Posts tonen met het label vrijstelling. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vrijstelling. Alle posts tonen

22 april 2025

UITSPRAAK: vrijstelling van legeskosten?

ECLI:NL:RBDHA:2025:6728

Rechtbank Den Haag
18-04-2025
22-04-2025
AWB 24/3347
Vreemdelingenrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen; vrijstelling legeskosten; beroep ongegrond.


Juridisch kader

4.1.

Op grond van artikel 24, tweede lid, van de Vw is de vreemdeling leges verschuldigd bij het aanvragen van een reguliere verblijfsvergunning en wordt de aanvraag, als de betaling achterwege blijft, niet in behandeling genomen.

4.2.

In artikel 3.34 en 3.34a van het Voorschrift vreemdelingen zijn voor verschillende categorieën vreemdelingen bedragen vermeld, die verschuldigd zijn voor het in behandeling nemen van aanvragen om een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 Vw.

4.3.

Op grond van paragraaf B1/8.3.2 van de Vc beschouwt verweerder als bewijsstukken dat de vreemdeling bij de indiening van de aanvraag onvermogend is om leges te betalen op grond van artikel 8 van het EVRM:

  • -

    een inkomensverklaring van de Raad voor Rechtsbijstand ten behoeve van de referent, en

  • -

    bewijsstukken die aannemelijk maken dat de vreemdeling op korte termijn niet in het bezit zal komen van geld waarmee de leges kunnen worden betaald. Hierbij moet de vreemdeling ook aannemelijk maken dat hij en de referent geen beroep kunnen doen op familieleden of andere in aanmerking komende derden.

Beoordeling door de rechtbank

Ontvankelijkheid

5.1.

De rechtbank ziet zich allereerst voor de vraag geplaatst of eiseres procesbelang heeft bij deze procedure. Verweerder heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat eiseres met onderhavige aanvraag nooit kon bereiken wat zij wilde bereiken, namelijk een verblijfsvergunning. De aanvraag tot het verlenen van een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen is immers bedoeld voor vreemdelingen die niet afkomstig zijn uit een EU-land. Omdat eiseres afkomstig is uit Bulgarije zou zij nooit in aanmerking kunnen komen voor deze verblijfsvergunning, aldus verweerder.

5.2.

De rechtbank overweegt dat in deze procedure de vraag voorligt of verweerder de aanvraag van eiseres terecht buiten behandeling heeft gesteld, nu zij de leges niet heeft voldaan. Indien zou blijken dat verweerder de aanvraag ten onrechte buiten behandeling heeft gesteld, dan zal verweerder alsnog op de aanvraag moeten beslissen en tot de conclusie kunnen komen dat eiseres niet aan de voorwaarden voldoet. Deze inhoudelijke beoordeling reikt echter verder dan de vraag die nu bij de rechtbank voorligt. De rechtbank is van oordeel dat eiseres dan ook voldoende procesbelang heeft bij onderhavige procedure. Het beroep is ontvankelijk.

Vrijstelling leges

6.1.

De rechtbank constateert dat tussen partijen niet in geschil is dat door eiseres geen leges zijn voldaan. Het geschil beperkt zich daarom tot de vraag of verweerder eiseres ten onrechte niet heeft vrijgesteld van de betaling van de leges.

6.2.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich ter zitting terecht op het standpunt gesteld dat ten aanzien van een aanvraag voor een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen niet uitdrukkelijk is voorzien in de mogelijkheid om vrijgesteld te worden van het legesvereiste. Op grond van paragraaf B1/8.3.2 van de Vc is vrijstelling slechts mogelijk bij een aanvraag in het kader van artikel 8 van het EVRM (dan wel gezinshereniging of gezinsvorming). Evenmin is het beleid met betrekking tot vrijstelling van de leges in geval van een aanvraag in het kader van artikel 8 van het EVRM van overeenkomstige toepassing verklaard op aanvragen om EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen.

6.3.

Uit jurisprudentie van de Afdeling, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 19 augustus 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1956 en de uitspraak van de Afdeling van 12 mei 2010 (ECLI:NL:RVS:2010), volgt dat ook in gevallen waarin de vreemdeling toch een beroep doet op artikel 8 van het EVRM terwijl hij geen aanvraag heeft ingediend voor een verblijfsvergunning in dat kader, verweerder in beginsel is gehouden te beoordelen of in het individuele geval de heffing van leges in strijd is met artikel 8 van het EVRM. Daarbij is met name de inhoudelijke beoordeling of de heffing van leges een vreemdeling hindert in de uitoefening van het familie-, gezins- of privéleven van belang. De rechtbank is evenwel van oordeel dat dit eiseres niet kan baten. Eiseres heeft in haar verzoek om vrijstelling van de leges van 26 juni 2023 alsmede in het aanvullend bezwaarschrift van 8 december 2023 namelijk geen beroep gedaan op artikel 8 van het EVRM. Eiseres deed dit pas in de beroepsfase. Omdat eiseres niet eerder dan in de beroepsfase heeft aangevoerd dat het bestreden besluit in strijd met artikel 8 van het EVRM is genomen, was verweerder niet gehouden om in het bestreden besluit te beoordelen of de heffing van leges in geval van eiseres in strijd was met artikel 8 van het EVRM.

6.4.

Verweerder heeft, hoewel daar geen grondslag voor was, in het bestreden besluit wel beoordeeld of eiseres voldoende bewijsstukken heeft overgelegd die aantonen dat zij onvermogend was om de leges te voldoen. Zonder grondslag om vrijgesteld te worden van de betaling van leges kan een beroep op zo’n vrijstelling echter niet slagen. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om deze beoordeling van verweerder te toetsen.

Slotsom

7. Gelet op voorgaande overwegingen heeft verweerder de aanvraag tot het verlenen van een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen terecht buiten behandeling gesteld.


De uitspraak staat hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2025:6728



07 juni 2021

RECHTBANK: Ontheffing inburgeringseis bij naturalisatie kan alleen vanwege medische problemen van jezelf niet van je naasten. Dus geen mantelzorg of huishouden

In deze uitspraak beantwoordt de rechtbank de vraag of ontheffing alleen kan worden verleend als het inburgeringsexamen niet kan worden behaald vanwege (kort gezegd) de medische situatie van de verzoeker om naturalisatie zelf, of ook als medische belemmeringen bij anderen dan die verzoeker in de weg staan aan het behalen van dat examen.

ECLI:NL:RBDHA:2021:5727

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 30-04-2021
Datum publicatie 07-06-2021
Zaaknummer AWB 20/5339

De rechtbank is van oordeel dat artikel 4, onder a, van het BNT redelijkerwijs zo moet worden uitgelegd dat ontheffing alleen kan worden verleend als het gaat om “een psychische of lichamelijke belemmering, dan wel een verstandelijke handicap” van de verzoeker om naturalisatie zelf. De rechtbank vindt bevestiging voor deze uitleg in de Nota van Toelichting bij het BNT. De rechtbank vindt verdere steun voor deze uitleg in paragraaf 2.3.2 van de Handleiding, dat gaat over de ontheffing op grond van een psychische of lichamelijke beperking. Die kan enkel zo worden gelezen dat ontheffing kan worden verleend als de verzoeker zelf een medische belemmering heeft. Een verdere bevestiging ziet de rechtbank in paragraaf 1.4 van het Protocol medische advisering 2014, in Bijlage 4 bij de Regeling inburgering.

