Vragen van de leden Dijkhoff (VVD) en Van Nieuwenhuizen (VVD) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat commissaris voor de mensenrechten van de Raad van Europa, de heer Hammarberg, de Nederlandse gezinsherenigingregels «onredelijk» vindt (ingezonden 8 februari 2011).
Antwoord van minister Leers (Immigratie en Asiel), mede namens de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 30 maart 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 1614.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitlatingen van de Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa, de heer Hammarberg, over onder andere het Nederlandse asielbeleid?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4
Wat vindt u van zijn uitlatingen?
Kunt u aangeven op welke titel de heer Hammarberg spreekt en welke status zijn uitlatingen hebben?
Deelt u de mening dat de heer Hammarberg zich beter kan richten op het bekritiseren van daadwerkelijk voorkomende gevallen van mensenrechtenschendingen dan zich te mengen in een opkomende discussie tussen democratische rechtsstaten over aanpassing van geldende regelgeving?
Antwoorden 2, 3, 4
Thomas Hammarberg is de Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa. Hij is gekozen door de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa voor een periode van 6 jaar (2006–2012). Zijn taak bestaat uit het aandacht vragen voor en adviseren over de bescherming van mensenrechten in de lidstaten van de Raad van Europa. Deze taak is niet beperkt tot normen waarover overeenstemming bestaat in Europa, maar beslaat ook regelgeving waarover in Europa discussie gaande is of aan het opkomen is. De heer Hammarberg opereert onafhankelijk van de andere organen die deel uitmaken van de Raad en spreekt niet namens de hele Raad van Europa.
Ik zie zijn commentaar op het gezinsmigratiebeleid van Europese landen, waaronder Nederland, als bijdrage aan het politieke debat dat in meerdere Europese landen gaande is.
De inzet van het kabinet om in Europees verband de toelatingsvoorwaarden voor gezinsmigranten aan te scherpen is erop gericht de participatie en integratie van gezinsmigranten in de samenleving te bevorderen. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens geldt daarbij voor Nederland als uitgangspunt in de discussie. Ik deel de opvatting van de heer Hammarberg op dit punt niet.
Vraag 5
Kunt u aangeven welke gevolgen deze uitlatingen hebben voor de positie van Nederland als Europees gidsland richting een realistischer immigratiebeleid en de Nederlandse onderhandelingspositie tegenover andere Lidstaten van de Europese Unie om te komen tot aanpassing van internationale en Europese regelgeving om dit realistischer immigratiebeleid te bereiken?
Antwoord 5
Nederland respecteert bij het opstellen van het migratiebeleid, ook voor wat betreft de punten in het regeerakkoord waarvoor aanpassing van Europese regelgeving noodzakelijk is, de internationale mensenrechtenverdragen. Dit staat ook als uitgangspunt in het regeerakkoord benoemd.
Ik spreek regelmatig met mijn collega's binnen de Europese Unie over de richting die Nederland voorstaat inzake asiel en immigratie. Tijdens deze gesprekken ondervind ik begrip voor de Nederlandse positie.
Vraag 6
Bent u bereid, en zo ja, van plan, om contact op te nemen met de heer Hammarberg en het ongenoegen dat over zijn uitspraken bestaat, kenbaar te maken?
Antwoord 6
Ik zal de heer Hammarberg uitnodigen om nader van gedachten te wisselen
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2022.html
Law blog
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitlatingen van de Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa, de heer Hammarberg, over onder andere het Nederlandse asielbeleid?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4
Wat vindt u van zijn uitlatingen?
Kunt u aangeven op welke titel de heer Hammarberg spreekt en welke status zijn uitlatingen hebben?
Deelt u de mening dat de heer Hammarberg zich beter kan richten op het bekritiseren van daadwerkelijk voorkomende gevallen van mensenrechtenschendingen dan zich te mengen in een opkomende discussie tussen democratische rechtsstaten over aanpassing van geldende regelgeving?
Antwoorden 2, 3, 4
Thomas Hammarberg is de Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa. Hij is gekozen door de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa voor een periode van 6 jaar (2006–2012). Zijn taak bestaat uit het aandacht vragen voor en adviseren over de bescherming van mensenrechten in de lidstaten van de Raad van Europa. Deze taak is niet beperkt tot normen waarover overeenstemming bestaat in Europa, maar beslaat ook regelgeving waarover in Europa discussie gaande is of aan het opkomen is. De heer Hammarberg opereert onafhankelijk van de andere organen die deel uitmaken van de Raad en spreekt niet namens de hele Raad van Europa.
Ik zie zijn commentaar op het gezinsmigratiebeleid van Europese landen, waaronder Nederland, als bijdrage aan het politieke debat dat in meerdere Europese landen gaande is.
De inzet van het kabinet om in Europees verband de toelatingsvoorwaarden voor gezinsmigranten aan te scherpen is erop gericht de participatie en integratie van gezinsmigranten in de samenleving te bevorderen. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens geldt daarbij voor Nederland als uitgangspunt in de discussie. Ik deel de opvatting van de heer Hammarberg op dit punt niet.
Vraag 5
Kunt u aangeven welke gevolgen deze uitlatingen hebben voor de positie van Nederland als Europees gidsland richting een realistischer immigratiebeleid en de Nederlandse onderhandelingspositie tegenover andere Lidstaten van de Europese Unie om te komen tot aanpassing van internationale en Europese regelgeving om dit realistischer immigratiebeleid te bereiken?
Antwoord 5
Nederland respecteert bij het opstellen van het migratiebeleid, ook voor wat betreft de punten in het regeerakkoord waarvoor aanpassing van Europese regelgeving noodzakelijk is, de internationale mensenrechtenverdragen. Dit staat ook als uitgangspunt in het regeerakkoord benoemd.
Ik spreek regelmatig met mijn collega's binnen de Europese Unie over de richting die Nederland voorstaat inzake asiel en immigratie. Tijdens deze gesprekken ondervind ik begrip voor de Nederlandse positie.
Vraag 6
Bent u bereid, en zo ja, van plan, om contact op te nemen met de heer Hammarberg en het ongenoegen dat over zijn uitspraken bestaat, kenbaar te maken?
Antwoord 6
Ik zal de heer Hammarberg uitnodigen om nader van gedachten te wisselen
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2022.html
Law blog
Reacties