Posts tonen met het label land van herkomst. Alle posts tonen
Posts tonen met het label land van herkomst. Alle posts tonen

04 juni 2021

RAAD VAN STATE: ๐—ฆ๐˜๐—ฎ๐—ฎ๐˜๐˜€๐˜€๐—ฒ๐—ฐ๐—ฟ๐—ฒ๐˜๐—ฎ๐—ฟ๐—ถ๐˜€ ๐—&๐—ฉ ๐—บ๐—ผ๐—ฒ๐˜ ๐—น๐—ฎ๐—ป๐—ฑ ๐˜ƒ๐—ฎ๐—ป ๐˜๐—ฒ๐—ฟ๐˜‚๐—ด๐—ธ๐—ฒ๐—ฒ๐—ฟ ๐—ป๐—ผ๐—ฒ๐—บ๐—ฒ๐—ป ๐—ถ๐—ป ๐˜๐—ฒ๐—ฟ๐˜‚๐—ด๐—ธ๐—ฒ๐—ฒ๐—ฟ๐—ฏ๐—ฒ๐˜€๐—น๐˜‚๐—ถ๐˜

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid moet in zogenoemde terugkeerbesluiten uitdrukkelijk vermelden naar welk land een vreemdeling terug moet. Dat was tot nu toe niet gebruikelijk.

Maar de Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat een vreemdeling beter zijn belangen naar voren kan brengen en verdedigen als hij weet naar welk land hij terug moet. Het noemen van het land waarnaar een vreemdeling moet terugkeren hoort bij het opleggen of vaststellen van de concrete terugkeerverplichting. Daarom kan een vreemdeling vรณรณr zijn uitzetting niet in detentie worden gezet als hij niet weet naar welk land hij zal worden uitgezet. 

Het gevolg van de uitspraak is dat de staatssecretaris in terugkeerbesluiten niet enkel moet melden dat de vreemdeling Nederland en de Europese Unie moet verlaten, maar ook zal moeten opnemen naar welk land de vreemdeling moet terugkeren.

Lees hier de uitspraak: https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@125607/202006815-1-v3/

 

 

 

 

05 maart 2020

UITSPRAAK: Aanvraag verblijfsvergunning wegens huiselijk geweld is afgewezen. Eiseres kan zich onttrekken aan huiselijk geweld door terug te gaan naar haar land van herkomst.

ECLI:NL:RBDHA:2020:1007

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 27-02-2020
Datum publicatie 02-03-2020
Zaaknummer AWB - 19 / 3508
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie Aanvraag verblijfsvergunning wegens huiselijk geweld is afgewezen. Eiseres kan zich onttrekken aan huiselijk geweld door terug te gaan naar haar land van herkomst. Beroep ongegrond.
Vindplaatsen Rechtspraak.nl
4.1. Verweerder verleent een verblijfsvergunning op grond van artikel 3.48, eerste lid, aanhef en onder f, van het Vreemdelingenbesluit 2000 aan de vreemdeling die slachtoffer is geworden of dreigt te worden van huiselijk geweld. Verweerder heeft voor toepassing hiervan cumulatieve voorwaarden gesteld in paragraaf B8/2.1. van de Vreemdelingencirculaire 2000. In geschil is de voorwaarde onder punt 4. onder de kop ‘huiselijk geweld’: het slachtoffer kan zich niet onttrekken aan het huiselijk geweld door vestiging in het land van herkomst. Volgens het beleid moet naast geweld of dreiging in Nederland ook in het land van herkomst een dreiging aanwezig zijn. Hiervoor moet aannemelijk worden gemaakt dat van de familieleden die in het land van herkomst wonen, dreiging uitgaat.
4.2. Eiseres heeft in beroep stukken overgelegd omtrent haar onmogelijkheid zich te vestigen in haar land van herkomst. De rechtbank overweegt dat de bestuursrechter in een beroepsprocedure toetst naar de stand van zaken ten tijde van het bestreden besluit. De bestuursrechter mag geen rekening houden met feiten en omstandigheden die verweerder niet heeft kunnen betrekken in zijn beoordeling (ex tunc-toetsing). Eiseres betoogt dat de stukken moeten worden meegenomen daar zij dienen als nadere onderbouwing van een eerder ingenomen standpunt.
4.3. De rechtbank volgt dit betoog van eiseres niet. Het is vaste jurisprudentie – onder meer de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 23 juli 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:2900) – dat een nadere onderbouwing niet in de weg staat van het indienen van stukken in beroep. De stukken mogen echter niet bij de beoordeling van het beroep worden betrokken indien de stukken nieuwe informatie bevatten waar verweerder geen rekening mee heeft kunnen houden. De stukken die eiseres in beroep heeft overgelegd zien toe op haar broers en haar zus in Marokko, het overlijden van de moeder van eiseres en een deskundigenbericht met een algemene en op eiseres toegespitste conclusie. Nu deze stukken niet eerder zijn ingediend en verweerder geen rekening heeft kunnen houden met de inhoud ervan, heeft verweerder de stukken niet kunnen betrekken in zijn besluitvorming en laat de rechtbank om deze reden de stukken in zijn beoordeling buiten beschouwing. De rechtbank overweegt hierbij dat verweerder eiseres erop heeft gewezen om bewijsstukken te overleggen in het aanvraagformulier, de herstelverzuimbrief van 29 augustus 2018 en het primaire besluit. Desalniettemin heeft zij haar standpunten voor het eerst in beroep met stukken onderbouwd. De stukken zien niet op een nadere onderbouwing van eerder ingenomen standpunten, maar zijn een eerste onderbouwing.
4.4. Gelet hierop, heeft eiseres haar stellingen niet met stukken onderbouwd. De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij zich niet in Marokko kan vestigen. Eiseres voldoet niet aan de voorwaarden voor de aanvraag.
5. De rechtbank ziet gezien de betrokken belangen en in het kader van finale geschilbeslechting aanleiding om een inhoudelijke beoordeling te geven over de overgelegde stukken.
5.1. Eiseres heeft aangevoerd dat haar familie als mogelijke ‘oplossing’ zelfmoord aanraadt. Ook heeft blijkens het deskundigenbericht haar familie in Marokko haar beschuldigd van respectloos en oneerbaar gedrag en aangegeven dat ze de familie te schande heeft gemaakt. Ter onderbouwing hiervan is (een vertaling van) een verklaring onder ede van haar twee broers en รฉรฉn zus overgelegd, waarin het volgende staat:
“Dit gezegd hebbende, weten wij met zekerheid, om redenen van haar veiligheid ingeval zij uitgewezen mocht worden, dat zij bij niemand onderdak zal krijgen en wij zijn ervan overtuigd dat zij in dit geval haar verstandelijke vermogens zal verliezen en zelfmoord pleegt, als enige middel om zich van haar nachtmerries te bevrijden. Wij hopen dat dit niet gaat gebeuren, als de Nederlandse autoriteiten deze humanitaire zaak in overwegingen nemen.”
5.2. De rechtbank overweegt dat uit de verklaring niet volgt dat haar familie haar aanraadt om zelfmoord te plegen of haar beschuldigt van respectloos en oneerbaar gedrag. De verklaring schetst een beeld van mogelijke gevolgen als eiseres geen onderdak zou krijgen, maar toont geen dreigement vanuit de familieleden. Tevens volgt uit de verklaring niet dat de familie haar weigert te ondersteunen maar juist dat ze hopen dat eiseres niet wordt gedreven tot het plegen van zelfmoord.
5.3. Ten aanzien van het deskundigenbericht overweegt de rechtbank dat het deskundigenbericht een weergave is van de eigen verklaringen van eiseres. Uit het deskundigenbericht blijkt dat de deskundige het verhaal van eiseres enkel van commentaar voorziet en niet dat haar verhaal is geverifieerd of door de deskundig is bevestigd. De geschetste situatie in het rapport is niet met stukken onderbouwd of volgt de rechtbank gelet op de verklaring onder ede niet. Evenmin zijn de gevolgen die de deskundige aan de geschetste situatie verbindt met stukken onderbouwd. De enkele stelling dat de deskundige veel onderzoekservaring en wetenschappelijke publicaties heeft, is onvoldoende.
5.4. De overige stukken zien op het huiselijk geweld in Nederland en behoeven geen bespreking nu het niet in geschil is. De rechtbank overweegt dat uit de overgelegde stukken niet volgt dat vanuit de familie van eiseres een dreiging uitgaat noch dat familieleden haar niet kunnen of willen opvangen. Eiseres heeft niet met stukken onderbouwd en aannemelijk gemaakt dat er in Marokko een dreiging aanwezig is en dat eventueel de autoriteiten haar niet kunnen beschermen tegen de dreiging.
Conclusie
6. Verweerder heeft het bestreden besluit op juiste gronden genomen. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Hele uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:1007

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

24 mei 2016

Vrees voor gedwongen terugkeer naar land van herkomst als relatie binnen 5 jaar stuk loopt

Op Linkedin plaatste advocaat Julien Luscuere deze opmerking naar aanleiding van de zelfmoord van een Iraansse moeder in Hoorn

"Dit zet wel te denken. Los van de feiten van dit drama, waarvan ik de achtergronden niet ken, zie ik in de praktijk veel angst en misverstanden bij vreemdelingen die zich in een relatiecrisis bevinden en nog niet de "veilige vijf jaar" hebben bereikt. Vaak helaas gevoed door de referent die in de teleurstelling en verbittering de partner het liefst rechtsomkeert ziet maken. Machtsmisbruik ligt op de loer. De IND lijkt dit ook wel eens uit het oog te verliezen in zijn informatieverstrekking. Zeker bij kinderen kan via 8 EVRM veel meer dan bekend."