De rechtbank heeft verder overwogen dat verweerder zich terecht op het standpunt dat de omstandigheid dat eiseres in de verblijfsrechtelijke procedure is ontheven van het inburgeringsexamen (op welke grond ook), niet betekent dat zij ook in naturalisatieprocedure automatisch daarvan kan worden ontheven.

Zie rechtspraak.nl

 

 

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

Kijk ook eens op dit reisblog: https://www.europevisitandvisa.com/

Kijk ook eens op dit boekenblog bijvoorbeeld voor: The invasion of the last free kingdom of Sri Lanka - And the love of a girl for an elephant - Review of "The Elephant Keeper's daughter"
http://www.dutchysbookreviewsandfreebooks.com/2021/02/the-invasion-of-last-free-kingdom-of.html

24 juni 2018

Uitspraak Raad van State: Claim vrijstelling inburgering vanwege psychische problemen verworpen maar onderzoek is nodig

Nadat we vorige week een zaak hebben gezien waar overmacht (wachtlijst cursussen) volgens de Raad van State  een gerechtvaardigde reden was waardoor iemand niet aan de plicht tot inburgering kon voldoen is onderhavige een zaak waar pyschische problemen en gebrek aan opleiding worden aangevoerd wordt afgeschoten.


ECLI:NL:RVS:2018:2027

Instantie Raad van State
Datum uitspraak 20-06-2018
Datum publicatie 20-06-2018
Zaaknummer 201708652/1/V6



2.    [appellante] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college ten onrechte geen rekening heeft gehouden met bijzondere omstandigheden die noopten tot inwilliging van haar verzoek. Deze omstandigheden betreffen haar medische situatie, leeftijd, analfabetisme, opleidingsniveau en financiële omstandigheden. [appellante] betoogt verder dat van haar niet kan worden verlangd griffierecht te betalen.
2.1.    Artikel 6, eerste lid, van de Wet inburgering (hierna: de Wi), luidt: 'a. Onze Minister ontheft de inburgeringsplichtige van de inburgeringsplicht, indien de inburgeringsplichtige heeft aangetoond door een psychische of lichamelijke belemmering, dan wel een verstandelijke handicap, blijvend niet in staat te zijn het inburgeringsexamen te behalen; […].'
2.2.    Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 9 juli 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2541) moet het bestuursorgaan, indien het een deskundigenadvies aan zijn besluitvorming ten grondslag legt, zich er ingevolge artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht van vergewissen dat dit - naar wijze van totstandkoming - zorgvuldig en - naar inhoud - inzichtelijk en concludent is. Indien het deskundigenadvies - naar wijze van totstandkoming - zorgvuldig en - naar inhoud - inzichtelijk en concludent is, kan de desbetreffende inburgeringsplichtige de uitkomst van het advies bestrijden door een deskundige in te schakelen en een contra-expertise in te brengen.
2.3.    Het betoog van [appellante] in hoger beroep is grotendeels een herhaling van hetgeen zij in beroep bij de rechtbank heeft aangevoerd. De rechtbank heeft het beroep op goede gronden verworpen. Het medisch advies dat het college aan het besluit van 1 juni 2016 ten grondslag heeft gelegd, houdt in dat [appellante] op medische gronden in staat moet worden geacht het inburgeringsexamen binnen drieënhalf jaar te behalen. De adviserend geneeskundige heeft voor het opstellen van zijn advies, [appellante] op 12 april 2016 op het spreekuur gezien en medische informatie bij de GGZ opgevraagd en ontvangen. Uit deze medische informatie is gebleken dat [appellante] matige psychische en psychosociale problemen heeft en daarvoor in behandeling is bij specialisten, maar dat zij geen ernstige leer- of geheugenproblemen heeft. Gelet hierop heeft het college zich bij de afwijzing van het verzoek om ontheffing terecht op dit advies gebaseerd. [appellante] heeft haar stelling dat haar medische omstandigheden nopen tot het verlenen van een ontheffing, niet gestaafd met medische gegevens uit een contra-expertise van een deskundige. Voor zover [appellante] betoogt dat van haar niet kan worden verlangd griffierecht te betalen, heeft de griffier van de Afdeling [appellante] bij brief van 14 november 2017 meegedeeld dat in deze zaak vooralsnog wordt afgezien van het heffen van griffierecht.
 http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2018:2027

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

02 mei 2018

Niet op tijd klaar met inburgeren als asielzoeker? Wat dan? Hoe vraag je uitstel of vrijstelling aan?

Omdat nu veel Syrische vluchtelingen bijna drie jaar in Nederland zijn komen er veel vragen boven over inburgering. Ik probeer hier uit te leggen wat u kunt doen als inburgering niet lukt. Het eerste stuk is een juridisch verhaal, onderaan staat een stuk over wat u zelf kunt doen.

Artikel 5 van de Wet Inburgering bepaalt dat iedere asielzoeker (en veel andere immigranten) tussen de 16 en de 67 moet inburgeren als diegene niet een opleiding aan het volgen is of gedaan heeft  waardoor die vrijstelling krijgt.

Wanneer iemand niet op tijd klaar is met inburgeren en succesvol het examen afsluit dan kan diegene een boete opgelegd krijgen conform artikel 28 tot en met 34 Wi en een asielzoeker moet dan ook net als een gewone migrant de lening van maximaal 10.000 euro om in te burgeren terugbetalen (artikel 16 Wi).

Vrijstelling of uitstel

Er zijn een aantal uitzonderingen op deze inburgeringsplicht.In artikel 6 staan die:
  • 1 Onze Minister ontheft de inburgeringsplichtige van de inburgeringsplicht, indien de inburgeringsplichtige heeft aangetoond door een psychische of lichamelijke belemmering, dan wel een verstandelijke handicap, blijvend niet in staat te zijn het inburgeringsexamen te behalen.
  • 2 Onze Minister ontheft de inburgeringsplichtige van de onderdelen uit het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdelen b en c, waarvan, op grond van door de inburgeringsplichtige aangetoonde geleverde inspanningen, blijkt dat hij redelijkerwijs niet aan deze onderdelen kan voldoen.
  • 3 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden voorzien in:
    • a. verdere ontheffing van de inburgeringsplicht, en
    • b. nadere regels omtrent de toepassing van het eerste en tweede lid.
Ook kan het zo zijn dat iemand niet in aanmerking komt voor vrijstelling maar er wel redenen zijn waardoor deze persoon niet op tijd het examen haalt. Dan kan er uitstel worden verleend. Zie hiertoe artikel 7b Wi:

  • 2 De termijn van drie jaar, genoemd in het eerste lid, vangt aan op het moment dat de vreemdeling inburgeringsplichtig wordt.
  • 3 Onze Minister verlengt de termijn van drie jaar, genoemd in het eerste lid:
    • a. indien de inburgeringsplichtige aannemelijk maakt dat hem geen verwijt treft ter zake van het niet tijdig behalen van deze onderdelen van het inburgeringsexamen, of
    • b. eenmalig met ten hoogste twee jaren, indien aantoonbaar een alfabetiseringscursus wordt of is gevolgd voor het verstrijken van die termijn.

en artikel 8 Wi

  • 1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent:
    • a. de verdere verlenging van de termijnen, bedoeld in de artikelen 7a, eerste lid, en 7b, eerste lid, en de toepassing van de artikelen 7a, derde lid, en 7b, derde lid;
    • b. het afnemen van het inburgeringsexamen;
    • c. de inhoud en vormgeving van het inburgeringsexamen;
    • d. de ter zake van het inburgeringsexamen verschuldigde kosten;
    • e. de identificatie van de persoon die aan het inburgeringsexamen deelneemt;
    • f. de examencommissie, en
    • g. het diploma.
De wet wordt nader uitgewerkt in het Besluit Inburgering.

In Afdeling 5 van dit besluit wordt nader ingegaan op wanneer iemand vrijstelling kan krijgen.

Artikel 2.8 van het Besluit Inburgering geeft aan dat in geval van ziekte of handicap vrijstelling kan worden gevraagd en daarvoor een verklaring van een arts moet worden overgelegd.
" De ontheffing kan worden verleend indien redelijkerwijs verwacht mag worden dat de aard en de ernst van de psychische of lichamelijke belemmering dan wel verstandelijke handicap zodanig zijn dat niet binnen vijf jaar na de aanvraag van de ontheffing aan de inburgeringsplicht kan worden voldaan." (2.8 lid 4)


Artikel 2.8 B lid 1 geeft aan hoe je vrijstelling moet vragen:
"1 Een aanvraag tot ontheffing van de inburgeringsplicht op grond van door de inburgeringsplichtige aantoonbaar geleverde inspanningen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de wet, kan niet eerder worden ingediend dan zes maanden voor het verstrijken van de voor de inburgeringsplichtige geldende termijn, bedoeld in artikel 7b, eerste lid, van de wet. Onze Minister geeft binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een beschikking."

De Regeling Inburgering gaat hier op door in Artikel 2.4b artikel 2.4b
De minister verleent de ontheffing, bedoeld in artikel 2.8b van het besluit, indien de inburgeringsplichtige:
  • a. ten minste 600 uur heeft deelgenomen aan een inburgeringscursus bij een instelling met het Blik op werk keurmerk en ten minste vier maal heeft deelgenomen aan de niet behaalde onderdelen van het inburgeringsexamen; of
  • b. ten minste 600 uur heeft deelgenomen aan een alfabetiseringscursus bij een instelling met het Blik op Werk keurmerk en uit een door de minister afgenomen toets blijkt dat de inburgeringsplichtige niet het leervermogen heeft om het inburgeringsexamen te halen.


Artikel 2.12 gaat over verlenging:
"

Artikel 2.12

  • 1 Een aanvraag tot verlenging van de voor de inburgeringsplichtige geldende termijnen, bedoeld in de artikelen 7a, eerste lid, en 7b, eerste lid, van de wet, kan niet eerder worden ingediend dan zes maanden voor het verstrijken van die termijn. Onze Minister geeft binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een beschikking.
  • 2 In bijzondere gevallen die de inburgeringsplichtige betreffen, kan Onze Minister ambtshalve besluiten tot verlenging van de voor de inburgeringsplichtige geldende termijnen, bedoeld in de artikelen 7a, eerste lid, en 7b, eerste lid, van de wet. De beschikking wordt niet eerder gegeven dan zes maanden voor het verstrijken van die termijn.
  • 3 In de beschikking wordt de duur van de verlenging vermeld.
  • 4 Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de verlenging van de termijn.
De Regeling Inburgering zegt hierover in artikel 2.4 C

  • 1 De minister verleent verlenging van de voor de inburgeringsplichtige geldende termijn op grond van artikel 7, derde lid, onder a, van de wet, indien de inburgeringsplichtige ten minste 300 uur heeft deelgenomen aan een inburgeringscursus bij een instelling met het Blik op Werk keurmerk en ten minste twee maal heeft deelgenomen aan de niet behaalde onderdelen van het inburgeringsexamen.
  • 2 De verlenging, bedoeld in het eerste lid, wordt voor ten hoogste twee jaar verleend.
WAT KUNT U DOEN

1) Studeer hard: Misschien is het gebruikelijk in uw land van herkomst om als moeder iedere dag uw huis blinkend schoon te poetsen en de hele middag in de keuken de meest lekkere gerechten te bereiden, in Nederland werken de meeste moeders en maken ze in het weekend hun huis schoon en koken ze "een snelle hap" als ze na 17.00 uit hun werk komen. Ook koken hier mannen voor hun gezin als hun vrouw het heel druk heeft. En u kunt altijd voor een paar dagen een grote pan macaroni of maaltijdsoep maken zodat u de dagen die u op school zit alleen de boel maar hoeft op te warmen. Het hebben van een gezin is geen reden om uw inburgering niet te halen.
Leuk een schotel maar als u een Nederlandse radiozender aanzet of een Nederland kinderprogramma op tv dan leer je spelenderwijs meer woorden.
Krijgt u een baby als gezin? Dat wil niet zeggen dat pappa dan niet naar school kan en ook mamma  kan terwijl ze thuis zit rond de bevalling zelf een online cursus doen.
2) Kijk kritisch naar de opleiding: U hoeft niet een cursus bij Vluchtelingenwerk te volgen, het mag ook bij een andere school. Is er een wachtlijst kijk of u ergens anders terecht kunt. Vindt u dat u te weinig of te langzaam leert switch tijdig naar een andere opleiding. U hoeft niet de volle 10.000 euro te besteden of de volle drie jaar op een cursus te zitten. Bij mij in de buurt is een opleider die 5000 euro vraagt per jaar terwijl de zeer goede cursus van de universiteit veel minder kost en een hoog tempo heeft.
3) Gaat het niet vraag dan tijdig verlenging of ontheffing aan:
Op de site van DUO staan ook de voorwaarden voor vrijstelling of uitstel en de fomulieren waarmee u dat kunt aanvragen: https://www.inburgeren.nl/geen-examen-doen/inburgeren-te-moeilijk.jsp
Doe dit op tijd!!! Dus 6 maanden voor uw 3 jaren termijn verloopt.

Artikel  2.4d van de Regeling Inburgering geeft wel aan dat dit geld kost:

  • 1 Voor het onderzoek ten behoeve van een advies als bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, is door de inburgeringsplichtige een bedrag verschuldigd van € 240,79.
  • 2 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 2.4a is door de inburgeringsplichtige een bedrag verschuldigd van € 90.
  • 3 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 2.4b, aanhef en onderdeel b, is door de inburgeringsplichtige een bedrag verschuldigd van € 150.
4) In bezwaar
Stel uw aanvraag om vrijstelling of ontheffing wordt afgewezen dan kunt u daar tegen in bezwaar. Wanneer u met het besluit naar het Juridisch Loket gaat in (de buurt van) uw woonplaats dan kunnen die u naar een advocaat of een andere hulpverlener doorsturen mocht dat nodig zijn. Hier kunt u kijken welk kantoor het dichtste bij is. Als u een advocaat kent en die wil voor u uw zaak behartigen kan die ook voor u een toevoeging voor zijn of haar juridische bijstand aanvragen waardoor u maar een deel van de kosten hoeft te betalen.

