Arend van den Berg: migranten talentenpool voor ondernemerschap
Als Nederland wil excelleren, moet het talentvolle migranten omarmen, zegt Z24's Arend van den Berg.
In Nederland woont minder dan 0,25 procent van de wereldbevolking. Nu is het niet aannemelijk dat alle genieën van de wereld tot die 0,25 procent behoren.
Toch redeneren we zo, want talent uit die overige 99,75 procent van de wereld heeft maar moeizaam toegang tot Nederland.
Bedrijven en instellingen die toptalent elders uit de wereld willen halen, moeten zich door een woud aan bureacratische regels ploegen rondom verblijfs- en tewerkstellingsvergunningen. Met bizarre bij-effecten zoals Mathijs Bouman onlangs beschreef.
Aanscherpen
Eerder deze maand kondigde minister Gerd Leers voor Immigratie en Asiel aan de regels nog eens aan te willen scherpen.
Het is tekenend voor de bizarre symboolpolitiek van dit kabinet: het accent op migranten als probleemgroep.
Eerder schreef ik dat Nederland onmogelijk zonder nieuwe migranten kan gezien de reusachtige aanstaande tekorten op de arbeidsmarkt.
Steve Jandali
Daar wil ik nog een element toevoegen: migranten als noodzakelijke bron van ondernemerschap. In de VS weet men dat al lang. Steve Jandali was de zoon van een Syrische wetenschapper (al heeft hij zijn vader nooit gekend); wij kennen hem nu als Steve Jobs.
Google's Serge Brin komt uit een Russisch gezin en kwam op zijn zesde naar de VS. Jerry Yang, oprichter van Yahoo werd geboren in Taiwan. De wieg van Arianna Huffington, de vrouw achter de Huffington Post, stond in Athene.
En zo kun je nog wel even doorgaan.
Migranten combineren nu eenmaal vaak een ondernemende instelling met doorzettingsvermogen én een bijzonder talent op een specifiek gebied: dáárom durfden ze de stap aan naar een ander land. Geen slechte bagage voor ondernemers.
In Nederland bestond de golf van migranten uit de jaren 1960 en 1970 veelal uit laagopgeleiden uit Turkijke en Marokko. Zij maakten aanvankelijk nog moeilijk de overstap naar het ondernemerschap.
Tweede generatie
Ewald Engelen, sinds november 2010 bijzonder hoogleraar etnisch ondernemerschap aan de Universiteit van Amsterdam omschreef het zo in zijn inaugurele rede: "Startersmarkten als de taxisector en de bouw worden in Nederland bezet door goedbeschermde autochtonen, terwijl zelfs horeca en middenstand hoge administratieve eisen stellen en het werven en aannemen van personeel kostbaar en ingewikkeld is."
Maar Engelen signaleert een grote omslag nu de tweede generatie migranten zich op het ondernemerschap stort. Hun ouders startten klassieke zaakjes als een naaiatelier, een shoarmazaak of een slagerij. Die hadden moeite met de Nederlandse barrières.
Maar de kinderen weten die makkelijker te slechten. Hun opleidingsniveau stijgt razendsnel. Net als autochtone ondernemers kiezen ze nu in minderheid voor een eigen bedrijf in de horeca, en in meerderheid voor de zakelijke dienstverlening, aldus Engelen.
Voorbeelden genoeg: Triodor Software, vliegmaatschappij Corendon, telecommer Ortel, kledingmerk Supertrash: allemaal opgezet door Turkse Nederlanders.
Eén op de acht Turken in Nederland is ondernemer. Da's hoger dan het Nederlandse gemiddelde. Andere hoge percentages vind je bijvoorbeeld onder Chinezen, en Iraniërs.
Focus op talent
Uit onderzoek blijkt dat het gros van de overheidsinitiatieven om etnisch ondernemerschap te stimuleren niet werkt. Noch op gemeenteniveau, noch - zoals nu weer mode is - op wijkniveau.
Etnische ondernemers hebben baat bij dezelfde algemene randvoorwaarden als andere ondernemers: markten die open worden gebroken en lagere administratieve lastendruk. Voor een slimme kennismigrant uit Korea, India of Zuid-Afrika, die alsnog voorzichzelf wil beginnen, zal dat niet anders zijn.
Laten we dus ophouden met dat geneuzel over autochtonen versus allochtonen. Beter is om te spreken over talent: hoe benut je het potentieel in Nederland én dat daarbuiten.
Bron: http://www.z24.nl/ondernemen/artikel_202895.z24/Arend_van_den_Berg__migranten_talentenpool_voor_ondernemerschap.html
Interessant leesvoer. Ik zie echter één groot verschil met de Amerikaanse situatie: de Nederlandse uitkeringen. Diegenen die niet willen werken komen er vaak nog mee weg ook en lopen misschien zo de kans mis om miljonair te worden omdat ze hun talenten niet benutten. En de mensen die wel graag iets zouden willen opzetten krijgen niet alleen te maken met de ondernemersrisico's maar lopen er ook nog eens tegen aan dat wanneer hun zaak dan niet blijkt te lopen zij hun rechten op WW/WAO en dergelijke hebben verspeeld. Dit werkt als een enorme rem op wat te gaan proberen.
Wat betreft het niet lukken van wijkinistiatieven vraag ik mij af of dit 1) wel zo is en 2) of dit niet te wijten is aan begeleiding vanuit het subsidie/ambtenaren circuit dat niet echt marktgericht heeft leren denken.
Mocht iemand hier ervaring mee hebben dan ben ik erg benieuwd!
Law blog
In Nederland woont minder dan 0,25 procent van de wereldbevolking. Nu is het niet aannemelijk dat alle genieën van de wereld tot die 0,25 procent behoren.
Toch redeneren we zo, want talent uit die overige 99,75 procent van de wereld heeft maar moeizaam toegang tot Nederland.
Bedrijven en instellingen die toptalent elders uit de wereld willen halen, moeten zich door een woud aan bureacratische regels ploegen rondom verblijfs- en tewerkstellingsvergunningen. Met bizarre bij-effecten zoals Mathijs Bouman onlangs beschreef.
Aanscherpen
Eerder deze maand kondigde minister Gerd Leers voor Immigratie en Asiel aan de regels nog eens aan te willen scherpen.
Het is tekenend voor de bizarre symboolpolitiek van dit kabinet: het accent op migranten als probleemgroep.
Eerder schreef ik dat Nederland onmogelijk zonder nieuwe migranten kan gezien de reusachtige aanstaande tekorten op de arbeidsmarkt.
Steve Jandali
Daar wil ik nog een element toevoegen: migranten als noodzakelijke bron van ondernemerschap. In de VS weet men dat al lang. Steve Jandali was de zoon van een Syrische wetenschapper (al heeft hij zijn vader nooit gekend); wij kennen hem nu als Steve Jobs.
Google's Serge Brin komt uit een Russisch gezin en kwam op zijn zesde naar de VS. Jerry Yang, oprichter van Yahoo werd geboren in Taiwan. De wieg van Arianna Huffington, de vrouw achter de Huffington Post, stond in Athene.
En zo kun je nog wel even doorgaan.
Migranten combineren nu eenmaal vaak een ondernemende instelling met doorzettingsvermogen én een bijzonder talent op een specifiek gebied: dáárom durfden ze de stap aan naar een ander land. Geen slechte bagage voor ondernemers.
In Nederland bestond de golf van migranten uit de jaren 1960 en 1970 veelal uit laagopgeleiden uit Turkijke en Marokko. Zij maakten aanvankelijk nog moeilijk de overstap naar het ondernemerschap.
Tweede generatie
Ewald Engelen, sinds november 2010 bijzonder hoogleraar etnisch ondernemerschap aan de Universiteit van Amsterdam omschreef het zo in zijn inaugurele rede: "Startersmarkten als de taxisector en de bouw worden in Nederland bezet door goedbeschermde autochtonen, terwijl zelfs horeca en middenstand hoge administratieve eisen stellen en het werven en aannemen van personeel kostbaar en ingewikkeld is."
Maar Engelen signaleert een grote omslag nu de tweede generatie migranten zich op het ondernemerschap stort. Hun ouders startten klassieke zaakjes als een naaiatelier, een shoarmazaak of een slagerij. Die hadden moeite met de Nederlandse barrières.
Maar de kinderen weten die makkelijker te slechten. Hun opleidingsniveau stijgt razendsnel. Net als autochtone ondernemers kiezen ze nu in minderheid voor een eigen bedrijf in de horeca, en in meerderheid voor de zakelijke dienstverlening, aldus Engelen.
Voorbeelden genoeg: Triodor Software, vliegmaatschappij Corendon, telecommer Ortel, kledingmerk Supertrash: allemaal opgezet door Turkse Nederlanders.
Eén op de acht Turken in Nederland is ondernemer. Da's hoger dan het Nederlandse gemiddelde. Andere hoge percentages vind je bijvoorbeeld onder Chinezen, en Iraniërs.
Focus op talent
Uit onderzoek blijkt dat het gros van de overheidsinitiatieven om etnisch ondernemerschap te stimuleren niet werkt. Noch op gemeenteniveau, noch - zoals nu weer mode is - op wijkniveau.
Etnische ondernemers hebben baat bij dezelfde algemene randvoorwaarden als andere ondernemers: markten die open worden gebroken en lagere administratieve lastendruk. Voor een slimme kennismigrant uit Korea, India of Zuid-Afrika, die alsnog voorzichzelf wil beginnen, zal dat niet anders zijn.
Laten we dus ophouden met dat geneuzel over autochtonen versus allochtonen. Beter is om te spreken over talent: hoe benut je het potentieel in Nederland én dat daarbuiten.
Bron: http://www.z24.nl/ondernemen/artikel_202895.z24/Arend_van_den_Berg__migranten_talentenpool_voor_ondernemerschap.html
Interessant leesvoer. Ik zie echter één groot verschil met de Amerikaanse situatie: de Nederlandse uitkeringen. Diegenen die niet willen werken komen er vaak nog mee weg ook en lopen misschien zo de kans mis om miljonair te worden omdat ze hun talenten niet benutten. En de mensen die wel graag iets zouden willen opzetten krijgen niet alleen te maken met de ondernemersrisico's maar lopen er ook nog eens tegen aan dat wanneer hun zaak dan niet blijkt te lopen zij hun rechten op WW/WAO en dergelijke hebben verspeeld. Dit werkt als een enorme rem op wat te gaan proberen.
Wat betreft het niet lukken van wijkinistiatieven vraag ik mij af of dit 1) wel zo is en 2) of dit niet te wijten is aan begeleiding vanuit het subsidie/ambtenaren circuit dat niet echt marktgericht heeft leren denken.
Mocht iemand hier ervaring mee hebben dan ben ik erg benieuwd!
Law blog
Reacties