Wanhoopsdaad door uitzetting?

Hoorn - Hoe kun je als moeder zรณ ver gaan dat je je eigen kind vermoordt en daarna de hand aan jezelf slaat? Dat is de vraag die Hoorn bezighoudt na het dramatische overlijden van Roshanak Tajahmadi en haar dochtertje Isabelle (2). Hun ontzielde lichamen werden zaterdagmiddag ontdekt in het Markermeer, nabij De Hulk.
(...)
 Een buurman verderop in de straat stelt dat een mogelijke terugkeer naar haar thuisland boven het hoofd hing. „Er waren al een tijdje relatieproblemen. Bij het uitgaan van hun relatie was ze bang terug te moeten keren naar Iran, vanwege het intrekken van het visum.”



Overigens niet ieder geval van zelfmoord heeft een reden. Soms is iemand gewoon zo ziek in het hoofd dat die de stap zet zonder dat er een reden voor is. De omgeving denkt altijd dat diegene het toch niet zomaar heeft gedaan. Dat kan tot veel leed bij mensen leiden die een vinger naar hen zien wijzen.






Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

14 april 2015

Vreemdelingenbewaring - een introductie

 Wanneer een vreemdeling illegaal in Nederland is dan kan hij of zij in bewaring worden gesteld ter fine van uitzetting. Dat betekent dat die vreemdeling wordt opgesloten in een detentiecentrum en dat zodra het kan hij of zij op het vliegtuig wordt gezet naar het land van herkomst.

Iedereen die in vreemdelingebewaring wordt gesteld krijgt een gratis advocaat.

Vreemdelingenbewaring is alleen mogelijk wanneer er daadwerkelijk zicht op uitzetting is.

De advocaat kan voor de vreemdeling beroep instellen bij de rechtbank maar ook als dat niet gebeurd zal toch een rechter naar zijn zaak kijken maar dat gebeurt dan pas na een maand terwijl bij een beroep dat veel sneller gebeurt.

Op de zitting is er voor de vreemdeling een tolk.

De advocaat moet aanvoeren waarom de bewaring niet zou mogen. Is de vreemdeling wel rechtmatig in bewaring gesteld? Je kan namelijk alleen worden staandegehouden als er een rechtvaardig vermoeden is van illegaal verblijf of dat er op een andere manier bekend is geworden dat je illegaal bent bijvoorbeeld omdat je al strafrechtelijk was aangehouden. Is er wel zicht op uitzetting? Als de vreemdeling uit een land komt waarheen niet wordt uitgezet kan hij ook niet in bewaring worden gesteld.
Het is ook van belang dat DTenV (de Nederlandse staat) voortvarend handelt en dus echt werk maakt van de uitzetting. Die mag niet gaan zitten nietsdoen want dan is de bewaring niet meer toegestaan.

Als iemand in bewaring is gesteld maar zelf een ticket wil regelen en aangeeft dan te zullen vertrekken moet DTenV daar wel aan meewerken. Die kan niet gaan wachten totdat het hen beter uitkomt om iemand uit te zetten.

Op zich valt er zeker te praten met DTenV. Wil iemand wel terug maar ziet die wolven en beren op de weg, vraag dan in het detentiecentrum is om een gesprek. Ik weet van mensen die naaimachines meekregen zodat ze hun brood konden verdienen in hun eigen land of iemand waarvoor werd geregeld dat zijn hond ook meekon.

Er zijn veel organisaties die mensen helpen bij vrijwillig vertrek zoals het IOM of de organisaties op deze lijst: http://vreemdelingenrechtcom.blogspot.nl/2015/03/lijst-met-organisaties-die.html

Heb je vragen schroom dan niet om een advocaat te benaderen.






Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

18 maart 2015

Lijst met organisaties die vreemdelingen helpen met terugkeer naar het land van herkomst


  • Goedwerk Foundation

    17-03-2015
    Goedwerk Foundation verkeert in de unieke positie om laagdrempelig contacten te kunnen leggen met de doelgroepen via de samenwerking met VluchtelingenWerk Nederland en migranten zelforganisaties.
  • Plan B(e) Better

    19-02-2015
    St. Bridge to Better biedt persoonlijke maatschappelijke en psychosociale begeleiding aan deelnemers ter voorbereiding van hun vertrek naar land van herkomst (of ander terugkeerland).
  • Post Arrival Assistance Armeniรซ

    24-11-2014
    Dit project geeft assistentie aan Armenen die gedwongen zijn teruggekeerd. Het gaat om assistentie in natura met een maximum van 1.000 Euro.
  • Project Utrecht

    16-10-2014
    ex-asielzoekers zonder verblijfsvergunning worden op maat geรฏnformeerd, geactiveerd, getraind en goed voorbereid op hun vrijwillige terugkeer en worden ondersteund bij hun re-integratie in het land van herkomst.
  • Post Arrival Assistance Oekraรฏne

    18-09-2014
    Het International Centre for Migration Policy Development (ICMPD) biedt gedwongen terugkeerders naar Oekraรฏne assistentie aan bij de herintegratie. Dit project wordt gefinancierd door de DT&V en het Europees Terugkeerfonds.
  • Goodwill Homage Afrikaanse gemeenschap

    20-08-2014
    De doelgroep is de Afrikaanse gemeenschap die zonder geldige documentatie in Nederland verblijft. Goodwill Homage Foundation wil iedereen helpen met vrijwillige terugkeer naar en/of herintegratie in het land van herkomst.
  • Return with Talents

    31-07-2014
    Met individuele begeleiding, vaktrainingen en businesstrainingen van Solid Road en begeleiding door Maatwerk bij Terugkeer bereiden de participanten zich voor op herintegratie in hun specifieke situatie in het land van herkomst, met gebruikmaking van in natura assistentie.
  • Project Afrika en Midden Oosten

    08-07-2014
    SHIP levert een significante bijdrage de re-integratie in het land van herkomst voor mensen zonder verblijfsvergunning. SHIP biedt perspectief op resocialisatie door een programma bestaande uit coaching en begeleiding, arbeidsbemiddeling, sociale vaardigheidstrainingen en het bieden van gezondheidszorg.
  • Blik op de Toekomst 3.0

    30-06-2014
    Binnen Blik op de Toekomst 3.0 worden (bijna) uitgeprocedeerde asielzoekers en andere migranten ondersteund en begeleid zowel voorafgaand aan terugkeer als na aankomst in land van herkomst door de betrokkenheid van diverse stakeholders. Daarbij is extra aandacht voor personen met pshychosociale problemen d.m.v. de inzet van een counselor, empowerment en klein-ondernemerschap.
  • Vice Versa 3.0

    26-06-2014
    Het project Vice Versa 3.0 beoogt ondersteuning op maat bij vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst.

