09 maart 2018

“Om de Eritrese vluchtelingen te laten participeren in onze samenleving is een nieuwe aanpak hard nodig!”

 

Coördinator en trainer Inburgering Apeldoorn

Yonas (20) is een Eritrese vluchteling. Hij spreekt nauwelijks Nederlands, hij begrijpt niks van het Nederlandse systeem en hij zit er als een zoutzak bij. Op alle vragen van mijn collega geeft Yonas antwoord met ‘ja’ of ‘ik begrijp het niet’. Hoe mijn collega zijn best ook doet, Yonas begrijpt het niet. Hij komt afspraken niet na en hij heeft een passieve houding. Een van de problemen die mijn collega ervaart is dat hij Yonas niet kent, niets van zijn achtergrond weet en dat hij niet weet hoe hij aansluiting kan zoeken bij hem. Ondanks de inspanningen van mijn collega is er geen verandering. Yonas is duidelijk geïrriteerd en mijn collega ook.
Zoals Yonas en mijn collega zijn er velen. Waarom tonen ze geen initiatief? Waarom gaat het zo moeizaam? Waar gaat het mis in de hulpverlening en hoe kan je als hulpverlener beter aansluiten bij deze groep vluchtelingen?
Voor veel hulpverleners is het moeilijk om te werken met Eritrese vluchtelingen terwijl deze doelgroep onze aandacht zo hard nodig heeft. Dit artikel geeft meer inzicht in de achtergrond van deze doelgroep, de cultuurverschillen, de huidige handelswijze van hulpverleners en hoe je het als hulpverlener anders kan aanpakken en doelgericht kan werken.
Vluchtelingenstroom en de oorzaken
Sinds 2014 is de vluchtelingenstroom vanuit Eritrea naar Nederland enorm toegenomen (Vluchtelingenwerk, 2014). Waar in heel 2013 980 Eritreeërs om asiel vroegen waren dit er in de maand april van 2014 alleen al ruim 1000. Deze lijn zette zich voort in 2015 en 2016.
Volgens VluchtelingenWerk (2014) is de aanleiding van deze stroom een verandering in de vluchtroute, de grenssluiting met Israël en de onrust in Libië en Egypte. Van 2013 tot 2016 hebben 12.554 Eritreeërs een eerste asielverzoek gedaan in Nederland (KIS, 2017a). Meer dan de helft van de Eritrese vluchtelingen in Nederland zijn alleenstaande ongetrouwde mannen (Pharos, 2017).
Eritrea kan gezien worden als een militaire staat. De nationale dienstplicht is voor mannen en vrouwen van 18 tot 50 jaar en voor velen een reden om te vluchten (VluchtelingenWerk, z.j.). Na de middelbare school is er voor iedereen een half jaar militaire training in kamp Sawa. Na de training moet iedereen een toets maken. De uitslag van de toets bepaalt of iemand in dienst moet of dat je wordt ingezet als docent, militair of andere civiele taken krijgt. De dienstplicht duurt officieel 18 maanden. Vanaf 1998 is het land officieel in oorlog met Ethiopië. Veel mensen zitten al vanaf dat jaar in het leger en komen er niet uit. Als dienstplichtige verdien je weinig en je kunt er niet van rondkomen. Als gevolg werken en handelen mensen illegaal en zijn ze daarvoor strafbaar. Een voorbeeld van het illegaal werken is dat docenten privélessen aanbieden tijdens reguliere lessen, hierdoor is de docent tijdens de les niet altijd aanwezig. De mensen geven aan acht of negen jaar onderwijs te hebben gehad, maar in de praktijk stelt dit maar weinig voor, omdat er niet altijd een docent voor de klas stond (Andebrhan, 2017).
VluchtelingenWerk (z.j.) geeft aan dat er naast de grensoorlog met Ethiopië meer problemen zijn in het land. Er is geen democratie, geen vrijheid van meningsuiting, geen geloofsvrijheid, geen persvrijheid en alle universiteiten zijn gesloten. Burgers worden bang gemaakt met verdwijningen en mishandelingen. Op deserteren staat een zware straf, zowel voor de deserteur als voor de familie. De mensen worden vastgehouden onder erbarmelijke omstandigheden in gevangenissen waar zij zonder proces vast zitten en waar zij worden mishandeld en gemarteld (United Nations General Assembly, 2016). Er worden razzia’s gehouden waarbij mensen worden opgezocht door hun eigen eenheid. Binnen het land mag je alleen binnen een bepaald gebied vrij reizen, om uit te reizen naar een ander gebied heb je toestemming nodig. Naar het buitenland reizen mag ook niet. Wanneer iemand de grens illegaal probeert over te steken is er het beleid genaamd: “shoot to kill” (Schram & Terlingen, 2014), dat zegt eigenlijk al genoeg. De mensen leven in angst en voor de jongere generatie is er geen toekomstperspectief.

 Lees hier verder: https://www.linkedin.com/pulse/om-de-eritrese-vluchtelingen-te-laten-participeren-onze-ronald-bos/?trackingId=nXpUKwsi2WMzoXO2UokWvA%3D%3D



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...