Europees Hof beantwoordt vragen over openbare orde (strafbare feiten)
Vandaag (12 december 2019) heeft het Hof van
Justitie in Luxemburg prejudiciële vragen beantwoord over de
Schengengrenscode en over de Gezinsherenigingsrichtlijn. De Afdeling
bestuursrechtspraak wilde in drie vreemdelingenzaken van het Hof van
Justitie weten hoe bepalingen over de openbare orde in die richtlijnen
moeten worden uitgelegd.
Achtergrond
De Afdeling bestuursrechtspraak stelde de vragen in juni 2018 in drie verschillende zaken. De eerste zaak (201607668/1) gaat over een vreemdeling die van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de Europese Unie moest verlaten. Volgens de staatssecretaris zou de man een gevaar voor de openbare orde zijn en daarom niet langer rechtmatig in de Europese Unie mogen verblijven. De tweede zaak (201705770/1) draait om een vreemdeling die tijdens een eerder verblijf in Nederland is veroordeeld voor misdrijven en is uitgeleverd aan de Armeense overheid wegens drugsdelicten. De echtgenote van de vreemdeling vraagt nu voor haar man een verblijfsvergunning aan voor gezinshereniging. Volgens de staatssecretaris vormt de man een gevaar voor de openbare orde en heeft daarom de aanvraag afgewezen. De derde zaak (201701883/1) gaat over een vreemdeling die een verblijfsvergunning had om bij zijn partner in Nederland te verblijven. De vreemdeling is in het buitenland veroordeeld wegens drugsdelicten. De staatssecretaris vindt de man daarom een bedreiging voor de openbare orde en heeft zijn verblijfsvergunning ingetrokken.Prejudiciële vragen en antwoorden Hof van Justitie
De vragen die de Afdeling bestuursrechtspraak in deze juridische procedures aan het Hof van Justitie stelde gaan allemaal over de onderbouwing die de staatssecretaris moet geven als hij vindt dat een vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde. Welke eisen stellen de Schengengrenscode en de Gezinsherenigingsrichtlijn aan die onderbouwing? De antwoorden van het Hof geven aanwijzingen over hoe de Afdeling bestuursrechtspraak de zaken nu verder moet afhandelen.Voortzetting behandeling
Het Hof van Justitie heeft de vragen van de Afdeling bestuursrechtspraak in twee afzonderlijke arresten beantwoord. Daarmee is nog geen einde gekomen aan deze procedures bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Zij heeft de behandeling van de zaken geschorst in afwachting van de antwoorden van het Hof in Luxemburg. Nu het Hof van Justitie de prejudiciële vragen heeft beantwoord, zal de Afdeling bestuursrechtspraak de behandeling van de zaken voortzetten en daarna definitief uitspraak doen.
Het Hof (Eerste kamer) verklaart voor recht:
1) Het
Hof is uit hoofde van artikel 267 VWEU bevoegd om artikel 6 van
richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 september 2003 inzake het recht
op gezinshereniging uit te leggen in een situatie waarin een rechter
zich dient uit te spreken over een verzoek om toegang en verblijf van
een onderdaan van een derde land die gezinslid is van een Unieburger die
geen gebruik heeft gemaakt van zijn recht van vrij verkeer, wanneer
deze bepaling door het nationale recht rechtstreeks en onvoorwaardelijk
van toepassing is verklaard op een dergelijke situatie.
2) Artikel 6,
leden 1 en 2, van richtlijn 2003/86 moet aldus worden uitgelegd dat het
niet in de weg staat aan een nationale praktijk volgens welke de
bevoegde autoriteiten om redenen van openbare orde, ten eerste, een op
deze richtlijn gebaseerd verzoek om toegang en verblijf kunnen afwijzen
op grond van een strafrechtelijke veroordeling die is uitgesproken
tijdens een eerder verblijf op het grondgebied van de desbetreffende
lidstaat en, ten tweede, een op deze richtlijn gebaseerde verblijfstitel
kunnen intrekken of de verlenging ervan kunnen weigeren wanneer de
aanvrager een voldoende zware straf is opgelegd ten opzichte van de duur
van het verblijf, voor zover deze praktijk alleen van toepassing is
indien de inbreuk die de betrokken strafrechtelijke veroordeling
rechtvaardigt voldoende ernstig van aard is om vast te stellen dat het
noodzakelijk is het verblijf van deze aanvrager uit te sluiten en deze
autoriteiten de in artikel 17 van dezelfde richtlijn bedoelde
individuele beoordeling uitvoeren, hetgeen aan de verwijzende rechter
staat om na te gaan.
Bron: https://www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/@119060/europees-hof-openbare-orde/
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email
Reacties