  • Mobility Centre: Reintegratie Assistentie

    20-05-2014
    Project voor Georgische burgers en staatlozen met recht op verblijf in Georgiรซ die vrijwillig of gedwongen terug zijn gekeerd naar Georgiรซ. Er wordt een persoonlijk reintegratieplan opgesteld samen met de terugkeerder(s).
  • Herintegratie Regeling Terugkeer (HRT)

    30-04-2014
    Vanuit de Herintegratie Regeling Terugkeer (HRT) kan een financiรซle herintegratiebijdrage van euro 1.750, - per volwassene of (ex-) alleenstaande minderjarige vreemdeling en euro 880,- per minderjarig meereizend kind geboden worden.
  • WereldTools Plus

    18-04-2014
    Het project 'WereldTools Plus' van stichting WereldWijd ondersteunt deelnemers (in natura) met het opzetten van een eigen klein bedrijf om zo spoedig mogelijk na terugkeer weer economisch actief te kunnen worden.
  • Referral Centre for Reintegration (armenie)

    17-03-2014
    Het Referral Centre for Reintegration (RCR) biedt ondersteuning aan Armenen die terugkeren en houdt een actueel overzicht bij van verschillende beschikbare reintegratieprojecten in Armeniรซ.
  • Hair2Care

    19-10-2013
    Solid Road biedt vier ambitieuze (ex-)asielzoekers (m/v) die definitief terug willen gaan een business training in verkoopvaardigheden aan. Als de deelnemer de training succesvol heeft doorlopen ontvangt hij/zij een uitgebreid starterspakket met haarverzorgingsproducten om in het thuisland een eigen bedrijf op te zetten om deze producten te verkopen.
  • Terugkeer naar uw land van herkomst (REAN)

    21-03-2013
    REAN staat voor 'Return and Emigration of Aliens from the Netherlands'. Om in aanmerking te komen voor ondersteuning van vrijwillige terugkeer (zowel financieel als in natura), dient een migrant aan een aantal voorwaarden te voldoen.
  • Temporary Return of Qualified Nationals

    14-12-2012
    Migranten in Nederland die willen meehelpen aan de ontwikkeling van hun herkomstland kunnen zich bij IOM inschrijven. De periode van een tijdelijke uitzending kan variรซren van enkele weken tot maximaal drie maanden. Werkgevers met vacatures in de betreffende herkomstlanden kunnen zich ook inschrijven.
  • Vrijwillige Terugkeer met Perspectief (Somaliรซ)

    22-11-2012
    Het project is gericht op het bieden van heldere informatie, creeren van bewustwording en het geven van begeleiding aan de doelgroep om terugkeer naar Somaliรซ vorm te geven.
  • Magnet Project

    07-11-2012
    Het Magnet Project richt zich op Iraakse, werkzoekende vreemdelingen die zelfstandig terugkeren naar Noord-Irak. De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) biedt counselling en probeert een match te maken tussen de vreemdeling en een potentiรซle werkgever in Noord-Irak.
  • Mulemba

    07-11-2012
    Het project biedt opvang en herintegratieondersteuning aan Angolese alleenstaande minderjarige vreemdelingen die vanuit Nederland terugkeren naar Angola.
 Mocht een link niet werken kijk dan even hier: http://www.infoterugkeer.nl/projecten/index.aspx?y=&m=&p5=webpagina&p7=2000-01-01&p10=project&select=2



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Care for returnee welfare: "Maatwerk bij terugkeer" helpt met terugkeer naar het land van herkomst

Op hun website zeggen ze het volgende:

"Optimale toekomstkansen en welzijn voor ex-asielzoekers en ongedocumenteerde migranten die willen terugkeren naar hun herkomstland. Dat is het streven van Maatwerk bij Terugkeer. In meer dan 45 landen hebben we lokale partnerorganisaties die mensen langdurig ondersteunen bij het vinden van bijvoorbeeld werk, huisvesting, sociale contacten en gezondheidszorg. Hun betrokkenheid, deskundigheid en netwerk maken het verschil. Maatwerk bij Terugkeer is een maatschappelijke organisatie die staat voor het belang van haar cliรซnten. Ons motto luidt daarom: ‘Care for returnee welfare’."

 Maatwerk bij Terugkeer
Goeman Borgesiuslaan 77
3515 ET Utrecht
T: +31 (0)30-7551580
info@maatwerkbijterugkeer.nl
http://www.maatwerkbijterugkeer.nl/nl/home








Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Hulp bij terugkeer naar het land van herkomst: De Goedwerk Foundation


Goedwerk Foundation

Doelgroep:
Vreemdelingen (ex-asiel, regulier, illegaal) die ondersteuning behoeven bij vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst.

Ondersteuning:
Goedwerk Foundation ondersteunt vreemdelingen die willen terugkeren met het volgende.
  • Motiverende intakegesprekken (counseling).
  • Het wegnemen van obstakels voor terugkeer.
  • Het regelen van reisdocumenten.
  • Het onderhouden van contacten met ambassades en consulaten.
  • Voorbereiden op terugkeer (informatie, empowerment en training).
  • Trajectkeuze en uitvoering hier van in het land van herkomst (opzetten van eigen onderneming, ondersteuning bij zoeken naar een baan, beroepsgerichte training of het aanschaffen van materialen om een nieuw bestaan op te bouwen).
  • Ondersteuning in het land van herkomst (nazorg en begeleiding bij herintegratie).
  • Nazorg (incidenteel wordt een aantal terugkeerders gemonitord).
Voorwaarden:
Voor deelname komen de volgende categorieรซn vreemdelingen in aanmerking.
  • Vreemdeling die ooit asiel of regulier verblijf in Nederland heeft aangevraagd.
  • Vreemdeling die mee wil werken aan terugkeer.
  • Vreemdeling die ongedocumenteerd in Nederland verblijft.
  • Vreemdeling die een V-nummer heeft of krijgt.
Duur van het project:
Vanaf 01 oktober 2014 tot en met 01 oktober 2015
Samenwerkingsverbanden:
Goedwerk Foundation werkt nauw samen met de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), migranten zelforganisaties, Ambassades en consulaten, Gemeente Amsterdam, Vluchtelingen Werk Nederland en in het buitenland gevestigde bedrijven.
Overige bijzonderheden:
Goedwerk Foundation verkeert in de unieke positie om laagdrempelig contacten te kunnen leggen met de doelgroepen via de samenwerking met VluchtelingenWerk Nederland en migranten zelforganisaties. Daarnaast heeft Goedwerk Foundation een uitgebreid netwerk met onder meer bedrijven die, al dan niet door de Nederlandse overheid gesubsidieerd (ministerie van Buitenlandse Zaken), zaken doen in met name West en Oost Afrika. Deze contacten worden benut om de terugkeerder aan een baan te helpen.
Landen:
Afghanistan, Albanie, Algerije, Angola, Armenie, Azerbeidzjan, Bangladesh, Benin, Bolivia, Burkina Faso, Burundi, Centraal-Afrikaanse Republiek, China, Colombia, Congo, Ecuador, Eritrea, Ethiopie, Filipijnen, Gabon, Gambia, Georgie, Ghana, Guinee, Guinee-Bissau, India, Indonesie, Irak, Iran, Ivoorkust, kaapverdie, Kameroen, Kazachstan, Kenia, Kirgizie, Kosovo, Libanon, Liberia, Macedonie, Mali, Marokko, Moldavie, Mongolie, Nepal, Niger, Nigeria, Oeganda, Oekraine, Oezbekistan, Pakistan, Rusland, Rwanda, Senegal, Servie, Sierra Leone, Somalie, Sri Lanka, Sudan, Suriname, Syrie, Tadzjikistan, Tanzania, Togo, Tunesie, Turkije, Turkmenistan, Vietnam, Zambia, Zimbabwe, Zuid-Sudan
Thema:
Ex-asielzoekers, Gezinnen, Vrijwillige terugkeer en zelfstandig vertrek, Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv)

 Zie: http://www.infoterugkeer.nl/projecten/Projectdetails/goedwerk-foundation.aspx?cp=128&cs=61532&paging=true





Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

16 juli 2014

Nog een Kinderpardon-uitspraak: Wat als je ouders je mee terug naar het land van herkomst hebben uitgenomen?

