Het al dan niet opzettelijk niet melden van een polygaam huwelijk mag tot intrekken verblijfsvergunning leiden (uitspraak rechter)
LJN: BN5950, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Utrecht , AWB 09/21685 BEPTDN
Datum uitspraak: 23-07-2010
Datum publicatie: 08-09-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: Intrekking verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verblijf bij echtgenote / verstrekken onjuiste gegevens huwelijk
Inhoudsindicatie: Intrekking verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verblijf bij echtgenote / verstrekken onjuiste gegevens huwelijk
Eiser is in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor verblijf bij echtgenote A per 28 april 2003. Deze vergunning is ingetrokken met terugwerkende kracht tot en met de datum waarop zij is verleend wegens het verstrekken van onjuiste gegevens over zijn huwelijk met mevrouw A. Niet in geschil is dat eiser ten tijde van zijn huwelijksvoltrekking met A op 26 augustus 2002 te Marokko nog met zijn eerste echtgenote B naar Marokkaans recht was gehuwd. Nog daargelaten de vraag of de eerste echtgenote van eiser al dan niet is ingelicht over zijn intentie om een tweede vrouw te trouwen, is gesteld nog gebleken dat hij toestemming van de rechter had om een polygaam huwelijk aan te gaan, hetgeen verplicht is op grond van artikel 30 van het Marokkaanse wetboek van familie- en erfrecht. Dit is uit verificatie onderzoek in Marokko naar het huwelijk tussen eiser en A gebleken. Reeds hierom is rechtbank van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiser onjuiste gegevens heeft verstrekt omtrent de rechtsgeldigheid van zijn huwelijk met A. Verweerder heeft zich naar het oordeel van de rechtbank op het standpunt mogen stellen dat eiser wist, althans had moeten weten, dat hij gehouden was deze gegevens te verstrekken. In dit verband is niet relevant of eiser opzettelijk onjuiste gegevens heeft verstrekt. Er is geen sprake van schending van artikel 8 van het EVRM. Ook het beroep van eiser op het IVRK kan hem niet baten. Beroep ongegrond. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verweerder in redelijkheid de verblijfsvergunning met terugwerkende kracht per 28 april 2003 heeft kunnen intrekken. Beroep ongegrond.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 23-07-2010
Datum publicatie: 08-09-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: Intrekking verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verblijf bij echtgenote / verstrekken onjuiste gegevens huwelijk
Inhoudsindicatie: Intrekking verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verblijf bij echtgenote / verstrekken onjuiste gegevens huwelijk
Eiser is in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor verblijf bij echtgenote A per 28 april 2003. Deze vergunning is ingetrokken met terugwerkende kracht tot en met de datum waarop zij is verleend wegens het verstrekken van onjuiste gegevens over zijn huwelijk met mevrouw A. Niet in geschil is dat eiser ten tijde van zijn huwelijksvoltrekking met A op 26 augustus 2002 te Marokko nog met zijn eerste echtgenote B naar Marokkaans recht was gehuwd. Nog daargelaten de vraag of de eerste echtgenote van eiser al dan niet is ingelicht over zijn intentie om een tweede vrouw te trouwen, is gesteld nog gebleken dat hij toestemming van de rechter had om een polygaam huwelijk aan te gaan, hetgeen verplicht is op grond van artikel 30 van het Marokkaanse wetboek van familie- en erfrecht. Dit is uit verificatie onderzoek in Marokko naar het huwelijk tussen eiser en A gebleken. Reeds hierom is rechtbank van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiser onjuiste gegevens heeft verstrekt omtrent de rechtsgeldigheid van zijn huwelijk met A. Verweerder heeft zich naar het oordeel van de rechtbank op het standpunt mogen stellen dat eiser wist, althans had moeten weten, dat hij gehouden was deze gegevens te verstrekken. In dit verband is niet relevant of eiser opzettelijk onjuiste gegevens heeft verstrekt. Er is geen sprake van schending van artikel 8 van het EVRM. Ook het beroep van eiser op het IVRK kan hem niet baten. Beroep ongegrond. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verweerder in redelijkheid de verblijfsvergunning met terugwerkende kracht per 28 april 2003 heeft kunnen intrekken. Beroep ongegrond.
Bron: rechtspraak.nl
Reacties