5) Vermijd het krijgen van die boete
Krijgt u geen vrijstelling of uitstel en heeft u moeite met de studie vraag hulp. Er zijn organisaties als Taalmaatje. Op scholen en bij kerken wordt soms ook gratis cursus gegeven. Neem desnoods iemand die u bijles geeft. Studeer studeer, studeer.
Krijgt u toch een boete ga dan ook naar bovengenoemd Juridisch Loket en kijk of er nog wat aan te doen is.

mevrouw mr M.W.W. Raspe
wytzia@yahoo.com (Als ik uw zaak niet kan doen dan ken ik wellicht wel iemand die het wel kan)

Goede tips of aanvullingen: laat ze me weten.

26 mei 2016

UItspraak: Marokkanen kunnen niet vrijgesteld worden van inburgering met een beroep op de Associatieovereenkomst


ECLI:NL:RVS:2016:1398

Instantie Raad van State
Datum uitspraak 25-05-2016
Datum publicatie 25-05-2016
Zaaknummer 201507011/1/V6
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Inhoudsindicatie Bij besluit van 12 mei 2014 heeft het college het verzoek van [appellante] om ontheffing van de inburgeringsplicht (hierna: het verzoek) afgewezen.
Vindplaatsen Rechtspraak.nl

4.1. Op dit geding is de Wet inburgering van toepassing zoals deze wet luidde tot 1 januari 2013.
Ingevolge artikel 31, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wet inburgering verleent het college ontheffing van de inburgeringsplicht indien het college op grond van door de inburgeringsplichtige aantoonbaar geleverde inspanningen tot het oordeel komt dat het voor hem redelijkerwijs niet mogelijk is het inburgeringsexamen te behalen.
Uit de geschiedenis van de totstandkoming van het Besluit inburgering (nota van toelichting, blz. 138-139; Stb. 2006, 645) volgt dat het college bij beantwoording van de vraag of betrokkene redelijkerwijs niet in staat is het inburgeringsexamen te behalen, betekenis kan toekennen aan het feit dat betrokkene een verklaring heeft overgelegd van een instelling of deskundige, waarin te kennen wordt gegeven dat hij het leervermogen ontbeert om het inburgeringsexamen te behalen.
4.2. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het e-mailbericht van Dumont geen grond biedt voor het oordeel dat het voor [appellante] redelijkerwijs niet mogelijk is aan de inburgeringsplicht te voldoen. Daartoe is van belang dat uit dat e-mailbericht blijkt dat Dumont pas sinds kort de praktijkcoach van [appellante] is. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, moet zijn inschatting van het niveau van [appellante] in dat licht worden bezien. Daar komt bij dat de inschatting van Dumont betrekking heeft op het niveau van [appellante] ten tijde van het schrijven en niet over haar te verwachten eindniveau. Bovendien is deze inschatting, die behelst dat Dumont niet verwacht dat [appellante] een herexamen succesvol zal afleggen, in het geheel niet gemotiveerd. Daaruit valt derhalve niet af te leiden dat het door hem ingeschatte niveau van [appellante] het gevolg is van een gebrek aan leervermogen.
[appellante] heeft, buiten voormeld e-mailbericht van haar praktijkcoach, geen verklaring over haar leervermogen overgelegd. Voorts is niet in geschil dat zij slechts eenmaal heeft deelgenomen aan het inburgeringsexamen, dat zij niet heeft verzocht om een herkansing en dat zij, na gezakt te zijn, geen inspanningen heeft verricht om alsnog aan haar inburgeringsplicht te voldoen. Gelet hierop heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat [appellante] zich niet met succes kan beroepen op artikel 31, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wet inburgering.
Het betoog faalt.
5. [appellante] betoogt voorts dat de rechtbank ten onrechte niet is ingegaan op haar betoog dat de haar opgelegde inburgeringsplicht in strijd is met artikel 17 van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko betreffende de aanwerving en de tewerkstelling van Marokkaanse werknemers in Nederland (Trb. 1969, 87; hierna: de Overeenkomst tussen Nederland en Marokko), artikel 65 van de Euro-Mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en haar Lid-Staten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, (PB 2000 L70; hierna: de Associatieovereenkomst met Marokko), Richtlijn 2003/109/EG van de Raad van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (PB 2004 L 16; hierna: de Richtlijn) en artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: het EVRM).
5.1. De klacht is terecht voorgedragen, maar leidt, gelet op het volgende, niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak.
5.2. Ingevolge artikel 5, tweede lid, aanhef en onder d, van de Wet inburgering is niet inburgeringsplichtig de persoon die anderszins op grond van bepalingen van verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties geen inburgeringsplicht als bedoeld in artikel 7 kan worden opgelegd.
5.3. Ingevolge artikel 17, eerste lid, van de Overeenkomst tussen Nederland en Marokko kunnen Marokkaanse werknemers die in Nederland werkzaam en gevestigd zijn zich door hun gezin doen volgen vanaf het ogenblik waarop zij gedurende twee jaar hebben gewerkt en op voorwaarde dat zij beschikken over een door de Nederlandse autoriteiten als normaal beschouwde huisvesting voor hen en hun gezin. Het gezin bestaat uit de echtgenote en de minderjarige te zijnen laste komende kinderen.
Het betoog van [appellante] dat de haar opgelegde inburgeringsplicht in strijd is met deze bepaling, nu daaruit volgt dat voor gezinshereniging slechts is vereist dat de betrokken werknemer gedurende twee jaar in Nederland heeft gewerkt, faalt reeds omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij een gezinslid is van een Marokkaanse werknemer die in het kader van de Overeenkomst tussen Nederland en Marokko in Nederland werkzaam en gevestigd is. [appellante] heeft dus niet aannemelijk gemaakt dat zij onder de werkingssfeer van de Overeenkomst tussen Nederland en Marokko valt.
5.4. Ter staving van haar beroep op de Associatieovereenkomst met Marokko heeft [appellante] verwezen naar de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (hierna: de CRvB) van 16 augustus 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BR4701, waarin de CRvB heeft geoordeeld dat het opleggen van de inburgeringsplicht aan Turkse staatsburgers in strijd is met de verplichting tot gelijke behandeling van Turkse staatsburgers en EU-burgers en de zogeheten standstill-bepalingen, neergelegd in artikel 41, eerste lid, van het Aanvullend Protocol bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Turkije en artikel 13 van besluit nr. 1/80 betreffende de ontwikkeling van de Associatie. Nu deze uitspraak geen betrekking heeft op de Associatieovereenkomst met Marokko, valt daaruit niet af te leiden dat de aan [appellante] opgelegde inburgeringsplicht daarmee in strijd is. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de Associatieovereenkomst met Marokko geen standstill-bepalingen bevat en de daarin opgenomen bepalingen met betrekking tot Marokkaanse werknemers zijn toegespitst op arbeidsvoorwaarden en sociale zekerheid. [appellante] kan zich derhalve niet met succes beroepen op de Associatieovereenkomst met Marokko.
5.5. Ingevolge artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000 wordt onder langdurig ingezetene verstaan een houder van een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen als bedoeld in de Richtlijn dan wel van een door een andere lidstaat van de Europese Unie op grond van de Richtlijn afgegeven EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen. Nu niet in geschil is dat [appellante] ten tijde van belang niet over een dergelijke verblijfsvergunning beschikte, is zij geen langdurig ingezetene. Reeds hierom faalt het betoog van [appellante] dat de haar opgelegde inburgeringsplicht in strijd is met de Richtlijn.
5.6. [appellante] heeft aan haar beroep op artikel 8 van het EVRM ten slotte ten grondslag gelegd dat het niet behalen van het inburgeringsexamen kan worden gesanctioneerd met een bestuurlijke boete, hetgeen volgens haar leidt tot verstoring van de gezinsharmonie. Reeds omdat een zodanige boete niet bij het bestreden besluit aan [appellante] is opgelegd en het college bij besluit van 30 oktober 2014 aan [appellante] te kennen heeft gegeven daarvan af te zien onder verlenging van de inburgeringsperiode, faalt dit betoog.
Conclusie
6. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd, zij het met verbetering van de gronden waarop deze rust.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, voorzitter, en mr. G.M.H. Hoogvliet en mr. J.Th. Drop, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.V.T.K. Oei, griffier.
w.g. Lubberdink w.g. Oei
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 25 mei 2016