Op het moment zijn er de nodige mensen aan het doorprocederen die een vergunning op basis van het Kinderpardon zijn misgelopen omdat ze niet aan de voorwaarden voldoen en Staatssecretaris Teeven voor hen geen uitzondering wil maken. Onderstaande dame vindt dat ze niet de dupe hoeft te worden van het handelen van haar ouders die haar mee hebben genomen naar Griekenland:



 

ECLI:NL:RBDHA:2014:8544

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 15-07-2014
Datum publicatie 15-07-2014
Zaaknummer AWB 13/29300
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie
Niet in geschil is dat eiseres 2 tezamen met haar ouders, na de eerste asielaanvragen, de EU aantoonbaar heeft verlaten en dat zij na de nieuwe asielaanvragen van 1 november 2010 op 1 februari 2013 nog geen vijf jaar in Nederland verbleef.
Het betoog van eiseres 2 dat haar de desbetreffende contra-indicatie niet kan worden tegengeworpen, aangezien het vertrek uit de EU (Griekenland) naar Irak op 24 februari 2010 op instigatie van haar ouders heeft plaatsgevonden en zij niet de dupe mag worden van hun handelen, faalt. Met dit betoog gaat eiseres 2 eraan voorbij dat de beoordeling van de aanvraag plaatsvindt in de context van het gezin en dat in specifieke situaties de gedragingen van de gezinsleden consequenties kunnen hebben voor het kind dat in het kader van de regeling als hoofdpersoon wordt beschouwd. Bovendien is, zoals ook uit deze brief blijkt, besloten de Overgangsregeling te treffen om te voorkomen dat kinderen met een asielachtergrond de dupe worden van procedures die in het verleden soms lang duurden, het niet meewerken aan vertrek en het stapelen van procedures door ouders, of een combinatie van deze factoren, waardoor deze kinderen, zonder zicht op een verblijfsvergunning, al vele jaren in Nederland verblijven. In een dergelijke onzekere positie heeft eiseres 2 niet verkeerd, juist omdat haar ouders in februari 2010 hebben besloten met haar terug te keren naar hun land van herkomst. Daarmee heeft die onzekerheid voor eiseres 2 vanaf dat moment in ieder geval niet voortgeduurd. Dit verschil vormt tevens, anders dan eiseres 2 meent, een objectieve en redelijke grond voor het in de Overgangsregeling gemaakte onderscheid tussen vreemdelingen die de EU aantoonbaar hebben verlaten en vreemdelingen die dat niet hebben gedaan. Relevant is daarbij ook dat de Overgangsregeling begunstigend uitzonderingsbeleid is.
Het betoog dat sprake is van individuele bijzondere feiten en omstandigheden die nopen tot afwijking van het beleid en dat het bestreden besluit op dit punt onvoldoende is gemotiveerd, faalt.
Het betoog van eiseres 2 dat verweerder niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom hij geen gebruik heeft gemaakt van zijn in artikel 3.4, derde lid, van het Vb 2000 neergelegde discretionaire bevoegdheid een verblijfsvergunning te verlenen, temeer nu hij herhaaldelijk heeft aangegeven op ruimhartige wijze uitvoering te geven aan het Kinderpardon, faalt eveneens.
Verder faalt het betoog van eiseres 2 dat verweerder ten onrechte het beroep op privรฉleven als bedoeld in artikel 8 van het EVRM terzijde heeft geschoven en daarbij haar belangen, gelet op haar jeugdige leeftijd en medische problematiek, onvoldoende in de overwegingen heeft betrokken.
Tot slot faalt het betoog van eiseres 2 dat verweerder haar en haar ouders in bezwaar ten onrechte niet heeft gehoord.
 ----------------

Eiser is geboren op [datum] 1972, eiseres 1 op [datum] 1972 en eiseres 2 op [datum] 2005. Allen bezitten de Iraakse nationaliteit.
1.2. Op 9 oktober 2007 hebben eiser en eiseres 1, de laatste ten behoeve van eiseres 2, een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft deze aanvragen bij besluiten van 5 juni 2008 afgewezen, wegens verantwoordelijkheid van Griekenland voor de beoordeling ervan. Bij uitspraak van 3 augustus 2009 heeft de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Zwolle, de daartegen door eisers ingestelde beroepen ongegrond verklaard. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft die uitspraak bij uitspraak van 30 september 2009 bevestigd.
1.3. Op 26 januari 2010 zijn eisers overgedragen aan de Griekse autoriteiten. Op 24 februari 2010 zijn eisers teruggekeerd naar Irak. In oktober 2010 zijn zij opnieuw Nederland binnengekomen.
1.4.Op 1 november 2010 hebben eisers opvolgende aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, eiseres 1 wederom ten behoeve van eiseres 2. Verweerder heeft deze aanvragen bij besluiten van 8 augustus 2011, na inhoudelijke beoordeling, wederom afgewezen. Bij uitspraak van 12 juni 2012 heeft de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Arnhem, de daartegen door eisers ingestelde beroepen ongegrond verklaard. De Afdeling heeft die uitspraak bij uitspraak van 12 september 2012 bevestigd

(....)

 Het betoog van eiseres 2 dat haar de desbetreffende contra-indicatie niet kan worden tegengeworpen, aangezien het vertrek uit de EU (Griekenland) naar Irak op 24 februari 2010 op instigatie van haar ouders heeft plaatsgevonden en zij niet de dupe mag worden van hun handelen, faalt. Met dit betoog gaat eiseres 2 eraan voorbij dat, zoals verweerder onder verwijzing naar zijn brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal van 21 december 2012 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2012-2013, 19 637, nr. 1597) heeft opgemerkt, de beoordeling van de aanvraag plaatsvindt in de context van het gezin en dat in specifieke situaties de gedragingen van de gezinsleden consequenties kunnen hebben voor het kind dat in het kader van de regeling als hoofdpersoon wordt beschouwd. Bovendien is, zoals ook uit deze brief blijkt, besloten de Overgangsregeling te treffen om te voorkomen dat kinderen met een asielachtergrond de dupe worden van procedures die in het verleden soms lang duurden, het niet meewerken aan vertrek en het stapelen van procedures door ouders, of een combinatie van deze factoren, waardoor deze kinderen, zonder zicht op een verblijfsvergunning, al vele jaren in Nederland verblijven. In een dergelijke onzekere positie heeft eiseres 2 niet verkeerd, juist omdat haar ouders in februari 2010 hebben besloten met haar terug te keren naar hun land van herkomst. Daarmee heeft die onzekerheid voor eiseres 2 vanaf dat moment in ieder geval niet voortgeduurd. Dit verschil vormt tevens, anders dan eiseres 2 meent, een objectieve en redelijke grond voor het in de Overgangsregeling gemaakte onderscheid tussen vreemdelingen die de EU aantoonbaar hebben verlaten en vreemdelingen die dat niet hebben gedaan. Relevant is daarbij ook dat de Overgangsregeling begunstigend uitzonderingsbeleid is. Dat eiseres 2 in oktober 2010 met haar ouders naar Nederland is teruggekeerd en achteraf bezien door het vertrek naar Irak in februari 2010 thans een verblijfsvergunning op grond van de Overgangsregeling misloopt, betekent niet dat haar met voorbijgaan aan de desbetreffende contra-indicatie en de achtergrond en het doel van deze regeling een verblijfsvergunning moet worden verleend. Dit levert, bezien in het licht van het voorgaande en anders dan eiseres 2 meent, geen strijd op met de door haar genoemde jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) of het bepaalde in de artikelen 2, tweede lid, en 3 van het Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK) en artikel 14 van het EVRM.


