IND verliest zaak over taalanalyse bij Raad van State (uitspraak ABRvS)
LJN: BT1930, Raad van State , 201000417/1/V4
Datum uitspraak: 09-09-2011
Datum publicatie: 20-09-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Wat betreft de spraak van de vreemdeling vermeldt de taalanalyse niet waarom zijn tongval in het Somali hem eenduidig buiten Zuid-Somalië plaatst. Het BLT en de door hem ingeschakelde moedertaalspreker hebben volstaan met een algemene beschrijving van de spraak van de vreemdeling en enkele voorbeelden van zijn uitspraak, woordkeus en grammatica, zonder deze beschrijvingen en voorbeelden toe te lichten of te vergelijken met hetgeen ter zake in Zuid-Somalië gebruikelijk is. De rechtbank heeft terecht overwogen dat de taalanalyse in zoverre niet inzichtelijk is.
Wat betreft de landenkennis van de vreemdeling voorziet de taalanalyse niet in een onderbouwing van de conclusie dat de vreemdeling niet in staat is concrete en gedetailleerde informatie over zijn beweerde herkomstomgeving te verschaffen. Ook in zoverre heeft de rechtbank terecht overwogen dat de taalanalyse niet inzichtelijk is.
De staatssecretaris is er dus ten onrechte van uitgegaan dat de taalanalyse inzichtelijk is.
Nu de reactie dateert van na het besluit van 13 november 2007 heeft de staatssecretaris reeds hierom de taalanalyse daarmee niet alsnog in de bestuurlijke fase inzichtelijk gemaakt. De rechtbank heeft derhalve terecht overwogen dat de staatssecretaris niet aan de ingevolge artikel 3:2 van de Awb op hem rustende vergewisplicht heeft voldaan en zij heeft het besluit dus terecht vernietigd.
Voor zover de staatssecretaris heeft beoogd te betogen dat de reactie de rechtbank ten onrechte geen aanleiding heeft gegeven om de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten, falen de grieven ook in zoverre, aangezien ook de reactie geen op de vreemdeling toegespitste motivering bevat en aldus, zoals volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 22 juni 2010 in zaak nr. 200904358/1/V3 (www.raadvanstate.nl), geen aanknopingspunt biedt voor toepassing van artikel 8:72, derde lid, van de Awb.
Bron: rechtspraak.nl
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
Datum uitspraak: 09-09-2011
Datum publicatie: 20-09-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Wat betreft de spraak van de vreemdeling vermeldt de taalanalyse niet waarom zijn tongval in het Somali hem eenduidig buiten Zuid-Somalië plaatst. Het BLT en de door hem ingeschakelde moedertaalspreker hebben volstaan met een algemene beschrijving van de spraak van de vreemdeling en enkele voorbeelden van zijn uitspraak, woordkeus en grammatica, zonder deze beschrijvingen en voorbeelden toe te lichten of te vergelijken met hetgeen ter zake in Zuid-Somalië gebruikelijk is. De rechtbank heeft terecht overwogen dat de taalanalyse in zoverre niet inzichtelijk is.
Wat betreft de landenkennis van de vreemdeling voorziet de taalanalyse niet in een onderbouwing van de conclusie dat de vreemdeling niet in staat is concrete en gedetailleerde informatie over zijn beweerde herkomstomgeving te verschaffen. Ook in zoverre heeft de rechtbank terecht overwogen dat de taalanalyse niet inzichtelijk is.
De staatssecretaris is er dus ten onrechte van uitgegaan dat de taalanalyse inzichtelijk is.
Nu de reactie dateert van na het besluit van 13 november 2007 heeft de staatssecretaris reeds hierom de taalanalyse daarmee niet alsnog in de bestuurlijke fase inzichtelijk gemaakt. De rechtbank heeft derhalve terecht overwogen dat de staatssecretaris niet aan de ingevolge artikel 3:2 van de Awb op hem rustende vergewisplicht heeft voldaan en zij heeft het besluit dus terecht vernietigd.
Voor zover de staatssecretaris heeft beoogd te betogen dat de reactie de rechtbank ten onrechte geen aanleiding heeft gegeven om de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten, falen de grieven ook in zoverre, aangezien ook de reactie geen op de vreemdeling toegespitste motivering bevat en aldus, zoals volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 22 juni 2010 in zaak nr. 200904358/1/V3 (www.raadvanstate.nl), geen aanknopingspunt biedt voor toepassing van artikel 8:72, derde lid, van de Awb.
Bron: rechtspraak.nl
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
Reacties