18 februari 2021

GEGROND BEROEP: Schriftelijk horen, AA procedure, geloofwaardigheid, visum

 

De rechtbank oordeelt als volgt.

Termijn van afdoening

4. De rechtbank onderzoekt ambtshalve of de asielprocedure van een vreemdeling terecht is afgedaan in de Algemene Asielprocedure (AA-procedure) of de Verlengde Asielprocedure (VA-procedure). De reden hiervoor is dat dit onderscheid bepalend is voor de termijn waarbinnen (hoger) beroep kan worden ingesteld en de termijn waarbinnen de rechtbank uitspraak moet doen.3 In artikel 3.110, eerste lid, van het Vb4 is voorgeschreven dat de AA-procedure maximaal acht dagen duurt, te rekenen vanaf de dag van aanvang van de procedure (het vijfde lid). Uit het derde lid van deze bepaling volgt dat de dagen gedurende het weekend en erkende feestdagen niet meetellen. Op grond van artikel 3.112 van het Vb start de AA-procedure met een eerste gehoor (dag één). Op grond van artikel 3.115, eerste en tweede lid, van het Vb kan verweerder in de in het eerste lid genoemde gevallen de termijn verlengen, mits de vreemdeling daarvan schriftelijk in kennis wordt gesteld.

5. Uit de bestreden besluiten blijkt dat de asielaanvragen zijn afgedaan in de AA-procedure. De rechtbank stelt vast dat geen eerste gehoor heeft plaatsgevonden. Verweerder heeft eisers uitgenodigd om op vrijwillige basis deel te nemen aan een ‘schriftelijk gehoor’ voorafgaand aan het nader gehoor. Het schriftelijk gehoor houdt in dat de vreemdeling een vragenlijst over de asielmotieven schriftelijk beantwoordt. Omdat een eerste gehoor juist niet gaat over de asielmotieven van de vreemdeling,5 kan dit niet op één lijn worden gesteld met een schriftelijk gehoor. Ter zitting heeft verweerder toegelicht dat deze werkwijze projectmatig wordt ingezet om achterstanden bij de afdoening van asielaanvragen weg te werken. Verweerder heeft echter niet kunnen uitleggen wanneer bij deze werkwijze de AA-procedure start en welke stap dus als dag één is aan te merken. Verweerder wijst op de uitnodigingen van eisers voor het nader gehoor waarin staat vermeld: “Nu u eerder de schriftelijke procedure heeft doorlopen, start de Algemene Asielprocedure op dag 3.”

6. De rechtbank stelt vast dat indien de tekst van deze uitnodigingen wordt gevolgd de AA-procedure tijdig is afgerond. Het nader gehoor heeft plaatsgevonden op 10 december 2020 (dag drie) en het besluit is van 16 december 2020 (dag zeven). Dat neemt niet weg dat er geen moment als dag één van de AA-procedure is aan te merken. Uit artikel 3.110, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 3.112, eerste lid, van het Vb volgt dat de AA procedure bestaat uit maximaal acht dagen en start met het eerste gehoor op dag één. Noch in de bestreden besluiten, noch ter zitting heeft verweerder gemotiveerd wat de wettelijke grondslag is van de in dit geval toegepaste werkwijze. Ter zitting heeft verweerder gewezen op de Kamerbrieven van 3 maart en 9 april 2020.6 Uit deze brieven blijkt dat verweerder te kampen heeft met achterstanden en maatregelen onderzoekt om deze weg te nemen, hiervan is het schriftelijk horen één. Uit deze brieven wordt niet duidelijk hoe het schriftelijk horen past in de AA-procedure, of op welke grondslag kan worden afgeweken van een algemeen verbindend voorschrift (het Vb). Gezien verweerders gehanteerde werkwijze zou de dag waarop de vertaling van het schriftelijk gehoor bekend wordt gemaakt aan eisers kunnen gelden als dag één van de AA-procedure. In dat geval is de termijn gaan lopen vanaf 25 november 2020, wat ertoe leidt dat de AA-procedure niet binnen acht dagen is afgerond. Niet is gebleken dat verweerder de termijn schriftelijk heeft verlengd.

