Divergerende jurispudentie over de Terugkeerrichtlijn en Dublinclaimten? (uitspraken)
LJN: BP6478, Rechtbank 's-Gravenhage , 11/4570
Datum uitspraak: 24-02-2011
Datum publicatie: 02-03-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Inhoudsindicatie: Eiser is in het kader van de Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (de Dublin¬verordening) uitgezet naar Slowakije. Dat betekent dat geen sprake is van “terugkeer” als bedoeld in artikel 3 van de Terugkeerrichtlijn. Anders dan eiser is de rechtbank van oordeel dat Slowakije niet kan worden aangemerkt als een land van doorreis overeenkomstig communautaire of bilaterale overeenkomsten of andere regelingen als bedoeld onder het tweede gedachtestreepje van voormelde bepaling. De rechtbank verwijst in dit kader naar de uitspraak van deze rechtbank, nevenzittingsplaats Utrecht, van 31 januari 2011 (LJN BP3997). Naar het oordeel van de rechtbank zien genoemde communautaire of bilaterale overeenkomsten of andere regelingen enkel op overeenkomsten of regelingen gesloten dan wel getroffen met landen die geen lid zijn van de Europese Unie. Voor dat oordeel vindt de rechtbank tevens steun in overweging 7 van de preambule van de Terugkeer¬richtlijn, waarin benadrukt wordt dat, om het terugkeer¬proces te vergemakkelijken, op het niveau van de Gemeenschap en op bilateraal niveau overnameovereenkomsten met derde landen moeten worden gesloten. Eiser valt dus niet onder de werkingssfeer van de Terugkeerrichtlijn. Dat betekent dat het begrip openbare orde als bedoeld in artikel 59, eerste lid, van de Vw 2000, niet richtlijnconform uitgelegd hoeft te worden.
LJN: BP6695, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 11/4823 VRONTN/CM
Datum uitspraak: 23-02-2011
Datum publicatie: 04-03-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Terugkeerrichtlijn van toepassing op Dublinclaimanten / artikel 2 Terugkeerrichtlijn / artikel 6 Terugkeerrichtlijn / artikel 59, tweede lid, Vw 2000 / Kadzoev. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de Terugkeerrichtlijn, gelet op artikel 6 van deze richtlijn, niet van toepassing is op Dublinclaimanten. De rechtbank overweegt dat ingevolge artikel 2, eerste lid, Terugkeerrichtlijn, deze richtlijn van toepassing is op illegaal op het grondgebied van een lidstaat verblijvende onderdanen van derde landen. In artikel 2, tweede lid, Terugkeerrichtlijn, is een aantal uitzonderingen genoemd. De rechtbank stelt vast dat de Dublinverordening niet als uitzondering in artikel 2, tweede lid, Terugkeerrichtlijn, is genoemd. De rechtbank is derhalve van oordeel dat de Terugkeerrichtlijn van toepassing is op Dublinclaimanten. Verweerders standpunt dat gelet op artikel 6 van de Terugkeerrichtlijn, deze richtlijn niet van toepassing is, volgt de rechtbank derhalve niet. Voorts heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat er geen gronden aan de bewaring ten grondslag hoefden te worden gelegd, aangezien op grond van artikel 59, tweede lid, Vw 2000, het belang van de openbare orde wordt geacht de bewaring van eiser te vorderen. De rechtbank is van oordeel, onder verwijzing naar rechtsoverweging 70 van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 30 november 2009, C-357/09, JV 2010/30 (Kadzoev), dat de mogelijkheid om een persoon om redenen van openbare orde in bewaring te stellen geen grondslag kan vinden in de Terugkeerrichtlijn. Het beroep is gegrond.
Bron: rechtspraak.nl
Law blog
Datum uitspraak: 24-02-2011
Datum publicatie: 02-03-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Inhoudsindicatie: Eiser is in het kader van de Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (de Dublin¬verordening) uitgezet naar Slowakije. Dat betekent dat geen sprake is van “terugkeer” als bedoeld in artikel 3 van de Terugkeerrichtlijn. Anders dan eiser is de rechtbank van oordeel dat Slowakije niet kan worden aangemerkt als een land van doorreis overeenkomstig communautaire of bilaterale overeenkomsten of andere regelingen als bedoeld onder het tweede gedachtestreepje van voormelde bepaling. De rechtbank verwijst in dit kader naar de uitspraak van deze rechtbank, nevenzittingsplaats Utrecht, van 31 januari 2011 (LJN BP3997). Naar het oordeel van de rechtbank zien genoemde communautaire of bilaterale overeenkomsten of andere regelingen enkel op overeenkomsten of regelingen gesloten dan wel getroffen met landen die geen lid zijn van de Europese Unie. Voor dat oordeel vindt de rechtbank tevens steun in overweging 7 van de preambule van de Terugkeer¬richtlijn, waarin benadrukt wordt dat, om het terugkeer¬proces te vergemakkelijken, op het niveau van de Gemeenschap en op bilateraal niveau overnameovereenkomsten met derde landen moeten worden gesloten. Eiser valt dus niet onder de werkingssfeer van de Terugkeerrichtlijn. Dat betekent dat het begrip openbare orde als bedoeld in artikel 59, eerste lid, van de Vw 2000, niet richtlijnconform uitgelegd hoeft te worden.
LJN: BP6695, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 11/4823 VRONTN/CM
Datum uitspraak: 23-02-2011
Datum publicatie: 04-03-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Terugkeerrichtlijn van toepassing op Dublinclaimanten / artikel 2 Terugkeerrichtlijn / artikel 6 Terugkeerrichtlijn / artikel 59, tweede lid, Vw 2000 / Kadzoev. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de Terugkeerrichtlijn, gelet op artikel 6 van deze richtlijn, niet van toepassing is op Dublinclaimanten. De rechtbank overweegt dat ingevolge artikel 2, eerste lid, Terugkeerrichtlijn, deze richtlijn van toepassing is op illegaal op het grondgebied van een lidstaat verblijvende onderdanen van derde landen. In artikel 2, tweede lid, Terugkeerrichtlijn, is een aantal uitzonderingen genoemd. De rechtbank stelt vast dat de Dublinverordening niet als uitzondering in artikel 2, tweede lid, Terugkeerrichtlijn, is genoemd. De rechtbank is derhalve van oordeel dat de Terugkeerrichtlijn van toepassing is op Dublinclaimanten. Verweerders standpunt dat gelet op artikel 6 van de Terugkeerrichtlijn, deze richtlijn niet van toepassing is, volgt de rechtbank derhalve niet. Voorts heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat er geen gronden aan de bewaring ten grondslag hoefden te worden gelegd, aangezien op grond van artikel 59, tweede lid, Vw 2000, het belang van de openbare orde wordt geacht de bewaring van eiser te vorderen. De rechtbank is van oordeel, onder verwijzing naar rechtsoverweging 70 van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 30 november 2009, C-357/09, JV 2010/30 (Kadzoev), dat de mogelijkheid om een persoon om redenen van openbare orde in bewaring te stellen geen grondslag kan vinden in de Terugkeerrichtlijn. Het beroep is gegrond.
Bron: rechtspraak.nl
Law blog
Reacties