Het zou ook anders een soort van door de Staat betaald Corona quarantaine hotel worden
ECLI:NL:RVS:2021:285
- Instantie Raad van State
- Datum uitspraak 17-02-2021
- Datum publicatie 17-02-2021
- Zaaknummer 202004036/1/V3
- Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
- Bijzondere kenmerken Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
Bij besluit van 1 juli 2020 is de
vreemdeling de toegang tot Nederland geweigerd. Bij besluit van dezelfde
datum is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.
Om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, gelden sinds 19
maart 2020 tijdelijke reisrestricties voor personen die uit derde landen
naar Nederland willen reizen. De vreemdeling komt uit Barbados. Zij
valt niet onder een van de uitzonderingscategorieën en Barbados staat
niet op de lijst met derde landen waarvoor het inreisverbod geleidelijk
wordt opgeheven. De vreemdeling wordt gelet hierop als een gevaar voor
de volksgezondheid beschouwd. Daarom is haar de toegang tot Nederland
geweigerd. Deze zaak gaat over de vraag of de vrijheidsontnemende
maatregel die is gebaseerd op de toegangsweigering, nog langer
gerechtvaardigd is te achten als de vreemdeling na de geldende
quarantaineperiode geen klachten heeft die wijzen op corona.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2021:285
Uitspraak
202004036/1/V3.
Datum uitspraak: 17 februari 2021
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats
Amsterdam, van 22 juli 2020 in zaak nr. NL20.13851 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de staatssecretaris.
Procesverloop
Bij besluit van 1 juli 2020 is de vreemdeling de toegang tot
Nederland geweigerd. Bij besluit van dezelfde datum is aan de
vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.
Bij uitspraak van 22 juli 2020 heeft de rechtbank het daartegen
door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, de opheffing
van de vrijheidsontnemende maatregel met ingang van die dag bevolen en
de vreemdeling schadevergoeding vanaf 16 juli 2020 toegekend.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.
De vreemdeling heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De staatssecretaris heeft het hoger beroep aangevuld.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 oktober
2020, waar de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. E.C.
Pietermaat, advocaat te Den Haag, en mr. M.A. Vonk, en de vreemdeling,
vertegenwoordigd door mr. R.M. Seth Paul, advocaat te Amsterdam, zijn
verschenen. De zaak is ter zitting gelijktijdig behandeld met zaak
ECLI:NL:RVS:2021:286.
Overwegingen
Inleiding
1. Om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, gelden
sinds 19 maart 2020 tijdelijke reisrestricties voor personen die uit
derde landen naar Nederland willen reizen. Naar aanleiding van een
verzoek van de Europese Commissie (mededeling van 16 maart 2020 aan het
Europees Parlement, de Europese Raad en de lidstaten van de Europese
Unie (COM (2020) 115 final)) om tijdelijke inreisbeperkingen in te
voeren voor niet-essentiële reizen van derde landen naar de Europese
Unie, hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten van
de Europese Unie ermee ingestemd om in het licht van het coronavirus een
gecoördineerde tijdelijke beperking van deze niet-essentiële reizen
naar de Europese Unie toe te passen. Op 30 juni 2020 heeft de Raad van
de Europese Unie aan de lidstaten een Aanbeveling gedaan om per 1 juli
2020 de tijdelijke beperking op gecoördineerde wijze geleidelijk op te
heffen voor een aantal veilige landen (20200134 NLE). In Nederland zijn
de inreisbeperkingen dan ook per 1 juli 2020 geleidelijk opgeheven.
Conform de Aanbeveling gelden er uitzonderingen op de beperkingen voor
specifieke categorieën van reizigers (zie bijlagen I en II bij de
Aanbeveling). Personen die niet onder de uitzonderingen vallen wordt de
toegang geweigerd op grond van artikel 6, eerste lid, onder d, van de
Schengengrenscode (PB 2016 L 77). Hierna worden de in Europees verband
gecoördineerde tijdelijke reisrestricties "inreisverbod" genoemd, hoewel
het dus geen inreisverbod als bedoeld in de Vw 2000 en de
Terugkeerrichtlijn betreft.
1.1. De vreemdeling komt uit Barbados. Zij valt niet onder een
van de uitzonderingscategorieën en Barbados staat niet op de lijst met
derde landen waarvoor het inreisverbod geleidelijk wordt opgeheven. De
vreemdeling wordt gelet hierop als een gevaar voor de volksgezondheid
beschouwd. Daarom is haar de toegang tot Nederland geweigerd. Omdat er
op korte termijn geen terugvlucht naar Barbados beschikbaar was, is aan
haar ook een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Na de geldende
quarantaineperiode is gebleken dat de vreemdeling gezond is en dat zij
geen klachten heeft die wijzen op corona.
