IND laat enorme steken vallen in procedure rond ingewikkelde EU-route kwestie (uitspraak)
Het gaat hier om een
Nigeriaanse man die met een Nederlandse was getrouwd die een aantal
weken met hem in Spanje heeft verbleven (door ziekte ging permanent
verblijf niet door). Meneer heeft wel van Spanje een document gekregen.
Eiser was in het gelijk gesteld door de rechtbank Middelburg en
vervolgens neemt de IND een besluit dat nu als onzorgvuldig voorbereid
en een deugdelijke motivering ontberend wordt afgesabeld door de
rechtbank omdat het een herhaling is
"De rechtbank overweegt dat verweerder door in het bestreden besluit te betogen dat referente geen beroep kan doen op de Richtlijn, nu zij nimmer haar recht op vrij verkeer heeft uitgeoefend omdat zij nooit voor een periode langer dan zes weken in Spanje heeft verbleven en dat aan eiser derhalve ook geen document kan worden verstrekt als bedoeld in artikel 9 van de Vw 2000, niet heeft voldaan aan de aan hem in de uitspraak van 2 december 2010 gegeven opdracht om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van die uitspraak, nu daarin het genoemde standpunt van verweerder door de rechtbank uitdrukkelijk is verworpen."
Vervolgens heeft de
procesvertegenwoordiger bij pleitnota en ter zitting het besluit nader
trachten te motiveren
" Zoals in rechtsoverweging 2 is weergegeven, heeft verweerder in de pleitnota en ter zitting het bestreden besluit aangevuld. De rechtbank is van oordeel dat verweerder door zo kort voor de zitting - te weten minder dan 24 uur - het standpunt in te nemen dat referente gelet op artikel 7 van de Richtlijn geen beroep kan doen op de Richtlijn en door eerst ter zitting te verwijzen naar artikel 9 van de Richtlijn en de rechtbank te verzoeken de rechtsgevolgen in stand te laten dan wel de bestuurlijke lus toe te passen, in strijd met de goede procesorde heeft gehandeld. De aanvulling van het bestreden besluit kan om die reden niet bij de beoordeling van het onderhavige beroep worden betrokken" .
Dan gaat het hier om een zo principiele kwestie en dan
verpest je je eigen zaak door geknoei op procesrecht gebied!!!!
LJN: BX7861, Rechtbank 's-Gravenhage , AWB 11/41171
Datum uitspraak: 22-08-2012
Datum publicatie: 20-09-2012
http://www.rechtspraak.nl/ljn.asp?ljn=BX7861
LJN: BX7861, Rechtbank 's-Gravenhage , AWB 11/41171
Datum uitspraak: 22-08-2012
Datum publicatie: 20-09-2012
http://www.rechtspraak.nl/ljn.asp?ljn=BX7861
Nu even een sprong naar de inhoud in plaats van het procesrecht:
Hebben ze bij de IND niet nagedacht over het argument dat het maar de vraag is of je gebruik kan maken van vrij verkeer van personen als de EU-ingezetene er niet mee is gebaat (immers zijn gescheiden)?
De rechtbank overweegt:
"Verweerder heeft niet nader onderzocht of eiser na zijn echtscheiding heeft voldaan aan de in artikel 13, tweede lid, van de Richtlijn genoemde voorwaarden, en aldus zijn verblijfsrecht heeft behouden. Dit onderzoek is noodzakelijk ter beoordeling van de vraag of eiser aanspraak heeft op afgifte van een EU-verblijfskaart."
De rechtbank neemt de zaak zelf ter hand en beslist:
" De rechtbank ziet in het kader van finale geschilbeslechting aanleiding om verweerder onder toepassing van artikel 8:51a, eerste lid, van de Awb in de gelegenheid te stellen dit gebrek te herstellen door alsnog te onderzoeken of eiser na zijn echtscheiding heeft voldaan aan de in artikel 8.15, vierde lid, van het Vb 2000 genoemde voorwaarden en naar aanleiding van dit onderzoek een nieuw besluit te nemen.
7 Beslissingen omtrent proceskostenveroordeling en vergoeding van het griffierecht houdt de rechtbank aan tot de einduitspraak.
8 De rechtbank wijst partijen erop dat tegen deze uitspraak hoger beroep open staat, maar pas tegelijk met de nog te wijzen einduitspraak. Tot die tijd staat tegen deze tussenuitspraak geen rechtsmiddel open.
Beslissing
De rechtbank:
- stelt verweerder in de gelegenheid om binnen acht weken na verzending van deze uitspraak te onderzoeken of eiser na zijn echtscheiding heeft voldaan aan de in artikel 8.15, vierde lid, van het Vb 2000 genoemde voorwaarden en naar aanleiding van dit onderzoek een nieuw besluit te nemen;
- bepaalt dat verweerder, indien hij van de hiervoor genoemde gelegenheid gebruikmaakt, een afschrift van dit besluit aan de rechtbank zal doen toekomen, onder gelijktijdige toezending aan de gemachtigde van eiser;
- stelt vervolgens eiser in de gelegenheid om binnen twee weken schriftelijk te reageren op het nieuwe besluit en deze reactie te doen toekomen aan de rechtbank, onder gelijktijdige toezending aan de gemachtigde van verweerder;
- houdt iedere verdere beslissing aan."
Law blog
Tweet
Reacties