ECLI:NL:RVS:2019:4045
- Instantie Raad van State
- Datum uitspraak 02-12-2019
- Datum publicatie 04-12-2019
- Zaaknummer 201904283/1/V3
- Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
- Bijzondere kenmerken Hoger beroep
2. De vreemdeling klaagt in de tweede grief dat de rechtbank bij haar oordeel dat niet is gebleken van objectieve belemmeringen om het gezinsleven in Sierra Leone uit te oefenen ten onrechte niet heeft betrokken dat de staatssecretaris zijn standpunt dat niet aan het middelenvereiste wordt voldaan, heeft ingetrokken.
3. In het besluit van 19 oktober 2018 heeft de staatssecretaris vermeld dat aan de afwijzing van de mvv-aanvraag het niet voldoen aan het middelenvereiste ten grondslag werd gelegd. In zijn verweerschrift in de procedure bij de rechtbank heeft de staatssecretaris dit standpunt ingetrokken. Over de vraag of aan de overige vereisten voor vergunningverlening wordt voldaan, heeft de staatssecretaris zich niet uitgelaten.
3.1. Uit overweging 7.3 van de uitspraak van de rechtbank volgt dat zij heeft onderkend dat de staatssecretaris zijn standpunt dat niet aan het middelenvereiste is voldaan heeft ingetrokken, maar van oordeel is dat de staatssecretaris de mvv-aanvraag alsnog kon afwijzen omdat niet is gebleken van objectieve belemmeringen voor de vreemdeling en referent om het gezinsleven in Sierra Leone uit te oefenen. Zij heeft hiermee niet onderkend dat pas wordt getoetst of artikel 8 EVRM tot verlening van een vergunning noopt, indien niet aan de vereisten voor vergunningverlening voor het bij de aanvraag opgegeven verblijfsdoel is voldaan (vgl. de uitspraak van 18 juli 2008, ECLI:NL:RVS:2008:1605). Nu de staatssecretaris zich verder niet over deze vereisten heeft uitgelaten, heeft de rechtbank evenmin onderkend dat de staatssecretaris niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom de door de vreemdeling gevraagde mvv is afgewezen. Alleen al hierom slaagt de grief.
4. Het hoger beroep is gegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd. Het is niet nodig om wat de vreemdeling verder heeft aangevoerd te bespreken. Het beroep is gegrond en het besluit van 19 oktober 2018 wordt vernietigd. De staatssecretaris moet de proceskosten vergoeden. Omdat de griffier geen griffierecht heeft geheven, hoeft de staatssecretaris dat niet te vergoeden.
Vindplaats: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2019:4045
Hier heeft de IND een steek laten vallen. Deze zaak zou van zitting hebben moeten worden gehaald. Als je echter als procesvertegenwoordiger pas de zaak een dag van tevoren onder ogen krijgt kan je soms niet veel meer.
De rechtbank heeft over het gat in de motivering vervolgens heengelezen. Wellicht doordat de IND een standpunt liet vallen en de rest van de uitspraak al was voorbereid?
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email
Geen opmerkingen:
Een reactie posten