Heeft de advocaat hier vergeten een beroep op Zambrano te doen?
LJN: BW0011, Raad van State , 201106038/1/V1
Datum uitspraak: 15-03-2012
Datum publicatie: 27-03-2012
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: UNIEBURGERS. Arrest Ruiz Zambrano.
Gelet op de uitspraak van de Afdeling van 7 maart 2012 in zaak nr. 201011743/1/V1 (www.raadvanstate.nl), betoogt de minister voorts terecht dat de vreemdeling aan artikel 20 van het VWEU, zoals uitgelegd in het arrest Ruiz Zambrano en het arrest van 15 november 2011, Dereci, zaak C 256/11 (www.curia.eu), geen verblijfsaanspraak kan ontlenen, reeds nu de vreemdeling niet heeft gesteld dat de kinderen door de weigering hem verblijf toe te staan geen andere keus hebben dan met hem buiten de Europese Unie te verblijven.
Uitspraak deze zaak 26 april 2011. Zambrano arrest 8 maart 2011. Zitting 15 maart. Zambrano kwam ter zitting en in de uitspraak niet aan de orde lijkt het wel als je de uitspraak van de rechtbank leest. Maar de IND voert in zijn hoger beroepschrift aan "Ter zitting is door de gemachtigde van verweerder een beroep gedaan op het arrest Zambrano tegen België van 8 maart 2011 (JV 2011, 146). Dit arrest is kort voor de behandeling van het beroep ter zitting bekend geworden."
Als ik dan de uitspraak nog eens onder het vergrootglas leg dan zie ik de volgende zaken:
Eiser beroept zich op het volgende:
"Het kind van eisers partner is in 2004 in Nederland geboren, gaat hier naar school, heeft de Nederlandse nationaliteit en is derhalve geworteld in de Nederlandse maatschappij" (een artikel 8 EVRM lijkt het maar als we de Landsadvocaat geloven moet hier ergens Zambrano zijn aangehaald".
De rechtbank overweegt:
"mede gelet op het feit dat ook onder het Unierecht - dat verweerder ambtshalve behoort toe te passen - een zwaar gewicht wordt toegekend aan de belangen van het kind (zie onder meer artikel 20 van het VWEU en artikel 24 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie) en uit de bestreden beschikking niet blijkt dat verweerder hieraan heeft getoetst"
Vreemdeling won en ging niet zelf in hoger beroep lijkt het. De Minister wel.
De Raad van State overweegt vervolgens:
"Voorts heeft de rechtbank volgens de minister miskend dat hem niet kan worden verweten dat hij in de besluitvorming niet op het Unierecht is ingegaan, nu de vreemdeling eerst ter zitting van de rechtbank een beroep heeft gedaan op het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 8 maart 2011, Ruiz Zambrano, zaak C-34/09 (www.curia.eu). Aan dat arrest kan de vreemdeling volgens de minister overigens geen verblijfsaanspraak ontlenen, nu de weigering hem verblijf toe te staan niet met zich brengt dat de kinderen worden verplicht Nederland te verlaten. Dat de belangen van kinderen volgens artikel 24 van het Handvest een essentiële overweging vormen, betekent volgens de minister voorts niet dat die belangen in dit geval doorslaggevend moeten worden geacht.
.....
.....
2.4.1. Gezien hetgeen hiervoor in 2.3.2 is overwogen heeft de rechtbank niet onderkend dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de vreemdeling niet heeft aangetoond dat een objectieve belemmering bestaat om zijn gezinsleven uit te oefenen in het land waarvan hij de nationaliteit bezit. Voorts heeft de rechtbank niet onderkend dat de minister de belangen van de kinderen bij zijn beoordeling heeft betrokken en daaraan, omdat de vreemdeling nooit op grond van een verblijfsvergunning in Nederland heeft verbleven en zich geen zeer uitzonderlijke omstandigheden voordoen, niet ten onrechte geen doorslaggevend belang heeft toegekend. Gelet op de uitspraak van de Afdeling van 7 maart 2012 in zaak nr. 201011743/1/V1 (www.raadvanstate.nl), betoogt de minister voorts terecht dat de vreemdeling aan artikel 20 van het VWEU, zoals uitgelegd in het arrest Ruiz Zambrano en het arrest van 15 november 2011, Dereci, zaak C-256/11 (www.curia.eu), geen verblijfsaanspraak kan ontlenen, reeds nu de vreemdeling niet heeft gesteld dat de kinderen door de weigering hem verblijf toe te staan geen andere keus hebben dan met hem buiten de Europese Unie te verblijven. De grieven slagen."
