Schadevergoeding matigen mag in een bewaringszaak als de illegaal zijn uitzetting tegenwerkte tijdens de bewaring ( nog een uitspraak hierover)
ECLI:NL:RVS:2013:1022
4.1. In hoger beroep is niet in geschil dat de vreemdeling zich gedurende de bewaring niet actief en volledig heeft ingespannen om zijn vertrek uit Nederland te bewerkstelligen. Zo is niet in geschil dat de vreemdeling tegenstrijdige verklaringen over zijn paspoort heeft afgelegd, hij tijdens een presentatie op 23 maart 2011 bij de diplomatieke vertegenwoordiging van India hier te lande heeft verklaard niet te willen terugkeren en bij die gelegenheid niet zijn volledige adresgegevens in India heeft verstrekt. Ten slotte is niet in geschil dat de vreemdeling in een op 14 april 2011 aan die vertegenwoordiging verzonden brief ter verkrijging van een laissez passer heeft nagelaten concrete, verifieerbare informatie op te nemen op grond waarvan zijn identiteit kon worden vastgesteld.
Gelet hierop heeft de vreemdeling gedurende de bewaring zowel in woord als gedrag volhard in de weigering mee te werken aan zijn terugkeer. Uit overweging 4.7. van voormelde uitspraak van de Afdeling van 19 juni 2013 volgt dat de rechtbank om die reden ten onrechte heeft overwogen dat geen aanleiding bestaat de schadevergoeding te matigen. Een matiging met 50 procent, zoals de staatssecretaris heeft verzocht, is op haar plaats.
De enige grief slaagt.
5. Het hoger beroep is kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd voor zover de rechtbank daarbij de staatssecretaris heeft veroordeeld om aan de vreemdeling een vergoeding van € 15.940,00 te betalen. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling met inachtneming van hetgeen onder 3. en 4.1. is overwogen, de staatssecretaris veroordelen om aan de vreemdeling na te melden vergoeding te betalen over de periode van 5 maart 2011, de dag waarop de maatregel van bewaring is opgelegd, tot 19 september 2011, de dag waarop die maatregel is opgeheven.
Bron: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2013:1022
In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
- Instantie Raad van State
- Datum uitspraak 30-08-2013
- Datum publicatie 04-09-2013
- Zaaknummer 201306448/1/V3
- Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
- Bijzondere kenmerken Hoger beroep
4.1. In hoger beroep is niet in geschil dat de vreemdeling zich gedurende de bewaring niet actief en volledig heeft ingespannen om zijn vertrek uit Nederland te bewerkstelligen. Zo is niet in geschil dat de vreemdeling tegenstrijdige verklaringen over zijn paspoort heeft afgelegd, hij tijdens een presentatie op 23 maart 2011 bij de diplomatieke vertegenwoordiging van India hier te lande heeft verklaard niet te willen terugkeren en bij die gelegenheid niet zijn volledige adresgegevens in India heeft verstrekt. Ten slotte is niet in geschil dat de vreemdeling in een op 14 april 2011 aan die vertegenwoordiging verzonden brief ter verkrijging van een laissez passer heeft nagelaten concrete, verifieerbare informatie op te nemen op grond waarvan zijn identiteit kon worden vastgesteld.
Gelet hierop heeft de vreemdeling gedurende de bewaring zowel in woord als gedrag volhard in de weigering mee te werken aan zijn terugkeer. Uit overweging 4.7. van voormelde uitspraak van de Afdeling van 19 juni 2013 volgt dat de rechtbank om die reden ten onrechte heeft overwogen dat geen aanleiding bestaat de schadevergoeding te matigen. Een matiging met 50 procent, zoals de staatssecretaris heeft verzocht, is op haar plaats.
De enige grief slaagt.
5. Het hoger beroep is kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd voor zover de rechtbank daarbij de staatssecretaris heeft veroordeeld om aan de vreemdeling een vergoeding van € 15.940,00 te betalen. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling met inachtneming van hetgeen onder 3. en 4.1. is overwogen, de staatssecretaris veroordelen om aan de vreemdeling na te melden vergoeding te betalen over de periode van 5 maart 2011, de dag waarop de maatregel van bewaring is opgelegd, tot 19 september 2011, de dag waarop die maatregel is opgeheven.
Bron: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2013:1022
In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
Reacties