Een asielzoeker kan niet worden overgedragen aan een lidstaat waar hij het risico loopt onmenselijk te worden behandeld (uitspraak Hof van Justitie)
Luxemburg, 21 december 2011, C-411/10 N.S. / Secretary of State for the Home Department en C-493/10 M.E. e.a. / Refugee Applications Commissioner Minister for Justice, Equality and Law Reform
Het Hof merkt op dat niet elke schending van het asielrecht volstaat om de overdracht van een asielzoeker aan de normaal gesproken bevoegde lidstaat te verhinderen. Dit zou namelijk de verplichtingen van de staten in het gemeenschappelijk Europees asielstelsel elke inhoud ontnemen en de verwezenlijking van het doel, snel te bepalen welke lidstaat bevoegd is, in gevaar brengen.
Het Hof is echter van oordeel dat het Unierecht in de weg staat aan een onweerlegbaar vermoeden dat de op basis van de verordening verantwoordelijke lidstaat de grondrechten van de Europese Unie eerbiedigt.
De lidstaten, daaronder begrepen de nationale rechterlijke instanties, mogen een asielzoeker namelijk niet aan de verantwoordelijke lidstaat overdragen wanneer zij niet onkundig kunnen zijn van het feit dat de tekortkomingen in het systeem van de asielprocedure en de opvangvoorzieningen voor asielzoekers ernstige en op feiten berustende gronden vormen om aan te nemen dat de asielzoeker een reëel risico zal lopen op onmenselijke en vernederende behandelingen in de zin van artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het Hof is van oordeel dat de lidstaten over diverse geschikte instrumenten beschikken om te beoordelen of de grondrechten worden geëerbiedigd en dus in te schatten welke risico’s een asielzoeker daadwerkelijk loopt indien hij aan de verantwoordelijke lidstaat wordt overgedragen.
Bovendien voegt het Hof daaraan toe dat, onder voorbehoud van de mogelijkheid om het verzoek zelf te behandelen, de lidstaat die de asielzoeker aan de op basis van de verordening verantwoordelijke staat moet overdragen en die dit niet kan doen, de overige criteria van de verordening moet onderzoeken, teneinde na te gaan of een andere lidstaat volgens een van de verdere criteria verantwoordelijk is om het asielverzoek te behandelen.
In dit verband dient hij erop toe te zien dat hij een situatie waarin de grondrechten van de asielzoeker worden geschonden, niet erger maakt door de procedure om de verantwoordelijke lidstaat te bepalen, onredelijk lang te laten duren. Zo nodig dient hij het verzoek zelf te behandelen.
Lees het persbericht hier: http://curia.europa.eu/jcms/upload/docs/application/pdf/2011-12/cp110140nl.pdf
En de uitspraak hier: http://curia.europa.eu/juris/liste.jsf?language=nl&num=C-411/10
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
Het Hof merkt op dat niet elke schending van het asielrecht volstaat om de overdracht van een asielzoeker aan de normaal gesproken bevoegde lidstaat te verhinderen. Dit zou namelijk de verplichtingen van de staten in het gemeenschappelijk Europees asielstelsel elke inhoud ontnemen en de verwezenlijking van het doel, snel te bepalen welke lidstaat bevoegd is, in gevaar brengen.
Het Hof is echter van oordeel dat het Unierecht in de weg staat aan een onweerlegbaar vermoeden dat de op basis van de verordening verantwoordelijke lidstaat de grondrechten van de Europese Unie eerbiedigt.
De lidstaten, daaronder begrepen de nationale rechterlijke instanties, mogen een asielzoeker namelijk niet aan de verantwoordelijke lidstaat overdragen wanneer zij niet onkundig kunnen zijn van het feit dat de tekortkomingen in het systeem van de asielprocedure en de opvangvoorzieningen voor asielzoekers ernstige en op feiten berustende gronden vormen om aan te nemen dat de asielzoeker een reëel risico zal lopen op onmenselijke en vernederende behandelingen in de zin van artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het Hof is van oordeel dat de lidstaten over diverse geschikte instrumenten beschikken om te beoordelen of de grondrechten worden geëerbiedigd en dus in te schatten welke risico’s een asielzoeker daadwerkelijk loopt indien hij aan de verantwoordelijke lidstaat wordt overgedragen.
Bovendien voegt het Hof daaraan toe dat, onder voorbehoud van de mogelijkheid om het verzoek zelf te behandelen, de lidstaat die de asielzoeker aan de op basis van de verordening verantwoordelijke staat moet overdragen en die dit niet kan doen, de overige criteria van de verordening moet onderzoeken, teneinde na te gaan of een andere lidstaat volgens een van de verdere criteria verantwoordelijk is om het asielverzoek te behandelen.
In dit verband dient hij erop toe te zien dat hij een situatie waarin de grondrechten van de asielzoeker worden geschonden, niet erger maakt door de procedure om de verantwoordelijke lidstaat te bepalen, onredelijk lang te laten duren. Zo nodig dient hij het verzoek zelf te behandelen.
Lees het persbericht hier: http://curia.europa.eu/jcms/upload/docs/application/pdf/2011-12/cp110140nl.pdf
En de uitspraak hier: http://curia.europa.eu/juris/liste.jsf?language=nl&num=C-411/10
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
Reacties