Misschien ligt het aan mij maar als de advocaat in het kader van zijn artikel 8 EVRM beroept stelt dat er een Nederlands kind is dat hier is opgegroeid en blijkbaar dan ook nog naar Zambrano verwijst doet hij dan niet een broep op het feit dat het kind alleen maar met zijn vader kan meegaan?
"Er is sprake van een objectieve belemmering om gezinsleven in Rwanda, dan wel in een derde land uit te oefenen. Het kind van eisers partner is in 2004 in Nederland geboren, gaat hier naar school, heeft de Nederlandse nationaliteit en is derhalve geworteld in de Nederlandse maatschappij."
Moest er dan expliciet worden toegevoegd dat dit zou betekenen dat hij zijn Unierechten niet kon gebruiken of zeg je dat dan impliciet? Had de rechter dan niet moeten ingrijpen en vragen of hij het zo moest zien?
Of gaat hier de Raad van State gewoon te kort en formeel door de bocht?
Gelukkig is het een reguliere aanvraag en kunnen belanghebbende een nieuwe aanvraag indienen op basis van Zambrano. Nieuwe grondslag. Maar aan de andere kant heeft meneer zo te zien een vrouw met de Nederlandse nationaliteit dus dan zal worden betoogd dat het kind dan met zijn moeder is Nederland mag blijven.
Ik vermoed als wel was geacht dat meneer een beroep op Zambrano had gedaan eenzelfde uitspraak als die vorige week werden gedaan zou zijn gegeven: bij moeder verblijf.
Maar leermoment: formuleer zo nauwkeurig mogelijk.
Uitspraak: http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/default.asp
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
Datum uitspraak: 15-03-2012
Datum publicatie: 27-03-2012
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: UNIEBURGERS. Arrest Ruiz Zambrano.
Gelet op de uitspraak van de Afdeling van 7 maart 2012 in zaak nr. 201011743/1/V1 (www.raadvanstate.nl), betoogt de minister voorts terecht dat de vreemdeling aan artikel 20 van het VWEU, zoals uitgelegd in het arrest Ruiz Zambrano en het arrest van 15 november 2011, Dereci, zaak C 256/11 (www.curia.eu), geen verblijfsaanspraak kan ontlenen, reeds nu de vreemdeling niet heeft gesteld dat de kinderen door de weigering hem verblijf toe te staan geen andere keus hebben dan met hem buiten de Europese Unie te verblijven.
Uitspraak deze zaak 26 april 2011. Zambrano arrest 8 maart 2011. Zitting 15 maart. Zambrano kwam ter zitting en in de uitspraak niet aan de orde lijkt het wel als je de uitspraak van de rechtbank leest. Maar de IND voert in zijn hoger beroepschrift aan "Ter zitting is door de gemachtigde van verweerder een beroep gedaan op het arrest Zambrano tegen België van 8 maart 2011 (JV 2011, 146). Dit arrest is kort voor de behandeling van het beroep ter zitting bekend geworden."
Als ik dan de uitspraak nog eens onder het vergrootglas leg dan zie ik de volgende zaken:
Eiser beroept zich op het volgende:
"Het kind van eisers partner is in 2004 in Nederland geboren, gaat hier naar school, heeft de Nederlandse nationaliteit en is derhalve geworteld in de Nederlandse maatschappij" (een artikel 8 EVRM lijkt het maar als we de Landsadvocaat geloven moet hier ergens Zambrano zijn aangehaald".