Hier staat de hele uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2016:1398

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

28 november 2014

Wijzigingen in regelgeving rond het examineren van het inburgeringsexamen en basisexamen inburgering (medisch)


Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 november 2014, 2014-0000166971, tot wijziging van de Regeling inburgering en het Voorschrift vreemdelingen 2000 in verband met enkele wijzigingen in de wijze van examineren bij het inburgeringsexamen en het basisexamen inburgering en enkele andere wijzigingen 

 

Voorwoord
Vanaf 1 januari 2013 is de wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige van kracht geworden. Een belangrijke wijziging voor het Protocol medische advisering is de verschuiving van de uitvoering van de inburgering, waar onder het nemen van beslissingen over medische ontheffingen, van gemeenten naar de Dienst Uitvoering Onderwijs (hierna: DUO). Het onderhavige Protocol is onder andere hierop aangepast. Het aldus gewijzigde protocol geldt voor de medische advisering ten behoeve van vreemdelingen die na 31 december 2012 inburgeringsplichtig zijn geworden. Het gewijzigde protocol geldt niet voor vreemdelingen die voor die datum inburgeringsplichtig zijn geworden. Voor hen geldt het overgangsrecht en voor hen is de gemeente nog het uitvoerend orgaan.
Op grond van de Wet inburgering, de Vreemdelingenwet 2000 (voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking niet-tijdelijke humanitaire gronden of verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd regulier of asiel of de EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen) of de Rijkswet op het Nederlanderschap (voor naturalisatie) moeten vreemdelingen, tenzij zij hiervan zijn vrijgesteld, voldoen aan het inburgeringvereiste1. Iemand voldoet hieraan als hij geslaagd is voor het inburgeringsexamen, of voor een ander vrijstellend examen genoemd in de desbetreffende regelgeving. Betrokkene kan een ontheffing van dit vereiste aanvragen bij DUO of bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (hierna: IND) door aan te tonen dat hij door een psychische of lichamelijke belemmering dan wel een verstandelijke handicap blijvend niet in staat is het inburgeringsexamen (zijnde het minimumniveau om te voldoen aan het inburgeringsvereiste) te behalen. Over de vraag of de belemmering of handicap dusdanig is dat betrokkene het inburgeringsexamen niet kan behalen, wordt een advies uitgebracht door een door de Minister aangewezen onafhankelijk medisch adviseur zijnde een onafhankelijk arts die is ingeschreven in het BIG-register van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.
Voor een dergelijk medisch advies zijn er kaders en uitgangspunten geformuleerd voor de medisch adviseur, DUO en de IND en neergelegd in dit protocol.
Het protocol is oorspronkelijk tot stand gekomen in samenwerking met de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) en de VIA (Vereniging Indicerende en Adviserende Artsen) en in 2012 aangepast door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar aanleiding van de wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige. Het bestuur van de VIA heeft ook haar medewerking verleend aan de totstandkoming van het aangepaste protocol. Het protocol is een bijlage bij de ministeriële regeling inburgering.
Per 1 november 2014 wordt de manier waarop het onderdeel spreekvaardigheid van het inburgeringsexamen wordt afgenomen gewijzigd. De Toets Gesproken Nederlands (TGN) wordt vervangen door het onderdeel spreken dat met de computer wordt afgenomen.
Per 1 januari 2015 wordt een nieuw examenonderdeel afgenomen, oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt. Iedereen die vanaf 1 januari 2015 inburgeringsplichtig wordt moet examen doen in dit onderdeel.
Deze aanpassingen zijn verwerkt in deze bijlage. Ze leiden niet tot een inhoudelijke wijziging van de medische beoordeling.
1. ALGEMEEN
1.1 Inleiding
In dit protocol wordt de procedure rond de medische advisering in het kader van het inburgeringsexamen nader uitgewerkt.
Op grond van de Wet inburgering, de Vreemdelingenwet 2000 (voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking niet-tijdelijke humanitaire gronden of verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd of de EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen) of de Rijkswet op het Nederlanderschap (voor naturalisatie) moeten vreemdelingen, tenzij zij hiervan zijn vrijgesteld, voldoen aan het inburgeringsvereiste. Iemand voldoet aan deze plicht als hij geslaagd is voor het inburgeringsexamen een ander vrijstellend examen genoemd in de regelgeving. Hoewel er in de wet- en regelgeving dus uitgegaan wordt van verschillende mogelijkheden om aan het inburgeringsvereiste te voldoen, wordt bij de ontheffing uitgegaan van het inburgeringsexamen. Dit, omdat het inburgeringsexamen het minimum inburgeringvereiste is.
Een ontheffing van het inburgeringsvereiste kan op aanvraag van betrokkene, afhankelijk van op grond van welke wetgeving de aanvraag wordt gedaan, door of door de IND namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden verleend, als betrokkene aantoont blijvend niet in staat te zijn het inburgeringsexamen te behalen door een:
  • psychische belemmering, of
  • lichamelijke belemmering, of
  • verstandelijke handicap.
In onderstaande tabel staat vermeld in welke situatie welke wet van toepassing is, welke eisen de wet stelt wat betreft inburgering en tot wie betrokkene zich moet wenden om medische ontheffing aan te vragen.

Lees hier verder: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-33927.html

 




Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

01 oktober 2014

Vanaf 1 november gaat er het één en ander veranderen: zowel het basisexamen buitenland als het spreekexamen van het inburgeringsexamen Nederland komen er anders uit te zien


Waar kan ik informatie vinden over het nieuwe inburgeringsexamen?

Vanaf 1 november gaat er het één en ander veranderen: zowel het basisexamen buitenland als het spreekexamen van het inburgeringsexamen Nederland komen er anders uit te zien. Met deze veranderingen op komst is het belangrijk om te weten waar u relevante informatie kunt vinden. Hier vindt u een overzicht met veelgestelde vragen.

Het nieuwe inburgeringsexamen

Wat verandert er precies op 1 november 2014?- Het basisexamen buitenland en het spreekexamen van het inburgeringsexamen Nederland komen er anders uit te zien. De examens worden functioneler van aard en het spreekexamen zal niet langer door een computer worden beoordeeld, maar door menselijke beoordelaars. Meer informatie over de precieze veranderingen vindt u op http://www.toets.nl/nieuws/Bureau-ICE-maakt-nieuw-inburgeringsexamen.
Wat zijn de eindtermen van het nieuwe inburgeringsexamen?- De eindtermen van het inburgeringsexamen blijven hetzelfde. Ook de nieuwe examens zijn namelijk ontwikkeld op basis van het Raamwerk NT2.
Waar kan ik informatie vinden over het lesmateriaal voor het nieuwe inburgeringsexamen?- Omdat de eindtermen gelijk blijven zijn er minimale aanpassingen nodig in het lesmateriaal. Uitgeverij Boom heeft een addendum beschikbaar gesteld voor het bestaande lesmateriaal waarmee inburgeraars zich kunnen voorbereiden op het basisexamen buitenland. Het bestaande lesmateriaal inclusief het addendum vormen zo een volledige voorbereiding op het examen. Dit addendum komt beschikbaar op www.naarnederland.nl.
Voor het inburgeringsexamen Nederland zijn uitgeverijen vrij om hun lesmateriaal aan te passen, maar ook hier geldt: inhoudelijk verandert het examen niet, alleen de vorm van het examen verandert. Voor lesmethodes die kandidaten voorbereiden op het examen, en zich daarbij vooral richten op de toetsvorm in plaats van de inhoud, zijn wellicht grotere aanpassingen nodig.
Waar kan ik de voorbeeldexamens vinden?
De voorbeeldexamens zijn begin oktober te vinden op www.naarnederland.nl.

Beoordelen

Waar kan ik informatie vinden over de beoordeling van het spreekexamen?- De spreekexamens worden per 1 november 2014 niet meer door een computer beoordeeld, maar door menselijke beoordelaars. Met de inzet van gecertificeerde menselijke beoordelaars is er gekozen voor een betrouwbare manier van beoordelen. Zij zijn opgeleid in het werken met een beoordelingsmodel. De beoordelingsmodellen voor het spreekexamen staan vanaf oktober bij de voorbeeldexamens op www.naarnederland.nl. Deze zijn goedgekeurd en vastgesteld door een onafhankelijke adviescommissie.
Hoe kan ik mij aanmelden voor de beoordelaarstraining voor het spreekexamen?- De werving en selectie voor de beoordelaarspool behoort tot de taken van DUO. De training en examinering wordt uitgevoerd door Bureau ICE. Informatie met betrekking tot het opleiden van beoordelaars kunt u aanvragen bij DUO.

Vrijstelling

Hoe zit het met de vrijstelling voor het spreekexamen A2?- Heeft een kandidaat vóór 1 november 2014 meer dan 37 punten gehaald voor de TGN (basisexamen buitenland) dan kan hij vrijstelling krijgen voor het examen Spreekvaardigheid (binnenland, niveau A2).  
Voor een kandidaat die vanaf 1 november 2014 het basisexamen buitenland maakt is er geen mogelijkheid tot vrijstelling van het examen Spreekvaardigheid (binnenland, niveau A2), ongeacht de hoogte van de score behaald voor het basisexamen buitenland, onderdeel Spreekvaardigheid (niveau A1).
Wanneer een kandidaat die het basisexamen buitenland maakt vóór 1 november 2014 en daarbij maar één examenonderdeel heeft gehaald, heeft hij dan recht op vrijstelling voor dit onderdeel als hij het examen na 1 november 2014 herkanst?- Vanaf 1 november 2014 wordt ook bij het basisexamen buitenland met deelcertificaten gewerkt. Dit wordt vastgelegd in het Examenreglement Basisexamen inburgering in het buitenland. Dit geldt alleen voor kandidaten die vanaf 1 november 2014 het basisexamen buitenland maken. Er komt geen overgangsregeling. 
Dit betekent dat een onderdeel van het basisexamen buitenland dat vóór 1 november 2014 behaald is, niet vrijstellend is voor een onderdeel van het basisexamen buitenland dat na 1 november 2014 afgelegd is.

Informatiebijeenkomsten Bureau ICE

Wat is er besproken tijdens de eerste informatiebijeenkomst over het nieuwe inburgeringsexamen van Bureau ICE op 14 mei?- Op http://www.toets.nl/nieuws/veel-belangstelling-voor-informatiebijeenkomst kunt u het verslag lezen van de informatiebijeenkomst van Bureau ICE op 14 mei.
Waar gaat de volgende informatiebijeenkomst over?- Op 2 oktober 2014 wordt een tweede informatiebijeenkomst gehouden. Tijdens deze bijeenkomst wordt u bijgepraat over de huidige stand van zaken rondom het nieuwe inburgeringsexamen. U krijgt inzicht in de pretestprocedure, de voorbeeldexamens worden gelanceerd en daarnaast ontvangt u informatie over praktische zaken die met het inburgeringsexamen te maken hebben.
Hoe kan ik mij aanmelden voor de volgende informatiebijeenkomst?- U kunt zich aanmelden voor de informatiebijeenkomst via de uitnodiging van Bureau ICE. De informatiebijeenkomst vindt plaats op 2 oktober van 15:30-17:30 aan de Godfried Bomansstraat 4 in Culemborg. Aan de bijeenkomst zijn geen kosten verbonden. Aanmelden is verplicht. 
Kunt u niet op 2 oktober? Het is ook mogelijk om de bijeenkomst online te volgen via de livestream

Praktische zaken rondom het examen

Vanaf wanneer kunnen kandidaten zich inschrijven voor het nieuwe examen?- Kandidaten die zich na 1 oktober inschrijven, schrijven zich in voor het nieuwe examen. Wanneer aangemeld en betaald vóór 1 oktober, wordt er op de ambassadeposten/buitenlandse examenlocaties geprobeerd zoveel mogelijk kandidaten te faciliteren zodat zij nog het oude examen kunnen afleggen.
Waar vind ik informatie over de inschrijving voor het examen, de kosten en de uitslag?- Het antwoord op deze en andere praktische vragen kunt u vanaf 1 oktober vinden op www.naarnederland.nl. Ook is er op de informatiebijeenkomst van Bureau ICE op 2 oktober iemand van DUO aanwezig om uw vragen te beantwoorden.
Staat uw vraag er niet bij? Op www.naarnederland.nl kunt u meer informatie vinden. Voor vragen over inburgeren in Nederland kunt u ook contact opnemen met DUO (050 5999600). Voor vragen over inburgeren in het buitenland kunt u contact opnemen met Informatie Rijksoverheid (telefoon 1400, vanuit het buitenland: +31 77 465 67 67).