7. De slotsom is dat verweerder niet binnen de termijn die geldt voor de AA-procedure op de asielaanvragen van eisers heeft beslist. Dit heeft tot gevolg dat de rechtbank 23 weken heeft om uitspraak te doen7 en dat binnen vier weken hoger beroep kan worden ingesteld tegen deze uitspraak.8

Schriftelijk horen

8. Eiser voert aan dat het schriftelijk gehoor is bedoeld als startpunt van zijn asielrelaas. Hij was dan ook in de veronderstelling dat hij diende te verklaren over de gebeurtenissen voor zijn vertrek uit Iran. Tijdens het nader gehoor kan de schriftelijke verklaring verder worden uitgediept en kunnen vragen worden gesteld om onduidelijkheden weg te nemen. De rechtbank volgt eiser in zijn stelling dat verweerder niet mag tegenwerpen dat eiser pas bij het nader gehoor heeft verklaard dat [naam] is overleden. Een schriftelijk gehoor brengt de beperking met zich dat er geen hoormedewerker is die kan doorvragen bij summiere of onduidelijke antwoorden. Nu hier pas bij het nader gehoor de eerste mogelijkheid voor is, kan verweerder niet tegenwerpen dat eiser bij zijn schriftelijk gehoor onvoldoende heeft verklaard. De tegenwerping dat eiser bepaalde punten pas bij het nader gehoor heeft verklaard, kan dan ook geen doel treffen. Ter zitting heeft eisers gemachtigde een beroep gedaan op artikel 14 van de Procedurerichtlijn9 en het arrest Addis.10 Dit kan eiser echter niet baten, omdat in zijn geval wel een persoonlijk onderhoud is gevoerd in de vorm van een nader gehoor.

Geloofwaardigheid asielrelaas

9. In het bestreden besluit is tegengeworpen dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over zijn laatste werkdag. De rechtbank is van oordeel dat de uitleg die eiser heeft gegeven voor het verschil in reactie op de vraag wanneer zijn laatste werkdag was, niet onaannemelijk is. In vraag vier van het schriftelijk gehoor11 wordt aan eiser gevraagd of er verkeerde informatie over hem bekend is bij verweerder. Dit was de eerste mogelijkheid voor eiser om uit te leggen dat hij de vraag van tolk verkeerd heeft begrepen. Eiser heeft noch bij het schriftelijk gehoor, noch tijdens het nader gehoor vaag of tegenstrijdig verklaard over zijn laatste werkdag. In beroep heeft eiser een vertaalde kopie van zijn ontslagbrief overgelegd. In de brief staat dat eiser is ontslagen op [datum], de reden voor zijn ontslag staat daarin niet vermeld. Dit bevestigt eisers verhaal dat hij op die datum is ontslagen. Verweerder heeft ten onrechte tegengeworpen dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard. Ook de tegenwerping dat eiser door de ontslagbrief op de hoogte moest zijn van de reden voor ontslag treft, gelet op de tekst van deze brief, geen doel.

10. Met betrekking tot de dood van [naam] is van belang wat onder rechtsoverweging 8 is overwogen. Door de methodiek van het schriftelijk gehoor heeft verweerder ten onrechte tegengeworpen dat eiser pas tijdens het nader gehoor expliciet verklaart dat [naam] is overleden. Daarbij komt dat hij in het schriftelijk gehoor al wel heeft verklaard: “ik had vaker gehoord dat er met klokkenluiders wordt afgerekend, ik wil geen lotgenoot van [naam] worden.”12Daarnaast heeft eiser in beroep een aantal stukken overgelegd die ook bij de beoordeling moeten worden betrokken. Uit de tekst op de grafsteen blijkt dat [naam] op [datum] is overleden, dit is drie dagen na het gestelde schietincident. Eiser heeft ook gewezen op twee weblinks waaruit blijkt dat [naam] nog in leven is. Met twee andere weblinks heeft eiser erop gewezen dat Iraanse ambtenaren, met een vergunning, een wapen mogen dragen. Dit allemaal samen maakt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat [naam] is overleden. Dat [naam] drie dagen na het incident is overleden doet niet af aan de geloofwaardigheid.