De rechtbank overweegt:
"mede gelet op het feit dat ook onder het Unierecht - dat verweerder ambtshalve behoort toe te passen - een zwaar gewicht wordt toegekend aan de belangen van het kind (zie onder meer artikel 20 van het VWEU en artikel 24 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie) en uit de bestreden beschikking niet blijkt dat verweerder hieraan heeft getoetst"
Vreemdeling won en ging niet zelf in hoger beroep lijkt het. De Minister wel.
De Raad van State overweegt vervolgens:
"Voorts heeft de rechtbank volgens de minister miskend dat hem niet kan worden verweten dat hij in de besluitvorming niet op het Unierecht is ingegaan, nu de vreemdeling eerst ter zitting van de rechtbank een beroep heeft gedaan op het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 8 maart 2011, Ruiz Zambrano, zaak C-34/09 (www.curia.eu). Aan dat arrest kan de vreemdeling volgens de minister overigens geen verblijfsaanspraak ontlenen, nu de weigering hem verblijf toe te staan niet met zich brengt dat de kinderen worden verplicht Nederland te verlaten. Dat de belangen van kinderen volgens artikel 24 van het Handvest een essentiële overweging vormen, betekent volgens de minister voorts niet dat die belangen in dit geval doorslaggevend moeten worden geacht.
.....
.....
2.4.1. Gezien hetgeen hiervoor in 2.3.2 is overwogen heeft de rechtbank niet onderkend dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de vreemdeling niet heeft aangetoond dat een objectieve belemmering bestaat om zijn gezinsleven uit te oefenen in het land waarvan hij de nationaliteit bezit. Voorts heeft de rechtbank niet onderkend dat de minister de belangen van de kinderen bij zijn beoordeling heeft betrokken en daaraan, omdat de vreemdeling nooit op grond van een verblijfsvergunning in Nederland heeft verbleven en zich geen zeer uitzonderlijke omstandigheden voordoen, niet ten onrechte geen doorslaggevend belang heeft toegekend. Gelet op de uitspraak van de Afdeling van 7 maart 2012 in zaak nr. 201011743/1/V1 (www.raadvanstate.nl), betoogt de minister voorts terecht dat de vreemdeling aan artikel 20 van het VWEU, zoals uitgelegd in het arrest Ruiz Zambrano en het arrest van 15 november 2011, Dereci, zaak C-256/11 (www.curia.eu), geen verblijfsaanspraak kan ontlenen, reeds nu de vreemdeling niet heeft gesteld dat de kinderen door de weigering hem verblijf toe te staan geen andere keus hebben dan met hem buiten de Europese Unie te verblijven. De grieven slagen."
Misschien ligt het aan mij maar als de advocaat in het kader van zijn artikel 8 EVRM beroept stelt dat er een Nederlands kind is dat hier is opgegroeid en blijkbaar dan ook nog naar Zambrano verwijst doet hij dan niet een broep op het feit dat het kind alleen maar met zijn vader kan meegaan?
"Er is sprake van een objectieve belemmering om gezinsleven in Rwanda, dan wel in een derde land uit te oefenen. Het kind van eisers partner is in 2004 in Nederland geboren, gaat hier naar school, heeft de Nederlandse nationaliteit en is derhalve geworteld in de Nederlandse maatschappij."
Moest er dan expliciet worden toegevoegd dat dit zou betekenen dat hij zijn Unierechten niet kon gebruiken of zeg je dat dan impliciet? Had de rechter dan niet moeten ingrijpen en vragen of hij het zo moest zien?
Of gaat hier de Raad van State gewoon te kort en formeel door de bocht?
Gelukkig is het een reguliere aanvraag en kunnen belanghebbende een nieuwe aanvraag indienen op basis van Zambrano. Nieuwe grondslag. Maar aan de andere kant heeft meneer zo te zien een vrouw met de Nederlandse nationaliteit dus dan zal worden betoogd dat het kind dan met zijn moeder is Nederland mag blijven.
Ik vermoed als wel was geacht dat meneer een beroep op Zambrano had gedaan eenzelfde uitspraak als die vorige week werden gedaan zou zijn gegeven: bij moeder verblijf.
Maar leermoment: formuleer zo nauwkeurig mogelijk.
Uitspraak: http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/default.asp
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
Reacties