1.2. Deze zaak gaat over de vraag of de vrijheidsontnemende
maatregel die is gebaseerd op de toegangsweigering, nog langer
gerechtvaardigd is te achten als de vreemdeling na de geldende
quarantaineperiode geen klachten heeft die wijzen op corona. Deze
uitspraak heeft ook betekenis voor andere vreemdelingen die op basis van
het inreisverbod de toegang is geweigerd en aan wie een
vrijheidsontnemende maatregel is opgelegd.
2. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage en maakt deel uit van deze uitspraak.
De uitspraak van de rechtbank
3. De rechtbank heeft overwogen dat de vreemdeling terecht de
toegang is geweigerd, omdat voor reizigers uit Barbados een inreisverbod
geldt. Verder heeft zij overwogen dat de grondslag voor het weigeren
van de toegang na veertien dagen is komen te vervallen, omdat de
vreemdeling toen geen gevaar meer vormde voor de volksgezondheid. Omdat
de opgelegde vrijheidsontnemende maatregel is gebaseerd op de
toegangsweigering, was die maatregel volgens de rechtbank na de
quarantaineperiode niet langer gerechtvaardigd te achten.
Het hoger beroep
4. De staatssecretaris klaagt in zijn eerste grief dat de
rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de grondslag voor de
toegangsweigering is komen te vervallen. Hij voert daarover aan dat het
inreisverbod als doel heeft de volksgezondheid te beschermen door het
aantal reizigers in te perken om zo de verspreiding van het coronavirus
te voorkomen. Ook wijst hij erop dat het inreisverbod geen mechanisme
kent van een individuele gezondheidstoets. Hij betoogt verder dat voor
reizigers uit Barbados nog altijd geldt dat hun inreis een gevaar voor
de volksgezondheid oplevert, zodat de grondslag om de toegang te
weigeren nog bestaat.
5. In zijn tweede grief klaagt de staatssecretaris dat de
rechtbank onvoldoende heeft onderkend dat voor de vraag of de
vreemdeling terecht de toegang is geweigerd, alleen ter beoordeling
staat of ten tijde van de controle aan de buitengrens door de
vreemdeling is aangetoond of zij aan de toegangsvoorwaarden heeft
voldaan.
De uitvoeringspraktijk
6. Reizigers uit derde landen die niet onder een van de
uitzonderingscategorieën vallen of die niet afkomstig zijn uit een land
waarvoor het inreisverbod geleidelijk wordt opgeheven, worden aan de
Nederlandse grens geweigerd ter bescherming van de volksgezondheid
(artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e, in samenhang met artikel 14
van de Schengengrenscode). De staatssecretaris heeft ter zitting van de
Afdeling toegelicht dat het de bedoeling is dat reizigers aan wie de
toegang is geweigerd, zo snel mogelijk terugkeren naar hun land van
herkomst. Als dat niet meteen lukt, zijn aanvullende maatregelen nodig,
aldus de staatssecretaris.
6.1. De staatssecretaris heeft verduidelijkt dat aan reizigers
die op korte termijn terug kunnen, een vrijheidsbeperkende maatregel
wordt opgelegd als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Vw 2000. In
afwachting van hun vertrek moeten zij zich ophouden in de internationale
lounge van Schiphol. Als reizigers niet op korte termijn terug kunnen,
wordt hun, in afwachting van vertrek, een vrijheidsontnemende maatregel
opgelegd als bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, van de Vw 2000.
6.2. De staatssecretaris heeft verder toegelicht dat sinds 19
maart 2020 tot een week voorafgaand aan de zitting bij de Afdeling aan
ongeveer 450 reizigers de toegang tot Nederland is geweigerd. Daarvan
hebben 416 reizigers een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd
gekregen. Aan 14 reizigers is een vrijheidsontnemende maatregel
opgelegd. De overige vreemdelingen hebben geen maatregel opgelegd
gekregen, vermoedelijk omdat zij direct konden terugkeren.
6.3. Hieronder wordt ingegaan op de vragen of de
toegangsweigering terecht aan de vrijheidsontnemende maatregel ten
grondslag is gelegd en of de toegang aan de vreemdeling ook na de
geldende quarantaineperiode nog steeds geweigerd kon worden. Vervolgens
zal de vraag beantwoord worden of de vrijheidsontnemende maatregel na de
quarantaineperiode nog langer gerechtvaardigd is te achten.
