31 december 2014

"Duitse deserteurs en dienstweigeraars" een stukje vreemdelingenrecht en geschiedenis (Het was toen erger!)

In het Joodse vluchtelingenkamp ‘Vianda’ worden ook Duitse deserteurs en dienstweigeraars opgesloten. Mannen die Duitsland en haar dienstplicht ontvluchtten, om diverse redenen.
Ze wilden bijvoorbeeld niet meehelpen aan de ellende die in naam van Hitler over Europa uitgestrooid werd, waren lid van een andere politieke partij dan de heersende Nazipartij, of, in het geval van een enkeling die in Nederland uit Duitse ouders was geboren of hier al jaren woonde, voelden zich te veel Nederlands. Zij waren Rijksduitsers: ze woonden niet in Duitsland maar hadden wel de Duitse nationaliteit.
Het waren dappere mannen, die wisten wat hen te wachten kon staan indien ze gepakt zouden worden.

Op 2 oktober 1939 krijgt kampcommandant Luitenant de Haan bericht van Mr. B. G. A. Smeets, regeringsgemachtigde voor de onderbrenging van Joodse vluchtelingen, dat het kamp aangewezen wordt om Duitse deserteurs in onder te brengen. Het gaat om die deserteurs, die ‘[…]als wordende gevaarlijk voor de openbare orde en veiligheid in Uw kamp worden ondergebracht, waar U hun zoo mogelijk in een afzonderlijk verblijf gelieve onder te brengen. Het spreekt van zelve, dat aan deze deserteurs geen enkele vrijheid buiten het kamp kan worden toegestaan, terwijl ook in het kamp zij slechts in beperkte mate vrijheid kunnen genieten’ 1
Dit gebeurd op grond van het Vreemdelingenreglement uit 1918.

Ze worden opgesloten in het zgn. ‘gesloten depot’, samen met andere, veelal politieke, vluchtelingen. Eerst is dit een afzonderlijk gebouwtje, later, als vele Joodse vluchtelingen naar het Centrale Vluchtelingenkamp Westerbork gaan, in één van de slaapzalen. Ze mogen 2 x per dag luchten.
Er is geen omheining om het kamp, waardoor het risico op ontsnappingen erg groot is. De commandant dringt dan ook regelmatig aan op het laten plaatsen van een afrastering omdat, nadat alle Joodse vluchtelingen naar Westerbork zijn gebracht, het de bedoeling is het kamp alleen nog te gebruiken voor politieke vluchtelingen en deserteurs.
(Begin maart 1940 pas krijgt de Hoekse aannemer Phulp Oprel de opdracht om een afrastering te maken aan de noordzijde van het terrein).
Eind oktober stuurt Mr. Smeets een brief aan de Minister van Justitie. De betaling van verpleegkosten van de Joodse vluchtelingen geschied door de afdeling Compatibiliteit van het Departement van Binnenlandse Zaken, uit gelden bijeen gebracht door het Joodse Comité. Maar sinds enkele weken worden ook andere vluchtelingen in het kamp ondergebracht, zoals deserteurs en politieke vluchtelingen, en hun kosten worden uit dezelfde gelden betaald.

Mr. Smeets zegt dit niet juist te vinden, en stelt een regeling voor aan de minister, die hij had getroffen met voornoemde afdeling: er wordt per deserteur/politieke vluchteling/ongewenste vreemdeling een dagprijs berekend. Per persoon wordt eens in het kwartaal het aantal zgn. ‘mandagen’ geteld, over 3 maanden genomen. Na de berekening wordt nagegaan hoeveel mandagen op rekening komen van het Ministerie van Justitie. Dat aantal dagen wordt vermenigvuldigd met de dagprijs.

Het aldus verkregen bedrag wordt aan het Departement van Justitie in rekening gebracht, dan wordt het teruggestort op de rekening van de afdeling Compatibiliteit van Binnenlandse Zaken, en die boeken het bedrag dan in het credit van de desbetreffende kas.

De dagprijs per deserteur/politieke vluchteling/ongewenste vreemdeling is fl. 1,17. Voor de maanden december ’39 en januari, februari en maart ’40 is uitgerekend dat het aantal verpleegdagen 2836 bedraagt. De kosten komen uit op fl. 3318, 12. Voor april en mei ’40 zijn dit 2503 dagen, kosten fl. 2928,51.
Ook andere kosten van deze geïnterneerden komen voor rekening van Justitie, zoals dokters- en tandartskosten, reiskosten, kleding, en brillen.

Lees verder hier: https://hvhwo2.wordpress.com/2014/12/29/duitse-deserteurs-en-dienstweigeraars/

In het stuk wordt het lot van alle Duitse vluchtelingen beschreven. Niet geheel onverwacht zijn de gevolgen van de inval van de Duitsers voor deze vluchtelingen. Er volgen processen en koude graven in de duinen of een martelgang richting een concentratiekamp. Een enkeling weet zich schuil te houden en wordt meestal na de oorlog na vele jaren Nederlander. Juist het refoulement waar veel gevluchte Duitsers (o.a. Joden) bij het uitbreken van de oorlog mee te maken kregen (Engeland zette ze bijvoorbeeld het land uit) was naast al de vluchtelingenstromen van na de oorlog reden voor het opstellen van het Vluchtelingenverdrag.





Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...