08 augustus 2013

De beoordeling van een beroep op het traumatabeleid (uitspraak Raad van State)

ECLI:NL:RVS:2013:656

Instantie Raad van State
Datum uitspraak 02-08-2013
Datum publicatie 07-08-2013
Zaaknummer 201204867/1/V1
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Inhoudsindicatie Bij onderscheiden besluiten van 15 november 2011 heeft de minister voor Immigratie en Asiel de aan de vreemdelingen verleende verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde tijd opnieuw ingetrokken. Deze besluiten zijn aangehecht.
Vindplaatsen Rechtspraak.nl


3. In de grieven 3 en 4 klaagt de staatssecretaris dat de rechtbank zijn toelichting ter zitting dat het traumatabeleid in dit geval niet van toepassing is, nu onduidelijk is wie de aanslag op de zoon van vreemdeling 1 en 2 (hierna: de zoon) heeft gepleegd, ten onrechte als tardief buiten beschouwing heeft gelaten. Volgens de staatssecretaris heeft de rechtbank miskend dat hij die toelichting al in het verweerschrift in beroep heeft gegeven. De staatssecretaris klaagt voorts dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat niet valt in te zien waarom hij onaannemelijk acht dat de zoon van overheidswege dan wel door politieke of militante groeperingen is gedood, terwijl hij heeft gezegd ermee bekend te zijn dat incidenten als waarover vreemdeling 2 heeft verklaard in de bedoelde periode in Irak plaatsvonden. Volgens de staatssecretaris heeft de rechtbank miskend dat het aan de vreemdelingen is om aannemelijk te maken dat de zoon is gedood door een groepering als hiervoor bedoeld. Dat incidenten als die waarbij de zoon is gedood in de bedoelde periode in Irak plaatsvonden, maakt nog niet dat moet worden aangenomen dat hij door zodanige groepering is gedood, aldus de staatssecretaris.
3.1. Volgens paragraaf C2/4.2.4 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (hierna: de Vc 2000), zoals ten tijde van belang luidend, is het traumatabeleid slechts van toepassing indien de traumatiserende ervaringen, bedoeld in paragraaf C2/4.2.3 van de Vc 2000, zijn veroorzaakt van overheidswege, door politieke of militante groeperingen die de feitelijke macht uitoefenen in het land van herkomst of een deel ervan, of door groeperingen waartegen de overheid niet in staat of niet willens is bescherming te bieden. De beoordeling van het asielrelaas geschiedt voorts op de gebruikelijke wijze ten aanzien van de geloofwaardigheid en aannemelijkheid daarvan. De verklaringen van de vreemdeling worden getoetst aan het gehele asielrelaas en aan de informatie die bekend is over de situatie en de gangbare praktijken in het land van herkomst.
3.2. De staatssecretaris heeft zich in het verweerschrift in beroep en het voornemen dat bij het besluit over vreemdeling 2 is ingelast op het standpunt gesteld dat de dood van de zoon niet leidt tot verblijfsaanvaarding op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vw 2000, omdat niet is vastgesteld door wie de zoon is gedood. De rechtbank heeft gelet hierop dit standpunt van de staatssecretaris ten onrechte als tardief buiten beschouwing gelaten.
3.3. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer de uitspraak van 4 juni 2010 in zaak nr. 200908052/1/V2), is het, gelet op artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000, aan de vreemdeling om aannemelijk te maken dat de traumatiserende ervaring is veroorzaakt door een groepering bedoeld in paragraaf C2/4.2.4 van de Vc 2000.
Vreemdeling 2 heeft verklaard dat zij niet weet door wie de zoon is gedood. Zij heeft voorts verklaard dat hij vermoedelijk door het leger van Al Mehdi is gedood, omdat alleen dat leger in hun wijk aanwezig is en externe strijders daar moeilijk indringen. De rechtbank heeft niet onderkend dat de vreemdelingen aldus niet aannemelijk hebben gemaakt dat de zoon is gedood door een groepering als hiervoor bedoeld en dat zij derhalve niet in aanmerking komen voor vergunningverlening op grond van het traumatabeleid. De verklaring van de staatssecretaris ter zitting bij de rechtbank, dat hij ermee bekend is dat de incidenten waarover vreemdeling 2 heeft verklaard in de bedoelde periode in Irak plaatsvonden, leidt niet tot een ander oordeel. De rechtbank heeft in die verklaring, bezien in het licht van paragraaf C2/4.2.4 van de Vc 2000, ten onrechte grond gezien voor het oordeel dat hij de besluiten ondeugdelijk heeft gemotiveerd.


 Dus als je niet weet wie je kind heeft vermoord dan kan je niet getraumatiseerd zijn? Ik zou graag de onderliggende stukken wel eens willen lezen want zo bot kan het toch niet zijn.

Doordat de Raad van State in zijn uitspraken niet de advocaat noemt (dat doen ze nou in het buitenland wel altijd)is het voor een derde heel moeilijk om eens overleg te plegen met/ vragen te stellen aan die advocaat.




In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...