"Het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag
Het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag met bijbehorend Protocol (Trb. 1956, 40) beoogt de handel tussen de beide partijen te vergemakkelijken.
8.1. Verblijfsvoorwaarden
Onderdanen van de Verenigde Staten van Amerika mogen in Nederland verblijven:
- a. teneinde handel te drijven tussen de grondgebieden van de twee partijen en zich bezig te houden met daarmee samenhangende of in verband staande werkzaamheden op handelsgebied (zie artikel II, eerste lid, onder a, van het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag);
- b. teneinde de bedrijfsuitoefening van een onderneming waarin zij een aanzienlijk kapitaal hebben belegd of waarin zij daadwerkelijk bezig zijn zulks te doen, te ontwikkelen en te leiden (zie artikel II, eerste lid, onder b, van het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag); en
- c. voor andere doeleinden met inachtneming van de wetten met betrekking tot de toelating en het verblijf van vreemdelingen (zie artikel II, eerste lid, onder c, van het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag).
Overigens zijn de onderdanen van de Verenigde Staten van Amerika in Nederland onderworpen aan de voor vreemdelingen in het algemeen geldende bepalingen van de Vw inzake toegang en verblijf en inzake de gronden waarop hun verblijf of voortzetting van verblijf kan worden ontzegd (zie artikel II, vierde lid, van het Verdrag).
Het laat onverlet om maatregelen toe te passen welke noodzakelijk zijn ter handhaving van de openbare orde en ter bescherming van de volksgezondheid, de goede zeden en de veiligheid. Hiermee wordt, voorzover hier van belang, bedoeld maatregelen die zijn voorzien bij de Vw, zoals weigering van de toegang, van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, weigering verlenging van een dergelijke vergunning, alsmede intrekking ervan, weigering van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd of intrekking daarvan en ongewenstverklaring. Voor wat betreft de maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid wordt aangesloten bij de lijst van besmettelijke ziekten die als bijlage bij het Vb is gevoegd.
Ad b.
Bedrijfsuitoefening
Onder het begrip ‘bedrijfsuitoefening van een onderneming’ dient mede te worden verstaan een persoon die een Amerikaanse onderneming in Nederland vertegenwoordigt en in dienst van deze onderneming in een sleutelfunctie werkzaam is (zie artikel 2 van het Protocol). De vrije uitoefening van een beroep valt niet onder het begrip ‘bedrijfsuitoefening van een onderneming’ (zie artikel 8 van het bijbehorende Protocol).
Aanzienlijk kapitaal
Hieronder volgt een uitleg van het begrip ‘aanzienlijk kapitaal’ ten aanzien van de diverse mogelijke ondernemingsvormen (zie circulaire van de Minister van EZ van 4 november 1992, DMO/DCM/ AM92081647):
- – Eenmanszaak: een zodanig kapitaal, dat de ondernemer zelfstandig het bedrijf kan exploiteren. Dit dient per geval te worden bekeken, maar als minimum wordt € 4.500 aangehouden.
- – Vennootschap onder firma: ten minste 25% van het firmakapitaal, met als minimum € 4.500.
- – Commanditaire vennootschap: voor de beherende vennoot geldt hetzelfde als bij een vennootschap onder firma. De stille vennoot oefent geen bedrijf uit en valt derhalve niet onder het bepaalde in het verdrag.
- – Besloten vennootschap: ten minste 25% van het gestorte kapitaal. Het gestorte kapitaal is in Nederland ten minste € 18.000, zodat het ‘aanzienlijk kapitaal’ ten minste € 4.500 zal beslaan.
- – Naamloze vennootschap: ten minste 25% van het gestorte kapitaal. Het gestorte kapitaal is in Nederland ten minste € 45.000, zodat het ‘aanzienlijk kapitaal’ ten minste € 11.250 zal beslaan.
- – Andere ondernemingsvormen: per geval bekijken.
Het dient te gaan om eigen kapitaal, niet om geleend geld. Het belegde ‘aanzienlijk kapitaal’ dient op peil te worden gehouden. Dit houdt in dat het kapitaal nooit lager mag zijn dan het voor de desbetreffende ondernemingsvorm geldende minimum. De vreemdeling dient ter staving van zijn aanvraag recente cijfers over te leggen die zijn gecontroleerd door een daartoe bevoegde externe deskundige.
De onderneming dient te zijn ingeschreven in het handelsregister met een omschrijving van het bedrijf of de bedrijven die in de onderneming worden uitgeoefend.
8.2. Arbeid in loondienst
Indien een op grond van het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag hier te lande verblijvende Amerikaanse vreemdeling (hoofdpersoon) arbeid in loondienst wenst te verrichten, dient wijziging van de vergunning te worden gevraagd en dient de werkgever te beschikken over een TWV (zie B5 en artikel 11 van het bijbehorende Protocol).
8.3. Gezinshereniging
Aan de echtgeno(o)t(e) of ongehuwd minderjarig kind – ongeacht hun nationaliteit – van een persoon die op grond van artikel II, eerste lid, onder a of b, van het Verdrag is toegelaten (de hoofdpersoon), kan verblijf worden toegestaan, indien zij hem vergezellen of voor gezinshereniging nareizen.
Het verblijf van de echtgeno(o)t(e) of ongehuwd minderjarig kind van de hoofdpersoon, ongeacht hun nationaliteit, kan met toepassing van artikel 16 Vw worden geweigerd, met uitzondering van het middelenvereiste (artikel 16, eerste lid, aanhef en onder c, Vw). Dit geldt zolang de hoofdpersoon voldoet aan de voorwaarden uit het Verdrag, zowel voor eerste toelating als ook voor de verlengingsaanvraag.
8.4. Beperking, (arbeidsmarkt)aantekeningen en voorschrift
Hoofdpersoon
De verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd wordt, al naar gelang de situatie, verleend onder de beperking:
- – ‘arbeid als zelfstandige voor … (naam van de onderneming) op grond van het internationaal Vriendschapsverdrag’ met de arbeidsmarktaantekening: ‘Arbeid in loondienst alleen toegestaan, indien de werkgever beschikt over een TWV; of
- – ‘arbeid in loondienst als vertegenwoordiger van … (naam van de vertegenwoordigde) op grond van het internationaal Vriendschapsverdrag’ met de arbeidsmarktaantekening: ‘TWV vereist.’
Afhankelijke gezinsleden
De afhankelijke verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd aan echtgenoten en de minderjarige kinderen wordt verleend onder de beperking: ‘Verblijf bij … (naam hoofdpersoon).’ De arbeidsmarktaantekening luidt: ‘Arbeid toegestaan. TWV vereist’.
In alle gevallen wordt tevens toegevoegd: ‘Een beroep op de publieke middelen kan gevolgen hebben voor het verblijfsrecht.’
Aan de vergunning wordt als voorschrift verbonden de verplichting voldoende te zijn verzekerd tegen ziektekosten met inbegrip van de kosten verbonden aan opname en verpleging in een sanatorium of een psychiatrische inrichting."
De tekst van het verdrag zelf vindt u hier: http://wetten.overheid.nl/BWBV0005239/1957-12-05
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten