Verweerder kan in asiel en bewaringszaak niet van verschillende nationaliteiten uitgaan (uitspraak)
ECLI:NL:RBDHA:2014:15185
Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 09-12-2014
Datum publicatie 12-12-2014
Zaaknummer AWB 14/25473 + 14/25456
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening+bodemzaak
Inhoudsindicatie: asiel; herhaalde aanvraag; nova
Verweerder heeft de eerste asielaanvraag van verzoeker afgewezen omdat ervan uitgegaan werd dat verzoeker de Tsjadische nationaliteit heeft en niet, zoals hij stelt, de Soedanese. Onderhavige aanvraag is afgewezen onder verwijzing naar het eerdere besluit. Er wordt nog altijd van uitgegaan dat verzoeker de Tsjadische nationaliteit heeft.
Verzoeker heeft bij onderhavige aanvraag een ‘Residence certificate’ uit Soedan overgelegd van 25 mei 2014 en een verklaring van de Soedanese ambassade te Den Haag van 6 augustus 2014. Verder heeft verzoeker verwezen naar de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Utrecht, van 10 november 2014 (AWB 14 / 24351). In deze uitspraak is opgenomen dat verweerder tijdens de zitting van 3 november 2014 heeft toegelicht dat uit een taalanalyse is gebleken dat verzoeker is te herleiden tot Soedan en dat daarom een uitzettingstraject richting Soedan zal worden opgestart. Verder blijkt uit deze uitspraak dat verweerder ter zitting heeft toegelicht dat hij “thans” uitgaat van de Soedanese nationaliteit van verzoeker.
Aangezien verweerder, zoals hiervoor is overwogen, reeds op 3 november 2014 het standpunt heeft ingenomen dat voortaan wordt uitgegaan van de Soedanese nationaliteit van verzoeker, acht de voorzieningenrechter daarmee niet te rijmen dat verweerder in zijn besluit van 9 november 2014, waarin is beslist op de opvolgende asielaanvraag van verzoeker, het standpunt inneemt dat nog immer wordt uitgegaan van de Tsjadische nationaliteit van verzoeker, gelet op het door verzoeker in de eerste asielprocedure overgelegde paspoort. Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder gesteld dat alleen in de bewaringsprocedure is uitgegaan van de Soedanese nationaliteit, omdat verweerder wilde proberen verzoeker uit te zetten naar dat land, nu geen laissez-passer door de Tsjadische autoriteiten is afgegeven. Verder is gesteld dat er een verschil is tussen de bewaringsprocedure en de asielprocedure en dat de aanname van de Soedanese nationaliteit uitsluitend heeft te gelden voor de bewaringsprocedure. Hierin volgt de voorzieningenrechter verweerder niet. Verweerder is immers zowel in de bewaringsprocedure als in de onderhavige asielprocedure het beslissingsbevoegde bestuursorgaan. Het rechtszekerheidsbeginsel verzet zich er in beginsel tegen dat verweerder in verschillende vreemdelingrechtelijke procedures jegens een en dezelfde vreemdeling van verschillende nationaliteiten uitgaat. Nu verweerder in de bewaringsprocedure kennelijk aanleiding heeft gevonden om - anders dan voorheen – uit te gaan van de Soedanese nationaliteit en hij hiervoor het argument heeft gehanteerd dat uit de taalanalyse is gebleken dat verzoeker tot Soedan te herleiden is, heeft verweerder in het bestreden besluit niet het standpunt kunnen innemen dat in het kader van de beoordeling van de opvolgende asielaanvraag (toch weer) wordt uitgegaan van de Tsjadische nationaliteit. Verweerder heeft dan ook, mede gelet op de door verzoeker overgelegde verklaring van 6 augustus 2014 dat verzoeker “of Sudanese origin” is, welke verklaring de uitkomst van de taalanalyse ondersteunt, in het bestreden besluit ten onrechte geoordeeld dat geen sprake is van een nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid.
De hele uitspraak staat hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2014:15185
Bij deze uitspraak vraag ik me een aantal dingen af:
1) Moet je in een asielaanvraag niet als staat uitgaan van wat de asielzoeker aandraagt? Hier nationaliteit 1
2) Komt dan bij de beoordeling van de vraag of iets een novum is niet na de vraag of er een nieuw feit is niet vervolgens de vraag of dat feit niet al eerder bekent was en eerder kon worden medegedeeld? Nou meneer moet hebben geweten dat hij iemand anders was. Dan is er toch geen sprake van een novum
3) Wat kan de nationaliteit dan uitmaken? Ik kan me hooguit een ten overvloede opmerking over 3 EVRM en terugkeer naar land 1 bedenken in het kader van Bahaddar.