Het betoog dat sprake is van individuele bijzondere feiten en omstandigheden die nopen tot afwijking van het beleid en dat het bestreden besluit op dit punt onvoldoende is gemotiveerd, faalt.
Nog daargelaten of de omstandigheid dat eiseres 2, naar gesteld, langdurig in Nederland heeft verbleven en banden met Nederland heeft opgebouwd binnen de strekking en reikwijdte van de Overgangsregeling valt en of die niet reeds bij de totstandkoming van deze regeling is betrokken, is geen sprake van een bijzondere omstandigheid die toepassing van artikel 4:84 van de Awb rechtvaardigt, reeds nu, gelet op de jonge leeftijd van eiseres 2 vรณรณr de terugkeer van het gezin naar Irak in 2010, de eventuele banden die zij in die (bijna) vijf jaar met Nederland heeft opgebouwd te gering zijn om te concluderen dat sprake is van een bijzondere omstandigheid die noopt tot afwijking van het gevoerde beleid. Eiseres 2 heeft ook niet geconcretiseerd welke banden zij met Nederland heeft opgebouwd voorafgaand aan haar vertrek naar (Griekenland en) Irak.
4.4.Het betoog van eiseres 2 dat verweerder niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom hij geen gebruik heeft gemaakt van zijn in artikel 3.4, derde lid, van het Vb 2000 neergelegde discretionaire bevoegdheid een verblijfsvergunning te verlenen, temeer nu hij herhaaldelijk heeft aangegeven op ruimhartige wijze uitvoering te geven aan het Kinderpardon, faalt eveneens. Zoals volgt uit voormelde brief van verweerder van 21 december 2012 is de Overgangsregeling erop gericht aan de hiervoor in 4.2. genoemde specifieke groep kinderen snel duidelijkheid te geven, waartoe in de Overgangsregeling strikte voorwaarden zijn gesteld om voor verlening van een verblijfsvergunning op de voet van deze regeling in aanmerking te komen. De aanvraag om deze verblijfsvergunning kan slechts binnen een beperkte periode met gebruikmaking van een daartoe vastgesteld formulier worden ingediend. Hieruit volgt dat de Overgangsregeling naar strekking en reikwijdte een restrictief op te vatten aanvulling vormt op het vreemdelingenbeleid en er niet toe strekt vreemdelingen die niet aan de voorwaarden voldoen, niettemin wegens schrijnende individuele omstandigheden alsnog een verblijfsvergunning te verlenen. Verweerder heeft zich dan ook terecht op het standpunt gesteld dat eiseres 2, indien zij wegens dergelijke omstandigheden in aanmerking wenst te komen voor een verblijfsvergunning, daartoe een aparte aanvraag moet indienen. Dit geldt ook voor de medische omstandigheden die spelen ten aanzien van eiseres 2 en waarop in deze procedure een beroep is gedaan. De door eiseres 2 in de aanvullende gronden van beroep en ter zitting aangehaalde uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, zittingsplaats Amsterdam, van 11 juli 2013 (ECLI:NL:RBAMS:2013:5301) wordt in zoverre dan ook niet onderschreven. Dat zaken van vreemdelingen die niet voldoen aan de voorwaarden van de Overgangsregeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) met het oog op eventuele toepassing van de discretionaire bevoegdheid kunnen worden voorgelegd aan verweerder, laat het vorenstaande onverlet. De IND beschikt te allen tijde over de bevoegdheid zaken aan verweerder voor te leggen. Niet is gebleken dat de IND in de praktijk alle zaken van vreemdelingen die niet aan de voorwaarden van de Overgangsregeling voldoen aan verweerder pleegt voor te leggen. Naar verweerder ter zitting heeft toegelicht, gebeurt dit alleen als daartoe, gezien de bijzondere situatie waarin de desbetreffende vreemdeling verkeert, aanleiding bestaat. Van een (in de onderhavige procedure afdwingbare) verplichting daartoe is geen sprake.
4.5.Verder faalt het betoog van eiseres 2 dat verweerder ten onrechte het beroep op privรฉleven als bedoeld in artikel 8 van het EVRM terzijde heeft geschoven en daarbij haar belangen, gelet op haar jeugdige leeftijd en medische problematiek, onvoldoende in de overwegingen heeft betrokken. Verweerder heeft in het in bezwaar gehandhaafde primaire besluit niet ten onrechte overwogen dat geen aanleiding bestaat eisers op grond van artikel 3.71, tweede lid, aanhef en onder l, van het Vb 2000 vrij te stellen van het mvv-vereiste. Verweerder heeft in het bestreden besluit in dit verband gewezen op onder meer het arrest van het EHRM van 4 december 2012 (Butt tegen Noorwegen, nr. 47017/09, www.echr.coe.int), waaruit kan worden afgeleid dat - in verband met het risico dat ouders de positie van hun kinderen misbruiken om een verblijfsrecht te verkrijgen - zwaarwegende redenen van migratiebeleid in beginsel aanleiding mogen zijn het gedrag van de ouders van een vreemdeling aan de desbetreffende vreemdeling toe te rekenen en dat, indien die vreemdeling dan wel diens ouders, zoals in het onderhavige geval, konden - althans hadden moeten - weten dat het verblijfsrecht van die vreemdeling onzeker was, slechts onder uitzonderlijke omstandigheden reden bestaat voor de conclusie dat op grond van artikel 8 van het EVRM een verplichting bestaat tot het laten voortzetten van het privรฉleven in het land waar de vreemdeling met zijn ouders wil verblijven. Anders dan eiseres 2 ziet de rechtbank bezien in het licht van het voorgaande geen grond voor het oordeel dat verweerder zich bij de beoordeling of sprake is van uitzonderlijke omstandigheden in strijd met artikel 3 van het IVRK onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de belangen van eiseres 2.
Eigenlijk is dit heel erg oneerlijk in mijn gevoel dat mensen die wel zijn teruggegaan van het Kinderpardon zijn uitgesloten. Je doet wat de regering van je wilt en gaat na afwijzing van je asielrelaas na 3 jaar verblijf in Nederland terug maar vlucht daarna opnieuw. Wellicht de laatste keer omdat we dat Kinderpardon hadden?

Om te zorgen dat de IND daadwerkelijk iemand's zaak aan de staatssecretaris voorlegt is dus media-aandacht handig!

De hele uitspraak staat hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2014:8544

In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

29 november 2013

Artikel over vrijwillige terugkeer en reรฏntegratie trajecten in het land van herkomst door Caritas





Open het tijdschrift en ga naar pagina 6

In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

09 september 2013

Thinking about returning to your home country? IOM can help you! (website over terugkeer naar land van herkomst)


IOM is an intergovernmental organization and is not part of the Dutch government. IOM can only assist if you want to return voluntarily.
If you are thinking about returning home, IOM can provide individual, free, confidential advice and information on assisted voluntary return and reintegration. If you decide that you want to return, we can arrange your flight and help you obtain travel documents. We will also help you plan your return and give you information about reintegration support available in your country. In some cases you may also be eligible for reintegration assistance (money or other services) after you return.
What does IOM offer?
IOM offers individual and confidential advice to help you decide whether or not to return voluntarily to your country. We give you the information you need to be able to make an informed decision. We do not try to persuade you either to return or not to return – we respect your decision.
If you decide to return to your country, we will support you with;
  • Planning – for example the journey from the airport to your hometown, what you would like to do after your return, contacting your family, etc.;
  • Applying for travel documents and booking flights;
  • Assistance at the airports, in the Netherlands and on transit- and upon arrival;
  • Information on support that may be available in your country of return (education, employment, training and business start up packages);
  • Reintegration support in your country of origin (money and/or other services).

 Bron: http://buildyourreturn.nl/

Stories about Return

Starting-up-a-business-in-Iraq

Starting up a business in Iraq

Mr I. and his family returned to a different city than where they originate from in Iraq.
When Mr. I and his wife came to the Netherlands they stayed in an AZC. Shortly afterwards they were recognized as refugees and received a permanent residence permit. This allowed them to settle down in the Netherlands. Mrs I. gave birth to two children: a boy and a girl. Mr I. opened a restaurant which did not work out as planned. The poor social life, lack of family presence, home sickness, limited finances, and, last but not least, the improved safety situation in Iraq made this family consider returning to Iraq.
Mr I. started to develop a business strategy with his brother who lived in Iraq. They planned to supply shops in their region with food products from all over Iraq. No storage facilities would be required because supplies would be delivered upon request.
Once back in Iraq, the family settled down. As part of a minority there it was rather easy for them to obtain a residence permit from the regional authorities.
The family rented a house using part of the grant received from IOM. The housing was arranged through Mr I.’s network of personal contacts while they were still in the Netherlands. Mr I. actively approached shop owners as potential clients. The rest of the money was used for the purchase of a delivery van and the enrollment of the eldest child in school. Mr I. pays $500 for rent, while earning an average of $1700 per month. At the moment Mrs I. is seeking employment.
Mr. I and his family gave up their Dutch residence permits before returning. Now they have a positive outlook in Iraq. They are very happy to be back and do not regret their decision to return.

http://buildyourreturn.nl/stories-about-return/starting-up-a-business-iraq/#more-40

In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

21 juli 2013

Project Transithuis (terugkeerproject van Kerk in Actie)



