26 augustus 2009

In bewaring stellen van asielzoeker (uitspraak)

LJN: BJ5679,President Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Amsterdam , AWB 09/25068

Datum uitspraak: 22-07-2009
Datum publicatie: 26-08-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Artikel 59 / via Schiphol / voor inbewaringstelling te kennen gegeven asiel te willen aanvragen

Uit het beleid van verweerder volgt dat het toepassen van bewaring bij vreemdelingen die een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel in willen dienen of ingediend hebben, zo beperkt mogelijk dient te geschieden. In aanmerking genomen dat ook in dit geval het toepassen van de bewaring “zo beperkt mogelijk dient te geschieden”, kunnen in dit geval de aan de maatregel ten grondslag gelegde gronden zonder nadere motivering niet dienen ter onderbouwing van het vermoeden dat eiser zich aan uitzetting zal onttrekken. De rechtbank is met eiser van oordeel dat de gronden dat eiser niet beschikt over een identiteitspapier als bedoeld in artikel 4.21 van het Vreemdelingenbesluit 2000, hij geen vaste woon- of verblijfplaats heeft en niet beschikt over voldoende middelen van bestaan om zijn verblijf/terugreis te bekostigen van toepassing zijn op (vrijwel) iedere asielzoeker. Dat eiser zich niet heeft aangemeld bij de korpschef kan evenmin zonder nadere motivering dienen ter onderbouwing van dat vermoeden, gelet op het feit dat eiser na zijn inreis blijkbaar direct in strafrechtelijke detentie is genomen en daartoe dus niet in de gelegenheid is geweest. Aan de maatregel is eveneens ten grondslag gelegd dat eiser gebruik maakt(e) van een vals/vervalst document. Naar eiser onweersproken heeft gesteld wordt eiser als gevolg van het arrest van 18 juni 2009 van het gerechtshof te Amsterdam (LJN: BI9009) niet vervolgd wegens overtreding van artikel 231 van het WvSr. Uit dat arrest blijkt dat het hof van oordeel is dat, indien de verdachte onverwijld asiel heeft aangevraagd, gelet op artikel 31, eerste lid, van het Verdrag betreffende de status van Vluchtelingen (Vluchtelingenverdrag) het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging indien nog niet is beslist op het asielverzoek. Nu het openbaar ministerie zich op het standpunt heeft gesteld dat artikel 31, eerste lid, van het Vluchtelingenverdrag eiser mogelijk vrijwaart van strafsancties voor het gebruik maken van een vals/vervalst reisdocument en daarom de strafrechtelijke vervolging daarvan afhankelijk heeft gesteld van de uitkomst van de asielprocedure, kan verweerder daaraan naar het oordeel van de rechtbank niet een argument ontlenen om eiser in bewaring te stellen nog voordat op het asielverzoek is beslist. De rechtbank wijst in dit verband ook op het tweede lid van artikel 31 van het Vluchtelingenverdrag, waarin is opgenomen dat de bewegingsvrijheid van de in het eerste lid bedoelde vluchtelingen niet verder beperkt dient te worden dan noodzakelijk. Het hiervoor weergegeven beleid van verweerder dat het toepassen van bewaring bij vreemdelingen die een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel in willen dienen of ingediend hebben, zo beperkt mogelijk dient te geschieden is hiermee in lijn.

Bron: rechtspraak.nl

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...