Wat vindt U?
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 09-12-2014
Datum publicatie 12-12-2014
Zaaknummer AWB 14/25473 + 14/25456
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening+bodemzaak
Inhoudsindicatie: asiel; herhaalde aanvraag; nova
Verweerder heeft de eerste asielaanvraag van verzoeker afgewezen omdat ervan uitgegaan werd dat verzoeker de Tsjadische nationaliteit heeft en niet, zoals hij stelt, de Soedanese. Onderhavige aanvraag is afgewezen onder verwijzing naar het eerdere besluit. Er wordt nog altijd van uitgegaan dat verzoeker de Tsjadische nationaliteit heeft.
Verzoeker heeft bij onderhavige aanvraag een ‘Residence certificate’ uit Soedan overgelegd van 25 mei 2014 en een verklaring van de Soedanese ambassade te Den Haag van 6 augustus 2014. Verder heeft verzoeker verwezen naar de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Utrecht, van 10 november 2014 (AWB 14 / 24351). In deze uitspraak is opgenomen dat verweerder tijdens de zitting van 3 november 2014 heeft toegelicht dat uit een taalanalyse is gebleken dat verzoeker is te herleiden tot Soedan en dat daarom een uitzettingstraject richting Soedan zal worden opgestart. Verder blijkt uit deze uitspraak dat verweerder ter zitting heeft toegelicht dat hij “thans” uitgaat van de Soedanese nationaliteit van verzoeker.
Aangezien verweerder, zoals hiervoor is overwogen, reeds op 3 november 2014 het standpunt heeft ingenomen dat voortaan wordt uitgegaan van de Soedanese nationaliteit van verzoeker, acht de voorzieningenrechter daarmee niet te rijmen dat verweerder in zijn besluit van 9 november 2014, waarin is beslist op de opvolgende asielaanvraag van verzoeker, het standpunt inneemt dat nog immer wordt uitgegaan van de Tsjadische nationaliteit van verzoeker, gelet op het door verzoeker in de eerste asielprocedure overgelegde paspoort. Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder gesteld dat alleen in de bewaringsprocedure is uitgegaan van de Soedanese nationaliteit, omdat verweerder wilde proberen verzoeker uit te zetten naar dat land, nu geen laissez-passer door de Tsjadische autoriteiten is afgegeven. Verder is gesteld dat er een verschil is tussen de bewaringsprocedure en de asielprocedure en dat de aanname van de Soedanese nationaliteit uitsluitend heeft te gelden voor de bewaringsprocedure. Hierin volgt de voorzieningenrechter verweerder niet. Verweerder is immers zowel in de bewaringsprocedure als in de onderhavige asielprocedure het beslissingsbevoegde bestuursorgaan. Het rechtszekerheidsbeginsel verzet zich er in beginsel tegen dat verweerder in verschillende vreemdelingrechtelijke procedures jegens een en dezelfde vreemdeling van verschillende nationaliteiten uitgaat. Nu verweerder in de bewaringsprocedure kennelijk aanleiding heeft gevonden om - anders dan voorheen – uit te gaan van de Soedanese nationaliteit en hij hiervoor het argument heeft gehanteerd dat uit de taalanalyse is gebleken dat verzoeker tot Soedan te herleiden is, heeft verweerder in het bestreden besluit niet het standpunt kunnen innemen dat in het kader van de beoordeling van de opvolgende asielaanvraag (toch weer) wordt uitgegaan van de Tsjadische nationaliteit. Verweerder heeft dan ook, mede gelet op de door verzoeker overgelegde verklaring van 6 augustus 2014 dat verzoeker “of Sudanese origin” is, welke verklaring de uitkomst van de taalanalyse ondersteunt, in het bestreden besluit ten onrechte geoordeeld dat geen sprake is van een nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid.
De hele uitspraak staat hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2014:15185
Bij deze uitspraak vraag ik me een aantal dingen af:
1) Moet je in een asielaanvraag niet als staat uitgaan van wat de asielzoeker aandraagt? Hier nationaliteit 1
2) Komt dan bij de beoordeling van de vraag of iets een novum is niet na de vraag of er een nieuw feit is niet vervolgens de vraag of dat feit niet al eerder bekent was en eerder kon worden medegedeeld? Nou meneer moet hebben geweten dat hij iemand anders was. Dan is er toch geen sprake van een novum
3) Wat kan de nationaliteit dan uitmaken? Ik kan me hooguit een ten overvloede opmerking over 3 EVRM en terugkeer naar land 1 bedenken in het kader van Bahaddar.
Wat vindt U?
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
Reacties