Besluit 1/80 en verbreking huwelijk binnen 3 jaar (uitspraak rechtbank)
LJN: BN7324, Rechtbank 's-Gravenhage , 07/43199
Datum uitspraak: 27-08-2010
Datum publicatie: 17-09-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: Hoewel verweerder ter zitting van 7 juni 2010 het standpunt heeft verlaten dat eiser niet onder de reikwijdte van artikel 13 van Besluit 1/80 valt, neemt dat niet weg dat het bestreden besluit een deugdelijke motivering als bedoeld in artikel 7:12, eerste lid, van de Awb ontbeert. Het beroep is dus gegrond en het bestreden besluit dient om die reden te worden vernietigd. De rechtbank ziet evenwel aanleiding om hierna te bezien of de rechtsgevolgen van het te vernietigen besluit in stand kunnen worden gelaten. Het huwelijk van eiser heeft meer dan drie jaar bestaan, maar hij is niet ten minste drie jaar in het bezit geweest van een verblijfsvergunning op grond van dat huwelijk. Op grond van het thans geldende beleid komt eiser dus niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning onder de beperking ‘voortgezet verblijf’. Eiser is voorafgaand aan de ontwrichting van zijn huwelijk ten minste één jaar in het bezit geweest van een verblijfsvergunning, zodat hij op grond van het toen geldende beleid wel in aanmerking zou zijn gekomen voor voortgezet verblijf. Deze op 1 februari 1983 in werking getreden beleidsregel dient als een tussentijdse versoepeling te worden aangemerkt. Op 1 december 1983 is de beleidsregel in werking getreden dat de vreemdeling wiens huwelijk is verbroken in aanmerking komt voor voortgezet verblijf, indien hij voldoet aan de vereisten voor toelating voor een ander doel dan waarvoor hem verblijf werd toegestaan. Eiser heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat hij voldoet aan de vereisten voor verlening van een verblijfsvergunning onder de beperking ‘arbeid in loondienst’. Daarmee kan de vraag of de afschaffing van de beleidsregel een nieuwe beperking in de zin van artikel 13 van Besluit 1/80 oplevert, onbeantwoord blijven. Op grond van het beleid neergelegd in paragraaf B1/2.3.1 van de Vc 1994 zou eiser in aanmerking zijn gekomen voor een vergunning tot verblijf voor het zogeheten zoekjaar. Deze beleidsregel behelst dus een eveneens tussentijdse versoepeling, nu niet is gebleken dat dit beleid reeds op 1 december 1980 gold. De afschaffing van de voor eiser relevante tussentijdse versoepelingen zijn nieuwe beperkingen in de zin van artikel 13 van Besluit 1/80, zodat het bestreden besluit tevens in strijd is met artikel 13 van Besluit 1/80. Geen aanleiding de rechtsgevolgen van het te vernietigen besluit in stand te laten.
Bron: rechtspraak.nl
Er staat een hele serie van dit soort uitspraken nu op rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 27-08-2010
Datum publicatie: 17-09-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: Hoewel verweerder ter zitting van 7 juni 2010 het standpunt heeft verlaten dat eiser niet onder de reikwijdte van artikel 13 van Besluit 1/80 valt, neemt dat niet weg dat het bestreden besluit een deugdelijke motivering als bedoeld in artikel 7:12, eerste lid, van de Awb ontbeert. Het beroep is dus gegrond en het bestreden besluit dient om die reden te worden vernietigd. De rechtbank ziet evenwel aanleiding om hierna te bezien of de rechtsgevolgen van het te vernietigen besluit in stand kunnen worden gelaten. Het huwelijk van eiser heeft meer dan drie jaar bestaan, maar hij is niet ten minste drie jaar in het bezit geweest van een verblijfsvergunning op grond van dat huwelijk. Op grond van het thans geldende beleid komt eiser dus niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning onder de beperking ‘voortgezet verblijf’. Eiser is voorafgaand aan de ontwrichting van zijn huwelijk ten minste één jaar in het bezit geweest van een verblijfsvergunning, zodat hij op grond van het toen geldende beleid wel in aanmerking zou zijn gekomen voor voortgezet verblijf. Deze op 1 februari 1983 in werking getreden beleidsregel dient als een tussentijdse versoepeling te worden aangemerkt. Op 1 december 1983 is de beleidsregel in werking getreden dat de vreemdeling wiens huwelijk is verbroken in aanmerking komt voor voortgezet verblijf, indien hij voldoet aan de vereisten voor toelating voor een ander doel dan waarvoor hem verblijf werd toegestaan. Eiser heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat hij voldoet aan de vereisten voor verlening van een verblijfsvergunning onder de beperking ‘arbeid in loondienst’. Daarmee kan de vraag of de afschaffing van de beleidsregel een nieuwe beperking in de zin van artikel 13 van Besluit 1/80 oplevert, onbeantwoord blijven. Op grond van het beleid neergelegd in paragraaf B1/2.3.1 van de Vc 1994 zou eiser in aanmerking zijn gekomen voor een vergunning tot verblijf voor het zogeheten zoekjaar. Deze beleidsregel behelst dus een eveneens tussentijdse versoepeling, nu niet is gebleken dat dit beleid reeds op 1 december 1980 gold. De afschaffing van de voor eiser relevante tussentijdse versoepelingen zijn nieuwe beperkingen in de zin van artikel 13 van Besluit 1/80, zodat het bestreden besluit tevens in strijd is met artikel 13 van Besluit 1/80. Geen aanleiding de rechtsgevolgen van het te vernietigen besluit in stand te laten.
Bron: rechtspraak.nl
Er staat een hele serie van dit soort uitspraken nu op rechtspraak.nl
Reacties