De toegangsweigering bij inreis
7. Met zijn betoog in de tweede grief dat de rechtbank had
moeten volstaan met de beantwoording van de vraag of de vreemdeling op
het moment van inreis terecht de toegang is geweigerd, gaat de
staatssecretaris voorbij aan het oordeel van de rechtbank dat de
staatssecretaris terecht de vreemdeling de toegang heeft geweigerd. Uit
de overwegingen in de uitspraak van de rechtbank volgt dat zij de
toegangsweigering niet onrechtmatig heeft geacht, maar dat zij alleen
heeft geoordeeld dat de toegangsweigering met het oog op het
besmettingsgevaar na veertien dagen niet meer nodig was. Dit heeft zij
ten grondslag gelegd aan de opheffing van de vrijheidsontnemende
maatregel. In het dictum van de uitspraak staat ook niet dat de
toegangsweigering onrechtmatig is.
De tweede grief faalt.
De toegangsweigering na de geldende quarantaineperiode
8. Niet in geschil is dat vreemdelingen uit Barbados bij
aankomst als gevaar voor de volksgezondheid kunnen worden beschouwd en
dat hun bij alle niet-essentiële reizen de toegang tot Nederland wordt
geweigerd (artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e, van de
Schengengrenscode). De vraag is aan de orde of de toegang na de geldende
quarantaineperiode ook nog geweigerd kan worden als de vreemdeling geen
klachten heeft die wijzen op corona.
8.1. De Afdeling is, anders dan de rechtbank, van oordeel dat
de omstandigheid dat de vreemdeling geen klachten heeft die wijzen op
corona, op zichzelf niet maakt dat de grondslag van de toegangsweigering
is vervallen. Het inreisverbod gaat immers niet om het gevaar dat de
individuele reiziger oplevert. Bij dit oordeel betrekt de Afdeling dat
uit de mededeling van de Europese Commissie van 16 maart 2020 over de
tijdelijke beperkingen van niet-essentiële reizen naar de Europese Unie,
volgt dat het doel van de beperkingen is: het voorkomen van grote
reizigersstromen om zo de volksgezondheid te beschermen en verdere
verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Het inreisverbod is een
generieke maatregel en gaat niet uit van een individuele
gezondheidscheck van inkomende reizigers.
8.2. Het is aanvaardbaar dat de staatssecretaris in deze zeer
uitzonderlijke situatie generieke maatregelen neemt om verdere
verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Nu het inreisverbod na
de quarantaineperiode nog steeds gold voor personen uit Barbados, met
uitzondering van bepaalde categorieën waaronder de vreemdeling niet
viel, kon de vreemdeling, ook nadat bleek dat zij niet besmet was, de
toegang nog steeds worden geweigerd.
De vrijheidsontnemende maatregel
9. De vreemdeling is de toegang terecht geweigerd, omdat niet
is voldaan aan een van de in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e,
van de Schengengrenscode gestelde vereisten. Uit het dossier volgt dat
de vreemdeling niet meteen kon terugkeren naar Barbados, omdat er geen
vlucht beschikbaar was. De vreemdeling heeft dat in hoger beroep ook
niet bestreden. Niet in geschil is dat aan haar, in afwachting van
vertrek, terecht een vrijheidsontnemende maatregel is opgelegd (artikel
6, eerste en tweede lid, van de Vw 2000).
9.1. Als de reiziger niet op korte termijn kan terugkeren en
verblijf in de internationale lounge van Schiphol niet langer mogelijk
is, is het opleggen van een vrijheidsontnemende maatregel in beginsel de
enige manier om het grensbewakingsbelang veilig te stellen. Toch kunnen
zich bijzondere, individuele omstandigheden voordoen op grond waarvan
de staatssecretaris van vrijheidsontneming zou moeten afzien (uitspraak
van de Afdeling van 20 november 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3661) of de
vrijheidsontneming niet langer zou moeten laten voortduren. De
staatssecretaris moet voortdurend nagaan of de maatregel nog voldoet aan
de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Dat het
inreisverbod geen mechanisme kent van een individuele gezondheidstoets
maakt dus niet dat de staatssecretaris geen belangenafweging hoeft te
maken bij de beoordeling of de vrijheidsontnemende maatregel nog langer
gerechtvaardigd is. Daarbij moeten alle individuele omstandigheden
betrokken worden.