11. Eiser voert aan dat het de veiligste optie was om de harddisk op zijn werk te bewaren. Ook in het licht van eisers asielrelaas is het een plausibele verklaring dat hij het bewijs wilde bewaren, maar dat hij geen verdenking op zichzelf wilde vestigen en geen andere mensen in gevaar wilde brengen door de harddisk in zijn huis te bewaren. Verweerder heeft in zijn bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd dat de verklaring bevreemdingwekkend is.

12. Voor wat verweerder over de gestelde fraude heeft overwogen wijst de rechtbank wederom op rechtsoverweging 8. Vanwege de methodiek van het schriftelijk horen kon verweerder niet in redelijkheid tegenwerpen dat eiser pas tijdens het nader gehoor verklaarde over de inval in zijn woning. Verder stelt verweerder zich op het standpunt dat de fraude is gebaseerd op vermoedens en heeft eiser de verklaring niet kunnen concretiseren. De rechtbank volgt het standpunt van eiser dat hij uitgebreid en niet tegenstrijdig heeft verklaard over de gestelde fraude. Vervolgens heeft verweerder in het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd waarom de fraude op grond van eisers verklaringen niet geloofwaardig kan worden geacht.

13. Tot slot volgt verweerder eiser niet in zijn stelling dat hij een visum voor vakantie naar Nederland heeft aangevraagd vanwege de psychische vermoeidheid van zijn vrouw (eiseres 1). Uit het nader gehoor van eiseres 113 en eiser 214 blijkt dat de psychische vermoeidheid voortkwam uit het overlijden van haar vader en de geconstateerde kanker bij haar zus. In beroep zijn een foto van haar vaders graf en medisch rapport van haar zus overgelegd ter onderbouwing. In het bestreden besluit is daarom onvoldoende gemotiveerd dat voor de visumaanvraag geldt dat sprake is van onevenredige toevalligheid.

Waardering bewijsmiddelen

14. Vooropgesteld moet worden dat het bij eisers gaat om een éérste asielaanvraag. Hierbij is van belang dat als uitgangspunt geldt: “indien de authenticiteit van documenten niet kan worden vastgesteld, dit niet ten nadele van de vreemdeling gebruikt mag worden.”15 Het kan dan ook niet in eisers nadeel werken dat hij alleen een kopie van zijn ontslagbrief heeft overgelegd, waarvan de echtheid niet kan worden vastgesteld. Verder wordt gewezen op artikel 31, zesde lid, van de Vw. Hieruit volgt dat in bepaalde situaties waarin de vreemdeling (een deel van) zijn verklaringen niet met documenten kan onderbouwen, deze verklaringen geloofwaardig worden geacht en wordt de vreemdeling het voordeel van de twijfel gegund. Verweerder heeft niet deugdelijk gemotiveerd waarom hij geen toepassing heeft gegeven aan deze bepaling.

Conclusie

15. Verweerder heeft niet deugdelijk gemotiveerd waarom het asielrelaas van eiser ongeloofwaardig is. Dit heeft tot gevolg dat alle beroepen gegrond zijn. De bestreden besluiten worden vernietigd wegens strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank ziet geen aanleiding om zelf in de zaak te voorzien. Het betreft namelijk een beoordeling van de geloofwaardigheid van het asielrelaas en dat is de taak van verweerder. Verweerder zal daarom nieuwe besluiten moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak.

16. Omdat de rechtbank de beroepen gegrond verklaart, veroordeelt de rechtbank verweerder in de kosten die eisers in verband met de behandeling van de beroepen redelijkerwijs hebben moeten maken. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.602 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 534,- en een wegingsfactor 1,5 vanwege vier samenhangende zaken).

 Zie : http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:1132

 

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

Kijk ook eens op dit reisblog: https://www.europevisitandvisa.com/

Kijk ook eens op dit boekenblog bijvoorbeeld voor: The invasion of the last free kingdom of Sri Lanka - And the love of a girl for an elephant - Review of "The Elephant Keeper's daughter"
http://www.dutchysbookreviewsandfreebooks.com/2021/02/the-invasion-of-last-free-kingdom-of.html

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...