Uitzetting naar Suriname (Uitspraak Raad van State)
LJN: BJ5197, Raad van State , 200904743/1/V3
Datum uitspraak: 06-08-2009
Datum publicatie: 13-08-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenbewaring / zicht op uitzetting / Suriname / nieuwe werkwijze
Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 12 juni 2009 in zaak nr. 200901967/1, www.raadvanstate.nl) is in april 2009 in overleg tussen de Nederlandse en Surinaamse autoriteiten een nieuwe werkwijze inzake de presentatie van Surinaamse vreemdelingen tot stand gekomen. Die werkwijze, waarmee op 16 april 2009 is begonnen, houdt in dat wekelijks aanvragen om een noodpaspoort worden aangeleverd bij het Consulaat-Generaal van Suriname, dat deze aanvragen naar het Centraal Bureau Burgerzaken te Paramaribo doorgeleidt en dat, indien dit bureau de nationaliteit en identiteit van een vreemdeling heeft bevestigd, alsnog een presentatie in persoon zal plaatsvinden. Geenszins kan worden uitgesloten dat thans langs die weg tot een bespoediging van het onderzoek naar de identiteit en nationaliteit van de vreemdeling zal kunnen worden gekomen. Ten tijde van de inbewaringstelling van de vreemdeling op 23 mei 2009 werd de nieuwe werkwijze reeds toegepast. Derhalve bestaat geen grond voor het oordeel dat bij het opleggen van die maatregel het zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn ontbrak en heeft de rechtbank in de door haar genoemde omstandigheden, die dateren van vóór de invoering van de nieuwe werkwijze, ten onrechte aanwijzingen voor het tegendeel gezien. De grief slaagt.
Datum uitspraak: 06-08-2009
Datum publicatie: 13-08-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenbewaring / zicht op uitzetting / Suriname / nieuwe werkwijze
Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 12 juni 2009 in zaak nr. 200901967/1, www.raadvanstate.nl) is in april 2009 in overleg tussen de Nederlandse en Surinaamse autoriteiten een nieuwe werkwijze inzake de presentatie van Surinaamse vreemdelingen tot stand gekomen. Die werkwijze, waarmee op 16 april 2009 is begonnen, houdt in dat wekelijks aanvragen om een noodpaspoort worden aangeleverd bij het Consulaat-Generaal van Suriname, dat deze aanvragen naar het Centraal Bureau Burgerzaken te Paramaribo doorgeleidt en dat, indien dit bureau de nationaliteit en identiteit van een vreemdeling heeft bevestigd, alsnog een presentatie in persoon zal plaatsvinden. Geenszins kan worden uitgesloten dat thans langs die weg tot een bespoediging van het onderzoek naar de identiteit en nationaliteit van de vreemdeling zal kunnen worden gekomen. Ten tijde van de inbewaringstelling van de vreemdeling op 23 mei 2009 werd de nieuwe werkwijze reeds toegepast. Derhalve bestaat geen grond voor het oordeel dat bij het opleggen van die maatregel het zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn ontbrak en heeft de rechtbank in de door haar genoemde omstandigheden, die dateren van vóór de invoering van de nieuwe werkwijze, ten onrechte aanwijzingen voor het tegendeel gezien. De grief slaagt.
Reacties