Doelgroep:
Deelnemers in het project hebben geen perspectief voor voortgezet legaal verblijf in Nederland en geen recht op voorzieningen. Ze verblijven op straat dan wel in vreemdelingenbewaring. Vaak zien zij ook geen perspectief in het land van herkomst. Er kan sprake zijn van (ernstige) belemmeringen die het mensen onmogelijk maakt om zelfstandig een invulling te geven aan de (weder)opbouw van hun toekomst.
Omschrijving:
Het project 'Transithuis' wil de deelnemers helpen om de belemmeringen in beeld te brengen die een duurzame hervestiging in het land van herkomst (of een ander land waar de toegang en het perspectief kunnen worden gewaarborgd) in de weg staan. Deze belemmeringen worden op basis van vertrouwelijkheid besproken en in kaart gebracht om ze vervolgens samen te overwinnen en een duurzame, veilige hervestiging te realiseren. Het Transithuis voorkomt dat deze mensen op straat komen, omdat ze volgens de wet- en regelgeving geen recht (meer) hebben op voorzieningen. Wie letterlijk op straat moet zien te overleven, kan niet werken aan zijn terugkeer. Het project biedt daarom ook onderdak en voorzieningen zoals leefgeld, maar ook faciliteiten zoals het gebruik van telefoon en internet. Consulenten van het project geven de deelnemers intensieve professionele begeleiding bij het werken aan hun (nieuwe) toekomst.
Ondersteuning:
Het belangrijkste uitgangspunt binnen het project Transithuis is dat de deelnemer (hernieuwd) vertrouwen opbouwt. Daartoe staat een professioneel team klaar,  dat vanuit verschillende disciplines de deelnemer begeleiding, zorg, rust en stabiliteit biedt. Door veel tijd te investeren in de belemmeringen en behoeften van de deelnemer en gericht persoonlijke aandacht hieraan te geven,  kan het vertrouwen zich ontwikkelen en daarmee de betrokkenheid van de deelnemer bij zijn eigen traject en de bereidheid zelf ook te investeren in het realiseren van een duurzame oplossing.
De deelnemers aan het Transithuis zullen als gasten worden opgevangen in nette huizen met eigen voorzieningen. De huisvesting en de daarbij behorende voorzieningen maken nadrukkelijk onderdeel uit van het methodisch proces. Zo ervaren de deelnemers dat meedoen aan het Transithuis een nieuwe start betekent. De deelnemer wordt tijdens zijn traject ondersteund door zijn persoonlijke consulent en het team van het Transithuis. Bij het zoeken naar een duurzame oplossing wordt maatwerk geboden. Samen met de deelnemer wordt er naartoe gewerkt dat hij hernieuwd kennis maakt met zijn land van hervestiging en perspectief ziet om er een nieuw leven op te bouwen. Waar nodig of zinvol kan hij in Nederland nog een cursus of training volgen om bij hervestiging beter voorbereid te zijn om weer een (werk)plek in te nemen. Ten behoeve het project wordt ook gewerkt met diverse partners in de hervestigingslanden.
Er wordt ook gewerkt aan empowerment van de deelnemer,  waarbij er onder meer aandacht zal zijn voor de mentale en fysieke conditie van de deelnemer,  maar ook bijvoorbeeld aan voeding en hygiรซne.
Per deelnemer is een beperkt geldbedrag beschikbaar voor zijn reรฏntegratie / participatie bij hervestiging.
Voorwaarden:
Op diverse manieren kan een potentiรซle deelnemer worden aangemeld voor het Transithuis. Hij kan zichzelf melden of hij kan worden aangemeld door een externe begeleider, zoals een justitiepastor,  advocaat,  begeleider van VluchtelingenWerk,  een kerk,  enzovoort. Met de aanmelder wordt een eerste registratiegesprek gehouden. In dit gesprek zal naar de volgende zaken worden gevraagd:
  • persoonsgegevens van de kandidaat-deelnemer (met deelnemers worden zowel mannen als vrouwen bedoeld. Om de leesbaarheid te vergemakkelijken wordt in deze tekst steeds de mannelijke vorm gebruikt): naam,  huidig adres, huidig telefoonnummer, geboortedatum, geboorteplaats, land van herkomst;
  • naam en contactgegevens van de begeleider(s);
  • V-nummer en IND-nummer (indien beschikbaar).
Het is belangrijk deze informatie bij de hand te hebben,  om een spoedige afhandeling van de aanmelding te bevorderen. Voor zover bij de aanmelder bekend,  komen ook de volgende zaken aan de orde:
  • het beeld / de verwachtingen van de kandidaat-deelnemer (en van de aanmelder) ten aanzien van deelname aan het Transithuis;
  • wat er eventueel (dit is geen vereiste) al gedaan is aan terugkeer naar het land van herkomst of hervestiging in een derde veilig land. Het feit dat iemand zich aanmeldt en dat er een registratiegesprek plaatsvindt wil nog niet zeggen dat de aangemelde persoon ook wordt opgenomen in het project Transithuis. Het team van het Transithuis beslist (in principe) binnen een week of er een vervolg wordt gegeven aan de aanmelding. Soms kan het nodig zijn eerst onderzoek te verrichten voordat verder wordt gegaan met een aanmelding.
Als wordt besloten na de registratie verder te gaan met de kandidaat-deelnemer,  wordt er een uitgebreide intake gehouden. In deze intake zal dieper worden ingegaan op de belemmeringen voor terugkeer / hervestiging. Verder zal de kandidaat-deelnemer gevraagd worden waar relevante informatie ingewonnen kan worden. Uiterlijk (in principe) een week na de intake wordt besloten of iemand wordt opgenomen in het project Transithuis. De mate waarin iemand bereidheid toont de belemmeringen voor hervestiging bespreekbaar te maken en hier inzicht in te geven speelt een rol in de beslissing of iemand al dan niet wordt opgenomen in het project.
Duur van het project:
Vanaf 01 maart 2012 tot en met 01 oktober 2013
Samenwerkingsverbanden:
Partners zijn Kerk in Actie,  INLIA en Justitiepastoraat. Er wordt samengewerkt op onderdelen met diverse partners,  waaronder IOM.
Overige bijzonderheden:
Einddatum is inclusief uitloopperiode.

Bron: http://www.infoterugkeer.nl/projecten/projecten/transithuis.aspx?cp=128&cs=61532



In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

31 januari 2013

UK uitspraak over (AMA's) AMV-ers uit Afghanistan / plicht van staat om onderzoek te doen naar familie. Maar leidt het tot iets?

Via @BAILII http://www.bailii.org/ew/cases/EWCA/Civ/2013/32.html

Rechter verwijst naar artikel 19.3 van de Reception Directive. Dat is RICHTLIJN 2003/9/EG VAN DE RAAD van 27 januari 2003 tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten.

3. In het belang van de niet-begeleide minderjarige trachten
de lidstaten de gezinsleden van niet-begeleide minderjarigen zo
spoedig mogelijkop te sporen. In gevallen waarin gevaar
bestaat voor het leven of de lichamelijke integriteit van de
minderjarige of zijn naaste familieleden, met name indien zij in
het land van herkomst zijn achtergebleven, moet bij het verzamelen,
verwerken en verspreiden van gegevens over deze
personen vertrouwelijkheid worden gewaarborgd, zodat hun
veiligheid niet in gevaar wordt gebracht.

Hij is niet echt een fan van verblijf geven aan mensen die geen bescherming nodig hebben. Een kinderpardon zou niet aan hem besteed zijn.

Wellicht ter inspiratie. Hij verwijst ook naar de zaak Rashid.

Doe Nederland actief onderzoek naar familie in het land van herkomst zoals in Engeland duidelijk wel wordt gedaan (lees alle individuele zaken die in deze uitspraak worden meegenomen en allen worden afgewezen.. Wat ik citeer is het algemene stuk)

"At paragraph 25 of the judgment, Maurice Kay LJ stated:

There is a hypothetical spectrum. At one end is an applicant who gives a credible and cooperative account of having no surviving family in Afghanistan or of having lost touch with surviving family members and having failed, notwithstanding his best endeavours, to re-establish contact. It seems to me that, even if he has reached the age of 18 by the time his appeal is considered by the tribunal, he may, depending on the totality of the established facts, have the basis of a successful appeal by availing himself of the Rashid/S principle and/or section 55 by reference to the failure of the Secretary of State to discharge the duty to endeavour to trace. In such a case Ravichandran would not be an insurmountable obstacle. At the other end of the spectrum is an applicant whose claim to have no surviving family in Afghanistan is disbelieved and in respect of whom it is found that he has been uncooperative so as to frustrate any attempt to trace his family. In such a case, again depending on the totality of established facts, he may have put himself beyond the bite of the protective and corrective principle. This would not be because the law seeks to punish him for his mendacity but because he has failed to prove the risk on return and because there would be no causative link between the Secretary of State's breach of duty and his claim to protection. Whereas, in the first case, the applicant may have lost the opportunity of corroborating his evidence about the absence of support in Afghanistan by reference to a negative result from the properly discharged duty to endeavour to trace, in the second case he can establish no such disadvantage.