 Originele vindplaats van dit artikel: Bureau ICE http://www.toets.nl/nieuws/informatie-over-het-nieuwe-inburgergingsexamen



In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

06 september 2014

Verzoek om vrijstelling van griffiegeld afgewezen. Dus lees hoe je het moet onderbouwen (uitspraak)


ECLI:NL:RBDHA:2014:10941 Rechtbank Den Haag, 29-08-2014, AWB 14/16876

Datum uitspraak: 29-08-2014
Datum publicatie: 02-09-2014
Rechtsgebieden: Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen: Rechtspraak.nl
Inhoudsindicatie:
Verzoek om een voorlopige voorziening. Beëindiging verblijfsrecht en ongewenstverklaring. Niet betalen van griffierecht. Verzoek om vrijstelling betalen van griffierecht omdat verzoeker gedetineerd is. De enkele stelling dat verzoeker is gedetineerd en hij tijdens die detentie geen inkomsten genereert, acht de voorzieningenrechter onvoldoende voor de conclusie dat verzoeker niet in staat is het voor de behandeling van dit verzoek verschuldigde griffierecht van € 165,- te voldoen. Hiertoe acht de voorzieningenrechter onder meer van belang dat verzoeker voor zijn komst naar Nederland heeft gewerkt als kok in Roemenië, dat hij vanuit Roemenië naar Nederland heeft kunnen reizen, dat hij hier enige tijd heeft kunnen verblijven en dat hij na het plegen van de woningoverval op 30 oktober 2012 te Amsterdam heeft kunnen vluchten naar Brussel alwaar hij op de luchthaven is aangehouden, alsook dat verzoeker, ook niet ter zitting van de voorzieningenrechter, geen inzicht heeft gegeven in zijn financiële situatie, bijvoorbeeld of hij een bankrekening heeft in Roemenië, hoeveel geld hij had bij zijn inreis in 2012 in Nederland en waar hij tijdens zijn verblijf in Nederland heeft verbleven. Gezien het voorgaande bestaat dus geen grond voor het oordeel dat de heffing van griffierecht het voor verzoeker onmogelijk, althans uiterst moeilijk, maakt om gebruik te maken van een door de wet opengestelde rechtsgang van het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening te treffen. Er bestaat dan ook geen aanknopingspunt voor de conclusie dat verzoeker door het niet betalen van het griffierecht redelijkerwijs niet in verzuim is geweest.
 Hele uitspraak hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2014:10941



In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

14 augustus 2014

Wat als het inburgeren toch maar niet wil lukken en een boete dreigt?


Wilt u naturaliseren of een verblijfsvergunning?
Dit vraagt u aan bij de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND). Hebt u voor uw aanvraag een advies nodig over uw geleverde inspanningen? Vraag dit advies dan aan bij DUO. Om een positief advies te krijgen moet u aan een aantal voorwaarden voldoen.
Hebt u een inburgeringscursus gedaan?
Dan moet u:
  • minimaal 600 uur een inburgeringscursus hebben gedaan. Uw cursusinstelling moet een Blik Op Werk (BOW) keurmerk hebben. Op www.ikwilinburgeren.nl staan alle cursusinstellingen die een keurmerk hebben.
  • minimaal 4 keer geprobeerd hebben om de examens/examenonderdelen (op A2-niveau), waarvoor u niet bent geslaagd, te behalen. Een voorbeeld: u hebt het examen Kennis Nederlandse Samenleving nog niet behaald. U hebt 2x een examen Kennis Nederlandse Samenleving gedaan. Dat is niet genoeg. U moet het nog 2x proberen.
Hebt u een alfabetiseringscursus gedaan?
Dan moet u:
  • minimaal 600 uur een alfabetiseringscursus hebben gedaan.  Uw cursusinstelling moet een Blik Op Werk (BOW) keurmerk hebben. Op www.ikwilinburgeren.nl staan alle cursusinstellingen die een keurmerk hebben.
  • bewijzen dat u niet goed genoeg Nederlands kunt leren lezen en schrijven op A2-niveau om in te burgeren. Dit moet u bewijzen met een toets. Deze toets doet u bij DUO.
Hoe vraagt u een advies aantoonbaar geleverde inspanningen aan?
  • Download hieronder het formulier Aanvraag advies aantoonbaar geleverde inspanningen en print het uit.
  • Ga naar uw cursusinstelling. En laat de Verklaring deelname cursus door iemand van de cursusinstelling invullen.
  • Stuur het ingevulde formulier en de Verklaring deelname cursus naar:
    Dienst Uitvoering Onderwijs
    Servicecentrum Inburgering
    Postbus 764
    9700 AT Groningen
Let op! Hebt u de alfabetiseringscursus gedaan? Dan kijkt DUO eerst of uw verklaring goed is. Is uw verklaring goed? Dan pas nodigt DUO u uit voor de toets. Voor de toets moet u eerst betalen. De toets kost € 150,-.
Toets
De toets gaat over Nederlands lezen en schrijven. U hoeft zich niet voor te bereiden. U krijgt verschillende opdrachten. De toets duurt maximaal 2 uur. Op de toets is er steeds iemand van DUO bij die vertelt wat u moet doen.

Wilt u een ontheffing van de inburgeringsplicht?

Vanaf 1 juli 2015 kunt u een ontheffing aantoonbaar geleverde inspanningen aanvragen. Deze kunt u aanvragen als het u niet lukt om in te burgeren. En u wel uw best hebt gedaan. U hoeft dan geen inburgeringsexamen meer te doen. U kunt deze ontheffing aanvragen als uw inburgeringstermijn binnen 6 maanden stopt. Vraagt u de ontheffing eerder aan? Dan krijgt u GEEN ontheffing.
Lees meer over naturalisatie op de website van de IND. U kunt ook de informatielijn van de IND bellen. Het telefoonnummer is 088 - 0430 430.

Hier gevonden: http://www.inburgeren.nl/nw/inburgeraar/inburgeren/advies-naturalisatie.asp



In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

15 juli 2013

Reactie mr Luscuere op oproep Vluchtelingenwerk om Pardonners paspoorten te geven

"Ik mis behoorlijk wat nuances in deze discussie. Vooropgesteld moet worden dat vaststelling van de (juiste) identiteit van de vreemdeling groot belang mag worden gehecht. De overheid en samenleving moeten uit kunnen gaan van een integere bevolkingsadministratie voor het vaststellen van rechten en plichten van de individuele burger. Gerommel met geboortedata, afkomst, nationaliteit, leidt tot rechtsongelijkheid tussen individueën en trekt een wissel op de solidaire uitgangspunten van de (verzorgings)staat. Om pragmatische redenen is er bij de GP-ers voorgekozen om hen bij de verlening van de verblijfsvergunning niet te vragen om hun identiteit aan te tonen. Sterker nog, zij zijn in staat gesteld om nog eens eenmalig van opgegeven identiteit te veranderen, waarbij de overheid mag hopen dat die laatste indentiteit de juiste is. Zeker is dat echter niet.

