IND krijgt schobbering van Raad van State (uitspraak)
Jaren geleden toen ik nog bij Procesvertegenwoordiging van de IND werkte en de Vreemdelingenwet 2000 net in werking was en de Raad van State had geoordeeld dat vanaf dan er geen beoordeling van het strafrechtelijk voortraject bij bewaringszaken meer kon worden getoetst door de vreemdelingenrechters, vroeg rechter Rombouts informatie op over het strafrechtelijk voortraject in de zaak van een terrorisme verdachte. Mijn collega kreeg opdracht van onze teammanager om de rechtbank te berichten dat die informatie niet zou worden verstrekt omdat naar het oordeel van de IND dit buiten de grenzen van het geding viel. Vervolgens verklaarde de rechtbank de bewaring daarom onrechtmatig en kwam een niet zo frisse heer op straat terecht. Grote stukken in de kranten, de rechter op spotprenten en mijn collega op het matje bij een hoge pief van Justitie
Maar de geschiedenis herhaalt zich altijd zoals blijkt uit onderstaande nieuwe uitspraak:
LJN: BP5116, Raad van State , 200910155/1/V2
Datum uitspraak: 14-02-2011
Datum publicatie: 21-02-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Ten aanzien van het betoog van de staatssecretaris, dat hij de door de rechtbank gestelde vragen niet hoefde te beantwoorden, heeft de rechtbank, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 14 november 2001 in zaak nr. 200104819/1 (AB 2002,19), overwogen dat het niet past dat een partij weigert inlichtingen te verstrekken, omdat zij van mening is dat deze niet van belang zijn voor de beoordeling van het geschil. Daarmee is de rechtbank, anders dan in de grief is gesteld, gemotiveerd ingegaan op dat betoog van de staatssecretaris. Evenmin bestaat grond voor het oordeel dat de rechtbank, door de zaken van de medeplegers bij de beoordeling te willen betrekken, buiten de grenzen van het geschil is getreden. Uit de bij de rechtbank overgelegde stukken en het verhandelde tijdens het onderzoek ter zitting blijkt dat de vreemdeling, ter onderbouwing van zijn beroep op het gelijkheidsbeginsel, heeft betoogd dat aan de medeplegers van de gijzeling waarvoor hij is veroordeeld wel verblijfsvergunningen zijn verleend. Deze door de vreemdeling gestelde strijdigheid met het gelijkheidsbeginsel maakt derhalve onderdeel uit van het geschil.
Bron:rechtspraak.nl
Law blog
Maar de geschiedenis herhaalt zich altijd zoals blijkt uit onderstaande nieuwe uitspraak:
LJN: BP5116, Raad van State , 200910155/1/V2
Datum uitspraak: 14-02-2011
Datum publicatie: 21-02-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Ten aanzien van het betoog van de staatssecretaris, dat hij de door de rechtbank gestelde vragen niet hoefde te beantwoorden, heeft de rechtbank, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 14 november 2001 in zaak nr. 200104819/1 (AB 2002,19), overwogen dat het niet past dat een partij weigert inlichtingen te verstrekken, omdat zij van mening is dat deze niet van belang zijn voor de beoordeling van het geschil. Daarmee is de rechtbank, anders dan in de grief is gesteld, gemotiveerd ingegaan op dat betoog van de staatssecretaris. Evenmin bestaat grond voor het oordeel dat de rechtbank, door de zaken van de medeplegers bij de beoordeling te willen betrekken, buiten de grenzen van het geschil is getreden. Uit de bij de rechtbank overgelegde stukken en het verhandelde tijdens het onderzoek ter zitting blijkt dat de vreemdeling, ter onderbouwing van zijn beroep op het gelijkheidsbeginsel, heeft betoogd dat aan de medeplegers van de gijzeling waarvoor hij is veroordeeld wel verblijfsvergunningen zijn verleend. Deze door de vreemdeling gestelde strijdigheid met het gelijkheidsbeginsel maakt derhalve onderdeel uit van het geschil.
Bron:rechtspraak.nl
Law blog
Reacties