06 maart 2011

Drie jaar cel voor mensenhandelaarster (uitspraak)

Iemand mailde mij deze uitspraak en had slachtoffers van haar ontmoet die nu werden uitgezet. Ze mag nu zelf 3 jaar een cel gaan uitproberen.

LJN: BP4006, Rechtbank 's-Gravenhage , 09/757084-10

Datum uitspraak: 11-02-2011
Datum publicatie: 11-02-2011
Rechtsgebied: Straf
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: Oplichting, mensensmokkel, mensenhandel, gewoontewitwassen. Verdachte heeft zich tegenover personen van Surinaamse afkomst voorgedaan als een vrouw die tegen betaling verblijfsvergunningen en/of Nederlandse paspoorten kon regelen. Vervolgens heeft verdachte voor (een deel van) haar slachtoffers kansloze aanvragen voor verblijfsvergunningen en Vreemdelingenwet-procedures laten aanspannen, waarvoor zij irreële hoge geldbedragen vroeg, die in de duizenden euros liepen. Verdachte heeft hierdoor deze slachtoffers opgelicht. Aldus is zij tevens uit winstbejag behulpzaam geweest bij het verschaffen van verblijf van alhier illegaal verblijvende Surinaamse mensen. Voorts heeft verdachte een aantal van deze illegalen, die zich als gevolg van haar handelen dus in een kwetsbare en alleszins van haar afhankelijke positie bevonden, uitgebuit, door hen op evengenoemde grond van afhankelijkheid aan haar te binden, waardoor zij voor haar en haar bedrijf verbouwingswerkzaamheden hebben uitgevoerd en bleven uitvoeren, zelfs zonder dat zij de daarvoor door haar beloofde vergoeding kregen uitbetaald. De omstandigheden waaronder de verdachte de voor haar werkzame personen heeft laten werken zijn in de ogen van de officier van justitie en verdediging in casu niet zodanig schrijnend geweest dat deze de kwalificatie van oogmerk van uitbuiting en derhalve van mensenhandel kan dragen. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat, ook los beschouwd van het (deels) uitblijven van het arbeidsloon, de arbeidsomstandigheden op zichzelf beschouwd in casu niet uitermate schrijnend zijn geweest. [...] Voor de strafbaarheid op grond van artikel 273f eerste lid sub 4 is slechts van belang dat het slachtoffer zich onder dwang of beïnvloeding voor arbeid of diensten beschikbaar heeft gesteld”, aldus de Hoge Raad ten aanzien van artikel 250a, eerste lid, sub 1 van het Wetboek van Strafrecht, een van de voorlopers van het huidige artikel 273f, eerste lid, sub 4 van het Wetboek van Strafrecht (HR NJ 2006, 525, LJN AX9215). Hiervan is te dezen naar het oordeel van de rechtbank sprake geweest.




Law Blogs
Law blog

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...