I have to say that, like the Court of Appeal in S, I have great difficulties with the judgments in Rashid. In cases that are concerned with claims for asylum, the purpose of the grant of leave to remain is to grant protection to someone who would be at risk, or whose Convention rights would be infringed, if he or she was returned to the country of nationality. Of course, breaches of the duty of the Secretary of State in addressing a claim may lead to an independent justification for leave to remain, of which the paradigm is the Article 8 claim of an asylum seeker whose claim has not been expeditiously determined, with the result that he has been in this country so long as to have established private and family life here. But to grant leave to remain to someone who has no risk on return, whose Convention rights will not be infringed by his return, and who has no other independent claim to remain here (such as a claim to be a skilled migrant), is to use the power to grant leave to remain for a purpose other than that for which it is conferred. In effect, it is to accede to a claim to remain here as an economic migrant. The principle in Rashid has been referred to as "the protective principle", but this is a misnomer: the person seeking to rely on this principle needs to do so only because he has been found not to be in need of protection. I do not think that the Court should require or encourage the Secretary of State to grant leave in such circumstances either in order to mark the Court's displeasure at her conduct, or as a sanction for her misconduct. I agree with the short judgment of Lightman J in S. He said:

… I have the gravest difficulty seeing how the fact that the challenged administrative act or decision falls within one category of unlawfulness as distinguished from another, and in particular the fact that it constitutes an abuse of power giving rise to conspicuous unfairness, can extend to the remedies available to the courts.


Nonetheless, the Secretary of State's breach of duty may be relevant to her or the Tribunal's decisions. Her failure may be relevant to the assessment of risk on return. The lack of evidence from the Secretary of State as to the availability or otherwise of familial support should be taken into account. In addition, there are cases in which the consequences of her breach of duty are relevant. SL (Vietnam) [2010] EWCA Civ 225 [2010] INLR 651 was such a case. The appellant should have been granted leave to remain under the then minors policy. If he had been, he would have been able to work lawfully. Because of his precarious immigration status, he could not work lawfully, and he resorted to the large-scale cultivation of cannabis. The circumstances in which he had done so were relevant to the assessment of the gravity of his drug offending, and should have been taken into account when deciding whether his deportation should have been upheld. Similarly, the failure to endeavour to trace may result in a failed asylum seeker, who may in consequence lose contact with his family, putting down roots here and establishing a valid Article 8 claim. The necessity for such a causative link was stated in paragraph 25 of the Judgment where Maurice Kay LJ gave as the reason for a claimant failing to avail himself of "the protective and corrective principle" that there was "no causative link between the Secretary of State's breach of duty and [the appellant's] claim to protection".

I would also add a comment to what was said by this Court in KA about the line between minority and adulthood. One should, in addition, take into account what I conceive to be the reason for the Secretary of State's policy to grant limited leave to remain to children, irrespective of his or her asylum claim. It would simply be inhumane to return an unaccompanied young child, specifically in cases such as the present to Afghanistan, at least where there will be no family to take care of him or her on arrival in Kabul. But that rationale applies with less and less force with increasing age.

In this connection, it is necessary to bear in mind that the birthday that has been ascribed to a claimant is often arbitrary. For example, a claimant contending to have been aged 16 in June 2012, but who is unable to give his date of birth, may as a formality have been given the date of birth of 1 January 1996. If his age is disputed, and he is assessed as aged 18, he may be recorded as having been born on 1 January 1994. Thus, the Secretary of State's decision letter dated 28 January 2010 in relation to EU records his date of birth as "01 January 1995 (disputed) 01 January 1993 (assessed)". I do not think that anyone believed that he was born on 1 January of either year. That date was given as a formality to reflect his age as asserted and assessed. In such a case, the origin of the precise date of birth is a further reason why the achievement of adulthood cannot of itself necessarily change the assessment of risk on return.

Lastly, I should mention a point made by the Secretary of State which I consider to have substance. Unaccompanied children who arrive in this country from Afghanistan have done so as a result of someone, presumably their families, paying for their fare and/or for a so-called agent to arrange their journey to this country. The costs incurred by the family will have been considerable, relative to the wealth of the average Afghan family. The motivation for their incurring that cost may be that their child faces risk if he or she remains with them in Afghanistan, or it may simply be that they believe that their child will have a better life in this country. Either way, they are unlikely to be happy to cooperate with an agent of the Secretary of State for the return of their child to Afghanistan, which would mean the waste of their investment in his or her journey here.

I turn to consider the facts of the individual cases before the Court. " 


 Dit is de zaak Rashid waarnaar verwezen wordt http://www.bailii.org/ew/cases/EWCA/Civ/2005/744.html

Voor Nederlandse uitspraken: Met dank aan: Mariette Timmer ‏@mariettetimmer
 ABRS 6/6/12 201104976/1/V2; ABRS 18/7/12 201109932/1 /V2



Law Blogs
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.



Bookmark and Share

13 januari 2013

Raad van State over familieleven 8 EVRM bij weigering verblijf moeder Nederlandse kinderen (uitspraak)

LJN: BY8239, Raad van State , 201200899/1/V1
Datum uitspraak: 20-12-2012
Datum publicatie: 11-01-2013
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: -
Vindplaats(en): Rechtspraak.nl