Er mogen vraagtekens worden gezet of dit beleid destijds niet te eenvoudig was. Maar realistisch was het in elk geval omdat het hoofddoel van de regularisatie anders zeker niet zou zijn gehaald en tot op de dag van vandaag GP-aspiranten nog op de deuren van vele instanties zouden kloppen om binnen te worden gelaten.

Het is echter nu een gegeven dat deze GP-ers inmiddels bijna allemaal in aanmerking komen voor een vergunning voor onbepaalde tijd en daarmee een sterke rechtspositie hebben gekregen. Op basis van hun opgave zullen ze op hun AOW-gerechtigde leeftijd van de SVB een bedrag ontvangen. Ze worden beschouwd als onderdaan van het land dat ze hebben opgegeven, en ook hun naam en afkomst worden in het Nederlandse rechtsverkeer gebruikt.

De vraag is vervolgens wat de Nederlandse overheid en samenleving ermee wint om in het kader van naturalisatie alsnog harde bewijzen te verlangen van de identiteit. Want de GP-ers zijn hier al zes jaar en zullen waarschijnlijk tot hun dood hier blijven en (gelukkig) gebruik kunnen maken van dezelfde rechten en plichten als Nederlanders, behalve het kiesrecht, het kunnen beoefenen van enkele beroepen, en het gemak om voor korte of lange duur naar het buitenland te vertrekken -wat overigens sommigen tegenstanders van het GP juist maar al te graag zouden zien...

Maar goed, je kan zeggen: een herbevestiging van de identiteit door objectieve bescheiden dient wel de integriteit van de bevolkingsadministratie en iedereen behalve vluchtelingen moet zich identificeren dus de GP-ers ook.

Daar staat tegenover dat ik aardig wat cliënten voorbij zie komen die nu niet in aanmerking kunnen komen voor het Nederlanderschap omdat zij de pech hebben uit een oorlogsgebied te komen, bijv. ook uit Noord-Irak, maar hun paspoort moeten ophalen in Bagdad omdat de paspoorten uit Ardil niet overeenstemmen met het 'referentiemateriaal' volgens de zwarte doos die Bureau Documenten heet. Afgelopen drie maanden zijn in die regio 2500 burgers vermoord, en het reisadvies van Buitenlandse zaken is ronduit deprimerend. Is dit het risico waard wat we van deze aspirant Nederlanders verlangen? En als ze 'dat dan maar zelf moeten oplossen', wat is dan de boodschap: als u niet van Russische roulette houdt dan is het enige wat u nog mag kiezen om toe te kijken als anderen belangrijke beslissingen nemen over uw leven.

En dan is er nog een tweede groep die uit een land komt waar het nu 'rustig' of 'veilig' is maar wat zich vooral zo mag noemen omdat alles daar is platgebrand, weggevaagd, opgejaagd of overhoop gegooid. Het is soms erg lang zoeken naar dat GBA-loket -als het er al ooit was- in Eritrea, Angola, Congo, Dafur, Liberia en noem ze allemaal maar op.

Of de derde groep die komt uit gezellige dictatoriale politiestaten waar zij weliswaar - in rechte - "niet met gegronde vrees" vandaan zijn gevlucht, maar wat die bureaucraten geen zak kan schelen als je je daar weer meldt met het vriendelijk verzoek mee te werken aan wat zij als "verraad aan je vaderland" beschouwen. Vooral de staten uit de voormalige USSR zijn hierin notoir berucht. 


  Tenslotte de vierde groep komt uit de landen waar er nimmer een integere bevolkingsadministratie was, en het enige echt effectieve GBA-loket zich op de plaatselijke marktjes bevindt waar ambachtslieden zich hebben bekwaamd in het voortreffelijk namaken van uiteenlopende aktes en paspoorten, met een andere identiteit weliswaar, daarbij dankbaar gebruikmakend van hun 'referentiemateriaal', namelijk de eerdere papieren die Bureau Documenten als 'echt' heeft beoordeeld, en wat door deze kopieën de status van referentiemateriaal herbevestigd krijgt nu er zoveel nieuwe 'aktes' van worden geproduceerd waardoor ze kennelijk wel echt moeten zijn, etc., een volmaakte cyclus dus. Maar jammer voor degenen die het eerlijk hebben aangepakt en telkens door een ambtelijke autoriteit (na betaling van de nodige 'leges') weliswaar een akte krijgen, maar die in Nederland weer niet voorkomt in het referentiemateriaal omdat er altijd wel weer een stempeltje of krabbeltje verkeerd staat, A4 in plaats van Legal formaat is gebruikt enz...

En wat als de papieren dan ontbreken? De regels om bewijsnood aan te nemen zijn in het naturalisatierecht in beton gehakt. Er moet absoluut worden bewezen dat er iets absoluut niet is. En zoals we al weten sinds de Griekse filosofie vergt dit paradigma een oneindige cyclus van wetenschapsbeoefening. Niet weggelegd voor de gewone sterveling; waarschijnlijk worden er maar enkele tientallen mensen per jaar nu vrijgesteld. Ik zou daarom graag een meer realistische, menselijke kijk willen introduceren omtrent de identiteitsvaststelling.

Je zou kunnen denken aan een moratorium ten aanzien van sommige landen waar de veiligheidssituatie net zo ellendig is zoals deze wordt beschreven door BuZa. Stel deze mensen tijdelijk vrij, maar behoudt wel het recht voor om het Nederlanderschap in te trekken als de situatie sterk verbetert (net zo als de RWN wel meer mogelijkheden kent een naturalisatie terug te draaien).

Tweede is dat mensen uit de oude en nieuwe Probleemlanden (daar dus waar de plaatselijke lotterijverkoper een beter inzicht heeft in de demografie dan de overheid zelf) om op andere wijze hun identiteit kunnen aantonen, bijv. met getuigenverklaringen, DNA-bewijs, schooldiploma's etc. Misschien niet keihard maar we moeten niet de pretentie hebben dat die fraaie aktes, als ze er eenmaal zijn, wél 100% integer zijn.

Derde is dat Nederland wel een beetje meer zijn best mag doen om deze groep te helpen bij het verkrijgen van die documenten. De overheid trekt zich daar nu niets van aan; bemiddelt niet, informeert niet en interesseert zich niet. Zelfs een advies bij welk "GBA-loket" je dan wél moet zijn als die aktes van 10 andere loketten 'waarschijnlijk vals' zijn bevonden. Deze mensen zijn er nu en horen hier inmiddels ook. We vragen 900 euro aan leges, dus een beetje dienstverlening daartegenoverstellen is niet te veel gevraagd. Richt een steunpunt 'documenten' op, maak een website, laat mensen ervaringen uitwisselen, en zorg in elk geval voor wat handvatten zodat de GP-ers richting kunnen geven aan hun zoektocht. Het voorkomt wellicht ook dat deze groep zich gaat afkeren van een overheid die hen maar half neemt zoals ze zijn."


Overgenomen met toestemming schrijver van Linkedingroep Vreemdelingenrecht.


In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...