Het voortduren van de vrijheidsontnemende maatregel
10. Het uitgangspunt is dat de vrijheidsontnemende maatregel
nauw verbonden moet zijn met het doel ervan en dat de duur van een
detentie om de onrechtmatige binnenkomst te voorkomen niet langer mag
zijn dan strikt noodzakelijk om het beoogde doel te bereiken (zie het
arrest van het EHRM van 29 januari 2008, Saadi tegen het Verenigd
Koninkrijk, ECLI:CE:ECHR:2008:0129JUD001322903, punt 74).
10.1. Zoals de staatssecretaris ter zitting van de Afdeling
terecht heeft toegelicht is de vrijheidsontnemende maatregel niet alleen
bedoeld om de onrechtmatige binnenkomst te voorkomen, maar ook ter
voorbereiding van de terugkeer naar het lang van herkomst (uitspraak van
de Afdeling van 27 juli 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2534).
10.2. Wanneer er niet op korte termijn een terugvlucht
beschikbaar is, is een vrijheidsontnemende maatregel gelet op de huidige
zeer uitzonderlijke omstandigheden gerechtvaardigd. De staatssecretaris
moet enige tijd worden gegund om de terugkeer van de betrokken
vreemdeling te regelen. In het licht van de bijzondere, individuele
omstandigheden van de specifieke groep vreemdelingen waar het in dit
geval om gaat, namelijk reizigers die normaal gesproken visumvrij kunnen
reizen en voor wie de inreis alleen onrechtmatig is door het
inreisverbod, is slechts een maatregel van relatief korte duur
gerechtvaardigd.
10.3. De staatssecretaris moet zich inspannen om zo snel
mogelijk een terugvlucht te regelen voor de vreemdeling. Daarvoor acht
de Afdeling een termijn van maximaal veertien dagen redelijk. In
gevallen waarin het inreisverbod vanwege het coronavirus de enige reden
is waarom de toegang geweigerd is, is het voortduren van een
vrijheidsontnemende maatregel na die veertien dagen dus niet langer
evenredig. Hiervan kan slechts worden afgeweken onder bijzondere
omstandigheden of in gevallen waarin het aan de vreemdeling te wijten is
dat die niet kan terugkeren.
Toepassing in deze zaak
11. Dat de vreemdeling gezond is en geen klachten heeft die
wijzen op corona, is, anders dan de rechtbank heeft overwogen, op
zichzelf niet voldoende voor het oordeel dat de toegangsweigering is
vervallen. De staatssecretaris klaagt dus terecht dat de rechtbank ten
onrechte op grond daarvan heeft overwogen dat de vrijheidsontnemende
maatregel na de geldende quarantaineperiode niet langer gerechtvaardigd
was. Hoewel de klacht dus terecht is voorgedragen, kan de grief niet tot
vernietiging van de uitspraak van de rechtbank leiden, gelet op het
volgende.
11.1. Aan de vreemdeling is op 1 juli 2020 een
vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Nu de vreemdeling geen visum
nodig had en haar inreis alleen onrechtmatig is door het inreisverbod en
dus behoort tot de hierboven omschreven specifieke groep vreemdelingen,
is de maatregel, gelet op wat is overwogen onder 10.2. en 10.3., na
veertien dagen niet langer gerechtvaardigd. De rechtbank heeft dus
terecht geoordeeld dat de vrijheidsontnemende maatregel vanaf dat moment
onrechtmatig was. Gelet op de specifieke omstandigheden van de
vreemdeling had de staatssecretaris de maatregel toen moeten opheffen.
De rechtbank heeft het beroep dus terecht gegrond verklaard.
Conclusie
12. Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de
rechtbank wordt bevestigd met verbetering van de gronden waarop deze
rust. De staatssecretaris moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. bevestigt de aangevallen uitspraak;
II. veroordeelt de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
tot vergoeding van bij de vreemdeling in verband met de behandeling van
het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.068,00
(zegge: duizendachtenzestig euro), geheel toe te rekenen aan door een
derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, voorzitter, en mr. E.
Steendijk en mr. C.M. Wissels, leden, in tegenwoordigheid van M.E. van
Laar LLM, griffier.
De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
w.g. Van Laar
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 februari 2021
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email
Kijk ook eens op dit reisblog: https://www.europevisitandvisa.com/
Kijk ook eens op dit boekenblog bijvoorbeeld voor:
The invasion of the last free kingdom of Sri Lanka - And the love of a girl for an elephant - Review of "The Elephant Keeper's daughter"
http://www.dutchysbookreviewsandfreebooks.com/2021/02/the-invasion-of-last-free-kingdom-of.html