2.1. Ingevolge artikel 8, eerste lid, van het EVRM heeft een ieder recht op respect voor zijn familie- en gezinsleven.
Ingevolge het tweede lid van dit artikel is geen inmenging van enig openbaar gezag toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
Ingevolge artikel 20, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: het VWEU) wordt een burgerschap van de Unie ingesteld. Burger van de Unie is een ieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit. Het burgerschap van de Unie komt naast het nationale burgerschap doch komt niet in de plaats daarvan.
Ingevolge het tweede lid, aanhef en onder a, genieten de burgers van de Unie de rechten en hebben zij de plichten die bij de Verdragen zijn bepaald en hebben zij, onder andere, het recht zich vrij op het grondgebied van de lidstaten te verplaatsen en er vrij te verblijven.
2.2. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 7 maart 2012 in zaak nr. 201108763/1/V2; www.raadvanstate.nl) volgt uit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) van 15 november 2011, C 256/11, Dereci e.a. (hierna: het arrest Dereci), waarin een nadere uitleg wordt gegeven van het arrest van het Hof van 8 maart 2011, C-34/09, Ruiz Zambrano (hierna: het arrest Ruiz Zambrano; beide arresten: www.curia.europa.eu), dat bij de beantwoording van de vraag of een burger van de Unie die gezinsleven uitoefent met een burger van een derde land, zijn uit artikel 20 van het VWEU voortvloeiende recht om op het grondgebied van de Unie te verblijven wordt ontzegd, slechts beperkte betekenis toekomt aan het recht op bescherming van het gezinsleven. Zoals volgt uit punten 68 en 69 van het arrest Dereci, wordt dit recht niet als zodanig door artikel 20 van het VWEU beschermd, maar door andere internationaal-, Unie , en nationaalrechtelijke regelingen en bepalingen, zoals artikel 8 van het EVRM, artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, Unierechtelijke verblijfsrichtlijnen en artikel 15 van de Vreemdelingenwet 2000.
Bij de beantwoording van genoemde vraag is onder meer de wens van gezinsleden om als gezin in Nederland of in de Unie te verblijven dus eveneens van beperkt belang. De situatie dat de burger van de Unie zijn recht om op het grondgebied van de Unie te verblijven wordt ontzegd, doet zich slechts voor als de burger van de Unie zodanig afhankelijk is van de burger van een derde land, dat hij als gevolg van de besluitvorming van de staatssecretaris geen andere keus heeft dan met de burger van het derde land buiten de Unie te verblijven.
2.3. Gelet op hetgeen hiervoor onder 2.2 is overwogen, dient de vraag of de weigering van de staatssecretaris om aan de vreemdeling in Nederland verblijf toe te staan, tot gevolg heeft dat de kinderen hun aan artikel 20 van het VWEU ontleende recht op het grondgebied van de Unie te verblijven, wordt ontzegd, te worden onderscheiden van de vraag of het in artikel 8 van het EVRM vervatte recht op bescherming van het gezinsleven de staatssecretaris noodzaakt tot het toestaan van een verblijf van de vreemdeling hier te lande. Vergelijk de uitspraak van 1 november 2012 in zaak nr. 201200665/1/V1 (www.raadvanstate.nl).
In dat licht bezien, heeft de rechtbank niet onderkend dat het standpunt van de staatssecretaris dat het beroep van de vreemdeling op het arrest Ruiz Zambrano faalt omdat de kinderen bij de vader kunnen verblijven, op zichzelf beschouwd niet tegenstrijdig is met diens ingenomen standpunt bij de beoordeling in het kader van artikel 8 van het EVRM dat geen objectieve belemmering bestaat om het gezinsleven in Kameroen uit te oefenen. Dat standpunt brengt niet met zich dat daarmee reeds aannemelijk is dat de kinderen geen andere keus hebben dan met de vreemdeling buiten de Unie te verblijven.
De grief slaagt.
3. Het hoger beroep is kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Hetgeen overigens als grief is aangevoerd behoeft geen bespreking. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal het besluit van 5 juli 2011 worden getoetst in het licht van de daartegen in eerste aanleg voorgedragen beroepsgronden in zoverre daarop, na hetgeen hiervoor is overwogen, nog moet worden beslist.
4. In beroep heeft de vreemdeling in het kader van artikel 8 van het EVRM aangevoerd dat aan het uitoefenen van het gezinsleven in Kameroen in de weg staat dat de relatie met de vader van de kinderen verbroken is en dat de vader de Liberiaanse nationaliteit bezit, geen banden met Kameroen heeft en daarom zijn toelating althans zijn verblijf aldaar niet gegarandeerd is. Voorts heeft de vreemdeling aangevoerd dat zij gemotiveerd heeft betoogd waarom een vertrek naar Kameroen voor de kinderen zeer nadelig kan zijn gelet op hun speciale behoeften en de staat van het onderwijs in Kameroen. Zij heeft in dat verband een brief van een instelling voor jeugdmaatschappelijkwerk overgelegd waarin wordt gesteld dat de kinderen – geboren in 2006 onderscheidenlijk 2007 - niet kunnen functioneren binnen het reguliere onderwijs. Verder is volgens de vreemdeling het achterlaten van de kinderen bij hun vader niet in hun belang. Ter zitting van de rechtbank heeft de vreemdeling in dat verband gewezen op het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: het EHRM) van 28 juni 2011, nr. 55597/09, Nunez tegen Noorwegen (hierna: het arrest Nunez; www.echr.coe.int).
4.1. De staatssecretaris heeft zich op het standpunt gesteld dat niet is gebleken van objectieve belemmeringen om het gezinsleven in het land van herkomst van de vreemdeling voort te zetten. De vader is afkomstig uit Liberia zodat zijn asielmotieven niet aan een verblijf in Kameroen in de weg staan. Voorts hebben de vader en de kinderen de Nederlandse nationaliteit, zodat zij zich in het algemeen ook in andere landen kunnen vestigen. Het tegendeel is door de vreemdeling niet aangetoond. Verder heeft de staatssecretaris in aanmerking genomen dat de vreemdeling zich tot haar komst naar Nederland - derhalve tot ongeveer vierendertigjarige leeftijd - in Kameroen staande heeft weten te houden, dat haar drie zoons en haar moeder in Kameroen wonen, met wie zij telefonisch contact onderhoudt, en dat daarom niet valt in te zien dat na een verblijf van tien jaar in Nederland de banden met Kameroen verbroken zouden zijn. Ten aanzien van de kinderen heeft de staatssecretaris zich op het standpunt gesteld dat het oudste kind thans weliswaar schoolgaand is, maar dat zij nog zo jong is dat niet kan worden volgehouden dat de kinderen dermate in Nederland zijn geworteld, dat vertrek naar Kameroen niet van de kinderen verlangd zou mogen worden. Voorts is niet aangetoond dat de kinderen lijden dan wel รฉรฉn van hen lijdt aan een aandoening binnen het autistisch spectrum. Wel staat vast dat de kinderen een ontwikkelingsachterstand hebben, doch niet is aangetoond dat speciaal onderwijs in Kameroen voor de kinderen niet mogelijk zou zijn. Voor zover de relatie tussen de vreemdeling en de vader verbroken zou zijn, stelt de staatssecretaris zich op het standpunt dat, in aanmerking nemend dat het ouderlijk gezag volgens de vreemdeling uitsluitend bij haar berust, deze omstandigheid er niet aan in de weg staat dat de vreemdeling zich met de kinderen in Kameroen vestigt.
Bij afweging van de belangen heeft de staatssecretaris doorslaggevend gewicht toegekend aan de omstandigheid dat de vreemdeling zonder in het bezit te zijn van een verblijfsvergunning het gezinsleven met de vader in Nederland is aangegaan en met hem een gezin heeft gesticht.
4.2. De vreemdeling heeft niet aannemelijk gemaakt dat de staatssecretaris zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de kinderen en de vader haar kunnen volgen naar Kameroen. Voorts heeft de staatssecretaris zich terecht op het standpunt gesteld dat uit de door de vreemdeling overgelegde informatie weliswaar volgt dat de kinderen een ontwikkelingsachterstand hebben doch niet dat zij lijden dan wel รฉรฉn van hen lijdt aan een autistische stoornis. Het geheel van de voor de te verrichten belangenafweging van betekenis zijnde feiten en omstandigheden, zoals weergegeven onder 4.1, geeft, ook indien ervan moet worden uitgegaan dat voor de kinderen in Kameroen geen speciaal onderwijs beschikbaar is, geen grond voor het oordeel dat de staatssecretaris, bij de fair balance die moet worden gevonden tussen het belang van de vreemdeling enerzijds en het Nederlands algemeen belang anderzijds, zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de weigering de vreemdeling een verblijfsvergunning te verlenen niet in strijd is met artikel 8 van het EVRM.
In het arrest Nunez oordeelde het EHRM dat uitzetting uit Noorwegen en een inreisverbod voor de duur van twee jaar, hoewel de desbetreffende vreemdeling nimmer rechtmatig verblijf in Noorwegen had gehad en redelijkerwijs niet kon verwachten dat zij in staat zou zijn in Noorwegen te blijven, in strijd zou zijn met artikel 8 van het EVRM, gelet op de belangen van haar twee in Noorwegen geboren kinderen. Het EHRM achtte daarbij met name de langdurige en nauwe band van de kinderen met hun moeder, de beslissing over de voogdij, de ontwrichting en spanning die de kinderen al hadden ondervonden en de lange tijd die was verstreken voordat de autoriteiten een beslissing namen over de uitzetting en het inreisverbod van belang (punt 84).
In het geval van het arrest Nunez berustte het ouderlijk gezag bij de vader, hetgeen tot gevolg had dat de kinderen in Noorwegen zouden blijven (punt 80) en vermoedelijk gedurende twee jaar van hun moeder zouden worden gescheiden (punt 81). In het voorliggende geval heeft de vreemdeling gesteld dat zij als enige het gezag over de kinderen heeft, zodat, anders dan in het geval Nunez, geen gedwongen scheiding van moeder en kinderen dreigt.
Voorts hadden in het geval van het arrest Nunez de kinderen spanningen ondervonden, waarschijnlijk als gevolg van de dreigende uitzetting van hun moeder en van de onderbreking in hun verzorgingssituatie, eerst door de scheiding van hun ouders en vervolgens door de verhuizing van het huis van hun moeder naar het huis van hun vader als gevolg van de gewijzigde voogdij (punt 81). In het voorliggende geval is van uitzetting van de vreemdeling geen sprake en evenmin van een onderbreking in de verzorgingssituatie.
Nu het voorliggende geval verschilt van het geval van het arrest Nunez wat betreft de door het EHRM met name van belang geachte omstandigheden, kan de vreemdeling zich niet met vrucht op dat arrest beroepen. In dat verband wordt voorts gewezen op het arrest van het EHRM van 14 februari 2012, nr. 26940/10, Antwi en anderen tegen Noorwegen (www.echr.coe.int), waarin het EHRM fundamentele verschillen met de zaak Nunez aanwezig achtte, nu in het geval Antwi geen sprake was van kwetsbaarheid van een minderjarig kind door eerdere onderbrekingen en tegenspoed in de verzorgingssituatie en de autoriteiten voortvarend hadden opgetreden, en bij gebrek aan uitzonderlijke omstandigheden van oordeel was dat voldoende gewicht was toegekend aan de belangen van het kind bij de beslissing tot uitzetting van de vader, die een belangrijke rol vervulde in de dagelijkse verzorging en opvoeding van het kind en aan wie het kind even sterk gehecht was als aan haar moeder (punten 95 en 100 tot en met 103).
Het beroep van de vreemdeling op artikel 3 van het Vierde Protocol bij het EVRM, ingevolge welke bepaling, voor zover thans van belang, niemand, bij wege van een maatregel van individuele of collectieve aard, mag worden uitgezet uit het grondgebied van de Staat waarvan hij een onderdaan is, treft geen doel. In het voorliggende geval is immers geen sprake van de uitzetting uit Nederland van Nederlandse onderdanen.
Ten slotte faalt het beroep van de vreemdeling op Richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging, nu deze ingevolge artikel 3, derde lid, niet van toepassing is op gezinsleden van een burger van de Unie (arrest Dereci, punt 47).



Law Blogs
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.



Bookmark and Share

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...