik opgezegd.’
Specialiseren
Hoe haalbaar een eigen kantoor over een aantal jaar nog is, vraagt Hoek-Nieuwenburg zich af. ‘Er wordt veel gesproken over het kiezen voor een specialisme, maar dat is voor kantoren zoals het mijne moeilijk. In de kleine plaats waar ik werk, willen mensen kunnen binnenlopen met hun uiteenlopende problemen. Ik wil hen niet teleurstellen. En als je een groot deel van de mensen wegstuurt of doorverwijst omdat de vraag niet tot jouw specialisatie behoort, verlies je naar mijn mening je goede naam en komt er op den duur niemand meer. Een goede naam bouw je langzaam op, maar ben je zo kwijt.’
‘Het voelt als een spagaat’, zegt Joosten over de keuze om wel of niet te specialiseren. ‘Het kan efficiënter zijn, je kunt gerichter cliënten werven en nog beter je eigen ding doen. Maar ik kies nu voor die extra zaak erbij, want dat is toch omzet.’
Advocaten Debi en Sie in Utrecht laten een ander geluid horen. ‘Wij doen alleen personen- en familierecht en dat is precies onze kracht,’ aldus Debi. ‘Ik geloof er heilig in dat de toekomst daar ligt voor kleine kantoren. De maatschappij wordt ingewikkelder en je kunt niet van alles evenveel weten of overal goed in zijn.’
Auteur: Hedy Jak
‘We waren als de dood dat de telefoon niet zou gaan, maar mensen hebben ons snel gevonden,’ vertelt Maltien Debi. Samen met collega Astrid Sie startte ze drie jaar geleden een eigen kantoor, LEEF Advocaten in Utrecht. Ze hebben plezier in het ondernemerschap, maar het is ook hard werken. ‘We merken dat het economisch slechter gaat,’ zegt Sie. ‘Steeds meer mensen komen in aanmerking voor een toevoeging, waardoor ik uren werk waar niets tegenover staat. Maar we pakken bijna alles aan wat er voor handen is.’
Parkeermeter
Die mentaliteit houdt ook Erik Joosten (Oorsprong Advocaten in Utrecht) erop na. ‘Het is veel uren maken om omzet te halen. En het inkomen van veel kleine kantoren staat onder druk door de verhoging van de eigen bijdrage. Cliënten kunnen dat soms niet opbrengen waardoor wij weleens genoodzaakt zijn het bedrag kwijt te schelden.’ Dat een groeiend aantal cliënten de eigen bijdrage niet kan betalen, ziet ook eenpitter Evalien van Veenendaal. ‘Dat gaat langzamerhand om 50 procent van mijn cliënten. Ik heb een florerende incassopraktijk,’ zegt ze met een knipoog. Volgens Van Veenendaal, die een algemene praktijk voert in Rozenburg, zet dat ongewenst de verhoudingen met cliënten onder druk. ‘Van collega’s om mij heen hoor ik dat zij zich gekscherend “een parkeermeter” noemen. Pas als er geld wordt ingestopt gaan ze aan de slag. Zover wil ik niet gaan. Sommige zaken zijn spoedeisend en vereisen meteen actie.’
Efficiëntieslag
Het aanvragen van een toevoeging gaat voor kleine kantoren vaak gepaard met veel administratieve rompslomp. ‘De papieren massa die moet worden ingevuld om een toevoeging aan te vragen, daar ben ik veel tijd aan kwijt,’ aldus advocaat Joosten. Hij pleit voor High Trust, een relatief nieuw administratiesysteem van de Raad voor de rechtspraak. ‘Het zou enorm schelen als het straks allemaal digitaal kan.’
Ook Sylvia Hoek-Nieuwenburg, eenpitter in het Brabantse Made, is aan het kijken hoe zij efficiënter kan werken. ‘Momenteel kijk ik welke kostenbesparingen ik kan doorvoeren en dat zit soms in de kleine dingen. Zoals mijn frankeerapparaat: dat is duur, terwijl ik het amper gebruik omdat bijna alles per mail gaat. Dus dat heb ik opgezegd.’
Specialiseren
Hoe haalbaar een eigen kantoor over een aantal jaar nog is, vraagt Hoek-Nieuwenburg zich af. ‘Er wordt veel gesproken over het kiezen voor een specialisme, maar dat is voor kantoren zoals het mijne moeilijk. In de kleine plaats waar ik werk, willen mensen kunnen binnenlopen met hun uiteenlopende problemen. Ik wil hen niet teleurstellen. En als je een groot deel van de mensen wegstuurt of doorverwijst omdat de vraag niet tot jouw specialisatie behoort, verlies je naar mijn mening je goede naam en komt er op den duur niemand meer. Een goede naam bouw je langzaam op, maar ben je zo kwijt.’
‘Het voelt als een spagaat’, zegt Joosten over de keuze om wel of niet te specialiseren. ‘Het kan efficiënter zijn, je kunt gerichter cliënten werven en nog beter je eigen ding doen. Maar ik kies nu voor die extra zaak erbij, want dat is toch omzet.’
Advocaten Debi en Sie in Utrecht laten een ander geluid horen. ‘Wij doen alleen personen- en familierecht en dat is precies onze kracht,’ aldus Debi. ‘Ik geloof er heilig in dat de toekomst daar ligt voor kleine kantoren. De maatschappij wordt ingewikkelder en je kunt niet van alles evenveel weten of overal goed in zijn.’
Auteur: Hedy Jak
Bron: http://www.ondernemendeadvocaat.nl/artikel/eenpitters-crisistijd?goback=.gde_1624427_member_178330681.gmp_1624427.gde_1624427_member_177176953.gmp_1624427.gde_1624427_member_177503122
Law blog
Tweet
Reacties